Preventie kindermishandeling - Hoofdinhoud
Morgen, 21 juni, spreekt de Tweede Kamer o.a. over kindermishandeling. De minister maakt van de aanpak van kindermishandeling een speerpunt. En gelijk heeft hij. Mishandeling beschadigt kinderen. En structurele mishandeling kan families generaties lang ontwrichten. Minister Hugo de Jonge werkt met drie zogenaamde actielijnen. Hij wil mishandeling eerder en beter in beeld brengen. Hij wil mishandeling effectief en duurzaam stoppen. En hij wil aandacht voor specifieke groepen. Dat is mooi. Maar voor mij niet mooi genoeg.
Het is natuurlijk heel belangrijk om geweld tegen kinderen (en eigenlijk geweld in het algemeen), snel te herkennen, te melden en duurzaam op te lossen. Daar heeft minister De Jonge groot gelijk in. Al vraag ik me in alle eerlijkheid ook wel af hoe al die meldingen verwerkt gaan worden. En of, door de enorme toename van wachtlijsten, er überhaupt nog mensen zullen zijn die toekomen aan het bieden van hulp. Ik ben benieuwd naar de reactie van de minister op mijn vragen. Maar specifiek wil ik ingaan op preventie. Kunnen we mishandeling niet proberen te voorkomen?
Het is inmiddels ruim twaalf jaar geleden. Maar toen onze dochter geboren werd, wisten we hoegenaamd niets van opvoeden en alles wat daarmee te maken heeft. Wij hadden geluk. Niet alleen levert onze dochter tot nu toe geen grote zorgen op. Maar wij hebben onze ouders nog. Daar konden en kunnen we met vragen bij terecht. En voor meer alledaagse zaken wil de bibliotheek ook wel eens uitkomst bieden. De vraag is of iedereen dat geluk heeft. Ik denk het niet.
Als je zwanger bent ga je als aankomend moeder naar de verloskundige. Die meet en weegt wat af. En geeft je als moeder wat tips en aanwijzingen. Op het gebied van gezondheid bijvoorbeeld. Maar de echte vragen worden niet gesteld en beantwoord. “Wat doet het krijgen van een kind met je relatie? Hoe verdelen we de zorgtaken? Wat als hij huilt? Geef ik te eten op uur en tijd of op aanvraag? Waar leg ik de baby te slapen? Bij de ouders in bed of op de eigen kamer.” En later: “Hoe stel ik op een goede manier grenzen aan een peuter?”
Het is maar een aanname natuurlijk. Maar zou het niet zo kunnen zijn dat dingen die in de opvoeding verkeerd gaan relatief vaak te wijten zijn aan stress, vermoeidheid en onwetendheid? En kunnen we daar in de vorm van echte preventie niet iets aan doen? Op verschillende plaatsen in ons land (waaronder in Oss), werkt men in verloskundigenpraktijk en consultatiebureau met groepsconsulten. Vaak in combinatie met een appgroep waarop informatie gewisseld kan worden. Er is dan meer tijd voor de echte vragen, En jonge ouders ondersteunen elkaar met raad en daad. De resultaten zijn verbluffend. Wat zou de minister denken van een vierde beleidslijn? Preventie in samenspraak met gemeenten?