Belasting ontwijken = geld stelen - Hoofdinhoud
Interview verschenen op vno-ncw
PvdA-Europarlementariër Paul Tang wil Nederlanders een spiegel voorhouden. ‘Nederland ís een belastingparadijs.’ En dat staat in zijn ogen gelijk aan stelen van andere lidstaten. Maar Nederland een dief? Tja, stelt hij, wen er maar aan. Alhoewel, ‘Nederland heeft dit helemaal niet nodig.’
Nederland is een belastingparadijs. Dat wilde Europarlementariër Paul Tang officieel bevestigd zien en daarom diende hij een - aangenomen - motie van die strekking in. ‘Ik wilde Nederland een spiegel voorhouden. Wij denken vaak dat we het braafste jongetje van de klas zijn dat zich keurig aan de regels houdt. Maar we hebben de minst duurzame energie in de EU en stelen van onze EU-partners, want daar komt belastingontwijking in mijn ogen op neer. Nederland heeft dat ook niet nodig. We zijn immers goed in innovatie, infrastructuur, handel, en hebben een hoogopgeleide bevolking.’
Zo’n term is wel slecht voor ons imago.
‘Daar zorg ík niet voor, maar de advocaten op de Zuidas. Toen ik naar Brussel ging, werd ik met argwaan ontvangen door de andere sociaaldemocraten in het parlement. Want ik zou er immers op uit zijn om de Nederlandse positie op belastingterrein te behouden. Dat zegt toch genoeg.’
Hij wil niet te boek staan als vijand van het bedrijfsleven. ‘Wél van bedrijven die het alleen maar voor het geld doen. Die single mindedness vind ik dom en kortzichtig. Maar het zijn niet alleen geldwolven. Ik kom genoeg ondernemers tegen die gepassioneerd zijn om een bijdrage te leveren aan de maatschappij.’ Als voorbeeld noemt hij een bank als Triodos. ‘Al ben ik eigenlijk meer geïnteresseerd in wat ABN AMRO, ING en de Rabobank doen op het gebied van duurzaamheid. Ik ben dol op koplopers, maar die moeten wel gevolgd worden.’
Zijn fotosuggestie, De Hallen in Amsterdam, ziet hij als voorbeeld van goed ondernemerschap. In de voormalige tramremise zou eerst een uitgaanscentrum komen. Daar ging de buurt voor liggen. In plaats daarvan bieden De Hallen nu ruimte aan onder meer ateliers, een foodcourt en een filmhuis. ‘In plaats van er puur commercieel naar te kijken zijn De Hallen nu ingepast in de wijk, en wordt die zo verder ontwikkeld.’
Tang komt zelf niet echt uit een ondernemende omgeving. Er was wel een oom die in pijpen en pompen handelde, maar zijn vader werkte bij een hoogheemraadschap en zijn moeder op een boekhoudkantoor. Zelf werd hij econoom en werkte hij bij het Centraal Planbureau en het ministerie van Economische Zaken. Na de Tweede Kamer was hij even zelf ondernemer met advieswerk. ‘Ik merkte dat ik niet commercieel was ingesteld. Het ging mij meer om het delen van kennis en het in gesprek gaan met mensen. Collega’s sloten dan eerst een contract.’
Waarom wilde u de politiek in?
‘Ik was al lid van de PvdA sinds mijn 21ste en werd benaderd voor de Tweede Kamer. Dat zag ik als een manier om mijn maatschappelijke betrokkenheid in de praktijk te brengen, terwijl de politiek eigenlijk niet zo bij mij past. Ik hoef niet altijd op de voorgrond, ben meer een onderzoeker die nieuwsgierig is en ook eens zijn mond houdt om te luisteren. Maar ik ben gaandeweg wel idealistischer geworden omdat ik ontdekte dat ik als Kamerlid de machtelozen een stem, invloed kon geven. Iedereen heeft een opdracht in de samenleving. Dat kan ook als voorzitter van een amateurvoetbalvereniging, wat ik ook heb gedaan.’
Na een ‘zware periode’ in de Kamer bleef het aanvankelijk bij één termijn in de politiek. Toch meldde hij zich een paar jaar later voor het Europees Parlement. ‘Tijdens de financiële crisis zag ik dat de democratie buitenspel werd gezet. Dat was een oefening in frustratie. We hadden toen echter geen keus. Als je die keus wél wilt hebben en de financiële sector gezond wilt maken, moet je in Brussel zijn, was mijn redenatie. Want Den Haag is een provinciestadje geworden: veel woorden, weinig macht. Brussel is ook niet perfect, maar wel het beste wat we hebben. We mogen trotser zijn op de Europese Unie. De beschavingsmacht komt van Europa, niet van de VS en China. Het is een bijzonder continent dat zich sterk maakt voor de mondiale rechtsorde, de verzorgingsstaat, internationale solidariteit en vrijheid van meningsuiting.’
Wat is het grootste verschil tussen Den Haag en Brussel?
‘De aandacht van de media. In Den Haag kan alles onderwerp van debat zijn. Het lijkt op Big Brother met al die camera’s gericht op het Binnenhof. In Brussel kan ik het debat zoeken in plaats van dat het debat mij zoekt.’
Geeft zichzelf een: 9
‘Dat geldt voor mijn strijd tegen het grootkapitaal: de multinationals die te veel invloed hebben op de politiek, en de Googles en de Facebooks die te veel macht hebben over data.’