Huurders moeten nú beschermd worden
Alles lijkt dit jaar anders. Maar één ding niet: de jaarlijkse huurverhoging valt gewoon op de mat.
Terwijl tienduizenden mensen hun baan zijn kwijtgeraakt en de inkomens van zelfstandig ondernemers enorm onder druk staan, stijgen de huren verder door. In zes jaar tijd stegen de huren niet zo hard. Speculanten en huisjesmelkers verhoogden de huren zelfs nog harder dan woningcorporaties. Dat moet anders.
Jongeren en singles zijn de helft van hun inkomen kwijt aan huur.
Jongeren en singles zijn de helft van hun inkomen kwijt aan huur. Mensen vrezen volgend jaar de huur niet meer te kunnen betalen. Als je salaris al steeg, mag je het direct afstorten in de zak van de huisbaas. Huurverhogingen van meer dan honderd euro zijn geen uitzondering in de vogelvrije sector.
Huizen zijn om in te wonen, niet om mee te speculeren. Het is geen stapel stenen die je inruilt als de huur te hoog wordt. Nadat een Kamermeerderheid mijn motie aannam, beloofde minister Ollongren dat ze huurders beter zou beschermen.
Huizen zijn om in te wonen, niet om mee te speculeren.
We zijn bijna een jaar verder en het wetsvoorstel is nog in geen velden of wegen te bekennen. Haar voorstel gaat bovendien niet ver genoeg en houdt beleggers te veel de hand boven het hoofd.
Daarom schreef ik zelf een wet. Voortaan mogen de huren in de vrije sector niet harder stijgen dan de inflatie + 1 procent. Het is een fundamentele stap op huurders meer zekerheid te bieden tegen de macht van beleggers.
Ik reken op brede steun.
Het advies van de Raad van State is binnen, mijn reactie is klaar, het parlement kan de wet nu behandelen en aannemen. Tijdens de Algemene Beschouwingen zei premier Rutte positief te staan tegenover het voorstel.
Ik reken op brede steun, omdat huurders het nodig hebben. Omdat iedereen een huis nodig heeft, maar niemand heeft 150 huizen nodig om mee te speculeren. Wat mij betreft stemmen we dit najaar nog.
- 1.Gronings Tweede Kamerlid voor de PvdA en als zodanig ruim elf jaar een deskundig woordvoerder op het gebied van financiën en volkshuisvesting. Hij was eerder ambtenaar op het ministerie van Financiën en in 2003-2007 lid van Provinciale Staten van Groningen. Verder was hij in Leiden wetenschappelijk onderzoeker naar gedragseconomie en de sociale zekerheid. In 2017-2018 was hij voorzitter van de parlementaire ondervragingscommissie fiscale constructies en van juni 2018 tot oktober 2022 lid van het Presidium. In 2023 werd hij kwartiermaker sociale agenda voor het aardgasgebied, een onderwerp waarmee hij zich ook al als Kamerlid had beziggehouden. Sprak veelal uit het hoofd.