Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de reactie op verzoek commissie over een conflict met belastingdiensten Nederland-Litouwen - Belastingdienst - Hoofdinhoud
Deze inbreng voor een schriftelijk overleg is onder nr. ? toegevoegd aan dossier 31066 - Belastingdienst.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de reactie op verzoek commissie over een conflict met belastingdiensten Nederland-Litouwen |
---|---|
Documentdatum | 17-10-2019 |
Publicatiedatum | 17-10-2019 |
Kenmerk | 31066, nr. ? |
Externe link | origineel bericht |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2019-2020
31 066
Belastingdienst
Nr.
INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld .. 2019
De vaste commissie voor Financiën heeft op 17 oktober 2019 enkele vragen en opmerkingen aan de staatssecretaris van Financiën voorgelegd over problemen van Nederlanders met belastingdiensten in andere EU-landen, naar aanleiding van de brief van de staatssecretaris van 10 september 2019 met zijn reactie op verzoek commissie over een conflict met belastingdiensten Nederland-Litouwen (2019Z17007).
De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van …...
Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie,
Freriks
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de reactie van de staatssecretaris van Financiën op de brief met betrekking tot de problemen in uitvoering van de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen. De leden van de VVD-fractie benadrukken dat niet alleen kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen problemen hebben met buitenlandse belastingdiensten, maar ook bijvoorbeeld Nederlandse vrachtwagenchauffeurs werkzaam in Noorwegen. Problemen met buitenlandse belastingdiensten en het uitblijven van een oplossing tussen de Nederlandse Belastingdienst en de buitenlandse belastingdienst kunnen leiden tot grote financiële problemen en menselijk leed. Kan de staatssecretaris in meer algemene zin aangegeven hoe vaak de Belastingdienst verzoeken krijgt van Nederlanders in andere EU-lidstaten, waarbij deze mensen ‘tussen wal en schip’ vallen tussen de Nederlandse en een buitenlandse belastingdienst? Indien deze cijfers niet voorhanden zijn, kan er dan expliciet onderzoek naar gedaan worden? De leden van de VVD-fractie vragen welke regelingen of landen het meest leiden tot ‘mismatches’ tussen Europese belastingdiensten.
De leden van de VVD-fractie hebben een aantal vragen over de kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen.
De leden van de VVD-fractie vragen om een kwalificatie van de beschreven casus. Is de regering het met de leden van de VVD-fractie eens dat altijd zoveel mogelijk gedaan moet worden om dergelijke kafkaëske situaties te voorkomen, en dat dan niet verscholen mag worden achter een ‘systeem’?
De leden van de VVD-fractie vragen zich af of er naast Litouwen andere landen (EU-lidstaten, de EER, Zwitserland en de BES-eilanden) zijn die het Nederlandse formulier over een inkomensverklaring niet ondertekenen. Zo ja, welke en is de staatssecretaris op de hoogte van de onderliggende redenen?
De leden van de VVD-fractie vragen of bekend is hoeveel Nederlanders woonachtig in het buitenland willen worden aangemerkt als kwalificerend buitenlands belastingplichtige, maar dat door de weigering formulieren te ondertekenen door buitenlandse belastingdiensten, tot op heden nog niet kunnen. Zijn de eerder genoemde cijfers over (kwalificerende) buitenlandse belastingplichtige in antwoord op Kamervragen van de leden Van Weyenberg en Lodders nog actueel1? Zo nee, wat zijn de actuele cijfers?
De leden van de VVD-fractie vragen de regering wederzijdse fiscale acceptatie, zeker tussen inwoners en de diensten van de EU op de agenda te zetten in Europese overleggen. Kan de staatssecretaris dit toezeggen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Nederlandse Belastingdienst eraan hecht om de aangiften automatisch te verwerken om zo sneller een correcte aanslag op te kunnen leggen. Op welke manier past deze gang van zaken in het bieden van maatwerk?
De leden van de VVD-fractie vragen de regering of er ondertussen al contact is geweest tussen de heer H.R.K. en de Belastingdienst en welke oplossing er is gevonden. Kan de regering toezeggen zich maximaal inspannen om dit probleem op te lossen? Kan de Kamer, voor zover dit vanuit het oogpunt van anonimiteit mogelijk is, op de hoogte gehouden worden of het conflict opgelost is? Kan de gevonden oplossing op korte termijn ook een oplossing zijn voor Nederlanders woonachtig in andere EU-lidstaten, de EER, Zwitserland en de BES-eilanden die tegen dezelfde problematiek in het systeem van de inkomensverklaring aanlopen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, met welke landen is al contact gehad en hoe verloopt het proces tot het vinden van een oplossing?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de reactie van de staatssecretaris op de casus van een Nederlander in Litouwen, waarbij de Litouwse Belastingdienst de Nederlandse inkomensverklaring niet wil ondertekenen. Deze leden zijn blij dat de Belastingdienst contact op wil nemen met de brievenschrijver om samen het probleem op te lossen. Zij merken echter op dat andere inwoners van Litouwen met Nederlands inkomen, die kwalificeren voor binnenlandse belastingplicht tegen dezelfde problemen aanlopen. Wat kunnen deze belastingplichtigen doen? Komen zij ook in aanmerking voor een individuele oplossing? Kunnen zij zich melden bij de BelastingTelefoon Buitenland? Kan de staatssecretaris aangeven of er inmiddels al contact geweest is tussen de Nederlandse en Litouwse Belastingdienst en of er een oplossing in zicht is? Zijn er nog meer landen waarvan de belastingdienst weigert om de inkomensverklaring te ondertekenen bekend bij de Nederlandse Belastingdienst?
De leden van de CDA-fractie vragen daarnaast aandacht van de staatssecretaris voor de situatie van Nederlanders die in Polen wonen en daar (gedeeltelijke) Nederlandse AOW en eventueel Nederlands pensioen ontvangen. De belastingheffing over AOW en pensioenen in de relatie tussen Nederland en Polen is erg ingewikkeld. Kan de staatssecretaris uiteenzetten wat het belastingverdrag hier precies over bepaalt en hoe dit geïnterpreteerd moet worden? Klopt het dat de woonstaat over het pensioen mag heffen, ook bij afkoop, tenzij in de bronstaat premies in aftrek gekomen zijn (art. 18, eerste t/m derde lid, van het verdrag)? Klopt het dat de bronstaat mag heffen over overheidspensioenen, tenzij de belastingplichtige de nationaliteit heeft van de woonstaat (art. 19, eerste en tweede lid, van het verdrag)? Klopt het dat de bronstaat mag heffen over uitkeringen van het sociale zekerheidsstelsel, zoals de AOW (art. 18, vijfde lid, van het verdrag)? Klopt het dat op grond van art. 23, vijfde lid, sub a, van het verdrag vervolgens dan alsnog inkomstenbelasting in Polen moet worden bijbetaald? De leden van de CDA-fractie vragen de staatssecretaris aan te geven hoe groot het verschil is tussen de Nederlandse en Poolse belasting over de AOW-uitkering en tevens gemotiveerd aan te geven of sprake is van dubbele belasting. Deze leden merken namelijk op dat in Nederland niet of nauwelijks belasting verschuldigd is over alleen aan AOW-uitkering. Dus het is niet alleen ingewikkeld voor Nederlanders in Polen dat zij in twee landen belasting verschuldigd zijn, maar dat toch geen sprake is van dubbele belasting. Het betekent ook nogal iets voor de koopkracht van mensen als een fors deel van de netto-AOW alsnog aan belasting opgaat. Kan de staatssecretaris bevestigen dat de enige oplossing voor dit probleem een verdragswijziging is? Klopt het dat Polen op grond van het vorige belastingverdrag tussen Nederland en Polen dat geldig was tot en met 2002 wel een vrijstelling moest verlenen over AOW-uitkeringen? Lopen er momenteel onderhandelingen tussen Nederland en Polen en zijn die in de afrondende fase?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief over problemen van Nederlanders met andere belastingdiensten. Deze leden benadrukken het belang van een toegankelijke en bereikbare belastingdienst, in Nederland en daarbuiten, en daarnaast een goede samenwerking van de Nederlandse Belastingdienst met andere belastingdiensten. Deze leden hebben een aantal vragen naar aanleiding van de reactie op het verzoek van de commissie over een conflict met de belastingdiensten van Nederland en Litouwen en daarnaast een aantal vragen over problemen met andere belastingdiensten in verband met de Brexit, de Foreign Account Tax Compliance Act (FATCA) en specifiek over de situatie van sporters en artiesten.
De leden van de D66-fractie vragen hoe vaak het voorkomt dat andere dat andere belastingdiensten Nederlandse formulieren niet meer wensen te ondertekenen. Kan het kabinet per lidstaat aangeven hoe vaak een buitenlandse belastingdienst niet, of niet op tijd, een inkomensverklaring verifieert? Welke redenen geven deze buitenlandse belastingdiensten op? Zijn er internationale afspraken aan welke voorwaarden de modelverklaringen moeten voldoen?
De leden van de D66-fractie lezen dat “de medewerking in het overgrote deel van de gevallen zonder problemen loopt”, maar er “helaas ook gevallen zijn waarbij de medewerking minder soepel verloopt”. Kunt u dit kwantificeren? Zijn hierbij ook verschillen tussen de belastingdiensten van de verschillende EU-lidstaten?
De leden van de D66-fractie vragen welke mogelijkheden er in internationaal en EU-verband zijn om met belastingdiensten van andere lidstaten goede voorbeelden uit te wisselen, maar ook om elkaar onderling aan te spreken over zaken die minder goed of slecht gaan. De leden van de D66-fractie vragen om een nadere toelichting op de praktisch gerichte activiteiten die direct toezien op de uitvoeringsprogramma, ook in het kader van het Fiscalis i-programma: welke praktisch gerichte activiteiten zijn er sinds de beantwoording van schriftelijke vragen van het lid van Weyenberg2 ondernomen en welke resultaten zijn hiermee geboekt? Deze leden vragen of er naast het Nederlandse Team Grensoverschrijdend Werken en Ondernemen (Team GWO) ook een Europees team of loket is waarbij mensen met hun vragen of problemen terecht kunnen, aansluitend bij of in lijn met bijvoorbeeld het SOLVIT-netwerk in het kader van de interne markt. Deze leden vragen hoeveel vragen SOLVIT jaarlijks krijgt over belastingen, mede gezien “SOLVIT alle grensoverschrijdende problemen behandelt die verband houden met de vier vrijheden van verkeer (van personen, goederen, diensten en kapitaal) en beleid dat daar nauw mee samenhangt (zoals belastingen, werkgelegenheid, sociaal beleid en vervoer)”3.
De leden van de D66-fractie vragen in welke mate er bij het Team GWO, het Brexit-loket en de Belastingdienst een toename is geweest in het aantal vragen over grensoverschrijdend werken en ondernemen in het Verenigd Koninkrijk in aanloop naar een mogelijke Brexit. Welke onderwerpen kwamen hier het meest aan bod? Welke invloed zou een mogelijke Brexit hebben op de samenwerking tussen de Nederlandse en Britse belastingdienst?
De leden van de D66-fractie vragen om een actualisatie van de ontwikkelingen ten aanzien van FATCA en de AVG4. Deze leden vragen of de Nederlandse en Franse belastingdiensten informatie en kennis uitwisselen over deze problematiek. De leden van de D66-fractie vragen of het bericht van de Accidental Americans klopt dat FATCA bij de eerstvolgende Ecofinraad wordt besproken5 en zo ja, wat de Nederlandse inzet hierbij is.
De leden van de D66-fractie vragen om een reactie op het bericht dat veel Nederlandse sporters en artiesten, zoals muzikanten, dj’s en popartiesten, problemen hebben met buitenlandse belastingdiensten6. Klopt het dat er geen gelijk speelveld is tussen Nederlandse sporters en artiesten in het buitenland en buitenlandse sporters en artiesten in Nederland, omdat Nederlandse sporters en artiesten in het buitenland vaak belasting moeten betalen en buitenlandse sporters en artiesten in Nederland vaak vrijgesteld zijn? Op welke wijze zet het kabinet zich in om door middel van belastingverdragen dubbele belasting en administratieve lasten voor onder andere Nederlandse sporters en artiesten te voorkomen? Welke concrete resultaten zijn hier de afgelopen vijf jaar mee geboekt?
De leden van de D66-fractie vragen om een nadere toelichting op de ontwikkeling van het aantal buitenlands kwalificerend belastingplichtigen in de jaren 2016, 2017, 2018 en 2019.
De leden van de D66-fractie vragen, mede naar aanleiding van het feit dat voor belastingplichtigen die in het buitenland wonen nog steeds gebruik zal worden gemaakt van papieren berichtenverkeer7, in hoeverre deze post op tijd bij buitenlandse belastingplichtigen terecht komt. Deze leden vragen op welke wijze deze blauwe brieven worden verstuurd. Maakt de Belastingdienst voor postbezorging naar het buitenland bijvoorbeeld gebruik van priorityzegels? Hoe vaak komt het voor dat de duur van de postbezorging ertoe leidt dat de uiterlijke betaaldatum wordt overschreden? Hoe vaak leidt dit tot een aanmaning, die vervolgens ook weer met de post verstuurd moet worden, en daarmee tot extra kosten voor de Belastingdienst? Kan het kabinet een indicatie geven hoeveel dagen er nodig zijn om post van de Belastingdienst te bezorgen in een EU-lidstaat, de VS, Canada, China, Brazilië, Nigeria en Australië? Wat is volgens het kabinet een redelijke maximumtermijn voor het aantal benodigde dagen om post van de Belastingdienst terecht te laten komen bij belastingplichtigen in het buitenland? Deze leden vragen om hierbij specifiek in te gaan op de situatie van buitenlandse belastingplichtigen die geen postadres in Nederland hebben.
II Reactie van de staatssecretaris
1 Aanhangsel van de Handelingen II, vergaderjaar 2018-2019, nr. 3412.
2 Aanhangsel van de Handelingen II, vergaderjaar 2017-2018, nr. 2349.
3 Kamerstuk 22112, nr. 2357.
4 The Economist, 3 oktober 2019 (https://www.economist.com/finance-and-economics/2019/10/03/americas-notorious-tax-compliance-law-faces-another-challenge)
5 L’Association des Américains Accidentels, 13 oktober 2019 (https://www.americains-accidentels.fr/page/222256-qui-sommes-nous)
6 NPO Radio 1, 3 maart 2019 (https://www.nporadio1.nl/onderzoek/15023-noc-nsf-belastingregels-voor-sporters-oneerlijk)
7 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/09/17/overige-fiscale-maatregelen-2020-memorie-van-toelichting, p22.
6