Uitvoeringsbesluit 2019/2251 - Vergoedingsregeling voor de lidstaat waarvan het nationale lid is verkozen tot voorzitter van Eurojust

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Dit uitvoeringsbesluit is op 30 december 2019 gepubliceerd en is op 19 december 2019 in werking getreden.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2251 van de Raad van 19 december 2019 betreffende een vergoedingsregeling voor de lidstaat waarvan het nationale lid is verkozen tot voorzitter van Eurojust

officiële Engelstalige titel

Council Implementing Decision (EU) 2019/2251 of 19 December 2019 on a mechanism for compensating the Member State whose national member is elected President of Eurojust
 
Rechtsinstrument Uitvoeringsbesluit
Wetgevingsnummer Uitvoeringsbesluit 2019/2251
Origineel voorstel COM(2019)471 NLEN
Celex-nummer i 32019D2251

3.

Key dates

Document 19-12-2019; Datum goedkeuring
Bekendmaking in Publicatieblad 30-12-2019; PB L 336 p. 310-311
Inwerkingtreding 19-12-2019; in werking datum document zie art 4
Einde geldigheid 31-12-9999

4.

Wettekst

30.12.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 336/310

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/2251 VAN DE RAAD

van 19 december 2019

betreffende een vergoedingsregeling voor de lidstaat waarvan het nationale lid is verkozen tot voorzitter van Eurojust

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), en tot vervanging en intrekking van Besluit 2002/187/JBZ van de Raad (1), en met name artikel 12,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EU) 2018/1727 en het reglement van orde van Eurojust bepalen dat het nationale lid dat tot voorzitter van Eurojust is verkozen, bijkomende taken vervult.

 

(2)

De taken die het voorzitterschap van Eurojust meebrengt, resulteren in een grotere werklast voor de adjunct en de medewerker van de lidstaat waarvan het nationale lid tot voorzitter is verkozen; daarom mag die lidstaat een andere, voldoende gekwalificeerde persoon afvaardigen om het nationale bureau gedurende de ambtstermijn van de voorzitter te versterken.

 

(3)

Op grond van artikel 11, lid 7, van Verordening (EU) 2018/1727 mag de betrokken lidstaat een vergoeding aanvragen wanneer een andere, voldoende gekwalificeerde, persoon wordt afgevaardigd.

 

(4)

De vergoedingsregeling moet waarborgen dat het tot voorzitter verkozen nationale lid en de andere, voldoende gekwalificeerde persoon die wordt gedetacheerd gelijk worden behandeld wat de vergoeding van de kosten van levensonderhoud en daarmee gepaard gaande kosten betreft.

 

(5)

Denemarken is niet gebonden door Verordening (EU) 2018/1727 en neemt daarom niet deel aan de vaststelling en toepassing van dit besluit, waarmee Verordening (EU) 2018/1727 ten uitvoer wordt gelegd.

 

(6)

Ierland en het Verenigd Koninkrijk zijn gebonden door Verordening (EU) 2018/1727 en nemen daarom deel aan de vaststelling en toepassing van dit besluit, waarmee Verordening (EU) 2018/1727 ten uitvoer wordt gelegd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Een lidstaat waarvan het nationale lid tot voorzitter van Eurojust is verkozen en die om die reden een andere persoon naar zijn nationale bureau heeft gedetacheerd en op grond van artikel 11, lid 7, van Verordening (EU) 2018/1727 het recht heeft om voor die persoon een vergoeding aan te vragen bij het college van Eurojust (“het college”), neemt in zijn verzoek de volgende informatie op:
 

a)

het besluit van de betrokken lidstaat om die persoon te detacheren;

 

b)

de motivering van de noodzaak om zijn nationale bureau te versterken op grond van de toegenomen werklast;

 

c)

gegevens over het nationale maandelijkse brutosalaris van de gedetacheerde persoon;

 

d)

gegevens over eventuele kosten van levensonderhoud en daarmee gepaard gaande kosten waarvoor de gedetacheerde persoon uit hoofde van het nationale recht wordt vergoed;

 

e)

gegevens over de rekening waarop de vergoeding moet worden overgemaakt.

  • 2. 
    De betrokken lidstaat dient binnen zes maanden na het besluit tot detachering van de persoon het verzoek tot vergoeding bij het college van Eurojust in.

Artikel 2

  • 1. 
    Het college neemt binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek een besluit over de toekenning van de vergoeding.
  • 2. 
    De betrokken lidstaat heeft recht op vergoeding zolang het nationale lid het voorzitterschap bekleedt en zolang de andere persoon is gedetacheerd.

Artikel 3

  • 1. 
    Overeenkomstig artikel 12, lid 3, van Verordening...

Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

5.

Origineel voorstel

 

6.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

7.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

8.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.