Nu de ongelijkheid aanpakken - Hoofdinhoud
De coronacrisis heeft in het leven van veel Nederlanders keihard toegeslagen. Niet alleen onze gezondheid werd bedreigd door het virus, ook de economie kwam met een grote klap tot stilstand. En dan hoor je soms zeggen: ‘deze crisis is een kans’. Dat een harde klap op de lange termijn juist zorgt voor meer gelijkheid. Maar daar lijkt het niet op.
Ga maar eens na wie er als eerste de hardste klappen kregen: de mensen met een flexcontract die meteen op straat stonden. Zzp’ers die hun opdrachten zagen verdampen. Uitzend- en oproepkrachten die via een appje hoorden dat ze niet meer nodig waren. Juist de mensen die al weinig buffers hadden. En als we niks doen, zet die trend door gedurende de crisis.
De coronacrisis heeft in het leven van veel Nederlanders keihard toegeslagen.
In Amerika zien we dat al gebeuren: de miljardairs werden samen tijdens de lockdown 434 miljard rijker, terwijl tientallen miljoenen mensen op straat kwamen te staan. In Nederland weigert de liberaalconservatieve coalitie ondanks al het applaus geld uit te trekken voor een betere beloning van zorgpersoneel: het kost teveel. En voor je het weet worden de beurskoersen straks weer omhoog gestuwd door de lage rente, terwijl gewone huishoudens er nauwelijks wat bij krijgen.
De Franse econoom Thomas Piketty waarschuwt al langer dat zonder overheidsingrijpen de ongelijkheid tussen mensen vanzelf groeit. Het vermogen stijgt nu eenmaal altijd harder dan het loon van gewone mensen. Hij pleit voor een overheid die meer doet om in de crisis te zorgen voor meer gelijkheid. Daar ga ik vanavond met hem over in gesprek in De Balie en via Facebook. De centrale vraag: hoe kunnen we dat bereiken?
De Franse econoom Thomas Piketty waarschuwt al langer dat zonder overheidsingrijpen de ongelijkheid tussen mensen vanzelf groeit.
Wat mij betreft moeten we duidelijke keuzes maken. Allereerst is het nodig om een grotere bijdrage te vragen van de allerrijksten die zichzelf en hun vermogen goed weten te beschermen. Het is eerlijk om een vaste belasting in te voeren op grote vermogens, los van hoeveel rendement er nu precies gehaald wordt. Een toptarief voor inkomens boven de 150.000 euro. En een Europees minimumtarief voor de winstbelasting, om zo de belastingconcurrentie tussen landen een halt toe te roepen.
Dat geld moeten we dan gebruiken om armoede te bestrijden en gewone huishoudens te ondersteunen. We kunnen de belasting voor de middengroepen te verlagen. Want het zijn juist ook de mensen in de vitale beroepen - de leraren, zorgmedewerkers, politieagenten en schoonmakers - die de afgelopen jaren al te weinig hebben gemerkt van economische voorspoed. Zij verdienen nu meer dan alleen applaus.
Dat geld moeten we dan gebruiken om armoede te bestrijden en gewone huishoudens te ondersteunen.
Dat is een fundamenteel andere keuze dan er door het kabinet tot nu toe gemaakt wordt. Zij stellen nog steeds voor om volgend jaar de winstbelasting te verlagen. Een maatregel waar vooral de bedrijven (en hun aandeelhouders) die door deze crisis meer winst maken van profiteren. Dat moet anders.
Het komt er dus echt op aan. De crisis is geen kans die automatisch zorgt voor meer gelijkheid, maar een grote opgave. Een opgave om in de crisis om te kijken naar de mensen die anders snel in de knel komen. Om elke Nederlander de zekerheid van een stabiel inkomen te geven. Zodat we straks echt samen door deze crisis komen.
De crisis is geen kans die automatisch zorgt voor meer gelijkheid, maar een grote opgave.