Kinderrechten voorop

Met dank overgenomen van S.H. (Sophie) in 't Veld i, gepubliceerd op dinsdag 4 september 2018.

Heel Nederland is in beroering door de dreigende uitzetting van de kinderen Lili en Howick. Niet voor het eerst leidt een procedure tot een situatie die geen normaal mens met een hart kan begrijpen. De overheid worstelt met het dilemma: de asielregels strak uitvoeren, of de rechten van het kind vooropzetten. Ook in buurland België vindt een heftige publieke discussie plaats over het opsluiten van kinderen in uitzetcentra.

Politiek gaat zelden over eenvoudige zwart-wit keuzes tussen goed en kwaad. De meeste politieke kwesties zijn pijnlijke en onoplosbare dilemma’s. Maar wij als politici hebben de verantwoordelijkheid keuzes te maken. Te kiezen wat zwaarder weegt.

In het Europees Parlement hebben we die keuze gemaakt. De rechten van het kind gaan boven andere afwegingen. Punt. Een grote meerderheid schaarde zich achter mijn rapport over de Opvangrichtlijn, een asielwet. Ik heb het standpunt dat het belang van het kind altijd voor moet gaan, verdedigd in de onderhandelingen met de regeringen van de EU-landen. We moeten samen met die regeringen en het Europees Parlement tot een compromis komen, zodat de wet van kracht kan worden. Maar de EU-landen blokkeren het compromis vooral vanwege één punt: kinderrechten. Ze zijn niet akkoord met een paragraaf dat bij alle beslissingen, en zeker die rond detentie, het belang van het kind het zwaarst weegt. Stuitend maar waar.

D66 burgemeester Jos Heijmans zei op Radio 1 over Lili en Howick “Deze kinderen horen in Nederland”. Dat is juist. Als het asielrecht en de rechten van het kind botsen, moet het asielrecht worden aangepast. Niet de rechten van het kind.