Huidige toetredingsgesprekken met Erdogan een farce - Hoofdinhoud
Geleid door Europarlementariër Kati Piri, stemde het Europees Parlement vandaag voor het formeel opschorten van de toetredingsgesprekken met Ankara. Het is het antwoord op de grove schendingen op het gebied van rechtsstaat en mensenrechten, die de afgelopen jaren in Turkije hebben plaatsgevonden.
De Europarlementariërs gaven tegelijkertijd aan de lijnen open te willen houden met de burgers in Turkije en door te willen gaan met het financieel steunen van het maatschappelijk middenveld. De Socialisten en Democraten (S&D) hopen dat de situatie in het land in de toekomst verbetert. Het is om die reden dat de S&D-fractie vandaag tegen het EVP-amendement – gesteund door extreemrechts – stemde voor het definitief beëindigen van de gesprekken met Ankara, waarmee Turkije de status van kandidaat-lidstaat zou verliezen. We hopen dat Turkije in de toekomst terugkeert naar een democratische pad.
Kati Piri, rapporteur namens het Europees Parlement:
“Als de EU haar eigen waarden serieus neemt, is er geen andere conclusie mogelijk dan het formeel opschorten van de gesprekken over EU-integratie. Onze herhaalde verzoeken aan Ankara voor het respecteren van fundamentele rechten was aan dovemansoren gericht. Bovenop de ernstige mensenrechtenschendingen, het uithollen van de rechtsstaat en het feit dat Turkije het hoogste aantal journalisten in de gevangenis heeft zitten, heeft de recent veranderde grondwet Erdogan’s autoritarisme geconsolideerd.”
“Ik realiseer mij dat het stopzetten van de toetredingsgesprekken geen stap is waar ik de Turkse democraten mee help. Daarvoor moeten de EU-leiders alle mogelijke instrumenten inzetten om meer druk op de Turkse overheid uit te oefenen. Om die reden vraagt het Parlement voor het mogelijk maken van directe fondsen voor het ondersteunen van het maatschappelijk middenveld, journalisten en mensenrechtenverdedigers in Turkije. Het moderniseren van de douane-unie kan alleen mogelijk zijn als er duidelijke verbeteringen plaatsvinden op het gebied van mensenrechten. Bovendien moet er meer aandacht komen voor uitwisselingsprogramma’s.”
“De zaak van Osman Kavala, een bekend en gerespecteerd persoon in de kringen van het maatschappelijk middenveld, is een treurig voorbeeld van wat er is geworden van Turkije’s rechterlijke macht. Zonder enige aanklacht, werd hij 17 maanden geleden gearresteerd en vorige week, samen met 15 anderen, aangeklaagd voor een ‘poging tot het omverwerpen van de overheid’. Als hij schuldig wordt bevonden, betekent dat een levenslange opsluiting zonder uitzicht op vervroegde vrijlating. Het enige ‘bewijs’ tegen Kavala was zijn aanbod om een plastic inklaptafel, fruitsap en melk te komen brengen naar de protesten – niets dat ook maar kan bewijzen dat hij en de anderen achter de protesten zitten, laat staan dat een couppoging was.”