Geleidende brief - Voorstel van wet van de leden Van den Bosch en Van der Molen tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met het laten vervallen van het verplicht voorzitterschap door raadsleden, statenleden en eilandsraadsleden van raads-, staten- en eilandsraadscommissies

Deze geleidende brief1 is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 35397 - Initiatiefvoorstel Laten vervallen van het verplicht voorzitterschap door raads- en statenleden van raads- en statencommissies2.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van de leden Van den Bosch en Van der Molen tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met het laten vervallen van het verplicht voorzitterschap door raadsleden, statenleden en eilandsraadsleden van raads-, staten- en eilandsraadscommissies; Geleidende brief; Geleidende brief
Document­datum 18-02-2020
Publicatie­datum 18-02-2020
Nummer KST353971
Kenmerk 35397, nr. 1
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2019-2020

 

35 397

Voorstel van wet van de leden Van den Bosch en Van der Molen tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met het laten vervallen van het verplicht voorzitterschap door raadsleden, of statenleden en eilandsraadsleden van raads-, onderscheidenlijk staten- en eilandsraadscommissies

Nr. 1

GELEIDENDE BRIEF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 februari 2020

Hierbij doen wij u overeenkomstig het bepaalde in artikel 114 van het Reglement van Orde een voorstel van wet tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met het laten vervallen van het verplicht voorzitterschap door raadsleden, of statenleden en eilandsraadsleden van raads-, onderscheidenlijk staten- en eilandsraadscommissies.

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

Van den Bosch

Van der Molen

kst-35397-1

ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020

Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 397, nr. 1


  • origineel bericht: 'Voorstel van wet van de leden Van den Bosch en Van...'
 
 
 

3.

Meer informatie

  • 35397 - Initiatiefvoorstel Laten vervallen van het verplicht voorzitterschap door raads- en statenleden van raads- en statencommissies
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    De geleidende brief is een document waarin een Kamerlid een wetsvoorstel of initiatiefwet aankondigt bij de voorzitter van de Tweede Kamer. In beide gevallen wordt er gesproken van een 'voorstel van wet'. De indiener van het voorstel geeft kort aan dat er een voorstel gedaan wordt en op welke wet dit voorstel betrekking heeft. Tevens beschrijft de indiener welke documenten er bij het voorstel van wet gevoegd zijn. In de regel is dit in ieder geval een memorie van toelichting.
     
  • 2. 
    In dit initiatiefwetsvoorstel wordt voorgesteld om het mogelijk te maken dat raadscommissies, ingesteld op grond van artikel 82 van de Gemeentewet, ook door niet-raadsleden kunnen worden voorgezeten. Voor hen gelden dan wel de incompatibiliteiten, neergelegd in artikel 13 van de Gemeentewet. Daartoe wordt voorgesteld om de verplichting dat de voorzitter lid van de raad moet zijn, neergelegd in het vierde lid van artikel 82 Gemeentewet, te schrappen. In plaats daarvan wordt bepaald dat op voorzitters die niet tevens raadslid zijn, artikel 13 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing is. Het is verder aan de raad om op grond van het eerste lid regels te stellen over het voorzitterschap.