De gevangenen bevrijden - Hoofdinhoud
Op een plek in de promenade voor de Heikese kerk in Tilburg, ligt een glimmende tegel waar op staat ‘De Gevangenen Bevrijden’. Een verwijzing naar een van de zeven werken van barmhartigheid uiteraard. Een opvallende tegel. In meer dan een opzicht. De overige werken van barmhartigheid kun je vrij letterlijk nemen. Deze misschien wat minder. Misschien daarom lezen we meestal dat het moet zijn ‘De Gevangenen Bezoeken.’ Maar bezoeken is echt niet genoeg.
Nederland is een rechtsstaat. Wie schuldig is wordt gestraft. En wie zijn straf heeft uitgezeten mag met een schone lei beginnen. Dat is tenminste het idee. De werkelijkheid is weerbarstiger. Voor wie zijn straf heeft uitgezeten beginnen de problemen vaak pas echt. Zie maar eens aan een betaalbare woning te komen. En aan werk. En aan sociale contacten. Met ex gevangenen hebben we niet zo veel compassie. We hebben ze letterlijk niet graag in de buurt. Niet zo gek dat velen van hen direct weer de fout in gaan.
Wie een flinke tijd in de gevangenis zit, raakt zijn woning kwijt. Want het kan niet zo zijn dat een woning leeg staat in afwachting van de terugkeer van een criminele huurder. En uiteraard hebben gevangenen geen recht op een uitkering. In de bajes krijg je kost en inwoning. Dat is allemaal begrijpelijk en heel terecht. Maar het kan er wel voor zorgen dat je na het uitzitten van je straf zonder woning en inkomen op straat komt te staan.
Wie geen inkomen heeft, meldt zich bij de gemeente voor een zogenaamde ‘bijstandsuitkering’. Om die te krijgen heb je wel een adres nodig. Om een adres te kunnen hebben moet je huur betalen. Maar dat is lastig als je geen inkomen hebt. Bovendien werken veel gemeenten met een zogenaamde ‘wachttijd’ voor mensen die een uitkering aanvragen. De eerste paar weken moeten mensen zich zelf weten te redden. En er alles aan doen om werk te vinden. Daarna kan pas een uitkering worden toegekend.
Misschien moeten we gevangenen wel degelijk bevrijden. Niet uit die gevangenis van steen. Maar uit de vicieuze cirkel waarin velen van hen gevangen zitten. In Afrika gelooft men dat schuld en boete vooral een sociaal en maatschappelijk proces zijn. En niet alleen een zaak van een veroordeelde. Bisschop Desmond Tutu gaf in Zuid Afrika leiding aan een waarheids- en verzoeningscommssie. Niet omdat men de misdaden van het apartheidsregime niet onder ogen zou willen zien. Juist wel. Maar omdat een mens nooit zo ver van God kan weglopen dat er geen weg terug meer mogelijk is. En omdat mensen hoe dan ook weer samen verder moeten. Onze harde maatschappij kan nog wat leren van Desmond Tutu. En van Matheus natuurlijk. Zo’n simpele tegel zet je wel aan het denken.