Oost-Indisch dove ING wijst naar de ander in EU-hoorzitting - Hoofdinhoud
ING heeft tijdens een hoorzitting in het Europees Parlement naar hun rol bij het witwassen van geld laten zien dat het nog steeds Oost-Indisch doof is voor kritiek. Dat is de conclusie die Paul Tang trekt, na de hoorzitting over het bestrijden van witwassen via Europese banken. Tang heeft de ING in dit debat terecht moeten wijzen.
De bank werd gehoord over de schikking die ING trof met het Nederlandse Openbaar Ministerie voor een bedrag van 775 miljoen euro, omdat de ING haar wettelijke plicht om verdachte transacties te melden niet goed is nagekomen.
Diederik van Wassenaar, Global Head Regulatory & International Affairs bij ING Group, betoogde in het Europees Parlement dat er een Europese witwas-autoriteit moet komen, om de punten te verbinden.
Paul Tang weerlegt dat hier de kern van het probleem ligt: “Er waren geen punten om te verbinden, waardoor ING verzuimde verdachte transacties te melden. ING moet niet wijzen naar wetgeving, maar zich bekommeren om het correct naleven van de wetten die al gelden. Waarom was de controle van verdachte transacties niet op orde? Het is onbegrijpelijk dat ING onderzoeken en aanwijzing van De Nederlandse Bank en de Europese Centrale Bank herhaaldelijk naast zich heeft gelegd. Wanneer en naar wie luistert de ING dan wel?”
Van Wassenaer heeft moeten erkennen dat de cultuur bij ING niet goed is geweest zodat, zoals het Openbaar Ministerie in het feitenrelaas concludeert, ‘business boven compliance gaat’. De suggestie van Paul Tang om uitvoering en dus compliance beter te verankeren in het beloningsbeleid wilde Diederik van Wassenaer niet overnemen.