Juncker wil Trump gaan temmen, maar hoe? - Hoofdinhoud
Internationale Handel Trump Om een handelsoorlog met de VS te voorkomen vliegt de baas van de Europese Commissie woensdag naar Washington. Over hoe hard hij zich moet opstellen, zijn Duitsland en Frankrijk het oneens. „Dedramatiseren.” Dat is de ambitie waarmee Europees Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker woensdag in Washington de confrontatie aangaat met de Amerikaanse president Donald Trump. Junckers speciaal ingelaste reis is bedoeld om een mogelijke handelsoorlog tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten af te wenden. Trump en Juncker zagen elkaar eerder deze maand in Brussel op de NAVO-top. Een door ‘acute rugpijn’ wankelende Juncker moest toen op weg naar het galadiner worden ondersteund door Europese regeringsleiders. Dat Juncker mogelijk een slok te veel ophad, werd door zijn team ontkend. Een wankele onderhandelaar in Washington kan de EU zich niet veroorloven, want dealmaker Trump staat erom bekend de zwakheden bij zijn tegenstander op te zoeken en er gebruik van te maken. Dinsdag twitterde Trump alvast: invoerheffingen zijn „the greatest” voor landen die de VS „oneerlijk” behandelen op handelsterrein. Wat staat er op het spel? De stand van zaken Hoe gespannen de sfeer ook is, van een echte handelsoorlog tussen de traditionele westerse bondgenoten kun je nog niet spreken. Kenmerkend voor een handelsoorlog is een patroon van vergelding op vergelding. Tot nu toe raakte Trump de EU alleen met invoerrechten van 25 procent op staal en van 10 procent op aluminium. Het gaat om 6,4 miljard euro aan EU-export, minder dan 2 procent van de totale uitvoer naar de VS (376 miljard in 2017). De EU sloeg terug met heffingen van (voorlopig) 2,8 miljard euro op Amerikaanse producten, zoals motoren en sinaasappelsap. Grote effecten zijn nog niet zichtbaar, al kondigde motorenfabrikant Harley-Davidson tot woede van Trump aan dat het zijn productie deels naar elders zal verplaatsen om nieuwe EU-heffingen van 31 procent te vermijden. Een handelsoorlog is nu wel dichtbij. Als een zwaard van Damocles boven Junckers hoofd hangen mogelijke Amerikaanse importheffingen van 20 of 25 procent op buitenlandse auto’s. Dat zou een drastische stap zijn: de EU exporteerde in 2017 voor 46 miljard euro aan auto’s naar de VS, waarvan 27 miljard uit Duitsland. Volgens Duitse media heeft Trump intern gezegd dat hij geen Mercedessen meer wil zien rijden in New York. De Amerikaanse positie Doorn in het oog van het Witte Huis is het Europese handelsoverschot: de EU voert aanmerkelijk meer producten uit naar de VS dan zij uit de VS importeert. Het handelsoverschot van de EU met de VS bedroeg in 2017 119 miljard euro. Exportnatie Duitsland is goed voor meer dan de helft van dit cijfer. Voor Trump is het reden om de EU als „vijand” te beschouwen op handelsterrein, zoals hij onlangs nog verklaarde. En om vooral Duitsland in het vizier te nemen, door te dreigen met heffingen op auto’s. Dat Europese handelsoverschot zegt zeker niet alles, merkte het Duitse Ifo-instituut laatst op. Het omvat alleen goederenhandel, maar ook diensten worden ‘verhandeld’ tussen EU en VS. Denk aan Facebook en Google. En er gaan enorme bedrijfswinsten de Atlantische Oceaan over. Tel je die geldstromen mee, dan verandert het handelsoverschot van de EU in een krap tekort (zo’n 12 miljard euro). Toch ziet de regering-Trump zichzelf zwaar benadeeld door Europa. Amerikaanse functionarissen wijzen dikwijls op hoge EU-invoertarieven. Ze hebben weliswaar een punt als je kijkt naar het gemiddelde EU-invoertarief (5,2 procent, in plaats van 3,5 procent in de VS), maar ook dat is niet het hele verhaal. In de VS zijn niet-tarifaire belemmeringen op import hoger, staat in een rapport van onderzoeksbureau Ecorys (2009). Er is allerlei wetgeving die vooral de Amerikaanse dienstenmarkt afschermt. De Europese positie Duitsland en Frankrijk, de twee grootste landen van de EU, hebben verschillende belangen. Gezien de bedreiging van de Duitse auto-export zou het in het belang zijn van bondskanselier Merkel als Juncker naar Trump gaat met wat toegevingen op zak. Duitsland zou geneigd zijn om met verzachte EU-importtarieven de VS meer ruimte te geven vlees naar Europa te exporteren. Maar Frankrijk, veel minder afhankelijk van (auto-)export naar de VS, is hier tegen. Voor president Macron is de tijd voorbij om met Trump een compromis te sluiten. Parijs is bezorgd dat Trumps volgende doelwit de Europese landbouw is, waarvan vooral Franse boeren het slachtoffer worden. Nederland is een van de weinige EU-landen met een tekort op de handelsbalans met de VS. Het importeert vooral veel chemische producten en medicijnen uit de VS, waarvan een belangrijk deel wordt doorgevoerd naar de rest van de EU. Nederland steunt de EU-reactie op Trumps staalheffingen, maar wil nu vooral dat de EU „in gesprek blijft” met de VS, zegt een woordvoerder van minister Sigrid Kaag (Buitenlandse Handel, D66). „De EU moet zich niet uit elkaar laten spelen door Trump”, zegt D66’er Marietje Schaake. In het Europees Parlement was ze jarenlang nauw betrokken bij onderhandelingen over TTIP (‘Transatlantic Trade and Investment Partnership’) dat eerst door maatschappelijk verzet sneuvelde in de EU en daarna door Trump in de ijskast is gezet. Schaake: „Het enige dat Juncker in zijn achterzak moet houden is een grote stok om terug te slaan: tegenmaatregelen dus tegen Trumps heffingen die in strijd zijn met internationale afspraken.” Een mogelijke oplossing Niet iedereen ziet terugslaan zitten. Vooral in Duitsland gaan stemmen op om invoerrechten tussen EU en VS over een breed front te verlagen - eigenlijk precies wat het gesneefde TTIP deed. Dat zou een TTIP lightkunnen worden, zonder de passages over investeringen die in Europa zo controversieel bleken. Laat Juncker minstens wat theater maken, vindt de Duitse christen-democratische Europarlementariër Daniel Caspary in de krant Die Welt. Met gevoel voor ironie oppert hij dat Juncker de ‘slapende’ TTIP-onderhandelingen moet wakker schudden onder een nieuwe naam die Trump zal vleien. „Maak van TTIP The Tremendous Trump Transatlantic Trade and Investment Partnership”, stelt Caspary voor. „Misschien werkt het.”