Motie Van den Berge/Van Ojik over slachtoffers van bacha-bazimisbruik niet terugsturen - Vreemdelingenbeleid
Deze motie1 is onder nr. 2552 toegevoegd aan dossier 19637 - Vreemdelingenbeleid2.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vreemdelingenbeleid; Motie; Motie van de leden Van den Berge en Van Ojik over slachtoffers van bacha-bazimisbruik niet terugsturen |
---|---|
Documentdatum | 18-12-2019 |
Publicatiedatum | 18-12-2019 |
Nummer | KST196372552 |
Kenmerk | 19637, nr. 2552 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
19 637
Vreemdelingenbeleid
Nr. 2552
MOTIE VAN DE LEDEN VAN DEN BERGE EN VAN OJIK
Voorgesteld 18 december 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat volgens het ambtsbericht van Buitenlandse Zaken over Afghanistan van 7 maart 2019 in Afghanistan nog altijd in alle provincies bacha bazi, het seksueel misbruik van jongens door machtige krijgsheren of politiecommandanten en hen als meisjes laten dansen, voorkomt;
constaterende dat volgens het genoemde ambtsbericht bacha bazi weliswaar bij wet is verboden, maar dat slachtoffers van deze vorm van misbruik vaak als crimineel worden behandeld in plaats van als slachtoffer, de overheid nauwelijks optreedt tegen bacha bazi en dat de Afghaanse politie er zelfs in gevallen aan meewerkt;
verzoekt de regering, slachtoffers van bacha-bazimisbruik niet terug te sturen naar Afghanistan,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Berge Van Ojik
kst-19637-2552 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 19 637, nr. 2552
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.
- 2.kamerstuk