Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34960 V - Wijziging begroting Buitenlandse Zaken 2018 (Voorjaarsnota) i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting
Document­datum 30-05-2018
Publicatie­datum 30-05-2018
Nummer KST34960V2
Kenmerk 34960 V, nr. 2
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2017-

2018

34 960 V

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

  • A. 
    ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL Wetsartikelen 1 tot en met 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2018 wijzigingen aan te brengen in:

de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V);

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Wetsartikel 3

De Minister van Buitenlandse Zaken,

S.A. Blok

kst-34960-V-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2018

  • B. 
    BEGROTINGSTOELICHTING
  • 1. 
    Voorstel van wet

Het onderhavige wetsvoorstel leidt tot een verhoging van de uitgaven op de begroting 2018 van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 149,4 miljoen. Daarnaast is er sprake van een toename van de ontvangsten met EUR 502,6 miljoen.

  • 2. 
    Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2018 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

In de toelichting worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht, alsook de wijzigingen welke zijn opgetreden in de omvang van de HGIS. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.

Conform de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabiliteitswet dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het financiële instrument. Ook is omschreven welke ondergrens gehanteerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. Op verplichtingenniveau worden mutaties groter dan 10% ten opzichte van de vorige stand, op artikelniveau toegelicht.

  • 3. 
    Voorgenomen wijziging van de indeling van de begroting 2019

Nederland heeft een internationaal toonaangevende positie als gastland van veel internationale organisaties en internationale hoven en tribunalen. Als gastland heeft Nederland de verantwoordelijkheid de in Nederland gevestigde instellingen te ondersteunen opdat deze onafhankelijk, veilig en efficiënt kunnen functioneren. De huidige inzet wordt verantwoord op beleidsartikel 4.5; Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen; Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland. Beleidsmatig gezien past dit onderdeel beter binnen het artikel «Versterkte internationale rechtsorde» (artikel 1). Daarom is het voornemen om dit onderdeel met ingang van de ontwerpbegroting 2019 te verplaatsen. Daarbij wordt een apart artikelonderdeel toegevoegd: Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland. Deze wijziging heeft verder geen budgettaire consequenties.

  • 4. 
    Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de HGIS-nota 2018. Zoals uit de hiernavolgende tabel blijkt, neemt de HGIS voor 2018 toe met EUR 503,9 miljoen.

 

Omvang van de HGIS (bedragen x EUR 1 miljoen)

MJN 2018

VJN 2018

Mutatie

HGIS-uitgaven

5.601,9

6.145,8

543,9

HGIS-ontvangsten

154,8

194,8

40,0

Omvang HGIS (uitgaven min ontvangsten)

5.447,1

5.954,1

503,9

De belangrijkste reden voor de verhoging is de toevoeging van extra middelen voor Buitenlands beleid, zoals in het regeerakkoord is verwoord. Daarnaast is de eindejaarsmarge uit 2017 toegevoegd en kent het ODA-budget een stijging als gevolg van de koppeling aan de ontwikkeling van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI). In de hiernavolgende tabellen is een aantal categorieën opgenomen die per onderdeel beknopt worden toegelicht. Een meer uitgebreide toelichting is daarnaast ook in bijlage 2 (verticale toelichting) van de Voorjaarsnota 2018 opgenomen en op de respectievelijke departementale begrotingen weergegeven.

 

HGIS-uitgaven (bedragen x EUR 1 miljoen)

 

Totaal

Stand HGIS-nota 2018

 

5.601,9

 
  • 1. 
    Aanpassing BNI/BBP-raming

67,6

 
  • 2. 
    Eindejaarsmarge

110,7

 
  • 3. 
    Overboekingen van/naar HGIS

329,6

 
  • 4. 
    Desalderingen

36,0

Totaal mutaties Voorjaarsnota 2018

 

543,9

Stand Voorjaarsnota 2018

 

6.145,8

HGIS-ontvangsten (bedragen x EUR 1 miljoen)

Totaal

Stand HGIS-nota 2018    154,8

Totaal mutaties Voorjaarsnota 2018    40,0

Stand Voorjaarsnota 2018    194,8

Toelichting uitgavenmutaties:

De omvang van de HGIS neemt per saldo toe met EUR 504 miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2018 is gepresenteerd. Dit kent de navolgende oorzaken:

  • 1. 
    Op basis van wijzigingen in de CPB-ramingen voor het BNI (ODA) en de prijscomponent van het BBP (non-ODA) is de omvang van de HGIS per saldo gestegen met EUR 67,6 miljoen. Deze middelen worden met name binnen de BHOS-begroting ingezet. In de eerste suppletoire begroting wordt hierop verder ingegaan.
  • 2. 
    De eindejaarsmarge, die over 2017 is aangevraagd, is in 2018 toegevoegd aan de HGIS en verdeeld over met name de begrotingen van Buitenlandse Zaken, Veiligheid en Justitie, Defensie en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
  • 3. 
    Er vinden meerdere overboekingen van en naar de HGIS plaats. Per saldo kent de HGIS daardoor een toename van ca. EUR 330 miljoen. Enerzijds stijgt het budget omdat middelen zijn toegevoegd die in het Regeerakkoord zijn opgenomen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en die gericht zijn op de bestrijding van de grondoorzaken van armoede, migratie, terreur en klimaatverandering. Daarnaast is de versterking van het postennet opgenomen in het Regeerakkoord. Hier staat tegenover dat het budget wordt verlaagd door overheveling vanuit het Budget Internationale Veiligheid naar de begroting van Defensie. Het gaat hierbij om Defensie-uitgaven voor activiteiten gekoppeld aan missies en operaties die geen onderdeel van de HGIS zijn.
  • 4. 
    Per saldo stijgen de ontvangsten binnen de HGIS. Dit wordt veroorzaakt doordat de ontvangstenramingen voor consulaire dienstverlening en apparaat op de begroting van Buitenlandse Zaken zijn verhoogd. Daarnaast zijn er enkele mutaties op de begroting van BHOS.

Ook is er binnen de HGIS budget vrijgemaakt voor een aantal uitvoerings-knelpunten en nieuwe initiatieven die met name liggen op het terrein van het gastlandbeleid, water en circulaire economie en de Expo 2020 in Dubai. In de eerste suppletoire begroting van VWS (EMA), Defensie (NCIA), Buitenlandse Zaken (Vredespaleis en Libanon Tribunaal) wordt de extra inzet op gastlandbeleid toegelicht, op de begroting van IenW wordt extra inzet voor water en circulaire economie toegelicht en in de BHOS-begroting de extra uitgaven voor de Dubai Expo in 2020.

Toelichting ontvangstenmutaties:

De ontvangsten stijgen met EUR 40 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door een bijstelling van de geraamde ontvangsten voor consulaire dienstverlening en apparaatsontvangsten op de begroting van Buitenlandse Zaken. De hogere consulaire ontvangsten hebben te maken met een toename van het aantal visumaanvragen. Daarnaast wordt ook de raming op de apparaatsontvangsten naar boven bijgesteld. Dit mede gebaseerd op de realisatiecijfers van de afgelopen jaren. Tenslotte stijgen de ontvangsten door een bijstelling van ontvangsten op de BHOS-begroting en op de begroting van Financiën voor de Internationale Financiële instellingen.

  • 5. 
    Overzicht belangrijkste suppletoire mutaties 2018

Uitgaven:

In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die leiden tot een verhoging van de geraamde uitgaven 2018 van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 149,4 miljoen.

De meest in het oog springende mutaties die het gevolg zijn van de prioriteiten uit het Regeerakkoord Rutte III worden hieronder weergegeven:

 

Artikel

Omschrijving

Mutatie in EUR x 1 miljoen

1.2

Bescherming en bevordering van mensenrechten

5,4

2.2

Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit (cyber en

 
 

contraterrorisme)

5,7

2.5

Bevordering van transitie in prioritaire gebieden (MATRA en

 
 

Shiraka; NFRP)

8,0

7.1

Postennet

 

(apparaat)

 

10,0

Het betreft de budgetten voor:

  • • 
    Het Mensenrechtenfonds.
  • • 
    Contraterrorisme en cybersecurity (deel van de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie).
  • • 
    Regionale fondsen Matra en Shiraka (maatschappelijke transitie in de «ring van instabiliteit»)
  • • 
    Postennet, waaronder One-stop shop (24/7 loket voor Nederlanders in het buitenland). Het postennet wordt naar aanleiding van het AIV-advies «De vertegenwoordiging van Nederland in de wereld» uitgebreid en versterkt. Voor het diplomatieke netwerk is extra geld beschikbaar, oplopend tot EUR 40 miljoen structureel. De eerste tranche van middelen (EUR 10 miljoen) krijgt weerslag in deze eerste suppletoire begroting en wordt toegevoegd aan het apparaatsartikel. In de Postennetbrief, die medio 2018 aan de Kamer zal worden gestuurd, wordt een beleidsmatige toelichting op de inzet van deze middelen gegeven.

De mutaties worden bij onderdeel 6, toelichting per beleidsartikel, nader toegelicht.

Daarnaast is een aantal reguliere mutaties opgenomen waarvan de in omvang grootste hieronder zijn weergegeven en kort zijn toegelicht. In onderdeel 6, toelichting per beleidsartikel zijn de mutaties verder verduidelijkt:

 

Artikel

Omschrijving

Mutatie in EUR x 1 miljoen

2.4

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in

 
 

internationaal verband

27,1

3.2

Een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio's, inclusief ontwikkelings-

 
 

landen (Europees Ontwikkelingsfonds)

36,7

6.1

HGIS nominaal

  • 68,0

7.1

Personeel en materieel

 

(apparaat)

 

116,0

Artikel 2.4:

Bij de Voorjaarsnota wordt de politiek overeengekomen verdeling van het Budget Internationale Veiligheid (BIV) technisch overgeheveld naar de begroting van BZ. Daarnaast neemt het budget voor 2018 toe doordat geplande betalingen uit 2017 zijn doorgeschoven naar 2018. Via de HGIS-eindejaarsmarge zijn deze middelen toegevoegd aan de BZ-begroting.

Artikel 3.2:

De Nederlandse bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) is geraamd op 936 mln. Omdat er in de afgelopen jaren minder is afgedragen aan het fonds wordt de bijdrage voor de komende jaren opgehoogd om aan de totale verplichting voor het EOF te voldoen. De totale omvang van de Nederlandse bijdrage blijft ongewijzigd. Dit wordt binnen de begroting van BHOS gedekt.

Artikel 6.1:

Dit is het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van BNI- en BBP-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2017, het verwerken van de loon- en prijs- en koersbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen conform de HGIS besluitvorming. Binnen de HGIS is budget vrijgemaakt voor een aantal uitvoeringsknelpunten en nieuwe initiatieven die met name liggen op het terrein van het gastlandbeleid, water en circulaire economie en de Expo 2020 in Dubai.

Artikel 7.1:

Naast de hierboven benoemde effecten van het Regeerakkoord op de apparaatsbegroting, neemt het budget ook toe als gevolg van extra uitvoeringskosten die verband houden met een structurele intensivering van het OS-budget. Bovendien wordt het personeels- en materieelbudget aangepast als gevolg van loon- en prijsontwikkelingen wereldwijd. De materiele uitgaven stijgen onder meer als gevolg van extra kosten die gemaakt worden voor ICT, huisvesting en beveiliging en doordat een deel van de geplande uitgaven uit 2017 is doorgeschoven naar 2018. Ten slotte wordt het huisvestingsbudget verhoogd. Als onderdeel van de middelenafspraak huisvesting wordt vanuit 2017 een bedrag toegevoegd aan het apparaatsbudget.

Ontvangsten:

Het onderhavige wetsvoorstel leidt tot een verhoging van de geraamde ontvangsten 2018 van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 502,6 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door EU-ontvangsten als gevolg van een begrotingswijziging EU over 2017 en een bijstelling van de geraamde ontvangsten voor consulaire dienstverlening en de apparaatsontvangsten op de begroting van Buitenlandse Zaken. Daarnaast is de verwachting dat dit jaar onroerend goed verkocht zal worden. De opbrengsten hiervan worden ingezet om de huisvestingsportefeuille te rationaliseren. De ontvangsten worden per artikel nader toegelicht in paragraaf 6.

 

Artikel

Omschrijving

Mutatie

3.10

Diverse ontvangsten EU

463,8

4.20

Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen

11,7

7.10

Diverse ontvangsten

23,5

CD 03 CS] ¦- c <N O '-P o ¦2 o CM o 2

Q_ 05

a- S

0 05

C/5 O '

2 o CM _ © 2 CU O O)

I

^    C/5

0 05 O ¦- c W ' o 'o o

I o CM ; © 2 ! Q_ 03

  • 0) 
    05 0)

¦5i 5

O CM

© 2

Q_ 05 Q. ® =3

© 05 oa

•5-B 5 0 2" Q. 05

® 0)03

' 5 'o C3

I *-> o CS] ; © 2 ! Q_ ©3

. © o) oa ¦ö c «5 — —

1 m +-¦ s-

w CC C 0)00

T3 Q. O) 00

CS] <— LO CO

CO CO Csi co

O O h- o

<0

(0

;D

O

V

V

a

Ui

c

O    <Q

1Z    W

£    1

(O

V

ca

CU CU £> %

._ £

<C T3

E?

2 2

GO -2

O GO

O)

O .E

5

CO ¦ -Q

CO

ma's    7.650    7.650    0    7.650

S E

^    C/5

0 "cu

11

> 2

  • O) 
    O)

.£ o

Cl) Q-

' cu

c c o !

<b © (/) .

Ö> uUJ ^

2 > O > £

;Q

5

cc

>

w r

CÜ E

Verplichtingen:

Het verplichtingenbudget voor artikel 1; Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten» neemt toe als gevolg van een nieuwe meerjarige afspraak met de Carnegiestichting (de eigenaar van het «Vredespaleis») die in 2018 wordt afgesloten. Daarnaast neemt het budget voor mensenrechten toe in lijn met het regeerakkoord, waarin gevraagd wordt om een ophoging van het Mensenrechtenfonds binnen de bestaande begroting.

Uitgaven:

Artikel 1.1:

Als onderdeel van het gastlandbeleid heeft Nederland een verantwoordelijkheid voor de huisvesting van het Internationaal Gerechtshof en het Permanent Hof van Arbitrage. Beide organisaties zijn gehuisvest in het Vredespaleis. In verband met grootschalig onderhoud zullen de hoven alternatief worden gehuisvest. Hiertoe is het budget voor «Goed functionerende internationale instellingen», het onderdeel internationaal recht, voor de periode 2018-2020 verhoogd. Deze middelen worden vanuit de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) toegevoegd aan de BZ-begroting. Daarnaast is het bij de invulling van het tijdelijke lidmaatschap van Nederland van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van belang dat Nederland beschikt over slagkracht en flexibiliteit om in te kunnen spelen op kansen en behoeftes. Hiertoe wordt het budget voor het initiëren van nieuwe projecten verhoogd met ruim EUR 2 miljoen. Ten slotte is het meerjarig kasritme voor de bijdragen aan de Verenigde Naties is aangepast. Dit wordt binnen het beleidsartikel gebruikt ter dekking van de extra inzet op mensenrechten, conform het regeerakkoord (zie ook de toelichting bij artikel 1.2) en de verhoging van het budget voor Internationaal recht ten behoeve van de bewijzenbank Syrië (de VN-databank voor bewijsmateriaal van ernstige misdaden die in de afgelopen jaren in Syrië zijn gepleegd).

Artikel 1.2:

Conform de afspraak in het Regeerakkoord, neemt het budget voor Mensenrechten meerjarig toe. Daarnaast is bij de behandeling van de BZ-begroting 2018 een tweetal moties ingediend (motie 34 775 V nr. 26 Sjoerdsma c.s. en motie 34 775 V nr. 29 Voordewind c.s.) waarin wordt gevraagd middelen vrij te maken binnen het Mensenrechtenfonds voor Nederlandse en buitenlandse journalisten in nood en voor extra inzet op godsdienstvrijheid. Deze uitvoering wordt binnen het verhoogde budget opgenomen.

CM =

<0

(0

¦u

fl)

QQ

® CD 03 CM C CJ «3 O '£3 O

  • • 
    • o ™

CO

_CD _ Q. 03

*5

® CD 03 r-*" — C CM «3 o '-P O

~ o 2 ^

(C Q. 03 1 ^

O 030

^ ._ c

«3 O 'O

(I) -H A

+-11 "o CM

CD 2

CC Q. O)

  • = 
    §-5

*5 3

JL ffl 0)0

C/3 "5 +0 o m n cm ~ cd 2

CO O 03

|

® 0)03 -O 'Ö 'O O

r +J n CM

m CD 2 co — b,

*? CL 03 </> £ CD O C/3

CD 03 00

C/3 ’5 CO CD ® -H a CM

•— CD 2

CO Q. 03

= §¦£

*5 ??

S’ m -4= P

w CC C 0)00 .CD ¦£ CU C <“ -O ° > — o

o a oioo

-C    >    .Q

~    c    c

I    I    Si

C/3 .03 O) ¦Q    CD    'Ö3    =

Ore    —    _    m

co o +¦>

C "O

.2 c 5

co :=*

> T,

CL JO <

O O IS) o

O O CD O CM h- LD LO

O O LD O O O CD O CM LO U) U)

O O LD O O O CD O CM IT) IT) IT)

c o ¦

CD > : 0>< •

  • .2 > 5ft .

CL “ CO +S > > a)

O -a c

*0

o'

  • 6) 
    o 2 u *0
  • a) a) § ; £ ¦= 1 : o i 2
  • ê « A

r o c

E <D C p CL CL 0

Bijdragen (inter) nationale organisaties

IAEA    7.317    7.317    0    7.317

OPCW en andere ontwapeningsor- ganisaties    1.618    1.618    100    1.718

CD 03 CS]

¦- c

O 'O o ¦P o CM 0 2 Q. U3

Z-E

C/3

®    ®    ö)r

*" — C CN «3 O \£3 O

~ o 2 ^

15 n Ö)

1 ^

CD 03 O ^ c <N w«    9

CD

O '•(—i *-> o CM © 2 Q_ 03

(5 u w.

= §¦£

® rao

w '5 o o m -w n 5^ ~ CD 2

0 Q 03

I

03 03 00

-O 'Ö 55 O

r +J A OJ

m CD 2 o — b,

,¦*^0.03 00 Q_ CD C/3

CD 03 00

¦5-ê 5

o CM © 2 Q_ 03

%E

*5 ??

S’ m -4= P

C/3    CD    C    03    00

.©    n    ©    C    <“

-O    °    >    —    O

¦D A OIOO

¦£ c

1= CD

S -2

CD m =>

— (/)¦— CD T3 P

C/3 £ (J

g .2 S

c CD C

E ~ ' w 2^0 O) © ¦I-2 C/3 TJ

Q3 -Ö § 0

o o o lo o a>

IN LO co

o o co

o o o

a> LO LO

O O CD o o o a> LO LO

0 <

11

o 2:

© J§

CD CD

r*. o CN O C\J O

r*. o cn o c\j o

r*. o cn o c\j o

CO |= W Q.

c

S

03

O

~CD

C

o

CD

C

0

c

  • O) 
    W ' 0 » ; CC _L:

. »- CL

  • o cc
  • Q. 
    O Q. Q.LL Q. 0 (/) 0 -c -a -c

> ¦ 0 00

03 (/) V Ü) > Z E O > ¦

;Q

5

¦- CD

2 >

H o

> . 00

iC $ 0 C 0 C

® '5 D t D t

Ö3 "O © 0 © 0 2 '5j Z Q_ Z Q_

~o -a

CQ CO

i->    o    o

C    r-    *

O    C\i    C\j

Verplichtingen:

Het regeerakkoord heeft een ambitieuze cybersecurity-agenda. Verdere versterking van de internationale aanpak maakt hiervan deel uit. Hiervoor zijn extra middelen voorzien voor Buitenlandse Zaken. Daarnaast wordt binnen de begroting van Buitenlandse Zaken budget vrijgemaakt om aanvullend in te zetten op cyberveiligheid. Deze middelen worden met name ingezet voor het bevorderen van een normatief internationaal kader voor cyberactiviteiten en versterking van de cyberkennis van medewerkers. Ten slotte wijzigt het verplichtingenbudget voor het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP). Dit richt zich op rechts-staatsontwikkeling, goed bestuur en democratisering in de landen in de ring van instabiliteit. Het betreft de programma's voor Oost-Europa (Matra) en Noordelijk Afrika en Midden-Oosten (Shiraka). In lijn met het regeerakkoord en de motie Ten Broeke c.s. wordt het NFRP-budget structureel verhoogd. Binnen de BZ-begroting worden hiervoor middelen vrijgemaakt.

Uitgaven:

Artikel 2.1:

Het budget voor «Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid» wordt in 2018 incidenteel verhoogd ten behoeve van extra inzet op het veiligheidsfonds en het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid/Veiligheidsbeleid (POBB/VB). Hiermee wordt ingespeeld op kleinschalige initiatieven die bijdragen aan de uitvoering en ontwikkeling van beleid op het gebied van vrede en veiligheid. De middelen zijn vanuit de eindejaarsmarge toegevoegd.

Artikel 2.2:

Het budget voor Bestrijding en terugdringing internationaal terrorisme wordt structureel verhoogd. Het betreft een voortzetting van de inzet op het terrein van contraterrorisme-capaciteitsopbouw en gerichte preventie onder andere via (1) grootschaliger projecten en (2) intensivering van de politieke dialoog met andere landen en donoren. Deze extra inzet wordt binnen de BZ-begroting opgevangen. Daarnaast wordt binnen de BZ-begroting budget vrijgemaakt om in te zetten op cybersecurity. Deze middelen worden onder meer ingezet voor het bevorderen van een normatief internationaal kader voor cyberactiviteiten en versterking van de kennispositie van de medewerkers op het gebied van cyber. Ten slotte neemt het budget voor 2018 toe als gevolg van uitgestelde betalingen uit 2017 op het terrein van cybersecurity, contra-terrorisme en de bijdrage aan het antiterrorisme instituut. Deze middelen worden via de HGIS-eindejaarsmarge toegevoegd aan de BZ-begroting 2018.

Artikel 2.4:

Bij de Voorjaarsnota wordt jaarlijks het Budget Internationale Veiligheid (BIV) technisch overgeheveld naar de begroting van BZ. Deze middelen worden ingezet voor activiteiten op het gebied van vrede, conflictpreventie, veiligheid en stabiliteit en de beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden waar dat noodzakelijk is. Ook is de bijdrage voor VN crisisoperaties in 2018 bijgesteld. Daarnaast neemt het budget voor 2018 toe doordat geplande betalingen uit 2017 zijn doorgeschoven naar 2018. Via de HGIS-eindejaarsmarge zijn deze middelen toegevoegd aan de BZ-begroting.

Artikel 2.5:

Het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP) richt zich op rechtsstaatsontwikkeling, goed bestuur en democratisering in de landen in de ring van instabiliteit. Het betreft de programma's voor Oost-Europa (Matra) en Noordelijk Afrika en Midden-Oosten (Shiraka). In lijn met het Regeerakkoord en de motie Ten Broeke c.s. wordt het NFRP-budget structureel verhoogd met in totaal EUR 7 miljoen per jaar. Binnen de BZ-begroting worden hiervoor middelen vrijgemaakt. Voor 2018 is het budget iets hoger omdat enkele betalingen uit 2017 zijn doorgeschoven naar dit begrotingsjaar via de HGIS-eindejaarsmarge.

CO

<0

(0

¦u

fl)

QQ

® CD 03 CM

¦- C

C/3 o 'O o • • O CM

CD

_CD _ Q_ 03

*5

® CD 03 r-*" — C CN «3 O '-P O

~ o 2 ^

CD Q. 03

1 ^

^ ._ C

C/3 O 'O

(I) -H A

¦4—1 "Q CS]

CD 2

CD Q. 03

  • §-5

*5 3

JL ffl 0)0)

(fl '5 '5 o m -w a CM

~ CD 2

CD Q 03

| ^

® 0)03

¦o '5 'o o

C +J A CM

m CD 2

CD — b, ft Q. 03

</> a. <D o

C/3

CD 03 00

C/3 ’5 ’O °

CD *-> o CM

•— CD 2

CD Q. 03

= §¦£

*5 ??

S’ m -4= P

C/3 CD C 03 00 n CD C -O ° > — O

o a oca

73 73 X £ £ 0) .=> £ CD 'r— ¦— O > A J U

  • O) 
    -J > 0

<S ®    0

“ |-g £

0 Q. 0 CD

03 00 r-

CD CD

hi CD .Q CD CD ._ O) > 0

73

C c 2' —

0 2 3 ?

LU .2 X 5

LD CD CM CM LO CT3

LO CO CM CM LO CT3

C ±- -O CD

^3    2

C CD < CD <13 — > $ Ö3Z f > j m m £

;Q

5

u_r c c o) 0 CD 0 c 'O > -a — o c c cd 0 0 0^ !£ "O r*

0 0 a) > c -2 ^ -2 0 a. 0 c LU O 73 O

CD 0 C Js4

o ^

Ö3 13 <D i_u *0

C T3

S> to

ö) 0

<D CC

;Q

5

03 00 r-

-C CO C/3 CD CD

"g ~ E £ S

Q_ N

P O

c/y ^ CD > ^ =) '35 LU -o

03

</}

2 S> o É:

Q_ 2 CD LU

5

3.10 Diverse ontvangsten EU    686.651    0    686.651    463.803    1.150.454    0    0    0    0

CD 03 CS]

¦- c

O 'O o ¦P o CM O 2 Q. 03

Z-E

C/3

®    ®    ö)r

*" — C CN «3 O '-P O

~ o 2 ^

15 n Ö)

1 ^

CD 03 O ^ c <N w«    9

CD

O '•(—i *-> o CM

o 2

Q_ 03

(5 u w.

= §¦£

® rao

w '5 o o m -w n 5^ ~ CD 2

CD Q 03

I

03 03 00

-O 'Ö 'O O

r +J A OJ

m CD 2 o — b,

,¦*^0.03 00 Q_ CD O C/3

CD 03 00

¦5-ê 5

o CM O 2 Q_ 03

%E

*5 ??

S’ m -4= P

C/3    CD    C    03    00

.O    n    <D    C    <“

-O    °    >    —    O

¦D a oioo

o

CO

CO

Verplichtingen en uitgaven: Artikel 3.1:

Het budget voor de afdrachten aan de Europese Unie kent een aantal mutaties. In onderstaande tabel zijn deze geclusterd opgenomen. Hieronder is de toelichting op elk van deze bijstelling opgenomen.

 

Artikel 3.1

2018

2019

2020

2021

2022

2023

  • 1. 
    Begrotingsakkoord 2018: overige inkomsten EU begroting
  • 13.808

0.066

0

0

0

0

  • 2. 
    DAB 6: effect op BTW afdracht 2018 via

UK rebate

1.779

0

0

0

0

0

  • 3. 
    DAB 6 2017: Effect vertragingen

0

187.466

189.988

  • 0.912

0

0

  • 1. 
    Begrotingsakkoord 2018: overige inkomsten EU-begroting:

Bij de aanname van de Europese begroting 2018 is de Europese begrotingspost «overige inkomsten EU-begroting» iets hoger vastgesteld dan Nederland bij Miljoenennota 2018 had geraamd. Deze opwaartse bijstelling van overige Europese inkomsten voor de EU-begroting betekent automatisch dat de lidstaten iets minder hoeven af te dragen. Voor Nederland leidt dit tot een EUR 14 miljoen lagere afdracht in 2018.

  • 2. 
    DAB 6: effect op BTW-afdracht 2018 via «UK rebate» (VK-correctie):

Het gaat hier om een beperkte aanpassing van de raming van de Nederlandse bijdrage aan de Britse korting, die in de BTW-afdracht verwerkt is. Deze aanpassing is een uitvloeisel van de aanname van de zesde aanvullende begroting van de EU voor 2017 (DAB 6).

  • 3. 
    DAB 6 2017: Effect vertragingen en hogere overige ontvangsten EU:

De zesde aanvullende begroting over 2017 werd in 2017 goedgekeurd door de Raad en het Europees Parlement, maar deze goedkeuring kwam te laat om nog budgettair in 2017 verwerkt te worden. Doordat het budgettaire effect over de jaargrens verschoof, is deze ook verschoven van een verlaging van de BNI-afdracht in 2017 naar een overige ontvangst onder Artikel 3.10 van de begroting van Buitenlandse Zaken in 2018. Het verwerken van de effecten van de zesde aanvullende begroting 2017 (Draft Amending Budget DAB) van de EU leidt tot een tegenvaller in latere jaren bij de BNI-afdracht. Daarnaast zijn er hogere boete-ontvangsten van de EU in 2017 die automatisch leiden tot een lagere afdracht voor de lidstaten.

Artikel 3.2:

Het budget voor een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie neemt toe. Dit wordt veroorzaakt doordat de afdracht aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) stijgt. Jaarlijks, in oktober, bepaalt de Europese Commissie de afdrachten van de lidstaten aan dit fonds. De afspraak is dat Nederland over de periode 2014-2020 in totaal EUR 1,45 miljard (volgens de verdeelsleutel van 4,77%) betaalt. De jaarlijkse afdracht komt tot stand in onderhandeling met de lidstaten. De verhoging van het budget wordt binnen het ODA-plafond opgevangen. Dit wordt verrekend op de begroting van BHOS.

Ontvangsten: Artikel 3.10:

De ontvangsten nemen per saldo toe. In onderstaande tabel is opgenomen uit welke onderdelen deze wijziging bestaat:

 

Art 3.10

2018

2019

2020

2021

2022

2023

  • 1. 
    DAB 6 2017: Effect Spring Forecast 2017
  • 64.543

0

0

0

0

0

  • 2. 
    DAB 6 2017: Effect vertragingen en hogere overige ontvangsten EU

464.425

0

0

0

0

0

  • 3. 
    Nacalculatie 2017

63.921

0

0

0

0

0

  • 1. 
    DAB 6 2017: Spring forecast (Economische Voorjaarsprognose) 2017:

De Economische Voorjaarsprognose over 2017 is in de zesde aanvullende begroting (DAB 6) 2017 gepresenteerd door de Europese Commissie. Omdat deze DAB te laat in 2017 is aangenomen konden de effecten niet meer in 2017 door de Europese Commissie in de afdrachten verwerkt worden. De Voorjaarsprognose over 2017 zou, wanneer deze in 2017 zou zijn verwerkt tot een EUR 65 miljoen hogere BTW- en BNI-afdracht in 2017 hebben geleid. Echter doordat de budgettaire verwerking naar 2018 is geschoven, leidt dit tot een tegenvaller van circa EUR 65 miljoen op de overige ontvangsten in 2018 op artikel 3.10.

  • 2. 
    DAB 6 2017: Effect vertragingen en hogere overige ontvangsten EU:

De zesde aanvullende begroting over 2017 werd in 2017 goedgekeurd door de Raad en het Europees Parlement, maar deze goedkeuring kwam te laat om nog budgettair in 2017 verwerkt te worden. Doordat het budgettaire effect over de jaargrens verschoof, is deze ook verschoven van een verlaging van de BNI-afdracht in 2017 naar een overige ontvangst onder Artikel 3.10 van de begroting van Buitenlandse Zaken in 2018. Het verwerken van de effecten van de zesde aanvullende begroting 2017 (Draft Amending Budget DAB) van de EU leidt tot een meevaller in 2018 bij de overige ontvangsten. De meevaller wordt met name veroorzaakt door vertraging in de uitvoering van cohesiebeleid die naar verwachting later wordt ingehaald. De vertragingen bij het opstarten van nieuwe cohesie programma's zijn al langer bekend en zorgden in 2016 ook voor een neerwaartse bijstelling. Er is op dit moment geen specifieke informatie beschikbaar over wanneer deze uitgaven precies zullen plaatsvinden, daarom wordt vooralsnog ervan uitgegaan dat ze gelijkelijk verdeeld worden over 2019 en 2020 (de laatste twee jaren van het huidige MFK), enkel gecorrigeerd voor inflatie. Dat leidt in die jaren tot een hogere BNI-afdracht onder Artikel 3.1. DAB 6 2017 is nader toegelicht in de brief van 25 oktober 20171.

  • 3. 
    Nacalculatie 2017:

In januari 2018 heeft de Europese Commissie de effecten van de nacalculatie uit 2017 gepresenteerd. Voor Nederland leidt deze nacalculatie tot een teruggave van EUR 64 miljoen, te ontvangen onder Artikel 3.10 «overige ontvangsten», die dit jaar zal worden ontvangen. Deze nacalculatie over 2017 is nader toegelicht in de kamerbrief van 13 februari 20182

<0

(0

¦o

o

QQ

® CD 03 CS] ¦- c <M U> o '-P o • • O CM

CD

_0 _ Q. 03

*5

® <D 03 r-*" — C CN «3 O \£3 O

.2 3 o ™

CD O 03

1 ^

CD 03 O ¦- C ' o 'o o

¦H O CM ; O 2 ! Q_ O)

® 0)0) C/3 'Ö '-P O

m +-¦ o cm ~ CD 2 CD O 03

|

0 03 00

o CM

O 03

*5

0 03 00

o 'O <

O 2 c Q. 03

%E

W    CD    C    03    CO

n    o    c    '

-O    °    >    —    O

¦o a ooo

=, -a

“    0) O

0 C

> c ¦-

>03

r - -Q

> 3 “

. V) m

« c -S

«3 0 0 0 O ^ o _ c

03 o o

LD O CM

(O CM CD

03 o o

LD O CM CM CM CO

03 O O ID O CM CM CM CO

O)

c

  • O) 
    0    3

o ^    C/3

!S 0 c w

-Q -a

£ 0 •- 0 . 0 -

o .=

0 0

*0

O'

  •  
    §> 0 ~o

l C T3 .2 ü O 0 0 : o o cc ¦

c > -Q

E F,

*0

o'

> < CJ <3

  • O) 
    C/3 0 <

4.4    Het inzetten van Publieksdiplomatie door het Postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen    19.606    0    19.606    730    20.336    0    0    0    0

CD 03 CS]

¦- c

O 'O o ¦P o CM O 2 Q. U3

Z-E

C/3

®    ®    ö)r

*" — C CN «3 O '-P O

~ o 2 ^

15 n Ö)

1 ^

CD 03 O ^ c <N w«    9

CD

O '•(—i *-> o CM

o 2

Q_ 03

(5 u w.

= §¦£

® rao

w '5 o o m -w n 5^ ~ CD 2

CD Q 03

I

03 03 00

-O 'Ö 55 O

r +J A OJ

m CD 2

o — b,

,¦*^0.03 00 Q_ CD O C/3

CD 03 00

¦5-ê 5

o CM O 2 Q_ 03

%E

*5 ??

S’ m -4= P

C/3    CD    C    03    00

.O    n    <D    C    <“

-O    °    >    —    O

¦D A OIOO

~ .9- as » jï O E? « a»o Eï E®

£ <o ,2 oi

^ (5 U C .

CD    c    E

¦2    ®    5

c    c    h,

CD    2    03    —    -

^    03    o 03    2

¦a

CD

Z

O O h- o

c o ® .5

CD c a) T3 ™ O -Q M

¦ — CD C/3 -O

ö E "5 5 ^ E

CD O

C .03

i -£ 0-

~o

O'

^ A

_03 03

Si

.2 5

c 2 o § -2 T3

1 03

O Ö ^ A

O c/3    03    :

2 PI :

,0^1

| 2 § I

-£• 03 O) ’ 03 O C ¦¦

c Q- "2 !

t si

ë

2> CD o :

CD 1

O)

33 CD CD ~0 0)

03 a cd >

2 (/} .£ Z O

;Q

5

4.40 Doorberekening Defensie diversen    790    790    100    890    100    100    100    100

Verplichtingen:

Het verplichtingenbudget voor het artikel «Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen» neemt toe op het gebied van consulaire informatiesystemen en extra verplichtingen die gerelateerd zijn aan de toename van het aantal af te geven visa. Dit moderniseringstraject is gestart in 2017 en zal conform planning in 2020 worden afgerond. De nieuwe ramingen komen overeen met de geplande uitgaven. Daarnaast neemt het verplichtingenbudget toe omdat het Speciaal Tribunaal Libanon (STL) Nederland formeel heeft verzocht om ook na 2017 te mogen blijven zitten in het pand waar ze nu zitten. Onderdeel van deze overeenkomst is dat Nederland, als gastland, de huur voor haar rekening neemt. De verlenging van het mandaat is voor een periode van 3 jaar voor de periode 2018-2020.

Uitgaven:

Artikel 4.1:

Het budget voor consulaire informatiesystemen neemt toe als gevolg van de inzet in het streven naar een optimale consulaire dienstverlening. De modernisering van de consulaire diplomatie (back-office, digitalisering, vernieuwing) zal vanaf 2019 geleidelijk effect hebben. Dit traject loopt van 2017-2020. Een deel van deze extra uitgaven betreft middelen die in 2017 zijn doorgeschoven naar 2018. Dit geldt ook voor de extra inzet op de bijdrage aan de Forced Mariage Unit dn lijn met de uitvoering van het amendement Ten Broeke3). Ten slotte is vanuit de HGIS het budget gecompenseerd voor prijsontwikkelingen.

Artikel 4.2:

De toename van het uitgavenbudget bestaat uit een aantal mutaties: Een deel van de geraamde uitgaven voor consulaire informatiesystemen uit 2017 is doorgeschoven naar 2018. Daarnaast is budget gecompenseerd voor prijsontwikkelingen. Ten slotte nemen de uitgaven toe omdat meer visa worden vertrekt dan eerder geraamd. Dit is ook zichtbaar bij de bijstelling van de ontvangsten. Hierdoor moeten ook meer kosten gemaakt worden zoals voor de te verstrekken documenten en inzet van personeel. Om de groei de visumaanvragen van de afgelopen en de aankomende periode op te vangen is extra capaciteit nodig, met name om alle beslissingen tijdig, kwalitatief goed en binnen de Europese termijnen te laten plaatsvinden. Kwalitatief juiste en tijdige beslissingen dragen direct bij aan het Nederlandse belang, zowel op het gebied van economie als veiligheid. Een deel van de extra kosten wordt ook binnen het apparaatsbudget opgenomen.

Artikel 4.5:

Het budget voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland neemt toe. Dit wordt onder meer veroorzaakt doordat het Speciaal Tribunaal Libanon (STL) Nederland formeel heeft verzocht om ook na 2017 te mogen blijven zitten in het huidige pand. Onderdeel van deze overeenkomst is dat Nederland, als gastland, de huur voor haar rekening neemt. De verlenging van het mandaat is voor een periode van 3 jaar (2018-2020). De middelen zijn via de HGIS aan de BZ-begroting toegevoegd. Daarnaast worden extra kosten gemaakt voor de huisvesting van de Kosovo rechtbank. Ten aanzien van de huisvesting van deze rechtbank is afgesproken dat de ministeries van BZ en JenV garant staan voor een aantal financiële uitvoeringsrisico's in de eerste 5 jaar. Hiervoor wordt een reservering opgenomen en deze middelen zijn vanuit de HGIS toegevoegd aan de BZ-begroting.

N.B.: Nederland heeft een internationaal toonaangevende positie als gastland van veel internationale organisaties en internationale hoven en tribunalen. Als gastland is Nederland verantwoordelijk voor het ondersteunen van de in Nederland gevestigde instellingen opdat deze onafhankelijk, veilig en efficiënt kunnen functioneren. Beleidsmatig past dit onderdeel beter binnen het artikel «Versterkte internationale rechtsorde» (artikel 1). Subartikel 4.5 zal met ingang van begroting 2019 worden verplaatst naar subartikel 1.3. Dit zal in de Ontwerpbegroting 2019 tot uiting komen.

Ontvangsten:

Artikel 4.10:

De inkomsten op de afgifte van Nederlandse reisdocumenten zullen ten gevolge van de 10-jaars geldigheid van het paspoort in de periode 2019-2023 teruglopen tot ongeveer 1/3 van de aanvragen ten opzichte van het jaar 2017. De overige consulaire opbrengsten, zoals legalisaties, inburgeringsexamens en verklaringen, zullen op hetzelfde niveau blijven.

Artikel 4.20:

De consulaire dienstverlening aan vreemdelingen (met name afgifte voor visa) is sinds 2014 toegenomen, met name in grote visumlanden als China en India. De raming wordt daarom opwaarts bijgesteld. De inkomsten uit visumopbrengsten zullen ongeveer gelijke tred houden met de groei van het aantal aanvragen.

® CD 03 CM C CJ «3 O 'O O

  • • 
    • o ™

CD

<D _ Q. 03

Z-E

<8 ®    jii®»*-

CD ^    C CM

Q- O \p o CO o Q CM

w ®    © 03 c

CD ^    c c

V-    Q.    O    'O    C

O    Q.    ’    O    c

1    §    I

6 £ £?°° Q. "o \P CD a - o ^

A CD 03 oa

l?'E5

«3 O C 03 OD

TJ Q. 03 oa

CD 03 CM ¦- C CM O D ° ü O CM © Q. 03

*5

CD 03 r-C CM o CO CD 2 o CM © Q. 03

*5

CD 03 O ¦- c CM O D ° n CM © 2 Q. 03

CD 0)0)

¦si 5

v a CM © Q. 03

a. ®

D

® O)C0 -O 'Ö 'O O

r +J A CM

m CD 2

CL 03

c/3 Q. ©

D

C/3

CD 03 oa

¦5-ê 5

+J A CM © 2 Q. 03

*5 ??

S’ m -4= P

C/3 O C O) 00 n O C -O ° > — O

o a o)0D

Beleidsartikel 5

Niet-beleidsartikel 5 Geheim Bedragen in EUR 1.000

C

§

co

J3>

C

CD

C

CD

0>

c

¦C

-c

u

03

c

<0

o

CD O ¦*—>

c

CD

CD

O

<0

(0

¦u

o

QQ

Uitgaven en verplichtingen: Artikel 6.1:

Het budget voor Nominaal en onvoorzien heeft betrekking op de HGIS en neemt structureel af. De reeks is met name bedoeld om jaarlijks de loon-en prijsbijstelling te kunnen uitkeren en incidentele initiatieven of tegenvallers mee te dekken. De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van BNI- en bbp-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2017, het verwerken van de loon- en prijs- en koersbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen conform de HGIS-besluitvorming. Binnen de HGIS is budget vrijgemaakt voor een aantal uitvoeringsknelpunten en nieuwe initiatieven die met name liggen op het terrein van het gastland-beleid, water en circulaire economie en de Expo 2020 in Dubai. In de eerste suppletoire begroting van VWS (EMA), Defensie (NCIA), Buitenlandse Zaken (Vredespaleis en Libanon Tribunaal) wordt de extra inzet op gastlandbeleid toegelicht, op de begroting van IenW wordt extra inzet voor water en circulaire economie toegelicht en in de BHOS-begroting de extra uitgaven voor de Dubai Expo in 2020.

® CD 03 CM C CJ «3 O O • • O CM

CD

<D _ Q. 03

*5

® CD 03 r-*" — C CM «3 o '-P O

~ o 2 ^

(C Q. 03

1 ^

O 030

^    c

«3 O 'O

(I)    A

+-11 "o CM

CD 2

CC Q. 03

*5-3

JL ffl 0)0

C/3 "5 +0 o m n cm ~ CD 2

10 Q 03

|

® 0)03

-o '5 'o o

r n CM

m CD 2

co -ÜC p

,¦*^0-03

</> a. CD o

C/3

CD 03 00 C/3 ’5 co °

® -H A CM

•— CD 2

CO Q. 03

= §¦£

*5 ??

S’ m -4= P

C/3 co c O) 00 n CO C -O ° > — O

o a oioo

LQ LO 00 CM

o o <- a>

¦«t o -3- 03

  • O) 
    o N r

id ö C) M

r-    r-    O LO LO

00    00    r- 00 CM

o o <- a>

03 o ^ ^

o ^ r**' ö a>

ID O <- ¦* CM O M" 00

't o m id

Is**' d 03

CM O 03 00 CM O CO 00 oo p LO

Is**' d 03

CM CM O O

O LO LO CO CO CM

CM CM O O

CO    CM CM o O

T-    ^ O

co o o> ¦ r O M I ¦«t o rs~

CM O 03 oo ¦<* 0 00 0 O O p. CO

d d o> d

r- O

Is** O CO o

*- o

Is** o co o

Niet-Beleidsartikel 7

Niet-beleidsartikel 7 Apparaat Bedragen in EUR 1.000

O .

CO (/) .

.2 03 03 03

Verplichtingen:

Het verplichtingenbudget wordt in lijn gebracht met het uitgavenkader als gevolg van de hieronder geschetste mutaties.

Uitgaven:

Het apparaatsbudget bestaan uit personele en materiële uitgaven en beiden laten een stijging zien. De stijging kent een aantal oorzaken:

Algemeen:

  • • 
    Als onderdeel van de afspraken uit het regeerakkoord zal het postennet worden versterkt en uitgebreid. Voor het diplomatieke netwerk is extra geld beschikbaar, oplopend tot EUR 40 miljoen structureel. De versterking en uitbreiding zal op verschillende manieren vorm krijgen. Er zullen mogelijk nieuwe posten worden geopend en bestaande posten worden versterkt, met name in de ring van instabiliteit. Een deel wordt besteed aan de versterking van het wereldwijde ICT-netwerk. Tevens zal met de middelen de realisatie van de one stop shop worden gefinancierd. Uw Kamer wordt medio 2018 in de Postennetbrief geïnformeerd over de concrete invulling.
  • • 
    Met de structurele OS-intensivering van EUR 400 miljoen per jaar en de aanvullende maatregelen zijn ook extra uitvoeringskosten gemoeid, zowel op het departement als op de posten. Voor een doelmatige besteding van de intensiveringsmiddelen zal daarom centraal (op het ministerie) en decentraal (op de posten) adequate beleids- en beheercapaciteit worden ingezet. De toename van de uitgaven betreft voorziene uitvoeringskosten voor maatregelen uit het Regeerakkoord die binnen de ruimte van de BHOS-begroting worden gefinancierd (zoals voortzetting van IMVO-convenanten) en die toegevoegd worden aan het apparaatsartikel van de begroting van Buitenlandse Zaken. Dit betreft naast directe personeelskosten ook indirecte kosten. Deze indirecte uitvoeringskosten hebben met name betrekking op de staffuncties (o.a. financieel, personeel, bedrijfsvoering, juridisch en strategisch) en ICT.

Personeel:

  • • 
    Als gevolg van de loonontwikkeling wereldwijd worden de salarissen en hieraan gerelateerde uitgaven bijgesteld. Hiervoor zijn extra middelen toegevoegd vanuit de HGIS.

Materieel:

  • • 
    BZ wordt in haar rol en internationale verantwoordelijkheid binnen de Rijksdienst geconfronteerd met een toegenomen behoefte aan digitale voorzieningen en een steeds onveiliger wordende wereld. Dit uit zich in een toename van digitale producten en (samenwerkings-)diensten in het postennet tezamen met een sterk toegenomen dreigingsprofiel op het vlak van cyberspionage en cybercriminaliteit. Om de positie van Nederland ook in deze internationale context te borgen zijn extra investeringen in de digitale voorzieningen noodzakelijk. Daarnaast zetten ook andere exogene factoren (onder meer rijksbrede achterstanden bij het digitaliseren van de papieren archieven en de verhuizing naar de Rijnstraat 8 en andere locaties) druk op de apparaatsbegroting. Als gevolg hiervan moeten extra investeringen worden gedaan in ICT-voorzieningen in het buitenland, huisvesting buitenland en beveiliging op de posten.
  • • 
    Daarnaast neemt het budget toe als gevolg van de inzet van de eindejaarsmarge op reguliere apparaatsuitgaven voor bedrijfsvoering, personeelskosten, huisvesting buitenland, ICT en facilitaire kosten. Deze middelen zijn vanuit 2017 doorgeschoven naar 2018 en 2019. Dit geldt ook voor de inzet van prijscompensatie vanuit de HGIS.
  • • 
    Via de eindejaarsmarge wordt een bedrag van EUR 11,4 miljoen toegevoegd aan het apparaatsbudget ten behoeve van investeringen in huisvesting buitenland. Daarnaast is de verwachting dat dit jaar voor ca. EUR 18,5 miljoen aan onroerend goed verkocht zal worden. Deze middelen worden ook ingezet om de huisvestingsportefeuille te rationaliseren. Doel van het huisvestingsbeleid van Buitenlandse Zaken is om ambassadekantoren waar mogelijk functioneel en doelmatig in te richten conform Het Nieuwe Werken (HNW) en ter ondersteuning van de modernisering van diplomatie. Panden worden afgestoten, aangeschaft of verbouwd conform een op functionaliteit gericht rationaliseringsplan in de komende tien jaar en rekening houdend met de duurzaamheidsdoelstellingen die voortvloeien uit het Parijs Akkoord.

Ontvangsten:

  • • 
    De raming op de apparaatsontvangsten wordt naar boven bijgesteld. Dit is mede gebaseerd op de realisatie van de afgelopen jaren. Deze ontvangsten zijn echter niet altijd even goed te voorspellen. Het betreft ontvangsten die verband houden met verkoop van roerende zaken (zoals inventaris, dienstauto's) bijdragen die BZ ontvangt doordat sprake is van verrekening van huur van panden die gedeeld worden met andere landen en doorbelastingen van personeelskosten aan andere ministeries. In het geval er sprake is van verkopen van onroerende zaken wordt dit via de middelenafspraak huisvesting verwerkt.
  • • 
    Daarnaast wordt naar verwachting EUR 18,5 miljoen aan inkomsten gegenereerd afkomstig uit de verkoop van vastgoed in het buitenland. In lijn met de middelenafspraak huisvesting worden dit ingezet om de huisvestingsportefeuille te moderniseren en rationaliseren.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-2018, 34 960 V, nr. 2 25

1

   Kenmerk: 2017-0000205866

2

   Kenmerk: 2018-0000017076

3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2016-2017, 34 550 V, nr. 52


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.