Het gelijk van de postbodes - Hoofdinhoud
Van onze spoorwegen tot onze energievoorziening, van onze zorg tot onze volkshuisvesting: de afgelopen decennia zijn veel overheidstaken overgelaten aan bedrijven. Opeenvolgende kabinetten geloofden er heilig in dat de markt alles goedkoper en beter zou maken. Het is één van de grootste leugens van deze tijd gebleken. De post is daar een goed voorbeeld van. Woensdag sprak de Tweede Kamer over de toekomst van de postbezorging in Nederland.
Het 'experiment' waarbij de post wordt overgelaten aan de markt heeft niet gewerkt, iets wat de postbodes en de SP al jaren geleden voorspelden. Het mislukte marktexperiment heeft nog steeds flinke gevolgen voor de kwaliteit van de postbezorging. Terwijl iedereen door e-mail en chat minder enveloppen is gaan versturen, kreeg de post te maken met concurrentie en winstbejag. Het aantal brievenbussen neemt af, post wordt op minder momenten bezorgd en postzegels worden alsmaar duurder. Mensen betalen dus steeds meer, maar krijgen steeds minder.
Het waren de postbodes die de afgelopen jaren grootste prijs betaalden. Om de concurrentieslag te winnen, werd vooral bespaard op de arbeidsvoorwaarden. Onzekere contracten, weinig werkuren, stukloon en zelfs salarissen onder het minimumloon waren het gevolg. Van een eervol beroep waar je je gezin van kon onderhouden, werd postbezorging een bijbaantje zonder zekerheid.
Door nu meer samenwerking in plaats van concurrentie toe te staan, of zelfs een fusie van de twee grootste bedrijven, geven rechts-liberale partijen na jaren toe dat concurrentie niet alles beter en goedkoper maakt. Het debat van woensdag is daarom historisch te noemen. Het kabinet moet de postbezorging weer tot publieke taak maken. De postbodes hebben eerder samen met de SP via de campagne 'Red de Postbode' gevochten tegen de markt en voor het behoud van postbode als volwaardige baan. Zij wisten heel goed dat het niet goedkoper zou worden als meerdere postbodes met een halflege postzak door de straat lopen. Woensdag zaten de postbodes dan ook in grote getale op de publieke tribune om te horen dat zij, achteraf gezien, vele jaren later, toch gelijk hadden.