Motie Van Meenen/Rog over verbetering van de salarispositie en carrièrepaden van basisschoolleerkrachten - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019 - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 68 toegevoegd aan wetsvoorstel 35000 VIII - Vaststelling begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2019 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019; Motie; Motie van de leden Van Meenen en Rog over verbetering van de salarispositie en carrièrepaden van basisschoolleerkrachten |
---|---|
Documentdatum | 01-11-2018 |
Publicatiedatum | 01-11-2018 |
Nummer | KST35000VIII68 |
Kenmerk | 35000 VIII, nr. 68 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-2019
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019
MOTIE VAN DE LEDEN VAN MEENEN EN ROG
Voorgesteld 1 november 2018 De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit de tussenevaluatie van het bestuursakkoord blijkt dat niet goed is vast te stellen of doelen worden gehaald;
overwegende dat de doelen uitdagend onderwijs, onderwijsverbeteringen, professionele scholen en doorgaande ontwikkellijnen het beste worden bereikt met goede leraren voor de klas;
constaterende dat er op dit moment te grote verschillen tussen salaris- en loopbaanperspectieven in verschillende onderwijssectoren zijn;
overwegende dat in 2020 het bestuursakkoord afloopt en de prestatiebox-middelen structureel staan ingeboekt op de OCW-begroting;
verzoekt de regering, te onderzoeken of en op welke wijze verantwoord een deel van de middelen uit de prestatiebox p.o. per 2020 aangewend kan worden voor een verdere verbetering van de salarispositie en carrièrepaden van basisschoolleerkrachten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Meenen Rog
kst-35000-VNI-68 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2018
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 000 VIII, nr. 68