Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2015 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34210 C - Wijziging begroting provinciefonds 2015 (Voorjaarsnota).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2015 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Document­datum 01-06-2015
Publicatie­datum 02-05-2018
Kenmerk 34210-C, nr. 2
Externe link origineel bericht

2.

Tekst

34 000 C Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2015 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2015 te wijzigen.

Het begrotingsartikel wordt in onderdeel B. van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 3

Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben de provincies gezamenlijk recht op het bedrag dat in de begroting als verplichting voor het totaal van de algemene uitkering c.a. is opgenomen.

Ingevolge artikel 5, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet, hebben de provincies gezamenlijk recht op de bedragen die in de begroting als verplichting voor het totaal van de integratie-uitkeringen en het totaal van de decentralisatie-uitkeringen zijn opgenomen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.H.A. Plasterk

De Staatssecretaris van Financiën,

E.D. Wiebes

B. BEGROTINGSTOELICHTING

Leeswijzer

Bij de eerste suppletoire begroting ligt de nadruk niet op de beleidsprioriteiten, zoals in de ontwerpbegroting 2015, maar op de mutaties ten opzichte van deze ontwerpbegroting. De terugkoppeling over het gevoerde beleid in relatie tot de beleidsprioriteiten, zal centraal staan in de financiële verantwoording over 2015.

De indeling van deze suppletoire begroting is als volgt. Paragraaf 1 start met het beschrijven van de beleidsmutaties. Kort zal worden toegelicht wat de omvang en de reden van de uitgavenmutaties is. Vervolgens wordt in paragraaf 2 (“het beleidsartikel”), ingegaan op de “budgettaire gevolgen van beleid”. Deze paragraaf geeft inzicht in de integrale uitgaven die samenhangen met de hoofdbeleidsdoelstelling. Hierin worden de veranderingen op artikelonderdeel-niveau belicht. Tot slot, in paragraaf 3 en 4, een overzicht van de integratie-uitkeringen en de decentralisatie-uitkeringen.

  • 1. 
    Het beleid

Overzicht uitgavenmutaties:

In de onderstaande overzichtstabel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste mutaties die zich in de periode vanaf de ontwerpbegroting 2015 tot en met de eerste suppletoire begroting 2015 hebben voorgedaan in de uitgaven. De weergegeven mutaties (€ 50.945.000) worden onder de tabel afzonderlijk toegelicht.

Toelichting op de beleidsmutaties:

1a en b) Wijziging betalingsverloop algemene uitkering en decentralisatie-uitkeringen 2014

In het Jaarverslag en Slotwet 2014 van het provinciefonds is vastgesteld hoe de in 2014 gerealiseerde uitbetalingen voor de algemene-uitkering, integratie-uitkeringen en decentralisatie-uitkeringen aan de provincies zich verhouden tot het bedrag dat bij de 2e suppletoire begroting 2014 voor de uitbetalingen is geraamd. Daarbij is gebleken dat er bij de algemene uitkering hogere uitbetalingen zijn gedaan dan bij Najaarsnota 2014 werden verwacht. Het gaat hierbij om een verschil van € 113.000. Bij de decentralisatie-uitkeringen is € 2.000 minder uitgekeerd. Voor een verklaring van deze verschillen wordt verwezen naar de Slotwet van het provinciefonds (Kamerstukken II, 2014-2015, 34 200 C, Nrs. 3 en 4). In deze 1e suppletoire begroting 2015 van het provinciefonds worden de algemene uitkering met € -113.000 en de decentralisatie-uitkeringen met € 2.000 bijgesteld.

2a en b) Accres tranche 2014

Het definitieve accres over begrotingsjaar 2014 wordt berekend op basis van de stand van het Financieel Jaarverslag Rijk en wordt verwerkt in deze 1e suppletoire begroting 2015 van het provinciefonds. Voor 2014 wordt het accres ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 2015 verlaagd met € 11,77 miljoen. Het totale accres voor 2014 wordt daarmee € 31,365 miljoen. Daarnaast wordt de structurele doorwerking van het accres 2014 verwerkt in deze 1e suppletoire begroting 2015 van het provinciefonds. Dit is het verschil tussen het geboekte accres 2014 in de ontwerpbegroting 2015 (€ 43,135 miljoen) en het geboekte accres 2014 in deze 1e suppletoire begroting 2015 (€ 31,365 miljoen).

3) Accres tranche 2015

Het accres 2015 is onderdeel van de normeringssystematiek. Als gevolg van mutaties in de netto gecorrigeerde rijksuitgaven wordt het accres 2015, ten opzichte van de stand miljoenennota 2015, verlaagd met € 9,1 miljoen.

  • 4) 
    Regionale luchthavens (decentralisatie-uitkering)

Met de invoering van de Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens zijn provincies sinds 1 november 2009 het bevoegd gezag over de kleine, regionale (niet-nationale) luchtvaartterreinen. De provincies ontvangen voor de overgehevelde taken van het Rijk een financiële bijdrage in 2015 € 0,934 miljoen.

5) Natuur (decentralisatie-uitkering)

In het kader van het Decentralisatieakkoord natuur uit september 2011 gaan 400 fte’s van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) over naar de provincies. Het provinciefonds wordt in dit verband voor het jaar 2015 met € 34,167 miljoen en vanaf 2016 met structureel € 41 miljoen verhoogd.

6) Inputfinanciering Handelsregister

Voorafgaand aan de invoering van structurele Inputfinanciering Handelsregister heeft het ministerie van EZ een pilot uitgevoerd om ervaring op te doen met deze financiële systematlek. Tussen EZ en het Interprovinciaal Overleg is afgesproken dat eventueel meer of minder gebruik van provincies over deze periode zou worden verdisconteerd in de toekomstige bijdrage van de provincies voor de jaren 2015 t/m 2019. Het gaat om een meergebruik van in totaal € 34 duizend waarvan € 7 duizend wordt verrekend in 2015.

7) Generieke digitale infrastructuur

Dit bedrag betreft de bijdrage van provincies aan de generieke digitale infrastructuur (onder andere DigiD, eID, Digipoort, MijnOverheid ed.) voor het jaar 2015.

8) Bodemsanering (decentralisatie-uitkering)

2015 is het laatste jaar van het Convenant bodemontwlkkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties. In de brief van 4 september 2014 heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu de indicatieve budgetten voor 2015 bekend gemaakt. Deze budgetten worden met één uitzondering overgenomen: het budget van de gemeente Sittard-Geleen gaat over naar de provincie Limburg.

9) Beter benutten (decentralisatie-uitkering)

Dit budget van € 3,358 miljoen is bestemd voor de uitvoering van Beter Benutten-maatregelen in en door de regio Groning-Assen.

10) Green Deal (decentralisatie-uitkering)

Dit betreft een bijdrage van het ministerie van EZ in de Green Deal met de provincie Zeeland voor de benutting van restwarmte van Biopark Terneuzen d.m.v. de aanleg van een warmtetransportleiding inclusief aansluitingen.

11) Wijziging betalingsverloop kosten Financiële verhoudingswet 2014 (Financiële verhoudingswet)

Met ingang van dit jaar blijft het niet bestede deel van het onderzoeksbudget provinciefonds van jaar t-1 beschikbaar voor het provinciefonds. Het gaat om een bedrag van € 100.000 uit 2014.

  • 2. 
    Het beleidsartikel

In onderstaande tabel worden voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten de budgettaire gevolgen van beleid van het provinciefonds weergegeven. Hiermee worden de integrale uitgaven die samenhangen met de samengestelde beleidsdoelstelling (het nastreven van een adequate omvang van het provinciefonds en het nastreven van een adequate verdeling van de middelen over de provincies) inzichtelijk gemaakt.

Toelichting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Verplichtingen

In dit wetsvoorstel wordt voorgesteld de begroting van de verplichtingen van het provinciefonds voor het jaar 2015 met € 51.058.000 te muteren en te brengen op € 1.003.239.000. De mutaties worden hieronder in tabel B3 opgesomd. De toelichting bij de mutaties die onderdeel vormen van het totaalbedrag dat in deze tabel is vermeld is reeds gegeven in § 1.

Uitgaven

In dit wetsvoorstel wordt voorgesteld de begroting van de uitgaven van het provinciefonds met € 50.945.000 te muteren en te brengen op € 1.003.126.000. De mutaties worden in tabel B4 opgesomd. De mutaties die plaatsvinden met betrekking tot de verplichtingen zijn ook van toepassing op de uitgaven. Er is echter nog een mutatie, die wel effect heeft op het uitgavenbedrag 2015, maar niet op het verplichtingenbedrag 2015. Het gaat om de ‘wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2014’. De toelichting bij de mutatie die onderdeel vormt van het totaalbedrag dat in deze tabel is vermeld is reeds gegeven in § 1.

Ontvangsten

Sinds de invoering van de Financiële-verhoudingswet zijn de uitgaven en de ontvangsten op grond van artikel 4 van die wet over ieder uitkeringsjaar aan elkaar gelijk. Ten opzichte van de oorspronkelijke vastgestelde begroting van het provinciefonds voor 2015 worden de ontvangsten, analoog aan de uitgaven, met € 50.945.000 gewijzigd tot € 1.003.126.000.

  • 3. 
    Integratie-uitkeringen

Het provinciefonds bevat momenteel geen integratie-uitkeringen. Dientengevolge is tabel B5 (overzicht integratie-uitkeringen provinciefonds) niet opgenomen.

  • 4. 
    Decentralisatie-uitkeringen

In tabel B6 is een overzicht opgenomen van de decentralisatie-uitkeringen.

8

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 C, Nr. 2


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.