Motie Nooren c.s. over verplichte opstelling van participatieverordeningen - Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet)
Deze motie1 is onder nr. X toegevoegd aan wetsvoorstel 34986 - Invoeringswet Omgevingswet2.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet); Motie van het lid Nooren c.s. over verplichte opstelling van participatieverordeningen |
---|---|
Documentdatum | 29-01-2020 |
Publicatiedatum | 29-01-2020 |
Nummer | KST34986X |
Kenmerk | 34986, nr. X |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-2020
34 986 |
Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet) |
X |
MOTIE VAN HET LID NOOREN C.S. Voorgesteld 28 januari 2020 De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende, dat het adequaat vormgeven van participatie een essentieel onderdeel is van de Omgevingswet; overwegende, dat het zowel voor inwoners als initiatiefnemers van belang is om inzicht te hebben in de eisen die de lokale overheden stellen aan participatie; constaterende, dat de regering nog onvoldoende richtinggevende uitspraken heeft gedaan over de eisen die worden gesteld aan participatie, verzoekt de regering om in het Invoeringsbesluit Omgevingswet de verplichting op te nemen voor gemeenten, provincies en waterschappen om voor 2021 een participatieverordening op te stellen, waarin zij vastleggen hoe zij participatie gaan vormgeven en welke eisen daarbij gelden en deze participatieverordening vast te doen stellen in respectievelijk gemeenteraad, provinciale staten en het algemene bestuur van het waterschap, en gaat over tot de orde van de dag. Nooren Van Dijk Crone Baay-Timmerman Verkerk Kluit |
kst-34986-X ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020 |
Eerste Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 34 986, X |
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.
- 2.Met de aanvaarding van de Omgevingswet door de Tweede en Eerste Kamer is een belangrijke stap gezet op weg naar een nieuw stelsel van omgevingswetgeving. Ook de publicatie van de vier algemene maatregelen van bestuur onder deze wet brengt de invoering van een nieuw stelsel van omgevingsrecht dichter bij. Het stelsel van de omgevingswetgeving is echter niet compleet zonder de Invoeringswet Omgevingswet vormt. Het wetsvoorstel voor de Invoe-ringswet heeft twee doelen. Ten eerste het aanvullen van de Omgevingswet op zaken die bij het opstellen daarvan nog niet ingevuld konden worden of wijzigingen die bij nader inzien nodig zijn om tot een beter stelsel te komen. Ten tweede het regelen van een evenwichtige overgang van de nu geldende wetgeving naar het nieuwe stelsel van de Omgevingswet.