Amendement Van Nispen over het niet wettelijk maximeren van het aantal deelnemende gemeenten - Regels inzake een uniform experiment met teelt en verkoop van hennep en hasjiesj voor recreatief gebruik in een gesloten coffeeshopketen (Wet experiment gesloten coffeeshopketen) - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 8 toegevoegd aan wetsvoorstel 34997 - Wet experiment gesloten coffeeshopketen i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Regels inzake een uniform experiment met teelt en verkoop van hennep en hasjiesj voor recreatief gebruik in een gesloten coffeeshopketen (Wet experiment gesloten coffeeshopketen); Amendement; Amendement van het lid Van Nispen over het niet wettelijk maximeren van het aantal deelnemende gemeenten |
---|---|
Documentdatum | 10-01-2019 |
Publicatiedatum | 11-01-2019 |
Nummer | KST349978 |
Kenmerk | 34997, nr. 8 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-
2019
34 997
Regels inzake een uniform experiment met teelt en verkoop van hennep en hasjiesj voor recreatief gebruik in een gesloten coffeeshopketen (Wet experiment gesloten coffeeshopketen)
AMENDEMENT VAN HET LID VAN NISPEN
Ontvangen 10 januari 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 6, eerste lid, vervalt «maximaal tien».
Initiatiefnemer vindt het niet wenselijk in de wet vast te leggen dat er maximaal tien gemeenten deel mogen nemen aan het experiment. Voor een zinvol experiment en een goede evaluatie en effectmeting is het belangrijk voldoende variatie in type gemeenten en geografische spreiding te organiseren (aantal inwoners, aantal verkooppunten, geografische ligging en de ligging al of niet aan de landsgrens). Mogelijk lukt dat met een aantal van zes tot tien gemeenten, maar mogelijk ook niet.
De Adviescommissie Experiment gesloten coffeeshopketen (de commissie Knottnerus) zegt hierover:
«De commissie spreekt zich in deze eerste fase van haar adviesopdracht niet uit over het precieze aantal gemeenten waarin het experiment zou moeten worden uitgevoerd. Zij meent dat het benodigde aantal gemeenten pas kan worden bepaald als het onderzoeksontwerp door het in te schakelen onderzoeksteam is uitgewerkt. Dan zal duidelijk worden hoe groot het aantal gemeenten moet zijn om - met redelijke aannamen over het beloop gegeven de controleconditie en over de variabiliteit van de verschillende uitkomstvariabelen en gegeven de eigenschappen van de gekozen onderzoeksinstrumenten - tot betekenisvolle uitspraken te kunnen komen.»
Volgens de indiener is het in de wet opnemen van een absoluut maximum («maximaal tien gemeenten») onverstandig en ook niet nodig omdat het onnodig beperkend kan werken bij het adequaat en zinvol vormgeven van dit experiment.
Van Nispen
kst-34997-8 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 34 997, nr. 8