Uitvoeringsbesluit 2018/2077 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/53/EU waarbij België wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te stellen die afwijkt van artikel 285 van de btw-richtlijn - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/2077 van de Raad van 20 december 2018 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/53/EU waarbij het Koninkrijk België wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te stellen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waardeofficiële Engelstalige titel
Council Implementing Decision (EU) 2018/2077 of 20 December 2018 amending Implementing Decision 2013/53/EU authorising the Kingdom of Belgium to introduce a special measure derogating from Article 285 of Directive 2006/112/EC on the common system of value added taxRechtsinstrument | Uitvoeringsbesluit |
---|---|
Wetgevingsnummer | Uitvoeringsbesluit 2018/2077 |
Origineel voorstel | COM(2018)749 ![]() ![]() |
Celex-nummer i | 32018D2077 |
Document | 20-12-2018; Datum goedkeuring |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 28-12-2018; PB L 331 p. 222-223 |
Inwerkingtreding | 20-12-2018; van kracht datum kennisgeving zie art 2 01-01-2019; Toepassing zie art 2 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
Kennisgeving | 20-12-2018 |
28.12.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 331/222 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/2077 VAN DE RAAD
van 20 december 2018
tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/53/EU waarbij het Koninkrijk België wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te stellen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uit hoofde van Uitvoeringsbesluit 2013/53/EU van de Raad (2) werd het Koninkrijk België tot en met 31 december 2015 gemachtigd om een bijzondere maatregel toe te passen en belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 25 000 EUR vrij te stellen van de belasting over de toegevoegde waarde (btw). Die machtiging werd nadien bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2348 van de Raad (3) verlengd tot en met 31 december 2018. |
(2) |
Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 12 september 2018, heeft België verzocht om de bijzondere maatregel opnieuw voor een beperkte periode te mogen verlengen. |
(3) |
Bij brief van 14 september 2018 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG het verzoek van België aan de andere lidstaten toegezonden. Bij brief van 17 september 2018 heeft de Commissie België ervan in kennis gesteld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek. |
(4) |
Volgens België verlicht de bijzondere maatregel de administratieve lasten en de nalevingskosten voor kleine ondernemingen en de belastingautoriteiten, en helpt hij dus de inning van de belasting te vereenvoudigen. De bijzondere maatregel is volledig facultatief voor de belastingplichtigen en zal dat ook blijven. |
(5) |
Gelet op het feit dat de maatregel de administratieve lasten en de nalevingskosten kan verlichten voor kleine ondernemingen en de belastingautoriteiten zonder dat dit grote gevolgen heeft voor de totale btw-inkomsten, wordt voorgesteld om de bijzondere maatregel opnieuw voor een beperkte periode te verlengen, meer bepaald tot en met 31 december 2021. |
(6) |
Aangezien de artikelen 281 tot en met 294 van Richtlijn 2006/112/EG, betreffende de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen, momenteel worden geëvalueerd, is het niet ondenkbaar dat een richtlijn tot wijziging van die artikelen in werking zal treden waarbij een datum wordt vastgesteld met ingang waarvan de lidstaten nationale bepalingen moeten toepassen, die valt vóór het verstrijken van de geldigheidstermijn van de afwijking op 31 december 2021. In dat geval moet dit besluit vervallen. |
(7) |
De afwijking heeft geen gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw omdat België een compensatieberekening zal verrichten overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad (4). |
(8) |
Uitvoeringsbesluit 2013/53/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2 van Uitvoeringsbesluit 2013/53/EU wordt vervangen door:
„Artikel 2
Dit besluit is van toepassing vanaf 1 januari 2013 tot en met de vroegste van de volgende twee datums:
a) |
31 december 2021; |
b) |
de datum met ingang waarvan de lidstaten nationale bepalingen moeten toepassen die zij moeten vaststellen indien er een richtlijn wordt aangenomen tot wijziging van de artikelen 281 tot en met 294 van Richtlijn 2006/112/EG, betreffende de... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.