Motie Westerveld over het overgangsrecht verlengen tot de duur van de behandeling - Wijziging van de Jeugdwet in verband met de verduidelijking van het woonplaatsbeginsel (Wet wijziging woonplaatsbeginsel) - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 8 toegevoegd aan wetsvoorstel 35219 - Wet wijziging woonplaatsbeginsel i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Jeugdwet in verband met de verduidelijking van het woonplaatsbeginsel (Wet wijziging woonplaatsbeginsel); Motie; Motie van het lid Westerveld over het overgangsrecht verlengen tot de duur van de behandeling |
---|---|
Documentdatum | 22-01-2020 |
Publicatiedatum | 22-01-2020 |
Nummer | KST352198 |
Kenmerk | 35219, nr. 8 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
Wijziging van de Jeugdwet in verband met de verduidelijking van het woonplaatsbeginsel (Wet wijziging woonplaatsbeginsel)
Voorgesteld 22 januari 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat jeugdigen van wie de woonplaats wijzigt door de inwerkingtreding van deze wet, slechts recht houden op maximaal een jaar hulp met dezelfde voorwaarden en tarieven als waar de vorige gemeente mee had ingestemd;
constaterende dat de nieuw verantwoordelijke gemeente door deze wet na een jaar een nieuwe afweging mag maken wat betreft de jeugdhulp, tarieven en voorwaarden;
overwegende dat continuïteit in hulp voor kinderen in de jeugdzorg van essentieel belang is en een onderbreking in de hulp op deze manier hoogst onwenselijk is;
overwegende dat de Minister wél een uitzondering maakt voor kinderen in de pleegzorg en daar geen beperkte periode stelt aan het overgangsrecht;
verzoekt de regering, het overgangsrecht te verlengen tot de duur van de behandeling die door de eerder verantwoordelijke gemeente is toegekend bij alle kinderen, zodat iedereen door de inwerkingtreding van deze wet gelijkwaardig behandeld wordt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Westerveld
kst-35219-8 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 219, nr. 8