Gemeenschappelijke bepalingen voor investeringsfondsen - Hoofdinhoud
We hebben deze week ook gestemd over de vaststelling van de gemeenschappelijke bepalingen voor de Europese fondsen. Het rapport is onderdeel van onderhandelingen rondom het meerjarig financieel kader 2021-2027 en zet eigenlijk de randvoorwaarden uiteen waaraan de Europese fondsen moeten voldoen. Het gaat hierbij om het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Cohesiefonds, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, het Fonds voor asiel en migratie, het instrument voor grensbeheer en visa en het Fonds voor interne veiligheid. Door voor al deze fondsen vergelijkbare randvoorwaarden te hebben, creëren we samenhang en vergemakkelijken we samenwerking. Daarnaast hebben we flexibiliteit ingebouwd tussen de fondsen zodat lidstaten onder bepaalde voorwaarden geld kunnen overhevelen van het ene naar het andere fonds om zo het beschikbare geld beter en effectiever te besteden. Een ander belangrijk punt voor ons is het verminderen van de administratieve lasten die gemoeid gaan met deze fondsen.
Toch hebben we als CDA-delegatie niet voor dit rapport gestemd, maar onthouden op de eindstemming. Dit komt onder andere door het ontbreken van de zogeheten macro-economische conditionaliteit. Hierbij koppelen we het geld voor de fondsen aan gezond economisch beleid van de lidstaten. Met andere woorden, als je je als lidstaat niet aan de regels houdt kun je gekort worden op Europees geld. Ook betreuren we de lagere bijdrage aan grensoverschrijdende infrastructuurprojecten die helaas ook in het rapport is opgenomen. Ik vind het jammer dat we hier een kans missen om de investeringsfondsen verder te hervormen en moderniseren. In plaats van te investeren in het beste grensoverschrijdende project, blijven we bij een ouderwetse verdeling van het beschikbare geld in nationale potjes. Mede door de stemmen van de PvdA en de PVV is de steun aan deze grensoverschrijdende infrastructuurprojecten gehalveerd.