Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2015 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34350 A - Wijziging begroting Infrastructuurfonds 2015 (Najaarsnota).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2015 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Document­datum 30-11-2015
Publicatie­datum 02-05-2018
Kenmerk 34350-A, nr. 2
Externe link origineel bericht

2.

Tekst

MEMORIE VAN TOELICHTING (Tweede suppletoire begroting)

A. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2015 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

B. BEGROTINGSTOELICHTING

  • 1. 
    Leeswijzer
  • 2. 
    De producten

    2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

    2.2 De productartikelen

    2.3 Bijlagen

    A. Verdiepingsbijlage

    B. Projectoverzichten

  • 1. 
    Leeswijzer

Algemeen

De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor het Infrastructuurfonds is gebaseerd op de Rijksbegrotingsvoorschriften van het ministerie van Financiën.

Mede naar aanleiding van overleg met uw Kamer zijn in aanvulling op deze regelgeving voor dit fonds de onderstaande punten verwerkt.

  • In de artikelgewijze toelichting wordt in de tabel ‘Budgettaire gevolgen van uitvoering’ aangegeven welke uitvoeringsmutaties al in de ontwerpbegroting 2016 (Miljoenennota) hebben gestaan. Hierdoor wordt inzichtelijk welke informatie nieuw is voor uw Kamer en welke informatie mogelijk al betrokken is bij eerdere debatten of feitelijke vragen. Daarnaast kan gemakkelijker worden nagaan welke meerjarige consequenties een mutatie heeft; meerjarige consequenties staan immers wel in de begroting (waarnaar wordt verwezen), maar niet in de 2e suppletoire begroting (die alleen over uitvoeringsmutaties van het lopende jaar gaat).
  • De tabel ‘Budgettaire gevolgen van uitvoering’ geeft in afwijking van de Rijksbegrotingsvoorschriften een overzicht van mutaties die eerder het jaar zijn geaccordeerd (in plaats van standen), zodat de Kamer gemakkelijker kan zien in hoeverre de middelen van een productartikel reeds eerder dat jaar zijn gewijzigd.
  • Het opnemen van gedetailleerde projectinformatie in de suppletoire begrotingen conform begroting en jaarverslag (brief van 4 november 2009 naar aanleiding van toezegging verbetering informatievoorziening bij WGO van 24 juni 2009);
  • Het inzicht in de budgetten van de planuitwerkingen- en verkenningen programma’s wordt vergroot door begrotingsmutaties expliciet in de MIRT tabellen zichtbaar te maken op projectniveau (toezegging WGO van 22 juni 2011);
  • Mutaties op de beschikbare budgetten worden in de (niet voorgeschreven) Verdiepingsbijlage op artikelonderdeel niveau voor de volledige looptijd tot en met 2028 inzichtelijk gemaakt (in lijn met groeiparagraaf uit de begroting IenM voor 2013).
  • Naar aanleiding van de aanbeveling uit het rapport van de Tijdelijke commissie onderhoud en innovatie spoor (Kamerstukken II, 2011/2012, 32 707, nr. 9, blz. 22) wordt de volgende normering gehanteerd bij het toelichten van begrotingsmutaties. Dit houdt in dat artikelonderdelen en projecten, waarbij het verschil kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht (tenzij beleidsmatig toch relevant). Vanaf het begrotingsjaar 2016 zal worden gewerkt met een rijksbrede uniforme normering (zie Kamerstukken II, 2014/2015, 31 865, nr. 69).
 

Begrotingsbedrag

Verschil

< € 4,5 miljoen

> 50%

€ 4,5 - € 22,5 miljoen

> € 2,5 miljoen

> € 22,5 miljoen

> 10%

> € 50 miljoen

> € 5 miljoen

Opbouw

Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatiebehoefte verder kan worden ingezoomd. Het wetsvoorstel is als volgt opgebouwd.

  • 1. 
    Allereerst is de begroting(wet)staat voor het Infrastructuurfonds voor het jaar 2015 opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld.
  • 2. 
    Daarna is eerst op hoofdlijnen (paragraaf 2.1) inzicht verstrekt in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijziging van de begroting. Hiermee wordt snel een indruk verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel.
  • 3. 
    In de artikelgewijze toelichting (paragraaf 2.2) zijn in de tabellen ‘Budgettaire gevolgen van uitvoering’ de mutaties in de 2e suppletoire begroting uitgesplitst in miljoenennota- en najaarsnotamutaties. De miljoenennotamutaties zijn reeds in de, aan uw Kamer voorgelegde, ontwerpbegroting 2016 (Kamerstukken II, 2015/2016, 34 300 A, nr. 2) toegelicht. De najaarsnotamutaties worden onder de tabellen op het niveau van het artikelonderdeel toegelicht. Dit rekening houdend met de normering zoals eerder met uw Kamer is gedeeld.
  • 4. 
    Als onderdeel van de artikelgewijze toelichting is in de verdiepingsbijlage per productartikel een meerjarige (voor de volledige looptijd van het fonds) begrotingsmutatietabel op artikelonderdeelniveau opgenomen. In deze tabel worden de mutaties vanaf de ontwerpbegroting 2015 weergegeven, waarbij de miljoenennota- en najaarsnotamutaties zijn verbijzonderd.
  • 5. 
    Tenslotte zijn in de bijlage van dit wetsvoorstel de MIRT-projecttabellen met de realisatieprojecten alsmede de verkenningen en planuitwerking programma’s opgenomen waarin de begrotingsmutaties op projectniveau zichtbaar zijn gemaakt. Deze MIRT-tabellen zijn voorzien van toelichtingen indien sprake is van een wijziging in het kasbudget 2015, een wijziging in het taakstellend projectbudget en/of als wijzigingen optreden in de oplevering van het project ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2016 (Kamerstukken II, 2015/2016, 34 300 A, nr. 2). In de kolom vorig is de stand Ontwerpbegroting 2016 opgenomen. Ten aanzien van de toelichtingen wordt rekening houdend met de normering zoals eerder met uw Kamer is gedeeld.
  • 2. 
    De producten

Dit wetsvoorstel sluit aan bij de Najaarsnota 2015 van het Ministerie van Financiën en bevat alleen begrotingsmutaties die betrekking hebben op de uitvoering van reeds ingezet beleid.

De mutaties zijn hieronder in tabelvorm weergegeven en toegelicht.

De budgettaire gevolgen van de begrotingsmutaties zijn verder onder 2.2 op de productartikelen zichtbaar gemaakt.

2.1 Overzicht uitgaven- en ontvangsten mutaties

Toelichting

  • 1. 
    De Najaarsnota 2015 laat een voordelig saldo zien van € 126,0 miljoen; dit saldo wordt gevormd door € 155,9 miljoen aan lagere uitgaven en € 29,9 miljoen aan lagere ontvangsten. Het voordelig saldo wordt met name veroorzaakt door artikel 13 Spoorwegen waar sprake is van € 240,5 miljoen aan lagere uitgaven, waarvan € 170,5 miljoen op Aanleg. Het voordelig saldo wordt in 2016 aan het Infrastructuurfonds toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft. Voor een toelichting wordt verwezen naar de artikelgewijze toelichting (paragraaf 2.2).
  • 2. 
    Eind juli 2015 heeft ProRail het verzoek tot vaststelling van de subsidie 2014 bij IenM ingediend. Hieruit blijkt dat ProRail € 35,1 miljoen aan IenM zal terugbetalen in verband met vervallen maatregelen. Dit bedrag is aan de investeringsruimte Spoorwegen toegevoegd en wordt via het saldo 2015 doorgeschoven naar 2016.
  • 3. 
    Van de totale teruggave door het Rijksvastgoedbedrijf, als gevolg van een doorgevoerde tariefsverlaging 2015, heeft € 7,6 miljoen betrekking op huisvestingkosten van RWS.
  • 4. 
    Tussen minister Blok voor Wonen en Rijksdienst en de vertegenwoordigers van de vakbonden, is een CAO-akkoord gesloten voor rijksambtenaren. Onderdeel hiervan is een eenmalige uitkering van € 500 bruto in 2015. Voor IenM betreft dit € 11,6 miljoen om uitvoering te geven aan dit loonakkoord. Hiervan wordt € 1,7 miljoen binnen de IenM begroting zelf gereserveerd en wordt er € 9,8 miljoen overgeboekt vanuit het ministerie van Financiën naar IenM. Daarnaast wordt er € 1,9 miljoen doorgeschoven naar 2016, omdat een deel van de aan de uitkering gekoppelde pensioenlasten van het loonakkoord in 2016 blijkt te vallen. De verdeling van de eenmalige uitkering binnen IenM loopt via Hoofdstuk XII artikel 99 Nominaal en onvoorzien en wordt bij Tweede suppletoire begroting verdeeld over Hoofdstuk XII (€ 3,6 miljoen), het Infrastructuurfonds (€ 5,0 miljoen) en het Deltafonds (€ 1,1 miljoen). 

2.2 De productartikelen

In de tabellen budgettaire gevolgen van uitvoering zijn de mutaties in de 2e suppletoire begroting uitgesplitst in miljoenennota- en najaarsnotamutaties. De miljoenennotamutaties zijn reeds in de, aan uw Kamer voorgelegde, ontwerpbegroting 2016 (Kamerstukken II, 2015/2016, 34 300 A, nr. 2) toegelicht. De najaarsnotamutaties worden onder de tabellen op het niveau van het artikelonderdeel toegelicht. Dit rekening houdend met de normering zoals eerder met uw Kamer is gedeeld.

Als onderdeel van de artikelgewijze toelichting is in de verdiepingsbijlage per productartikel een meerjarige (voor de volledige looptijd van het fonds) begrotingsmutatietabel op artikelonderdeelniveau opgenomen. In deze tabel worden de mutaties vanaf de ontwerpbegroting 2015 weergegeven, waarbij de miljoenennota- en najaarsnotamutaties zijn verbijzonderd.

Artikel 12 Hoofdwegennet

12.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Op dit artikelonderdeel vinden bij Najaarsnota in grote lijnen twee mutaties plaats die per saldo leiden tot een verhoging van € 54,9 miljoen. Een verhoging als gevolg van de verwerking van het saldo 2015 (€ 55,6 miljoen) met daartegenover een verlaging als gevolg van een correctie bij SAA deeltraject A9 Gaasperdammerweg (€ 0,7 miljoen).

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een nadelig saldo zien van € 55,6 miljoen. Deze hogere uitgaven in 2015 binnen het programma Vervanging en Renovatie worden veroorzaakt door de brug bij Ewijk (de renovatie is vertraagd, zoals gemeld in het Jaarverslag 2014), de Galecopperbrug (het opvullen van het wegdek met hogesterktebeton), de Velsertunnel (besloten is de tunnel voor één langere periode te sluiten in plaats van twee kortere en vanwege extra maatregelen voor minder hinder) en de Stichtse Brug (de planning is door de opdrachtnemer gewijzigd met een positief effect op de hinder voor de omgeving en het verkeer). Het nadelig saldo wordt in 2016 op dit artikelonderdeel in mindering gebracht, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Correctie SAA deeltraject A9 Gaasperdammerweg

In 2014 is de DBFM aanbesteding van de A9 Gaasperdammerweg, deelproject van de A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere, afgerond. In de ontwerpbegroting 2016 zijn de budgettaire reeksen vanaf 2015 omgezet om de aan de beschikbaarheidsvergoedingen te kunnen voldoen. Bij deze DBFM-conversie waren de niet gerealiseerde middelen in 2014 ten onrechte niet meegenomen. In de Najaarsnota 2015 vindt een correctie plaats door het in 2014 niet gerealiseerde deel ook over te hevelen van de artikelonderdelen 12.02 Beheer, onderhoud en vervanging (€ 0,7 miljoen) en 12.03 Aanleg (€ 0,1 miljoen) naar 12.04 Geïntegreerde contractvormen (€ 0,8 miljoen).

12.03 Aanleg

Op dit artikelonderdeel vinden bij Najaarsnota in grote lijnen drie mutaties plaats die per saldo leiden tot een verhoging van € 116,9 miljoen. Ten eerste vindt een verhoging plaats als gevolg van de verwerking van het saldo 2015 (€ 126,2 miljoen). Hier tegenover staan verlagingen als gevolg van een overboeking naar het BTW compensatiefonds voor de A76 Aansluiting Nuth (€ 4,7 miljoen), overboekingen in het kader van het programma Beter Benutten (€ 4,5 miljoen) en een correctie bij SAA deeltraject A9 Gaasperdammerweg (€ 0,1 miljoen). Daarnaast vindt een fasewisseling van een project plaats.

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een nadelig saldo zien van € 126,2 miljoen. Op artikelonderdeel 12.03 Aanleg wordt, zoals gemeld in de begroting, gewerkt met een overprogrammering (in 2015 € 145,0 miljoen). Ten opzichte van de programmering wordt minder gerealiseerd (€ 18,8 miljoen), wat leidt tot een overschrijding van € 126,2 miljoen. Voor een nadere (projectgewijze) toelichting wordt verwezen naar de toelichtingen bij de afzonderlijke MIRT-projecttabellen (bijlage 2.3b). Het nadelig saldo wordt in 2016 op dit artikelonderdeel in mindering gebracht, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

BTW-compensatiefonds: A76 Aansluiting Nuth

Het Rijk levert een bijdrage aan het regionale project A76 Aansluiting Nuth. Een deel van deze bijdrage loopt via het BTW-compensatiefonds (BCF). In 2015 wordt € 4,7 miljoen aan het BCF overgeboekt.

Programma Beter Benutten

In het kader van het programma Beter Benutten wordt dit artikelonderdeel in 2015 met € 4,5 miljoen verlaagd, te weten:

  • Een overboeking naar het Provinciefonds en het BTW-compensatiefonds als gevolg van een bijdrage aan de provincie Flevoland voor de uitvoering van de maatregel multimodale overslaghaven Flevokust (€ 2,0 miljoen).
  • Een overboeking naar Hoofdstuk XII artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid ten behoeve van Intelligente Transport Systemen (€ 4,5 miljoen, waarvan € 3,2 miljoen in 2015 en € 1,3 miljoen in 2016).
  • Een bijdrage van het Havenbedrijf Rotterdam voor de maatregel om bergingsbedrijven weer te laten patrouilleren op de Ruit van Rotterdam (€ 0,7 miljoen).

Correctie SAA deeltraject A9 Gaasperdammerweg

In 2014 is de DBFM aanbesteding van de A9 Gaasperdammerweg, deelproject van de A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere, afgerond. In de ontwerpbegroting 2016 zijn de budgettaire reeksen vanaf 2015 omgezet om de aan de beschikbaarheidsvergoedingen te kunnen voldoen. Bij deze DBFM-conversie waren de niet gerealiseerde middelen in 2014 ten onrechte niet meegenomen. In de Najaarsnota 2015 vindt een correctie plaats door het in 2014 niet gerealiseerde deel ook over te hevelen van de artikelonderdelen 12.02 Beheer, onderhoud en vervanging (€ 0,7 miljoen) en 12.03 Aanleg (€ 0,1 miljoen) naar 12.04 Geïntegreerde contractvormen (€ 0,8 miljoen).

Fasewisseling projecten

Het project A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel is overgegaan van de planuitwerkingsfase (12.03.02) naar de realisatiefase (12.03.01).

12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Op dit artikelonderdeel vinden bij Najaarsnota in grote lijnen twee mutaties plaats die per saldo leiden tot een verlaging van € 23,1 miljoen. Een verlaging als gevolg van de verwerking van het saldo 2015 (€ 23,9 miljoen) met daartegenover een verhoging als gevolg van een correctie bij SAA deeltraject A9 Gaasperdammerweg (€ 0,8 miljoen).

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een voordelig saldo zien van € 23,9 miljoen. Deze lagere uitgaven worden veroorzaakt door diverse projecten. Voor een nadere (projectgewijze) toelichting wordt verwezen naar de toelichtingen bij de afzonderlijke MIRT-projecttabellen (bijlage 2.3b). Het voordelig saldo wordt in 2016 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Correctie SAA deeltraject A9 Gaasperdammerweg

In 2014 is de DBFM aanbesteding van de A9 Gaasperdammerweg, deelproject van de A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere, afgerond. In de ontwerpbegroting 2016 zijn de budgettaire reeksen vanaf 2015 omgezet om de aan de beschikbaarheidsvergoedingen te kunnen voldoen. Bij deze DBFM-conversie waren de niet gerealiseerde middelen in 2014 ten onrechte niet meegenomen. In de Najaarsnota 2015 vindt een correctie plaats door het in 2014 niet gerealiseerde deel ook over te hevelen van de artikelonderdelen 12.02 Beheer, onderhoud en vervanging (€ 0,7 miljoen) en 12.03 Aanleg (€ 0,1 miljoen) naar 12.04 Geïntegreerde contractvormen (€ 0,8 miljoen).

12.09 Ontvangsten

Op dit artikelonderdeel vinden bij Najaarsnota in grote lijnen 3 mutaties plaats die per saldo leiden tot een verlaging van € 43,6 miljoen. Ten eerst vindt een verlaging plaats als gevolg van de verwerking van het saldo 2015 (€ 46,9 miljoen). Hier tegenover staan verhogingen als gevolg van de grondopbrengst IODS convenant (€ 2,5 miljoen) en een bijdrage van het Havenbedrijf Rotterdam aan het programma Beter Benutten (€ 0,7 miljoen).

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een nadelig saldo zien van € 46,9 miljoen. Deze lagere ontvangsten worden met name veroorzaakt door de volgende projecten:

  • A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere (€ 14,0 miljoen): de bijdrage van de gemeente Amstelveen is reeds in 2014 ontvangen.
  • N33 Assen-Zuidbroek (€ 12,0 miljoen): de bijdrage van de Gemeente Veendam wordt later ontvangen als gevolg van een lopende discussie inzake de overdracht van gronden. Daarnaast zullen de medefinanciers een deel van de bijdrage niet betalen vanwege een verwachte meevaller binnen het project. De exacte omvang van de meevaller wordt na het afronden van het project bepaald.
  • N35 Wijthem-Nijverdal (€ 10,0 miljoen): de bijdrage van de provincie Overijssel wordt later ontvangen omdat de voorbereidende werkzaamheden voor dit project nog lopen.
  • A7 Zuidelijke Ringweg Groningen (€ 6,2 miljoen): om de afspraken tussen de provincie Groningen en de belastingdienst over het verrekenen van BTW-kosten te faciliteren, is het ontvangstenritme aangepast.

Het nadelig saldo wordt in 2016 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Grondopbrengst IODS convenant

Met de gemeente Midden-Delfland is op grond van het IODS (Integrale Ontwikkeling tussen Delft en Schiedam) convenant afgesproken dat ze ter waarde van € 2,5 miljoen grond beschikbaar zouden krijgen van het Rijk. Op verzoek van de gemeente is dit vanuit het taakstellend budget van de A4 Delft-Schiedam met een geldbedrag beschikbaar gesteld (in plaats van via een grondoverdracht). De gronden zijn nu door het Rijk verkocht. Door verkoop van grond wordt € 2,5 miljoen ontvangen. Deze middelen zijn niet nodig voor de realisatie van de A4 Delft-Schiedam en daarom toegevoegd aan de investeringsruimte Hoofdwegennet en worden doorgeschoven naar 2016.

Programma Beter Benutten

Het Havenbedrijf Rotterdam draagt € 0,7 miljoen bij aan het programma Beter Benutten voor de maatregel om bergingsbedrijven weer te laten patrouilleren op de Ruit van Rotterdam.

Verplichtingen

De lagere verplichtingen bij Najaarsnota worden met name veroorzaakt door:

  • De aanbestedingsprocedure van het project A7 Zuidelijke Ringweg Groningen heeft langer geduurd dan verwacht (€ 621,4 miljoen). Deze langere aanbestedingsprocedure is met name het gevolg van beroepen bij de Raad van State met daarbij een tussentijds uitgesproken tussenvonnis van de Raad.
  • Een groot deel (€ 495,5 miljoen) van de lagere verplichtingen wordt met name veroorzaakt door ontwikkelingen bij diverse projecten op het gebied van vastgoedaankopen, nadeelcompensaties, het verleggen van kabels en leidingen en andere inzichten in het afsluiten van de contracten (gefaseerd in plaats van in één keer).
  • Het afboeken van verplichtingenbudget bij diverse projecten om de totale verplichtingen in lijn te brengen met de totale uitgaven (€ 140,9 miljoen).

Artikel 13 Spoorwegen

13.03 Aanleg

Op dit artikelonderdeel vinden bij Najaarsnota in grote lijnen vijf mutaties plaats die per saldo leiden tot een verlaging van € 167,2 miljoen. Ten eerste vinden verlagingen plaats als gevolg van de verwerking van het saldo 2015 (€ 170,5 miljoen), een overboeking naar het Provinciefonds / BTW-compensatiefonds voor het project “Vervanging overweg Nieuweweg Noord” (€ 2,9 miljoen) en de verlaging van het projectbudget OV-terminal Utrecht (€ 1,5 miljoen). Hier tegenover staan verhogingen als gevolg van de ophoging van het projectbudget van NSP Breda (€ 5,1 miljoen), diversen (1,9 miljoen) en een overboeking vanuit artikel 14 Regionaal/lokale infrastructuur voor het project Groningen-Leeuwarden (€ 0,7 miljoen). Daarnaast is sprake van een nieuw project en vinden een aantal fasewisselingen plaats.

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een voordelig saldo zien van € 170,5 miljoen. Op artikelonderdeel 13.03 Aanleg is in 2015 sprake van een onderprogrammering van € 108,0 miljoen. Ten opzichte van de programmering wordt er minder gerealiseerd (€ 62,5 miljoen), wat leidt tot een onderschrijding van € 170,5 miljoen. Voor een nadere (projectgewijze) toelichting wordt verwezen naar de toelichtingen bij de afzonderlijke MIRT-projecttabellen (bijlage 2.3b). Het voordelig saldo wordt in 2016 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Provinciefonds / BTW-compensatiefonds: Vervanging overweg Nieuweweg Noord

Ter vervanging van de huidige overweg Nieuweweg Noord door twee spoortunnels (Nieuweweg Noord en Voorpoort in Veenendaal) wordt vanuit het projectbudget Vleuten-Geldermalsen 4/6 sporen (inclusief restbudget Randstadspoor) € 2,9 miljoen naar het Provinciefonds (ten gunste van de provincie Utrecht) en het BTW-compensatiefonds overgemaakt.

OV-terminal Utrecht

In de ontwerpbegroting 2016 is het projectbudget van de OV-terminal Utrecht met € 65,9 miljoen opgehoogd. Op basis van de aanvullende subsidieaanvraag bleek dat er een bedrag van € 64,4 miljoen benodigd is. Het verschil van € 1,5 miljoen is weer aan de investeringsruimte Spoorwegen toegevoegd.

NSP Breda

Het projectbudget van de OV-terminal Breda is met € 13,4 miljoen opgehoogd (waarvan € 5,1 miljoen in 2015 en € 8,3 miljoen in 2016) in verband met het afhandelen van een claim van de aannemerscombinatie voor meerwerk en vertragingskosten, extra bouwkosten en het aanvullen van de post onvoorzien voor risico's tot het einde van het project. Dekking heeft plaatsgevonden vanuit de investeringsruimte Spoorwegen.

Diversen

Dit betreft verhogingen (desalderingen) van de projectbudgetten Punctualiteit- en capaciteitsknelpunten, Regionet, Geluidsaneringsprogramma en Calandbrug (€ 1,4 miljoen) naar aanleiding van, op het ontvangstenartikel geboekte, afrekeningen en een in 2015 ontvangen EU subsidie voor een uitgevoerd project binnen het programma Kleine functiewijzigingen (€ 0,5 miljoen).

Groningen-Leeuwarden

Voor de aanvullende planstudie- en realisatiebeschikking voor het project Groningen-Leeuwarden (ESGL) wordt € 37,4 miljoen (waarvan € 0,7 miljoen in 2015, € 25,9 miljoen in 2016 en € 10,8 miljoen in 2017) overgeboekt vanuit artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur

Nieuw programma

Voor de aanpak van Niet-actief beveiligde overwegen (NaBo’s) is € 10 miljoen overgeboekt vanuit het Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) naar het nieuw in het realisatieprogramma opgenomen programma Aanpak Niet-actief beveiligde overwegen. Hiermee wordt een deel van de beschikbare Rijksmiddelen voor overwegen gebruikt. Het uitgangspunt daarbij is cofinanciering van de voorgestelde maatregelen door de regio, rekening houdend met beperkte financiële kaders bij zowel IenM als de regio. Met het budget kan een aantal NaBo’s met een hoog risicoprofiel, waar reeds plannen voor in ontwikkeling zijn, worden aangepakt.

Fasewisseling projecten

De deelprojecten “PHS Overweg Klompersteeg” (betreft de spoorkruisingen Nieuweweg Noord en Voorpoort in Veenendaal) en LVO Ermelo/Telgterweg zijn overgegaan van de planuitwerkingsfase (13.03.04) naar de realisatiefase (13.03.01).

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

De verlaging Bij Najaarsnota van € 11,9 miljoen wordt veroorzaakt door de verwerking van het saldo 2015.

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een voordelig saldo zien van € 11,9 miljoen. Deze lagere uitgaven worden met name veroorzaakt doordat voor de periode tot 1 oktober 2015 weer een rentebijstelling (hedging adjustment) heeft plaatsgevonden als gevolg van vertraging in het proces rondom de herfinanciering van Infraspeed. Daarnaast schuiven, als gevolg van uitgestelde besluitvorming over geluid en zettingen, de daarmee samenhangende werkzaamheden van Infraspeed door naar 2016. Het voordelig saldo wordt in 2016 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

13.08 Investeringsruimte

Op dit artikelonderdeel vinden bij Najaarsnota in grote lijnen vier mutaties plaats die per saldo leiden tot een verlaging van € 22,3 miljoen. Ten eerste vinden verhogingen plaats als gevolg van de vaststelling van BOV-subsidie 2014 (€ 35,1 miljoen) en vrijval bij de OV-terminal Utrecht (€ 1,5 miljoen). Hier tegenover staan verlagingen als gevolg van de ophoging van het projectbudget van NSP Breda (€ 5,1 miljoen) en de verwerking van het saldo 2015 (€ 53,7 miljoen).

Vaststelling BOV-subsidie 2014

Eind juli 2015 heeft ProRail het verzoek tot vaststelling van de subsidie 2014 bij IenM ingediend. Hieruit blijkt dat ProRail € 35,1 miljoen aan IenM zal terugbetalen in verband met vervallen maatregelen. Dit bedrag is aan de investeringsruimte Spoorwegen toegevoegd en wordt via het saldo 2015 doorgeschoven naar 2016.

OV terminal Utrecht

In de ontwerpbegroting 2016 is het projectbudget van de OV-terminal Utrecht met € 65,9 miljoen opgehoogd. Na de definitieve indiening door ProRail van de aanvullende subsidieaanvraag is gebleken dat er een bedrag van € 64,4 miljoen benodigd is. Het verschil van € 1,5 miljoen is aan de investeringsruimte Spoorwegen toegevoegd en wordt via het saldo 2015 doorgeschoven naar 2016.

NSP Breda

Het projectbudget van de OV-terminal Breda is met € 13,4 miljoen opgehoogd (waarvan € 5,1 miljoen in 2015 en € 8,3 miljoen in 2016) in verband met het afhandelen van een claim van de aannemerscombinatie voor meerwerk en vertragingskosten, extra bouwkosten en het aanvullen van de post onvoorzien voor risico’s tot het einde van het project. Dekking heeft plaatsgevonden vanuit de investeringsruimte Spoorwegen.

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een voordelig saldo zien van € 53,7 miljoen. Bovenstaande toevoegingen aan de investeringsruimte Spoorwegen worden naar 2016 verschoven. In 2015 wordt geen nieuwe dekking vanuit de investeringsruimte Spoorwegen voorzien, waardoor de resterende middelen ook naar 2016 schuiven.

Ontvangsten

De verhoging bij Najaarsnota van € 38,0 miljoen wordt veroorzaakt door de vaststelling BOV-subsidie 2014 (€ 35,1 miljoen), diversen (€ 1,9 miljoen) en de verwerking van het saldo 2015 (€ 1,1 miljoen).

Vaststelling BOV-subsidie 2014

Eind juli 2015 heeft ProRail het verzoek tot vaststelling van de subsidie 2014 bij IenM ingediend. Hieruit blijkt dat ProRail € 35,1 miljoen aan IenM zal terugbetalen in verband met vervallen maatregelen. Dit bedrag is toegevoegd aan de investeringsruimte Spoorwegen.

Diversen

Dit betreft verhogingen (desalderingen) van de projectbudgetten Punctualiteit- en capaciteitsknelpunten, Regionet, Geluidsaneringsprogramma en Calandbrug (€ 1,4 miljoen) naar aanleiding van afrekeningen en een in 2015 ontvangen EU subsidie voor een uitgevoerd project binnen het programma Kleine functiewijzigingen (€ 0,5 miljoen).

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een voordelig saldo zien van € 1,1 miljoen. Deze hogere ontvangsten worden veroorzaakt doordat pas na afloop van 2015 bekend zal zijn of de compensatie aan NS voor de treindiensten naar België over het jaar 2015 aan de orde is (€ 3,3 miljoen) Hier tegenover staan lagere ontvangsten omdat de doorbelasting van kosten van decentrale lijnen aan de decentrale overheden voor een deel pas in latere jaren plaatsvindt (€ 2,2 miljoen). Het voordelig saldo wordt in 2016 op dit artikelonderdeel in mindering gebracht, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Verplichtingen

De hogere verplichtingen bij Najaarsnota worden met name veroorzaakt doordat de subsidieverlening BOV voorafgaand aan het jaar waarin de uitgaven worden gedaan zal plaatsvinden, conform de bepaling in het besluit Infrastructuurfonds (€ 1.270,7 miljoen). Hier tegenover staan lagere verplichtingen die met name worden veroorzaakt doordat:

  • Er in 2015 geen subsidieaanvragen meer worden verwacht voor het programma Sporendriehoek Noord-Nederland (€ 58,3 miljoen).
  • Het verplichtingenbudget op het artikelonderdeel 13.04 Geïntegreerde contractvormen is verlaagd als gevolg van de lagere uitgaven in 2015 en een bijstelling in verband met de doorwerking 2014 (€ 54,3 miljoen).
  • De middelen op de investeringsruimte Spoorwegen worden doorgeschoven naar 2016 (€ 53,7 miljoen).
  • De overeenkomst met de gemeente Amsterdam voor het project Amsterdam CS, fietsenstalling naar verwachting pas in 2016 gesloten (€ 23,6 miljoen).

Artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur

14.03 RSP – ZZL: Pakket Bereikbaarheid

De verlaging bij Najaarsnota van € 6,5 miljoen wordt veroorzaakt door de verwerking van het saldo 2015 (€ 5,8 miljoen) en een overboeking naar artikel 13 Spoorwegen voor het project Groningen-Leeuwarden (€ 0,7 miljoen).

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een voordelig saldo zien van € 5,8 miljoen. Deze lagere uitgaven worden veroorzaakt doordat bij het project Groningen-Leeuwarden de uitvoeringsovereenkomst tussen de provincie Groningen, de gemeente Groningen en IenM later is getekend dan verwacht waardoor de start van de conditionerende werkzaamheden is opgeschoven. Daarnaast is bij het project Sporen in Assen sprake van vertraging als gevolg van personele capaciteitsproblemen bij de aannemer. Het voordelig saldo wordt in 2016 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Groningen-Leeuwarden

Voor de aanvullende planstudie- en realisatiebeschikking voor het project Groningen-Leeuwarden (ESGL) wordt € 37,4 miljoen (waarvan € 0,7 miljoen in 2015, € 25,9 miljoen in 2016 en € 10,8 miljoen in 2017) overgeboekt naar artikel 13 Spoorwegen.

Verplichtingen

De lagere verplichtingen bij Najaarsnota worden met name veroorzaakt doordat het project Verkeersruit Eindhoven niet wordt voorgezet (€ 272,3 miljoen) en door de hierboven gemelde vertragingen bij de projecten Groningen-Leeuwarden en Sporen in Assen (€ 82,7 miljoen).

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

De verhoging bij Najaarsnota van € 5,1 miljoen wordt veroorzaakt door de verwerking van het saldo 2015.

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een nadelig saldo zien van € 5,1 miljoen. Deze per saldo hogere uitgaven worden veroorzaakt:

  • Door het project Impuls Groot Onderhoud binnen het programma Vervanging en Renovatie (€ 11,4 miljoen). Momenteel loopt de aanbesteding van het aanlegproject Nieuwe Zeesluis Terneuzen. In verband met de bereikbaarheid van de haven van Gent gedurende de bouwfase van de Nieuwe Zeesluis Terneuzen is met de aannemer de planning bijgesteld om de huidige Oost- en West sluis Terneuzen voor 1 januari 2017 gereed te hebben.
  • Hier tegenover staan lagere uitgaven op de Vervanging en Renovatie projecten volgend uit Risico Inventarisatie Natte Kunstwerken (€ 4,8 miljoen). Enkele maatregelen die in 2015 zijn uitgevoerd zijn goedkoper gebleken, anderen schuiven door naar 2016 zodat deze in een ander project kunnen worden opgepakt.
  • Daarnaast is sprake van lagere uitgaven op Overdracht Brokx-Nat doordat de overdracht van Rijkskanalen aan de provincie Drenthe niet meer in 2015 plaatsvindt (€ 1,5 miljoen).

Het nadelig saldo wordt in 2016 op dit artikelonderdeel in mindering gebracht, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

15.03 Aanleg

De verlaging bij Najaarsnota van € 31,1 miljoen wordt veroorzaakt door de verwerking van het saldo 2015.

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een voordelig saldo zien van € 31,1 miljoen. Op artikelonderdeel 15.03 Aanleg wordt, zoals gemeld in de begroting, gewerkt met een overprogrammering (in 2015 € 35,0 miljoen). Ten opzichte van de programmering wordt er minder gerealiseerd (€ 66,1 miljoen), wat leidt tot een onderschrijding van € 31,1 miljoen. Voor een nadere (projectgewijze) toelichting wordt verwezen naar de toelichtingen bij de afzonderlijke MIRT-projecttabellen (bijlage 2.3b). Het voordelig saldo wordt in 2016 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

De verlaging bij Najaarsnota van € 3,5 miljoen wordt veroorzaakt door de verwerking van het saldo 2015.

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een voordelig saldo zien van € 3,5 miljoen. Het voordelig saldo wordt voor € 2 miljoen veroorzaakt doordat een deel van de kosten voor het project Sluis Limmel nog ten laste van het oorspronkelijke artikelonderdeel 15.03 Aanleg komen. Daarnaast vallen de uitgaven in 2015 € 1,5 miljoen lager uit. Het voordelig saldo wordt in 2016 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Ontvangsten

De verlaging bij Najaarsnota van € 15,8 miljoen wordt veroorzaakt door de verwerking van het saldo 2015.

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een voordelig saldo zien van € 15,8 miljoen. De ontvangsten bij het project Berging Baltic Ace (€ 12,2 miljoen) zijn een jaar eerder binnengekomen dan verwacht. Ook worden de hogere ontvangsten veroorzaakt door het Verkeersbegeleidingstarief (€ 4,7 miljoen) en het project Quick Wins Binnenhavens (€ 1,4 miljoen). Daarnaast zijn er ook lagere ontvangsten op het programma Impuls Dynamisch Verkeersmanagement Vaarwegen (€ 2,5 miljoen). Het voordelig saldo wordt in 2016 op dit artikelonderdeel in mindering gebracht, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Verplichtingen

De hogere verplichtingen bij Najaarsnota worden met name veroorzaakt doordat in 2015 de contract close voor de projecten Zeetoegang IJmond (€ 750,0 miljoen) en 3e Kolk Beatrixsluis (€ 195,0 miljoen) wordt gesloten. Hier tegenover staan lagere verplichtingen die met name worden veroorzaakt door:

  • De versnelde ontvangsten voor de projecten Zeesluis Gent-Terneuzen (€ 120,0 miljoen) en Zeetoegang IJmond (€ 56,7 miljoen) zijn in de Voorjaarsnota 2015 door middel van een kasschuif via het generale beeld naar latere jaren geschoven. De verplichtingenbudgetten zijn echter ten onrechte in 2015 blijven staan. Hiervoor wordt nu gecorrigeerd.
  • Op het project Maasroute/modernisering fase 2 is het verplichtingenbudget volgens de projectplanning niet in 2015 benodigd (€ 108,7 miljoen).

Artikel 17 Megaprojecten verkeer en vervoer

17.02 Betuweroute

De verlaging bij Najaarsnota van € 2,5 miljoen wordt veroorzaakt door de verwerking van het saldo 2015.

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een voordelig saldo zien van € 2,5 miljoen. Deze lagere uitgaven worden veroorzaakt doordat de plasbrandverkleinende maatregelen voor het grootste deel pas in 2016 worden uitgevoerd. Het voordelig saldo wordt in 2016 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

17.03 Hogesnelheidslijn-Zuid

De verlaging bij Najaarsnota van € 20,0 miljoen wordt veroorzaakt door de verwerking van het saldo 2015 (€ 19,5 miljoen) en het onderzoek naar de betonkwaliteit op de HSL-Zuid (€ 0,5 miljoen).

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een voordelig saldo zien van € 19,5 miljoen. Deze lagere uitgaven worden met name veroorzaakt doordat de besluitvorming over de te nemen geluidsmaatregelen meerdere keren is uitgesteld vanwege inspraak van belanghebbenden. Daarnaast zijn de onderzoeken naar de zettingsproblematiek nog niet afgerond, waardoor de maatregelen nog niet zijn gestart. Het voordelig saldo wordt in 2016 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Onderzoek betonkwaliteit

Het onderzoek naar de betonkwaliteit op de HSL-Zuid wordt door ProRail uitgevoerd. Hiervoor wordt er € 0,5 miljoen overgeboekt naar het artikelonderdeel 13.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging.

17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

De verhoging bij Najaarsnota van € 1,8 miljoen wordt veroorzaakt door de verwerking van het saldo 2015.

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een nadelig saldo zien van € 1,8 miljoen. Deze hogere uitgaven worden veroorzaakt door een aanvulling op de uitwerkingsovereenkomst met het Havenbedrijf Rotterdam als gevolg van de verbreding van het Breeddiep. Het nadelig saldo wordt in 2016 op dit artikelonderdeel in mindering gebracht, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

17.07 ERTMS

De verlaging bij Najaarsnota van € 12,7 miljoen wordt veroorzaakt door de verwerking van het saldo 2015.

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een voordelig saldo zien van € 12,7 miljoen. Deze lagere uitgaven worden met name veroorzaakt door het later op gang komen van de inhoudelijke werkzaamheden van het programma en daarmee ook het moment waarop specifieke werkzaamheden bij ProRail, NS en externe expertise volop van start zijn gegaan. Het voordelig saldo wordt in 2016 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten

18.03 Intermodaal vervoer

De verlaging bij Najaarsnota van € 2,5 miljoen wordt veroorzaakt door de verwerking van het saldo 2015.

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een voordelig saldo zien van € 2,5 miljoen. Deze lagere uitgaven worden veroorzaakt doordat op het project RSC Maasvlakte eerst in 2016 een evaluatie wordt uitgevoerd voordat wordt bepaald of de lopende subsidieregeling (spoorgoederen knooppunten) wordt verlengd. Het voordelig saldo wordt in 2016 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

18.06 Externe veiligheid

De verlaging bij Najaarsnota van € 3,1 miljoen wordt veroorzaakt door de verwerking van het saldo 2015.

Saldo 2015

De Najaarsnota 2015 laat een voordelig saldo zien van € 3,1 miljoen. Deze lagere uitgaven worden veroorzaakt doordat de gesprekken en onderhandelingen over de aankoop van woningen langer duren dan voorzien en deze zullen niet allemaal voor het einde van het jaar zijn afgerond. Het voordelig saldo wordt in 2016 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

18.08 Netwerkoverstijgende kosten

De verhoging bij Najaarsnota van € 10,3 miljoen wordt veroorzaakt door de tariefverlaging RVB (€ 7,6 miljoen), het CAO akkoord (€ 1,3 miljoen) en diversen (€ 1,4 miljoen).

Tariefverlaging RVB

Van de totale teruggave door het Rijksvastgoedbedrijf, als gevolg van een doorgevoerde tariefsverlaging 2015, heeft € 7,6 miljoen betrekking op huisvestingkosten van RWS.

CAO akkoord

Tussen minister Blok voor Wonen en Rijksdienst en de vertegenwoordigers van de vakbonden, is een CAO-akkoord gesloten voor rijksambtenaren. Onderdeel hiervan is een eenmalige uitkering van € 500 bruto in 2015. Voor IenM betreft dit € 11,6 miljoen om uitvoering te geven aan dit loonakkoord. Hiervan wordt € 1,7 miljoen binnen de IenM begroting zelf gereserveerd en wordt er € 9,8 miljoen overgeboekt vanuit het ministerie van Financiën naar IenM. Daarnaast wordt er € 1,9 miljoen doorgeschoven naar 2016, omdat een deel van de aan de uitkering gekoppelde pensioenlasten van het loonakkoord in 2016 blijkt te vallen. De verdeling van de eenmalige uitkering binnen IenM loopt via Hoofdstuk XII artikel 99 Nominaal en onvoorzien en wordt bij Tweede suppletoire begroting verdeeld over Hoofdstuk XII (€ 3,6 miljoen), het Infrastructuurfonds (€ 5,0 miljoen) en het Deltafonds (€ 1,1 miljoen). 

Diversen

Dit betreft diverse bijdragen van het ministerie van Economische Zaken voor meerwerk ecologie, KEC/MEP 2.0 (€ 0,3 miljoen), voor adviezen in verband met diverse RCR projecten (€ 0,2 miljoen), voor de uitvoering van enkele RCR projecten (€ 0,2 miljoen) voor adviseringskosten EEZ zones (€ 0,1 miljoen) en voor het inpassingsplan RCR gaswinning Oppenhuizen (€ 0,1 miljoen). Daarnaast wordt budget overgeboekt van de begroting Hoofdstuk XII voor de realisatie van klimaat- en energiedoelen (€ 0,5 miljoen).

Verplichtingen

De hogere verplichtingen bij Najaarsnota worden met name veroorzaakt door de teruggave door het Rijksvastgoedbedrijf, als gevolg van een doorgevoerde tariefsverlaging 2015.

Artikel 19 Bijdragen ten laste van begroting Hoofdstuk XII

2.3 Bijlagen

A. Verdiepingsbijlage

In de verdiepingsbijlage is per productartikel een meerjarige (voor de volledige looptijd van het fonds) begrotingsmutatietabel op artikelonderdeelniveau opgenomen. In deze tabel worden de mutaties vanaf de ontwerpbegroting 2015 weergegeven, waarbij de miljoenennota- en najaarsnotamutaties zijn verbijzonderd. De miljoenennotamutaties zijn reeds in de, aan uw Kamer voorgelegde, ontwerpbegroting 2016 (Kamerstukken II, 2015/2016, 34 300 A, nr. 2) toegelicht. De najaarsnotamutaties worden in de artikelgewijze toelichting (paragraaf 2.2) conform de normering toegelicht.

Artikel 12 Hoofdwegennet

Artikel 13 Spoorwegen

Artikel 14 Regionaal, Lokale infrastructuur

Artikel 15 Hoofdvaarwegen

Artikel 17 Megaprojecten verkeer en vervoer

Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten

Artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

B. Projectoverzichten

In deze bijlage zijn de MIRT projecttabellen met de realisatieprojecten alsmede de verkenningen en planuitwerking programma’s opgenomen waarin de begrotingsmutaties op projectniveau zichtbaar zijn gemaakt. Deze MIRT-tabellen zijn voorzien van toelichtingen indien sprake is van een wijziging in het kasbudget 2015, een wijziging in het taakstellend projectbudget en/of als wijzigingen optreden in de oplevering van het project ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2016 (Kamerstukken II, 2015/2016, 34 300 A, nr. 2). In de kolom vorig is de stand Ontwerpbegroting 2016 opgenomen. Ten aanzien van de toelichtingen wordt rekening houdend met de normering zoals eerder met uw Kamer is gedeeld.

Artikel 12 Hoofdwegennet

Realisatieprogramma

  • 1. 
    Bij het project N50 Ramspol-Ens zijn minder risico’s opgetreden dan geraamd. Daarnaast is bij een aantal projecten sprake van vertraagde onderhandelingen over nadeelcompensatie.
  • 2. 
    De lagere uitgaven in 2015 zijn enerzijds het gevolg van een aangepaste fasering van de snelheidsverhogingen binnen de geldende randvoorwaarde van veiligheid en milieu. Anderzijds speelt dat de tot nu toe gemaakte uitgaven voor de aanpak van de veiligheidsmaatregelen, voorafgaand aan de invoering van de snelheidsverhoging op die wegvlakken, lager zijn uitgevallen dan eerder geraamd.
  • 3. 
    De verlegging van een gasleiding bij de A15-N3 door de Gasunie wordt in 2016 uitgevoerd in plaats van in 2015.
  • 4. 
    De lagere uitgaven in 2015 worden voornamelijk veroorzaakt door het project knooppunt Gouwe. Het project is inmiddels opengesteld voor verkeer, maar enkele resterende werkzaamheden worden later uitgevoerd en ook de facturering loopt achter.
  • 5. 
    Doordat de DBFM conversie van het deeltraject A9 Gaasperdammerweg en het opstellen van de ontwerpbegroting 2016 elkaar hebben gekruist, is de aangepaste kasplanning niet in de ontwerpbegroting 2016 opgenomen.
  • 6. 
    De hogere uitgaven in 2015 worden voornamelijk veroorzaakt doordat de aannemer eind 2014 een nieuwe termijnbetaalstaat heeft ingediend. Daarnaast zijn een paar grote facturen in december 2014 pas in 2015 tot betaling gekomen.
  • 7. 
    Er is sprake van vertraagde onderhandelingen over nadeelcompensatie. Hierdoor zijn de uitgaven in 2015 lager dan verwacht.
  • 8. 
    In dit vervlechtingsproject worden de planuitwerking en de (voorbereiding van de) uitvoering zoveel mogelijk parallel geschakeld. Op grond hiervan werd na gunning (juni 2015) al een ander kasritme verwacht. Het gewijzigde kasritme heeft zich inderdaad voorgedaan, maar in grotere mate dan verwacht waardoor er in 2015 hogere uitgaven zijn gedaan.
  • 9. 
    De risicovoorziening van het project N50 Ens-Emmeloord is in 2015 niet benodigd en schuift door naar 2016. Ook is er sprake van vertraging bij het verleggen van een waterleiding.
  • 10. 
    De hogere uitgaven in 2015 worden veroorzaakt doordat het project sneller is uitgevoerd dan verwacht.
  • 11. 
    De aankoop van vastgoed en het uitvoeren van natuurcompensatie is vertraagd.
  • 12. 
    Dit project is overgegaan van de planuitwerkingsfase (12.03.02) naar de realisatiefase (12.03.01).
  • 13. 
    De hogere uitgaven in 2015 worden veroorzaakt doordat de 7-jarige garantiebetalingen worden afgekocht.
  • 14. 
    Met de aannemer is overeenstemming bereikt over verschillende betalingen, waaronder een doorgeschoven betaling uit 2014 voor tunneltechnische installaties, waardoor de uitgaven in 2015 hoger uitvallen dan verwacht.
  • 15. 
    Een deel van de afrondende werkzaamheden, o.a. het aanbrengen van deklagen en het afkopen van nieuw areaal, zijn sneller uitgevoerd.
  • 16. 
    De lagere uitgaven in 2015 en het lagere projectbudget worden veroorzaakt door een afstorting in het BTW-compensatiefonds.
  • 17. 
    De hogere uitgaven in 2015 worden veroorzaakt door extra testinspanningen als gevolg van voortschrijdende inzichten over testaanpak aanleg tunnels.
  • 18. 
    Enkele onteigeningstrajecten duren langer dan verwacht. Hierdoor zijn er in 2015 lagere uitgaven.
  • 19. 
    De lagere uitgaven in 2015 worden veroorzaakt doordat de verkeersveiligheidsmaatregelen op de N35 tussen Wijthmen en Nijverdal vertraging hebben opgelopen. Dit is nader toegelicht in de reactie van 9 oktober 2015 op de Kamervragen van lid Visser en lid Hoogland.
  • 20. 
    De afrondende werkzaamheden door de gemeente in het gebied Leeuwarden-Noord zijn vertraagd.
  • 21. 
    De lagere uitgaven in 2015 worden met name veroorzaakt door vertraging in de uitgaven voor vastgoedaankopen, kabels en leidingen.

Planuitwerkingsprogramma

  • 1. 
    De verlaging van het projectbudget wordt per saldo veroorzaakt door:
    • Een overboeking naar het Provinciefonds en het BTW-compensatiefonds als gevolg van een bijdrage aan de provincie Flevoland voor de uitvoering van de maatregel multimodale overslaghaven Flevokust (€ 2,0 miljoen).
    • Een overboeking naar Hoofdstuk XII artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid ten behoeve van Intelligente Transport Systemen (€ 4,5 miljoen)
    • Een bijdrage van het Havenbedrijf Rotterdam voor de maatregel om bergingsbedrijven weer te laten patrouilleren op de Ruit van Rotterdam (€ 0,7 miljoen).

Geïntegreerde contractvormen

  • 1. 
    Als gevolg van minder voertuigpassages vallen de uitgaven voor de aflossing van de Tunnel de Noord en de Wijkertunnel lager uit dan geraamd.
  • 2. 
    De hogere uitgaven in 2015 hebben betrekking op vastgoeduitgaven en meerwerk in het kader van de NOP/VOP lijst. De NOP/VOP lijst is een lijst met restpunten, op het gebied van tunneltechnische installaties, voor de Coentunnel.
  • 3. 
    Bij de aanleg van het aquaduct is een andere betonsoort is gebruikt, waardoor er sprake van hogere uitgaven in 2015.
  • 4. 
    De hogere uitgaven in 2015 betreffen het aanpassen van de afrit Maarsbergen en het verplaatsen van het Dynamisch Route-informatiepaneel (DRIP).
  • 5. 
    Door een aangepaste overeenkomst met de aannemers is het kasritme gewijzigd.
  • 6. 
    De lagere uitgaven in 2015 hebben betrekking op de meevaller binnen het project. De definitieve vaststelling van de meevaller en verrekening met partijen die bijdragen aan het project vindt naar verwachting eind 2016/begin 2017 plaats.

Artikel 13 Spoorwegen

Realisatieprogramma Personenvervoer

  • 1. 
    Voor de aanpak van Niet-actief beveiligde overwegen (Nabo’s) is € 10 miljoen overgeboekt vanuit het Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) naar het nieuw in het realisatieprogramma opgenomen programma Aanpak Niet-actief beveiligde overwegen. Hiermee wordt een deel van de beschikbare Rijksmiddelen voor overwegen gebruikt. Het uitgangspunt daarbij is cofinanciering van de voorgestelde maatregelen door de regio, rekening houdend met beperkte financiële kaders bij zowel IenM als de regio. Met het budget kan een aantal NaBo’s met een hoog risicoprofiel, waar reeds plannen voor in ontwikkeling zijn, worden aangepakt.
  • 2. 
    Het verschil tussen begroot en geprognosticeerd wordt met name verklaard doordat een deel van de bovenbouw scope van het project Vleuten - Geldermalsen/Randstadspoor tezamen met de PHS DSSU scope in één geïntegreerd contract wordt uitgevoerd om raakvlakken en risico’s te verminderen en ‘tijdelijke werkzaamheden’ (desinvesteringen) te voorkomen. De kosten zouden volgens een vaste verdeelsleutel tussen beide projecten verdeeld worden. Dit betekende echter een administratieve last voor ProRail (iedere factuur moest procentueel verdeeld worden over de projecten), zonder dat dit bijdroeg aan de beheersbaarheid van de projecten. Om die reden is besloten de uitgaven voor de samengevoegde scope in vier vaste termijnen tussen beide projecten te verrekenen. Dit heeft geleid tot aanpassing in de kasstroom van beide projecten, waarbij het totaaleffect kostenneutraal is. Het projectbudget is verhoogd naar aanleiding van de faseovergang van het PHS deelproject “Overweg Klompersteeg” (betreft de spoorkruisingen Nieuweweg Noord en Voorpoort in Veenendaal). De uitgaven voor dit project was geraamd op 13.03.04 en is nu overgeboekt naar 13.03.01.
  • 3. 
    De lagere uitgaven in 2015 worden voornamelijk veroorzaakt door een gunstig aanbestedingsresultaat op het programma Emplacementen op orde en het verkrijgen van minder Treinvrije Periode’s (TVP’s) dan geprognosticeerd waardoor de uitvoering van een aantal deelprojecten binnen het programma Kleine Functiewijzigingen is vertraagd.
  • 4. 
    De lagere uitgaven in 2015 worden veroorzaakt doordat beoordeling door ProRail van de door de aannemer ingediende termijnstaten nog niet volledig heeft kunnen plaatsvinden als gevolg van onvolledige keuringsformulieren en leveringsdocumenten. Hierdoor kon de rechtmatigheid nog niet worden vastgesteld en heeft de aannemer de termijnstaten gecorrigeerd en naar beneden bijgesteld. Daarnaast is er vertraging ontstaan bij de levering van materialen waardoor eerder geprognosticeerde uitgaven lager zijn uitgevallen. Bovenstaande oorzaken hebben geen effect op de verwachte indienststellingsdatum van het project.
  • 5. 
    Zie toelichting onder 2.
  • 6. 
    Het projectbudget van de OV-terminal Breda is met € 13,4 miljoen opgehoogd (waarvan € 5,1 miljoen in 2015 en € 8,3 miljoen in 2016) in verband met het afhandelen van een claim van de aannemerscombinatie voor meerwerk en vertragingskosten, extra bouwkosten en het aanvullen van de post onvoorzien voor risico’s tot het einde van het project. Dekking heeft plaatsgevonden vanuit de investeringsruimte Spoorwegen.
  • 7. 
    Voor het deelproject Traject Oost Driebergen Zeist was het de verwachting dat in 2015 een overeenkomst gesloten zou worden tussen NS en de provincie Utrecht waarna de bijdrage voor de P+R aan de provincie Utrecht zou worden overgemaakt. Naar verwachting zal de overeenkomst niet meer in 2015 gesloten worden.
  • 8. 
    Voor de aanvullende planstudie- en realisatiebeschikking voor het project Groningen-Leeuwarden (ESGL) is € 37,4 miljoen overgeboekt vanuit artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur.

Realisatieprogramma Goederenvervoer

  • 1. 
    Het project Optimalisering Goedercorridor Rotterdam-Genua wordt gedeeltelijk gefinancierd via het programma Beheer, onderhoud en vervanging. De lagere uitgaven in 2015 worden met name verklaard doordat een groter deel van de in 2015 uitgevoerde werkzaamheden, gelet op de aard van deze werkzaamheden, ten laste van het programma BOV moest worden gebracht.
  • 2. 
    De hogere uitgaven in 2015 worden voornamelijk verklaard door niet geprognosticeerd meerwerk waarvoor het projectbudget onvoorzien is aangesproken.

Planuitwerkingsprogramma Personenvervoer

  • 1. 
    De verlaging van het projectbudget wordt veroorzaakt door de faseovergang van het PHS deelproject “Overweg Klompersteeg” (betreft de spoorkruisingen Nieuweweg Noord en Voorpoort in Veenendaal). Dit deelproject is overgeboekt van het planstudieprogramma (13.03.04) naar het realisatieprogramma (13.03.01).
  • 2. 
    Voor de aanpak van Niet-actief beveiligde overwegen (Nabo’s) is € 10 miljoen overgeboekt vanuit het Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) naar het nieuw in het realisatieprogramma opgenomen programma Aanpak Niet-actief beveiligde overwegen.

Planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer

Geïntegreerde contractvormen

  • 1. 
    De lagere uitgaven in 2015 worden met name veroorzaakt doordat voor de periode tot 1 oktober 2015 weer een rentebijstelling (hedging adjustment) heeft plaatsgevonden als gevolg van vertraging in het proces rondom de herfinanciering van Infraspeed. Daarnaast schuiven, als gevolg van uitgestelde besluitvorming over geluid en zettingen, de daarmee samenhangende werkzaamheden van Infraspeed door naar 2016.

Artikel 14 Regionale en Lokale infrastructuur

Realisatieprogramma

  • 1. 
    De verlaging van het projectbudget wordt door veroorzaakt door een storting in het BTW-compensatiefonds.

Planuitwerkingsprogramma

Projectoverzicht Regio specifiek

  • 1. 
    De lagere uitgaven in 2015 worden veroorzaakt doordat bij het project Groningen-Leeuwarden de uitvoeringsovereenkomst tussen de provincie Groningen, de gemeente Groningen en IenM later is getekend dan verwacht, waardoor de start van de conditionerende werkzaamheden is opgeschoven. Daarnaast is bij het project Sporen in Assen sprake van vertraging als gevolg van personele capaciteitsproblemen bij de aannemer. De verlaging van het totale projectbudget wordt veroorzaakt doordat in verband met het afgeven van zowel een (aanvullende) planstudiebeschikking als de realisatiebeschikking voor het project Groningen-Leeuwarden (ESGL) € 37,4 miljoen is overgeboekt naar artikel 13 Spoorwegen.

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Realisatieprogramma

  • 1. 
    Het project VerkeersManagementCentrale van Morgen (VCM) en enkele projecten gericht op het verbeteren van informatie-uitwisseling tussen marktpartijen, overheid en het ontlasten van knelpunten lopen door tot eind 2015. Het project Verkeersmanagement Ondersteuning Scheepvaart (VOS) zal doorlopen tot na 2015. Het resterende budget wordt ingezet voor de werkzaamheden die in 2015 en 2016 worden uitgevoerd.
  • 2. 
    Vanwege een scopewijzing binnen het project Zuid-Willemsvaart-Wilhelminakanaal loop de uitvoering langer door.
  • 3. 
    De uitgaven in 2015 vallen lager uit dan geraamd vanwege vertraging van het areaalonderzoek, de conditionering en de voortgang van grondaankopen.
  • 4. 
    In verband met de verschuiving van het moment waarop de kanaalpeilverlaging wordt doorgevoerd zijn ook bepaalde werkzaamheden doorgeschoven naar 2016.
  • 5. 
    Van een aantal werkzaamheden waarbij het nog onbekend was in welk jaar deze uitgevoerd zouden gaan worden is er duidelijkheid gekomen omtrent de betalingsmomenten. Hierdoor zijn er in 2015 hogere uitgaven geweest.
  • 6. 
    Doordat de levering van materialen later heeft plaatsgevonden dan gepland is er in 2015 minder uitgegeven voor capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Rijn Scheldeverbinding. Dit heeft geen effect op de verwachte oplevering.
  • 7. 
    De uitvoering wordt niet meer in 2015 voorzien omdat het uitwerken van technische specificaties meer tijd heeft gekost dan gedacht.
  • 8. 
    In 2015 is dit project overgegaan van de planuitwerkingsfase (15.03.02) naar de realisatiefase (15.03.01), waardoor het kasritme moet worden aangepast.

Planuitwerkingsprogramma

Artikel 17 Megaprojecten verkeer en vervoer

Betuweroute

  • 1. 
    De lagere uitgaven in 2015 worden veroorzaakt doordat de plasbrandverkleinende maatregelen voor het grootste deel pas in 2016 worden uitgevoerd.

HSL-zuid

  • 1. 
    De lagere uitgaven in 2015 worden met name veroorzaakt doordat de besluitvorming over de te nemen geluidsmaatregelen meerdere keren is uitgesteld vanwege inspraak van belanghebbenden. Daarnaast zijn de onderzoeken naar de zettingsproblematiek nog niet afgerond, waardoor de maatregelen nog niet zijn gestart.

Project Mainportontwikkeling Rotterdam

  • 1. 
    De hogere uitgaven in 2015 worden veroorzaakt door een aanvulling op de uitwerkingsovereenkomst met het Havenbedrijf Rotterdam als gevolg van de verbreding van het Breeddiep.

ERTMS

  • 1. 
    De lagere uitgaven in 2015 worden met name veroorzaakt door het later op gang komen van de inhoudelijke werkzaamheden van het programma en daarmee ook het moment waarop specifieke werkzaamheden bij ProRail, NS en externe expertise volop van start zijn gegaan.

ZuidasDok

  • 1. 
    Het project ZuidasDok is overgegaan van de planuitwerkingsfase naar de realisatiefase.

Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten

Intermodaal vervoer

De lagere uitgaven in 2015 worden veroorzaakt doordat op het project RSC Maasvlakte eerst in 2016 een evaluatie wordt uitgevoerd voordat wordt bepaald of de lopende subsidieregeling (spoorgoederen knooppunten) wordt verlengd.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.