Van den Berg: is het kiesrecht zonder niet-Nederlandse ingezetenen wel algemeen?
DEN HAAG (PDC) - Afgelopen zaterdag gaf emeritus hoogleraar parlementair stelsel Joop Th.J. van den Berg1 een pleidooi om het kiesrecht2 in de Grondwet uit te breiden voor niet-Nederlandse ingezetenen. Dit deed hij in een toespraak over honderd jaar algemeen kiesrecht tijdens de viering van Wereldhumanismedag.
In de Grondwet staat dat alleen mensen met de Nederlandse nationaliteit die 18 jaar of ouder zijn mogen stemmen voor de Tweede Kamerverkiezingen. Sinds 1983 is het daarbij geen vereiste meer dat iemand ook 'ingezeten' is. Nederlanders die in het buitenland wonen mogen dus ook hun stem uitbrengen.
Er is echter ook een grote groep niet-Nederlanders die al jaren legaal in Nederland woont, en hier ook belasting en premies betaalt. Deze groep van ongeveer 500.000 mensen (wat neerkomt op ongeveer 4% van de totale kiesgerechtigde bevolking) heeft dit kiesrecht voor de Tweede Kamer niet, terwijl zij in veel gevallen meer bijdraagt aan de Nederlandse samenleving dan Nederlanders die in een ver buitenland wonen.
Voor de gemeenteraadsverkiezingen geldt bovendien dat mensen die langer dan vijf jaar legaal in Nederland wonen wél mogen kiezen en zich verkiesbaar mogen stellen. De vraag is zodoende gerechtvaardigd waarom dit lokaal wel, maar provinciaal en landelijk niet is toegestaan.
Meer over ...
- 1.Vooraanstaande PvdA-ideoloog die acht jaar de Wiardi Beckman Stichting, de 'denktank' van zijn partij, leidde, en korte tijd fractievoorzitter in de Eerste Kamer was. Was aanvankelijk journalist en daarna wetenschapper in Leiden. Na zijn periode bij de WBS hoogleraar en hoofddirecteur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Was hoogleraar in Leiden en Maastricht. Leidde diverse adviescommissies en is publicist en columnist. Auctor intellectualis van begrippen als 'de Haagse kaasstolp' en 'het prefab-Kamerlid'.
- 2.Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.