Waarom de hoofdelijke stemming gisteravond niet doorging

donderdag 13 augustus 2020, 8:52

Het coronadebat van 12 augustus 2020 eindigde met enig tumult. PVV-leider Geert Wilders1 had een hoofdelijke stemming aangevraagd. Er bleken echter niet genoeg Kamerleden meer aanwezig om deze te kunnen houden. Voor een hoofdelijke stemming moeten namelijk minimaal 76 Kamerleden aanwezig zijn, en die waren er op dat moment niet. Volgens oppositiepartijen kwam dit doordat coalitie-Kamerleden massaal waren "weggerend" om de stemming te voorkomen. De hoofdelijke stemming wordt op een later tijdstip alsnog gehouden.

Quorum

Voor een hoofdelijke stemming is vereist dat het 'quorum' aanwezig is: de helft plus één van de leden. De Tweede (en ook Eerste) Kamer kan überhaupt alleen maar plenair vergaderen als de helft plus één van de leden aanwezig is. Of dat zo is, blijkt uit het tekenen door de leden van de presentielijst. Pas als het quorum aanwezig is, kan worden begonnen met vergaderen.

Als er bij een hoofdelijke stemming onvoldoende leden aanwezig zijn - aanwezige leden kunnen ondertussen naar huis zijn gegaan - moet de vergadering direct worden gesloten (schorsing is theoretisch ook mogelijk als het quorum er later wel kan zijn).

Omdat Kamerleden geregeld 'fictief' aanwezig zijn en hun fysieke aanwezigheid ook lang niet altijd nodig is, wordt als regel niet onverwacht hoofdelijk gestemd. Juist vanwege de beperkingen in coronatijd zijn daarover door het Presidium2 nadere afspraken gemaakt.

Hoofdelijke stemming

Er moet altijd hoofdelijk worden gestemd als één lid daarom vraagt. Zo'n hoofdelijke stemming wordt dan gevraagd om ieders individuele stem zichtbaar te maken, zoals bijvoorbeeld jaren geleden bij de eindstemming over het euthanasievoorstel van minister Els Borst3. Ook de Voorzitter kan besluiten hoofdelijk te stemmen, als een stemming bij handopsteken geen duidelijkheid heeft opgeleverd.

Ook op 12 augustus kon na de stemming bij handopsteken over Wilders' motie over een structurele forse salarisverhoging voor zorgmedewerkers de uitslag niet worden vastgesteld. Wilders vroeg meteen om een hoofdelijke stemming, maar van de regeringsfracties waren al meer leden naar huis dan van de oppositiefracties. De overgebleven leden van regeringsfracties voelden in die situatie niet voor een hoofdelijke stemming en vertrokken. Daardoor was er geen quorum meer. Overigens werd dat 'intern' vastgesteld, door te kijken wie er nog in het gebouw waren.

Dat is eigenlijk niet reglementair. Het Reglement van Orde zegt namelijk in artikel 70 lid 5:

Indien bij hoofdelijke stemming blijkt, dat het voor de opening van de vergadering vereiste aantal leden niet meer aanwezig is, kan de Voorzitter hetzij de vergadering voor enige tijd schorsen en haar indien bij heropening weer voldoende leden aanwezig blijken te zijn voortzetten, hetzij de vergadering sluiten en tegen een later tijdstip een nieuwe vergadering bijeenroepen.

Net als bij eerdere coronadebatten moet er nu op een later moment alsnog (hoofdelijk) worden gestemd.

Het doelbewust aansturen op het ontbreken van het quorum kwam voor het laatst voor op 15 februari 1979. Toen deed Marcel van Dam4 in de avondvergadering een ordevoorstel in de wetenschap dat er onvoldoende leden waren. De vergadering over de begroting Volkshuisvesting moest toen worden afgebroken. Van Dam was boos over de wijze van antwoorden door minister Pieter Beelaerts van Blokland5.

Weglopen gebeurde ook soms. De PVV-fractie deed dat in maart 2009 voor een debat over aanpak van de economische crisis door het kabinet-Balkenende IV6. Zij vond dat er geen ruimte was voor aanpassing van de plannen. Het weglopen leidde niet tot het ontbreken van het quorum.

Meer over ...

  • Wijze van stemmen in Tweede Kamer
  • quorum

  • 1. 
    Geert Wilders (1963) is sinds november 2006 politiek leider van de PVV. Hij is sinds 25 augustus 1998 (met een korte onderbreking in 2002) Tweede Kamerlid. Aanvankelijk was hij dat voor de VVD, maar op 2 september 2004 werd hij een onafhankelijk Kamerlid. In 2023 was hij voor de zesde keer lijsttrekker. De heer Wilders was medewerker van de afdeling Verdragen bij de Ziekenfondsraad, wetstechnisch medewerker van de Sociale Verzekeringsraad en beleidsmedewerker en speechschrijver van de VVD-Tweede Kamerfractie. In 2010 zat hij enige tijd in de gemeenteraad van Den Haag.
     
  • 2. 
    Het Presidium is het dagelijkse bestuur van de Tweede Kamer. Het bestaat uit de Kamervoorzitter en de ondervoorzitters, die de Voorzitter kunnen vervangen. Het Presidium telt als regel tussen de zeven en negen leden, afkomstig uit de grotere fracties.
     
  • 3. 
    Minister van Volksgezondheid in de kabinetten-Kok en bij de verkiezingen 1998 lijsttrekker van D66. Werd na een loopbaan als arts, ziekenhuisdirecteur, hoogleraar en vicevoorzitter van de Gezondheidsraad minister in het kabinet-Kok I en in het Kok II tevens vicepremier. Tijdens haar ministerschap werden medisch-ethische kwesties geregeld zoals euthanasie, medisch-wetenschappelijk onderzoek en onderzoek met embryo's. Kreeg als minister te maken met de problematiek van wachtlijsten in de zorg en het tekort aan medisch personeel en werd hierover fel aangevallen door de oppositie van links en rechts. Deskundige minister die veel wetgeving tot stand bracht. Riep door haar liberale opvattingen in medisch-ethische kwesties in sommige kringen wel weerstand op, maar werd algemeen geacht als een wijze en betrokken bewindsvrouw.
     
  • 4. 
    Sociaaldemocraat die bekendheid kreeg als VARA-ombudsman en daarna vooraanstaand PvdA-politicus en omroepbestuurder werd. In het kabinet-Den Uyl bevorderde hij als staatssecretaris de bouw van woningen voor jongeren en alleenstaanden (Van Dameenheden). Daarna voerde hij fel oppositie tegen het huurbeleid van zijn opvolger Brokx en het woningbeleid van minister Beelaerts. Was een jaar minister in het kabinet-Van Agt II. Speelde, opnieuw Kamerlid zijnde, een prominente rol als vicevoorzitter van de enquêtecommissie RSV. Sloot zijn loopbaan af als voorzitter van de VARA. Gewiekst debater, sofistisch ondervrager in het programma 'De achterkant van het gelijk' en kritisch Volkskrant-columnist, die steeds meer afstand nam van de PvdA en daarmee later brak.
     
  • 5. 
    Jonkheer uit een bekend, deftig Hollands regentengeslacht. Doorliep een burgemeestersloopbaan en werd als deskundige op het gebied van de ruimtelijke ordening minister in het eerste kabinet-Van Agt. Tijdens zijn ministerschap werd de Verstedelijkingsnota behandeld die de aanzet gaf tot ontwikkeling van groeikernen als Alphen aan den Rijn, Lelystad en Hoorn. Kreeg vanwege zijn bouwbeleid veel kritiek te verduren van politieke tegenstanders als Marcel van Dam en Hans Kombrink. Na zijn ministerschap wederom burgemeester (in Apeldoorn) en Commissaris van de Koningin in Utrecht. Rappe prater, die wel als energiek te boek stond, maar als minister niet altijd even doortastend was.
     
  • 6. 
    Dit kabinet werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2006. Het was tot 23 februari 2010 een coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie en daarna van CDA en CU. Het trad op 22 februari 2007 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende III. Motto van het kabinet was 'Samen werken, samen leven'.