Uitzonderingsjaar - Hoofdinhoud
Dat de overheid zelf een van de grootste veroorzakers van schulden is, dat is inmiddels algemeen bekend. Van de belastingdienst via de SVB en het CJIB naar de gemeenten, de overheid in al haar verschijningsvormen kan vorderingen op mensen hebben en vaak ook nog (administratief) verhogen. Dat brengt en houdt mensen in problemen. In de woorden van ombudsman Reinier van Zutphen: “De overheid heeft onvoldoende oog voor de persoonlijke situatie van mensen met schulden. Veel mensen wíllen wel betalen, maar kúnnen dat niet. De overheid houdt daar in zijn invorderingsbeleid geen rekening mee. Dat moet veranderen.” Om daar inderdaad verandering in aan te brengen heb ik samen met Jasper van Dijk een voorstel.
Wie schulden maakt moet deze aflossen. Daar is geen misverstand over mogelijk. Om mensen aan te sporen toch vooral snel te betalen, kan de originele schuld of boete verhoogd worden. De Tweede Kamer heeft zich al eerder uitgesproken dat het afgelopen moet zijn met de stapeling van boetes. Want als iemand echt niet kan betalen dan heeft het geen zin een schuld of boete administratief te verhogen. Maar ons voorstel gaat verder. Wat zou er gebeuren als de overheid verhogingen waarvan absoluut duidelijk is dat ze nooit geind zullen worden, gewoon kwijt zou schelden? Daar ben ik nu eens benieuwd naar.
Volgens mij hoeft het niet zo ingewikkeld te zijn. Als we oninbare verhogingen ook gewoon niet innen kost dat op papier wel maar in de echte wereld geen geld. Waarschijnlijk levert het nog wat op ook. Want om al die oninbare schulden te beheren, moet ook een systeem in de lucht gehouden worden. Natuurlijk begrijp ik dat er haken en ogen aan dit simpele voorstel zitten. Maar het begint met nieuwsgierigheid. En met het heldere inzicht dat niet kunnen betalen iets anders is dan niet willen betalen. Ik pleit voor een helder onderzoek dat zich richt op de voorwaarden waaronder kwijtschelding van door de overheid gecreëerde en oninbare verhogingen plaats zou kunnen vinden. Vandaar dat ik de volgende motie Heb ingediend. Mede ondertekend door Jasper van Dijk.
motie invoering uitzonderingsjaar
De Kamer, gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de overheid de grootste schuldeiser is en dat deze schulden nog eens worden verhoogd door een opéénstapeling van boetes;
constaterende, dat deze schulden door deze opéénstapeling van boetes na enkele jaren zo hoog zijn geworden, dat ze feitelijk oninbaar zijn,
van oordeel, dat schuldenaren onder voorwaarden gebruik moeten kunnen maken van een “uitzonderingsjaar”, waarin alle door de overheid gecreëerde en oninbare verhogingen worden kwijtgescholden,
verzoekt de regering te onderzoeken onder welke voorwaarden invoering van een uitzonderingsjaar mogelijk is en de Kamer voor de behandeling van de voorjaarsnota in 2020 te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag
Peters
Jasper van Dijk