Brief regering; Reactie op verzoek commissie over de brief van BVKZ t.b.v. debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus d.d. 20 mei 2020 - Infectieziektenbestrijding - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 456 toegevoegd aan dossier 25295 - Infectieziektenbestrijding.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Infectieziektenbestrijding; Brief regering; Reactie op verzoek commissie over de brief van BVKZ t.b.v. debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus d.d. 20 mei 2020 |
---|---|
Documentdatum | 30-06-2020 |
Publicatiedatum | 07-07-2020 |
Nummer | KST25295456 |
Kenmerk | 25295, nr. 456 |
Commissie(s) | Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-2020
25 295
Nr. 456 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 30 juni 2020
Hierbij voldoe ik aan het verzoek een reactie te geven op de brief die de BVKZ1 aan de Tweede Kamer stuurde ten behoeve van het debat aangaande de ontwikkelingen rond het coronavirus. Organisaties als de BVKZ spelen een belangrijke rol in het melden van signalen uit de praktijk. Dit is extra waardevol in een tijd als deze.
De BVKZ geeft in haar brief aan blij te zijn met de reeds getroffen pgb-maatregelen. Tegelijkertijd constateert zij dat de genomen maatregelen niet in alle gevallen toereikend zijn. Met name voor een oplossing voor de vraaguitval als gevolg van leegstand door overlijden dient volgens de BVKZ nog veel uitgewerkt te worden.
Ik vind het belangrijk dat zorgaanbieders tijdens en na de crisis zich kunnen richten op het leveren van goede kwaliteit van zorg. Mede om deze reden heb ik na uitbraak van de coronacrisis maatregelen getroffen om de zorgcontinuïteit nu en in de toekomst te borgen. Deze maatregelen maken het mogelijk dat niet-geleverde zorg en extra en/of duurdere zorg tijdelijk vanuit het pgb betaald mag worden. Ook pgb-wooninitiatieven kunnen van deze regelingen gebruik maken.
Waar zorgomzetderving vergoed kan worden wanneer een budgethouder tijdelijk het initiatief verlaat, is dit niet mogelijk wanneer een budgethouder overlijdt. Immers, wanneer een budgethouder is overleden is er geen pgb meer. De BVKZ geeft aan dat dit bij pgb-wooninitiatieven tot problemen leidt als leegstand door overlijden van bewoners niet tijdig kan worden ingevuld. Met betrokken partijen is verkend dat deze situatie zich zeer beperkt voordoet. Desalniettemin is het gewenst om hiervoor een oplossing te treffen. Dit heeft er toe geleid dat, in overleg met de NZa, ZN en de BVKZ is besloten om de pgb-wooninitiatieven die in financiële nood zijn gekomen vanwege leegstand door overlijden van budgethouders 1 Brief BVKZ, 20-05-2020
kst-25295-456 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
tijdelijk te compenseren via de «Extra Kosten Corona» (EKC)-regeling. Ik heb dit ook gemeld in mijn brief «Stand van Zakenbrief Covid-19» van 24 juni 2020 (Kamerstuk 25 295, nr. 428). Zoals in genoemde brief aangegeven zal de EKC-regeling worden uitgebreid voor pgb-houders in kleinschalige wooninitiatieven die als gevolg van leegstand in financiële nood raken. De overgebleven pgb-houders in het wooninitiatief kunnen dan tijdelijk extra budget krijgen om een deel van de weggevallen zorginkomsten van het wooninitiatief te compenseren. Het gaat hierbij uitdrukkelijk om een tegemoetkoming van dat deel van de weggevallen zorginkomsten dat nodig is om de continuïteit van zorg in het wooninitiatief te waarborgen. Huurinkomsten die het initiatief misloopt kunnen niet uit het pgb worden gecompenseerd. Zorg en wonen is immers gescheiden bij het pgb. Wooninitiatieven kunnen wel contact opnemen met de verhuurder van het pand of de bank om afspraken te maken over (mogelijk uitstel van) de betaling van huur. Momenteel werk ik, in overleg met ZN, zorgkantoren, de NZa en BVKZ de details van de geschetste oplossingsrichting uit, zodat indien nodig pgb-wooninitiatieven hier op korte termijn gebruik van kunnen maken.
De BVKZ dringt er op aan bevoorschotting mogelijk te maken voor een aantal pgb-wooninitiatieven die in ernstige liquiditeitsproblemen zijn gekomen vanwege de corona-uitbraak. Deze wooninitiatieven kunnen contact opnemen met het zorgkantoor zodat er naar de meest passende oplossing gezocht kan worden. Echter, het uitkeren van voorschotten aan pgb-gefinancierde zorgaanbieders door het zorgkantoor is vanwege het ontbreken van een juridische relatie tussen zorgaanbieder en zorgkantoor niet mogelijk. Met de getroffen maatregelen zoals hiervoor beschreven, loopt de compensatie, evenals de reguliere zorgfinanciering, via de bewoners met een pgb.
Refererend aan een brief die zorgkantoren bij de uitbraak van de corona-crisis aan zorgaanbieders stuurden, stelt de BVKZ dat, anders dan werd gesuggereerd, het negatief effect van de coronacrisis op de financiële positie van de zorgaanbieders niet geneutraliseerd wordt. De BVKZ vraagt of ik het uitgangspunt uit de brief van ZN, dat een negatief effect van de coronacrisis op de financiële positie van een zorgaanbieder wordt geneutraliseerd, wil onderschrijven. De maatregelen die zijn getroffen maken het mogelijk dat niet geleverde zorg volledig mag worden doorbetaald uit het pgb van een bewoner, als deze tijdelijk elders verblijft. Hiermee wordt deze vorm van leegstand financieel volledig gecompenseerd. Aanvullend wordt, zoals beschreven, voor wooninitiatieven een regeling getroffen om leegstand als gevolg van overlijden van bewoners te compenseren als dit nodig is om de continuïteit van zorg te waarborgen.
Ten slotte vraagt BVKZ of ik hen nauw wil betrekken bij de verdere uitwerking van de gekozen oplossingsrichting. Eerder in mijn brief heb ik aangegeven dat de BVKZ betrokken is geweest bij het zoeken naar een oplossing voor de gesignaleerde problemen. Uiteraard zal ik hen hierbij blijven betrekken.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 25 295, nr. 456 2