Brief van het Presidium over herziene planning en begroting van de Parlementaire ondervragingscommissie ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen (POCOB) - Parlementaire ondervraging ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 33528 - EU-voorstel: Verordening tot oprichting van een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening COM(2012) 514 en dossier 35228 - Parlementaire ondervraging ongewenste beďnvloeding uit onvrije landen.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Parlementaire ondervraging ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen; Brief Presidium; Brief van het Presidium over herziene planning en begroting van de Parlementaire ondervragingscommissie ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen (POCOB) |
---|---|
Documentdatum | 06-04-2020 |
Publicatiedatum | 06-04-2020 |
Nummer | KST352283 |
Kenmerk | 35228, nr. 3 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
35 228
Parlementaire ondervraging ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen
Aan de Leden
Den Haag, 6 april 2020
Het Presidium deelt u hierbij mee dat de Parlementaire ondervragings-commissie ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen (POCOB), bij brief van 3 april 2020 heeft aangegeven dat haar planning en begroting aanpassing behoeven.
Het Presidium stelt u voor hier mee in te stemmen.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
-
K.Arib
kst-35228-3 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
BIJLAGE Brief van de Parlementaire ondervragingscommissie ongewenste
beïnvloeding uit onvrije landen
Aan het Presidium
Den Haag, 3 april 2020
Namens de Parlementaire ondervragingscommissie ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen (POCOB) (hierna: commissie) wil ik de Kamer mededelen dat de commissie haar planning zoals gemeld in Kamerstuk 35 228, nr. 2 moet aanpassen. Aanleiding zijn een tweetal omstandigheden:
Allereerst heeft de coronapandemie en ter zake afgekondigde maatregelen tot gevolg dat de voorgenomen planning niet haalbaar is. De commissie wilde het eindverslag voor het meireces aan u en de Kamer aanbieden, maar gezien de afkondiging van de maatregelen, tot ten minste 28 april, loopt deze aanbieding vertraging op.
Zo is een aantal commissieleden momenteel ook druk bezig met het coronathema. En zijn de weggevallen reguliere vergaderingen van de commissie wel noodzakelijk voor het opstellen van het eindverslag.
Ten tweede heeft de ondervragingscommissie, zoals omschreven in Kamerstuk 35 228, nr. 2, schriftelijke inlichtingen en documenten gevorderd op grond de artikelen 5 en 6 van de Wet op de parlementaire enquête 2008. Zo heeft de commissie op 27 november 2019 bij een aantal private en publieke instellingen, een vordering gedaan tot het verstrekken van schriftelijke inlichtingen en afschriften van documenten. In verband met een tweetal juridische procedures om de medewerking af te dwingen, waarbij de laatste uitspraak door het gerechtshof Den Haag op 24 maart jl. is gegeven, heeft de commissie vertraging opgelopen.
Gelet op het bovenstaande wordt de planning van de commissie aangepast. Het eerdere streven om haar eindverslag eind april aan te bieden wordt niet gehaald. Mede in verband met het ongewisse verloop van de coronapandemie en ter zake afgekondigde maatregelen, is het streven van de commissie haar eindverslag zo spoedig mogelijk doch uiterlijk voor het zomerreces 2020 aan de Kamer aan te bieden.
Als gevolg van de vorderingen en daarmee verwachte uitloop is de begroting in oktober 2019 tussentijds opgehoogd. Nadien heeft de commissie nog een tweetal juridische procedures doorlopen, de kosten daarvan zijn niet voorzien in genoemde begroting. Dit resulteert in overschrijding van de begroting.
De voorzitter van de commissie,
Rog
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 228, nr. 3 2