Schulden en maatschappelijke opvang - Hoofdinhoud
“Verdorie René, wat is dat soms toch lastig. Dan heb je iemand opgevangen in de maatschappelijke opvang. Die persoon moet weer uitstromen naar een reguliere woning. Dat is vaak al moeilijk genoeg. Niet alleen zijn er geen betaalbare woningen in overvloed. De ‘huurder’ is vaak niet van onbesproken gedrag. En de begeleiding moet goed worden afgestemd. Nog moeilijker is het om de systemen weer aan de gang te krijgen.” Aan het woord is de directeur van een maatschappelijke opvang. De systemen… jaja.
Een mens zit, vaak zonder dat hij er erg in heeft, in een heleboel systemen. Van ziektekostenverzekering, tot toeslagen. Van woningbouwcorporatie tot gemeente. Van huisartsenpraktijk tot tandarts. Van gemeentelijke basisadministratie tot gas, water en licht. Mensen die om wat voor reden dan ook tijdelijk geen woning meer hebben, worden uit systemen gegooid. Of hun account wordt ‘bevroren’. Wie zijn administratie in een schoenendoos bewaart, of wegens schulden rekeningen niet heeft betaald, loopt hetzelfde risico.
De maatschappelijke opvang biedt meer dan alleen een bed, bad en brood. Men biedt een veilige plek en een luisterend oor. En men biedt, als het goed is, nieuw perspectief. Iedere cliënt maakt samen met hulpverleners een plan. En dat plan moet leiden tot uitstroom naar een reguliere woning. En tot perspectief op een zo normaal mogelijk leven. En dan begint de ellende. En die is deels administratief van aard. Zonder adres krijg je geen uitkering bijvoorbeeld. Maar hoe betaal je huur zonder inkomen?
Het blijkt nog niet mee te vallen om ‘bevroren accounts’ weer te ontdooien. En het blijkt heel normaal om mensen zonder inkomen om een voorschot, sleutelgeld, borg enzovoort te vragen. Perspectief is mooi. Maar onnodig lang wachten niet. Dat kost de gemeenschap veel geld. En dwingt mensen in een kwetsbare positie om (nog meer) schulden te maken. Donderdag 21 juni spreekt de Tweede Kamer onder andere over deze onderwerpen. Ik za pleiten voor een gemeentelijk budget voor deze mensen. En een gemeentelijke regisseur. Zodat direct begonnen kan worden met het oplossen van problemen. En er over twee tientjes sleutelgeld niet gesproken hoeft te worden.