Voorstel van wet - Wijziging van de Woningwet in verband met de introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties - Hoofdinhoud
Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 35022 - Introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Woningwet in verband met de introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties; Voorstel van wet; Voorstel van wet |
---|---|
Documentdatum | 14-09-2018 |
Publicatiedatum | 14-09-2018 |
Nummer | KST350222 |
Kenmerk | 35022, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2017-
2018
Wijziging van de Woningwet in verband met de introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,
Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de reductie van koolmonoxideongevallen wenselijk is een stelsel van certificering te introduceren voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Woningwet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2, vierde lid, komt te luiden:
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen omtrent de onderwerpen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en c, en het tweede lid, onderdelen a en b, andere dan technische voorschriften worden gegeven. Tot de voorschriften omtrent de onderwerpen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en c, behoren in ieder geval voorschriften inhoudende een verbod bij of krachtens die algemene maatregel van bestuur aangewezen werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren zonder dat voor het uitvoeren van die werkzaamheden wordt beschikt over een conformiteitsverklaring als bedoeld in artikel 3, tweede lid.
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
kst-35022-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2018
-
2.Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
-
2.Bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2, vierde lid, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de gevallen waarin Onze Minister conformiteitsbeoordelingsinstanties en conformiteitsbeoordelingsdocumenten kan aanwijzen ten behoeve van het afgeven van conformiteitsverklaringen waarmee kenbaar wordt gemaakt dat gedurende een bepaalde periode een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat de hierin genoemde natuurlijk personen of rechtspersonen werkzaamheden uitvoeren volgens kwaliteitseisen die opgenomen zijn in door Onze Minister aangewezen conformiteitsbeoorde-lingsdocumenten.
-
3.De Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is niet van toepassing op conformiteitsbeoordelingsinstanties als bedoeld in het tweede lid.
C
Aan artikel 92 wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
3.In afwijking van het eerste lid draagt Onze Minister zorg voor de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens artikel 3, tweede lid.
Indien het bij koninklijke boodschap van 15 april 2016 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen en de versterking van de positie van de bouwconsument (Wet kwaliteitsborging voor het bouwen) (34 453), tot wet is of wordt verheven en:
-
1.artikel I, onderdeel B, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel C, van deze wet, wordt in artikel I, onderdeel C, van deze wet in artikel 92 het derde lid vernummerd tot vierde lid;
-
2.Artikel I, onderdeel C, van deze wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel B, van die wet, wordt in artikel I, onderdeel B, van die wet in artikel 92 het derde lid vernummerd tot vierde lid.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-2018, 35 022, nr. 2 3