Meer dan een woning - Hoofdinhoud
Oké, het kind kon nog net niet lopen. Maar kraamvisite dekte de lading ook niet meer. In ieder geval konden we het menneke bewonderen. En kletsen met de (toch nog kakelverse) vader en moeder. Ze wonen mooi. In een dorp. In een nieuwbouwwijkje met meer jonge gezinnen. Beiden zeer actief in het verenigingsleven. Geworteld in het dorp. Zoals het hoort.
”Het is fijn wonen in dit dorp. We kennen iedereen. Maar ik maak me toch een beetje zorgen. De school is al weg. Deels hebben we dat aan onszelf te wijten natuurlijk. Veel jonge ouders stuurden hun kinderen naar een grotere school in het dorp hiernaast. Maar het is toch vreemd. Ons mam ging hier al naar school. En het schoolplein had zeker een sociale functie.”
”Wat we echt nodig hebben in dit dorp is een gemeenschapshuis. Het oude staat er niet meer. En het valt nog niet mee om een nieuw neer te zetten blijkbaar. Dat duurt maar en dat duurt maar. Dat een man met klagen een hele gemeenschap dwars kan zitten, dat kan de bedoeling toch niet zijn. Niet al zijn argumenten zijn onzin hoor. Al zijn velen wat mij betreft ook ‘gezocht’. Vroeger was er op die plek toch ook veel te doen? En waar moeten we nu terecht met koffietafels, carnaval en tal van sociale activiteiten.”
“Oude mensen gaan dood. Of moeten noodgedwongen kleiner gaan wonen. Hun huizen zijn groot. En met heel veel grond vooral. Jonge mensen kunnen die huizen niet kopen. Veel te duur. Het is hier heel mooi wonen. Dus die huizen worden gekocht door rijke mensen van buiten. Met nul voeling met het dorp en het verenigingsleven. Uiteindelijk is dat de dood in de pot. Want een woning is toch niet alleen een dak en privacy? Je leeft toch niet alleen voor jezelf? Wonen doe je samen. Dat snapt toch iedereen?”