35483 - Wet inburgering 2021
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 5 juni 2020 ingediend door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Koolmees1.
Het nieuwe inburgeringsstelsel beoogt een bijdrage te leveren aan het maatschappelijke doel van inburgering: alle inburgeringsplichtigen doen snel en volwaardig mee in de Nederlandse maatschappij, liefst via betaald werk. Dit doel vertaalt zich in het volgende: inburgeringsplichtigen bereiken het voor hen hoogst haalbare taalniveau (liefst niveau B1) en kennis van de Nederlandse maatschappij, in combinatie met gerichte inspanningen op participeren naar vermogen vanaf de start van het inburgeringstraject.
Inhoudsopgave
Regels over inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering 2021)
Bij dit wetsvoorstel werden twee nota's van wijziging en 27 amendementen ingediend. Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer 18 moties ingediend. (169 stuks)2 |
4 juni 2020, koninklijke boodschap, nr. 1
KST354831 Koninklijke boodschap - Regels over inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering 20..) |
2 |
4 juni 2020, voorstel van wet, nr. 2
KST354832 Voorstel van wet - Regels over inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering 20..) |
2 |
4 juni 2020, memorie van toelichting, nr. 3
KST354833 Memorie van toelichting - Regels over inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering 20..) |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van Internetconsultatiedocumenten en reacties, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Wouter Koolmees (1977) was van 26 oktober 2017 tot 10 januari 2022 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet-Rutte III. Van 1 november 2019 tot 14 mei 2020 was hij tevens (tweede) viceminister-president. Van 17 juni 2010 tot 26 oktober 2017 was de heer Koolmees Tweede Kamerlid voor D66. Hij was toen financieel woordvoerder en vicefractievoorzitter. Na zijn studie werd de heer Koolmees economisch onderzoeker en daarna ambtenaar op het ministerie van Financiën en laatstelijk hoofd begrotingsbeleid bij het directoraat-generaal van de Rijksbegroting. Sinds 1 november 2022 is het president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen.
- 2.Roel van Gurp (1956) is sinds 13 juni 2023 lid van de gezamenlijke PvdA/GroenLinks-fractie in de Eerste Kamer. Hij was sinds 11 juni 2019 lid van de GroenLinks-Eerste Kamerfractie. Hij begon zijn loopbaan als vormingswerker en was later docent. Als wethouder was hij ruim acht jaar wethouder van onder meer volkshuisvesting in Tilburg en daarna bestuurder in de jeugdzorg en van een woningcorporatie. Als Kamerlid houdt de heer Van Gurp zich onder meer bezig met volksgezondheid, welzijn en sport en pensioenen.
- 3.Jopie Nooren (1961) was van 9 juni 2015 tot 1 maart 2021 Eerste Kamerlid voor de PvdA. Zij is sinds 2021 voorzitter van de Raad van Bestuur van de Hogeschool van Amsterdam. Daarvoor was zij bestuursvoorzitter van Bartiméus en voorzitter van het College van Bestuur van de Stichting Bartiméus Onderwijs. Eerder was zij bestuurder van een zorginstelling en directeur van de brancheorganisatie in de zorg. Mevrouw Nooren bekleedde tevens diverse toezichtfuncties in de zorg. In de Eerste Kamer hield zij zich onder meer bezig met onderwijs, zorg en integratie. Mevrouw Nooren was voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving en in 2019-2021 eerste ondervoorzitter van de Kamer.
- 4.Petra Stienen (1965) was van 9 juni 2015 tot 13 juni 2023 Eerste Kamerlid voor D66. Zij is publiciste en commentator, alsmede zelfstandig adviseur op onder meer het gebied van mensenrechten en leiderschap. Mevrouw Stienen is arabiste en Midden-Oostenspecialist. Eerder was zij diplomate in Egypte en Syrië en daarna ambtenaar op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Mevrouw Stienen hield zich als Eerste Kamerlid onder meer bezig met immigratie en asiel en werkgelegenheid, alsmede met de nieuwe Omgevingswet.
- 5.Tineke Huizinga (1960) is sinds 11 juni 2019 lid van ChristenUnie-fractie in de Eerste Kamer en sinds 6 april 2021 fractievoorzitter. In de periode 2002-2007 was zij Tweede Kamerlid. Was toen lid van de parlementaire enquêtecommissie Srebrenica. Was daarna staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat in het vierde kabinet-Balkenende en na het uittreden van de PvdA-bewindsliden in 2010 acht maanden minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. In 2015-2018 was zij directeur van de Stichting "Wilde Ganzen". Eerder was zij gemeenteraadslid in Heerenveen. Als Eerste Kamerlid houdt mevrouw Huizinga zich bezig met Europese zaken, buitenlands beleid en defensie en immigratie en asiel.
- 6.Tiny Kox (1953) was van 10 juni 2003 tot 13 februari 2024 Eerste Kamerlid voor de SP. Hij was tot 25 januari 2022 fractievoorzitter. De heer Kox was redacteur van partijblad De Tribune en van 1994 tot mei 2003 partijsecretaris. Hij maakte deel uit van de delegatie naar de parlementaire assemblee van de Raad van Europa in de groepering Verenigd Europees Links. Van januari 2022 tot januari 2024 was hij voorzitter van dat parlement. Behalve met algemeen beleid hield de heer Kox zich als Eerste Kamerlid bezig met sociale zaken, binnenlandse zaken en immigratie en asiel.
- 7.Ria Oomen (1950) was van 9 juni 2015 tot 13 juni 2023 Eerste Kamerlid voor het CDA. De uit Midden-Limburg afkomtige politica kreeg haar politieke scholing bij de KVP- en CDA-jongeren, waarvan zij landelijk voorzitter was. In 1982 werd mevrouw Oomen Tweede Kamerlid. In 1989-2014 was zij lid van het Europees Parlement, waarvoor zij in 2004 en 2009 met voorkeurstemmen werd gekozen. In het Europees Parlement was met name haar rapporteurschap (2007-2014) over de mogelijke toetreding van Turkije tot de EU van belang. Hield zich als Eerste Kamerlid onder meer bezig met sociale zaken, pensioenwetgeving en Europese zaken.