Stagetekorten: ‘De motor van onze economie valt stil’
De coronacrisis sloeg als een meteoriet in op onze economie. Behoud ik mijn baan? Maar ook: vind ik wel een baan of stageplek?
Deze onzekerheid wordt de komende tijd almaar groter, zeker als we niet nú ingrijpen. Door de crisis zijn veel stages weggevallen - het tekort is nu ruim 20.000 plaatsen. Dit is niet alleen rampzalig voor de studenten die aan de slag willen, maar ook voor de economie. Want het schreeuwend tekort aan praktisch geschoolde vakmensen wordt alleen maar groter zonder stages waarmee mbo’ers kunnen afstuderen. En dit terwijl de oplossing voor grote uitdagingen als de woningcrisis en de energietransitie begint bij het opleiden van voldoende vakmensen.
Het is tijd voor alle hens aan dek. De coronacrisis maakt namelijk pijnlijk duidelijk welke ingrijpende effecten stagetekorten kunnen hebben op wat we nu ‘vitale beroepen’ noemen. Zorg en welzijn zijn twee van de sectoren met het grootste tekort aan stageplekken, ruim 3.200. In licht van het bestaande personeelstekort in de zorg is dit van extra groot belang. Er zijn dringend meer handen aan het bed nodig, maar door het gebrek aan opleidingsplekken vandaag kunnen de zorgmedewerkers van morgen niet worden opgeleid.
Meer investeren in onderwijs
Vanuit de economie, vanuit het onderwijs en vanuit de regio moet daarom worden gewerkt aan een oplossing voor het stagetekort. Sommige gemeenten laten al zien dat het kan. Bijvoorbeeld Amsterdam, waar fors geld wordt geïnvesteerd in het creëren van stage- en opleidingsplekken. Daardoor kunnen vanaf 2021 jaarlijks honderd extra mbo-studenten stage lopen in de zorg. In Rotterdam spreken ROC’s met Feyenoord en vervoersbedrijf RET om zo samen het aantal stageplekken te vermeerderen. In Leiden werkt de gemeente aan een gezamenlijk stagepact om te voorkomen dat mbo-studenten nog meer de dupe worden van de coronacrisis.
Bedrijven worden opgeroepen meer stageplekken te creëren, maar de Rijksoverheid heeft daar ook een verantwoordelijkheid. Binnen de Rijksoverheid kunnen meer stages gecreëerd worden, immers gaat het werk van bijvoorbeeld Rijkswaterstaat en de vele facilitaire diensten gewoon door, ook tijdens de coronacrisis. Door het introduceren van duo-stages, waar twee studenten een plaats delen, kunnen meer mbo’ers afstuderen. Ook het versneld erkennen van een stagebedrijf kan het tekort verkleinen. Er zijn tal van goede initiatieven en samenwerkingsverbanden tussen sectoren waar andere regio’s van kunnen profiteren, als die kennis-deling gefaciliteerd wordt.
Alles op alles
Kortom: bedrijfsleven, onderwijs en regio moeten samen deze handschoen oppakken. Ministers Wiebes en Van Engelshoven moeten samen met gemeenten aan de slag. We moeten alles op alles zetten opdat gedreven vakmensen ook in de toekomst de motor zijn van onze economie.
William Moorlag - Tweede Kamerlid PvdA
Kirsten van den Hul - Tweede Kamerlid PvdA
Marc Newsome - PvdA Leiden
- 1.Vier jaar een toegewijd Tweede Kamerlid voor de PvdA, dat betrokken was bij initiatiefwetgeving en een initiatiefnota uitbracht over huiselijk geweld. Woonde enige tijd in Tunesië en was voor haar Kamerlidmaatschap onder meer columniste van het Algemeen Dagblad en Trouw en onafhankelijk verandermanager. Verder werkte zij bij het Europees Cultuurfonds, was zij vrouwenvertegenwoordiger op de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en gastdocent en gastspreekster. Woordvoerster onderwijs, wetenschappen, media, emancipatie, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. Was betrokken bij de voorbereiding van de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen.
- 2.Groningse bestuurder en vier jaar Tweede Kamerlid voor de PvdA. Begon zijn beroepsleven als bijrijder op een maaitractor bij een waterschap en was daarna ziekenverzorger en vakbondsbestuurder. In 2011 en 2015 lijsttrekker van de PvdA bij de Statenverkiezingen en in 2009-2015 gedeputeerde in Groningen. Was vervolgens directeur van een werkvoorzieningschap. In de Tweede Kamer hield hij zich bezig met economische zaken, klimaat, landbouw, natuur en voedselkwaliteit. Bevlogen en ongepolijste politicus.