Bente Becker - Schriftelijke vragen van de leden Becker en Laan (beiden VVD) aan de minister van Integratie en de minister van Justitie en Veiligheid over het bericht “ haatpreek wint terrein” - Hoofdinhoud
In ons mooie Nederland is geen plaats voor haatzaaiende en opruiende teksten in de moskee of op internet. Wie onze vrijheid wil ondermijnen en geweld goedpraat hoort hier niet thuis! Kamervragen met Antoinette Laan.
Schriftelijke vragen van de leden Becker en Laan (beiden VVD) aan de minister van Integratie en de minister van Justitie en Veiligheid over het bericht “ haatpreek wint terrein”
Vraag 1
Kent u het bericht “haatpreek wint terrein”? (Telegraaf 27 februari 2019) (1)
Vraag 2
Is het juist dat in steeds meer moskeeën in Nederland, maar ook online, salafistische haatpredikers actief zijn en zo ja, kunt u cijfers geven? Zo nee, wat is dan uw beeld?
Vraag 3
Kunt u aangeven welke counterstrategie het kabinet voert tegen de verheerlijking en/of het goedpraten van terroristische daden in moskeeën en online? Wat doet u repressief en wat doet u preventief?
Vraag 4
Welke acties onderneemt u tegen de in het artikel genoemde voormannen die op steeds meer plaatsen in Nederland een radicale boodschap verkondigen? Kunt u hen oppakken en bestraffen en zo mogelijk het verblijf in Nederland ontzeggen en zo nee waarom niet? Hoe vaak wordt tot vervolging overgegaan in verband met de strafbaarheid van haatzaaien?
Vraag 5
Zal de aangekondigde aanscherping van artikel 2:20 van het burgerlijk wetboek er in voorkomende gevallen voor zorgen dat u moskeeën en andere organisaties die een podium bieden aan haatzaaien kunt sluiten en zult u dat in de toekomst ook doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Wat is Project A en hoe kunt u ingrijpen op dit internetplatform waar kennelijk steun wordt gegeven aan veroordeelde terroristen?
Vraag 7
Bent u bereid te onderzoeken op welke wijze het internet op dit moment een alternatief podium biedt aan haatzaaien en antirechtstatelijke boodschappen vanuit salafistische hoek en hier actie tegen te ondernemen? Zo ja, op welke termijn kunt u de Kamer over de uitkomsten informeren?