Pro-Europese kracht in het midden - Hoofdinhoud
Nationalistische partijen in Europa voelen vooralsnog niet veel voor de plannen van Steve Bannon, de voormalig adviseur van Trump, om zich te verenigen voor de Europese verkiezingen van mei 2019. Het Duitse Alternative für Deutschland en het Franse Front National hebben hem koeltjes afgewezen.
Maar er is wel degelijk een flinke hergroepering van het Europese politieke landschap nodig.
Want ook zonder Bannon is er een steeds nauwere samenwerking tussen nationalistische, reactionaire anti-EU populisten van uiteenlopend pluimage. In het huidige Europees Parlement zijn die krachten te vinden in de nationalistische ENF fractie, waar de PVV deel van uitmaakt, samen met het Front National, Vlaams Belang en de Oostenrijkse FPÖ. Maar ook in andere fracties, zelfs in de “mainstream” fracties als de christen-democratische EVP. Denk aan het Fidesz van Orbán, de Beierse CSU van Seehofer of de Oostenrijkse ÖVP van Kurz. Het vertrek van de Britse MEPs na de Brexit zal hoe dan ook tot een herschikking leiden, en wellicht toch tot de vorming van een grotere nationalistische fractie.
Ook de pro-Europese stemmen zijn nu versplinterd en verdeeld over diverse fracties. Onze ALDE is natuurlijk de meest uitgesproken pro-Europese liberale fractie, met partijen als D66 en Radikale Venstre (Denemarken), het NEOS (Oostenrijk), Liberalerna (Zweden) of MoDem (Frankrijk). Maar ook bij de groene, sociaal-democratische en de christen-democratische fracties zitten pro-Europese geestverwanten. En na de verkiezingen zullen er naar verwachting nieuwe pro-Europese liberale partijen bijkomen, zoals de pro-Europese vernieuwingsbeweging En Marche van President Macron, of jongerenbewegingen zoals Momentum uit Hongarije of de Progressives uit Slowakije. En wie weet bemachtigt de pan-Europese jongerenpartij VOLT ook wel een zetel. In elk geval zullen ze de jonge pro-Europese kiezer mobiliseren. We moeten de kiezer een helder en eenduidig aanbod doen: een stem op ons, is een stem op een sterk pro-Europees politiek midden. Een fractie waar D66 zijn plek heeft veroverd en die ons in afgelopen termijn de kans heeft geboden te excelleren.
Want juist nú is het essentieel om al die krachten te bundelen en samen te brengen, in plaats van voortdurende versplintering en concurrentie tussen geestverwante partijen. Een grondige hergroepering van de partijen in het Europees Parlement kan leiden tot een grote en invloedrijke pro-Europese middenfractie, wellicht zelfs de grootste fractie van het Parlement. Dat zou niet alleen een krachtig geluid zijn tegenover de anti-EU nationalisten, maar ook na veertig jaar eindelijk de verlammende “Grote Coalitie” van christen-democraten en sociaal-democraten doorbreken. Versplintering zou juist verzwakking betekenen.
Natuurlijk zijn er onderlinge verschillen tussen de pro-Europese middenpartijen. Maar er is veel meer dat ons bindt dan verdeelt. Europa heeft een sterk politiek midden nodig om vooruit te kunnen gaan in de wereld van vandaag. Meerderheden worden gevonden in het politieke midden, niet op de flanken.
Een sterk, pro-Europees midden wordt de drijvende kracht voor de broodnodige en urgente hervorming van de EU. En voor een zelfbewust Europa dat met één stem spreekt op het wereldtoneel. Voor een klimaatbeleid in fase rood. Voor het beschermen van de rechtsstaat en de grondrechten in de hele EU. Voor een volwaardig Europees asiel- en migratiebeleid, effectief en humaan. Voor een interne markt zonder binnengrenzen en de sterkste economie ter wereld. Voor een gezonde monetaire unie. En ook voor een Europa dat geborgenheid biedt: zorg en bescherming aan kwetsbare mensen. Op al deze punten kunnen we een gemeenschappelijke agenda formuleren.
Het is niet genoeg om idealen te hebben. Om ze te bereiken hebben we slagkracht nodig. En een gemeenschappelijke agenda voor de toekomst.
Dat moet ons aanbod aan de kiezer zijn in mei 2019. Daar zet ik me voor in.