Praten over onderwijs - Hoofdinhoud
Voor buitenstaanders kan er niet veel aan zijn. Maar voor mij blijft het heerlijk. Komend uit een onderwijsfamilie pur sang is kletsen en discussiëren over alles wat met kinderen, pedagogiek en school(organisaties) te maken heeft bij ieder feestje of bezoek aan de orde van de dag. Ik geniet er van. Hoewel ik al een tijdje niet meer in het onderwijs werk, blijf ik me amuseren en verbazen over de talloze anekdotes en verhalen die familieleden smakelijk op kunnen dissen. Om er vervolgens iets van te vinden natuurlijk. Zo lang ben ik nu ook niet weg uit het onderwijs.
Ik geef het toe. Ik ben altijd meer een pedagoog dan een didacticus geweest. Ik heb me met andere woorden ook altijd meer geïnteresseerd in kinderen en wat hen bewoog dan in het vak dat ik gaf. Ik vond niks mooier dan met jonge mensen ‘een eindje op te lopen’ langs de hobbelige weg die volwassen worden is. Ik hoop dat soms een beetje van mijn vak is blijven hangen. (Ik denk dat ik daar niet teveel van moet verwachten.) Maar ik weet dat ik er voor sommige leerlingen toe deed. En voor mij is dat ruim voldoende.
Nu we in de leeftijd gekomen zijn dat onze dochter op de middelbare school zit en veel van onze vrienden ook kinderen in dezelfde leeftijd hebben, worden de gesprekken over onderwijs steeds interessanter. Ook de kinderen geven prachtige analyses over het gedrag en functioneren van docenten. Wat te denken van het volgende. Docenten op school A houden hun digitale klassenboek niet bij. Kinderen die ziek zijn, staan gewoon geregistreerd als aanwezig. De conclusie van een van de kinderen: “Die docent maakt het helemaal niks uit of ik kom of niet. Hij ziet het niet eens. Blijkbaar doe ik er niet toe.”
Of deze: “Een leerling bij ons op school gooide een blikje op de grond. Niemand die er iets van zei. Maar ze zagen het wel hoor. Waarom zet je dan prullenbakken neer. Nu gooit nooit meer iemand iets op een normale manier weg.” Maar ook: “Mijn mentor vroeg of het ging met de hoeveelheid huiswerk. Omdat ik er moe uitzag. Daarna heeft ze me geholpen met plannen. Keifijn!!” Of: “Als ik een onvoldoende gehaald heb, dan vind ik dat vervelend. Dan heb ik echt geen zin in een leraar die komt foeteren dat ik een hoger cijfer halen moet. Help me liever hoe ik dat voor elkaar moet krijgen. Daar heb ik meer aan.”
Mijn vader en moeder zaten in het onderwijs. Mijn zus en vrouw nog steeds. Ik geloof dat van moeders kant vijf generaties lang letterlijk iedereen zich professioneel met kinderen heeft bezig gehouden. Ik kan begrijpen dat buitenstaanders het een saai en of vervelend onderwerp kunnen vinden. Maar onderwijs verveelt natuurlijk nooit. Er over spreken ook niet. Zeker niet nu de kinderen een woordje toe kunnen voegen. Heerlijk.