Het gelijk van Rutte en Hoekstra

maandag 6 april 2020, 11:16, analyse van Dr. Jan Werts1

Dit artikel is onderdeel van de debatpagina Coronacrisis: solidariteit in de Europese Unie? Bekijk ook de andere bijdragen.

Is de kritiek op Rutte2 en Hoekstra3 die de zwakke broeders in de EU4 niet meteen financieel bijspringen niet erg gemakkelijk? Deze landen lappen de normen van Maastricht5 -maximaal drie procent overheidstekort en niet meer dan zestig procent staatsschuld- al meer dan twintig jaar lang aan hun laars. Het EU-verdrag verbiedt bovendien in artikel 125 massale financiële steun aan andere eurolanden. Daarop zijn uitzonderingen, maar niet zonder voorwaarden, zoals minister Hoekstra in de Europese Ministerraad6 slechts vaststelde.

Bewijst bijgaande grafiek niet het gelijk van de Nederlandse benadering? Duitsland en Nederland, waar ‘Maastricht’ heilig is, noteren een werkloosheid van minder dan de helft van het gemiddelde in de eurozone7. Griekenland, Spanje, Italië en Frankrijk komen voor de dag met een werkloosheid van gemiddeld het dubbele van de eurozone. Doen die regeringen met het negeren van de ‘Maastrichtnormen’ hun eigen bevolking niet vreselijk te kort? En mag dit zelfs niet meer hardop gezegd worden, laat staan onderzocht, zoals de critici in koor beweren?

Werkgelegenheid was dé prioriteit van het Europe 2020 project. Dat is in 2010 unaniem als belangrijkste prioriteit in de Europese Raad8 besloten. Keer op keer hebben de leiders dit nadien bevestigd. Niet zozeer door het coronavirus, maar door ‘Maastricht’ langdurig niet na te komen zitten die landen nu in de puree. Is het dan ongehoord, dat onze minister van Financiën9 daar even op wijst? Alvorens -zoals inmiddels al is begonnen- toch maar weer de kredietsluizen te openen en forse giften aan het zuiden over te maken.

 
Werkloosheid in de EU, gecorrigeerd voor seizoensinvloed april 2019 (%)
© Eurostat

Werkloosheid in de EU, gecorrigeerd voor seizoensinvloed april 2019 (%).

(klik op afbeelding voor grotere versie)

Meer over ...

  • Coronacrisis: solidariteit in de Europese Unie? Een debat
  • Uitleg: De coronacrisis en economische maatregelen van de EU
  • Europees toezicht op de economieën van de lidstaten

  • 1. 
    Jan Werts is sinds 1976 journalist en publicist in Brussel, waar hij eerder onder meer werkte als correspondent van de Haagsche Courant. Verder was hij zes jaar als journalist werkzaam in Washington. Hij promoveerde in 1991 aan de Vrije Universiteit Brussel in het Europees en internationaal recht op een dissertatie over de Europese Raad. In 2008 verscheen hiervan een herziene versie. Schrijft analyses over Europese Toppen, gebundeld in het document Hoe Europa al tien jaar lang crises bevecht - 100 plus analyses van Jan Werts.
     
  • 2. 
    Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.
     
  • 3. 
    Wopke Hoekstra (1975) is sinds 9 oktober 2023 lid van de Europese Commissie, belast met klimaatactie. In de Commissie-Von der Leyen zijn klimaat en duurzame groei zijn portefeuilles. Hij was van 10 januari 2022 tot 1 september 2023 minister van Buitenlandse Zaken en viceminister-president in het kabinet-Rutte IV. Daarvoor was hij vanaf 26 oktober 2017 minister van Financiën. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 was de heer Hoekstra lijsttrekker van het CDA. Hij was van 7 juni 2011 tot 26 oktober 2017 Eerste Kamerlid. De heer Hoekstra was consultant bij adviesbureau McKinsey en bestuurslid van het CDA-Amsterdam. Hij was voorts voorzitter van de commissie CDA-verkiezingsprogramma 2017.
     
  • 4. 
    De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
     
  • 5. 
    In het Stabiliteits- en Groeipact spreken de landen die lid zijn van de Europese Unie af dat hun begrotingen in evenwicht zijn of een overschot hebben. Dat betekent dat de regeringen niet meer geld uitgeven dan ze ontvangen. Dat doel hoeft nog niet meteen bereikt te worden, maar de EU-landen moeten er wel naartoe werken. De afspraken zijn gemaakt in 1997.
     
  • 6. 
    De raadsformatie Economische en Financiële Zaken (ECOFIN) bestaat uit de ministers (of staatssecretarissen) van economische zaken en/of financiën. Deze raad vergadert formeel één keer per maand, ook informele bijeenkomsten zijn mogelijk. Namens Nederland sluit doorgaans minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) aan.
     
  • 7. 
    De eurozone bestaat uit de 20 EU-lidstaten die de euro hebben ingevoerd als wettig betaalmiddel. Deze lidstaten voeren gezamenlijk het eurobeleid. De landen waar de euro wel als betaalmiddel geaccepteerd wordt maar die geen lid zijn van de EU behoren niet tot de eurozone.

     
  • 8. 
    De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders of staatshoofden van de 27 lidstaten van de Europese Unie, de vaste voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. Alleen de regeringsleiders of staatshoofden hebben stemrecht tijdens de vergaderingen. De Europese Raad heeft geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
     
  • 9. 
    Dit ministerie speelt een centrale rol bij het vertalen van het algemeen regeringsbeleid in financieel beleid. Daarnaast coördineert het de openbare uitgaven en zorgt het ministerie voor de inning van de belastinggelden. Het ministerie is verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van de financiën van lagere overheden als provincies en gemeenten. Het monetaire beleid is eveneens een zorg van dit ministerie. Het ministerie behartigt de Nederlandse, financiële belangen in Europa en de rest van de wereld.