Prioriteren - Hoofdinhoud
De vraag naar zorg is in theorie en in de praktijk bijna oneindig. Dat geldt zeker ook voor de jeugdzorg. Ook lichte zorg en ondersteuning kan vaak via de gemeente geregeld en of betaald worden. De vraag in hoeverre dat wenselijk is wordt zelden gesteld. De vraag of dat betaalbaar is steeds vaker. En het antwoord is nee.
Als de vraag naar iets oneindig lijkt en het budget is dat niet, dan komt er een moment dat de ongemakkelijke vraag gesteld gaat worden welke hulp wel en welke hulp niet vergoed zou moeten worden. De jeugdwet zit daarbij een beetje in de weg. Want die stelt dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor zorg. Maar definieert geen duidelijke grenzen bij die verantwoordelijkheid. Wie de wet ruim interpreteert, vergoedt alles.
Daarom heb ik een motie ingediend. En die is unaniem door de Tweede Kamer aangenomen. In die motie vraag ik de minister duidelijkheid te verschaffen over grenzen aan wat wij zorg noemen. De vraag mag dan oneindig zijn. Het door de belastingbetaler betaalde aanbod hoeft dat niet te zijn. Niet ieder klein probleem hoeft door de overheid opgelost te worden.
Ik heb het vaker geschreven. Ik ben het eens met prof. Dr. Damiaan Denys die stelt dat we zoveel tijd geld en energie steken in het oplossen van zaken die eigenlijk geen probleem zouden hoeven te zijn, dat we geen geld tijd en energie over lijken te hebben om de echte problemen aan te pakken. Dat moet en dat kan anders. Want het aantal kinderen dat (hele lichte) hulp krijgt blijft maar groeien. En het aantal kinderen met zware problemen dat in de knel komt te zitten ook.
Het gevoel bij veel mensen is anders. Maar binnen gemeenten spreekt men over ‘maatwerk’, ‘werken vanuit de bedoeling’, de overheid als ‘dienstverlener’ enz. Ik ken eigenlijk geen gemeente die hardop zegt dat ze ook veel flauwekul vergoeden. En ik ken geen gemeente die zijn mensen op pad stuurt met de expliciete opdracht om prioriteiten te stellen. En toch is dat precies wat er moet gebeuren.
Ik zag laatst een documentaire over een ramp met een veerboot. De hulp kwam snel op gang. Toch was het aantal brandweermannen en duikers dat drenkelingen uit het schip kon halen niet oneindig. Het moet een hel geweest zijn. Honderden mensen schreeuwden om hulp. “Het was niet gemakkelijk”, zei een brandweerman achteraf. “Maar ik help eerst de mensen die dreigden te verdrinken. Schaafwonden behandel ik wel als de echte problemen verholpen zijn.”