Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2015 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34210 A - Wijziging begroting Infrastructuurfonds 2015 (Voorjaarsnota).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2015 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Document­datum 01-06-2015
Publicatie­datum 02-05-2018
Kenmerk 34210-A, nr. 2
Externe link origineel bericht

2.

Tekst

Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2015 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2015 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

B. BEGROTINGSTOELICHTING

  • 1. 
    Leeswijzer
  • 2. 
    De producten

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

2.2 De productartikelen

2.3 Verdiepingsbijlage

  • 1. 
    Leeswijzer

Algemeen

De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor het Infrastructuurfonds is gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het ministerie van Financiën.

Mede naar aanleiding van overleg met uw Kamer zijn in aanvulling op deze regelgeving voor dit fonds de onderstaande punten verwerkt voor de eerste suppletoire begroting.

  • Het opnemen van gedetailleerde projectinformatie in de suppletoire begrotingen conform begroting en jaarverslag (brief van 4 november 2009 naar aanleiding van toezegging verbetering informatievoorziening bij WGO van 24 juni 2009);
  • Het inzicht in de budgetten van de planuitwerkingen- en verkenningen programma’s wordt vergroot door begrotingsmutaties expliciet in de MIRT tabellen zichtbaar te maken op projectniveau (toezegging WGO van 22 juni 2011);
  • Mutaties op de beschikbare budgetten worden in de (niet voorgeschreven) Verdiepingsbijlage op artikelonderdeel niveau voor de volledige looptijd tot en met 2028 inzichtelijk gemaakt (in lijn met groeiparagraaf uit de begroting IenM voor 2013).
  • Naar aanleiding van de aanbeveling uit het rapport van de Tijdelijke commissie onderhoud en innovatie spoor (Kamerstukken II, 2011/2012, 32 707, nr. 9, blz. 22) wordt de volgende normering gehanteerd bij het toelichten van begrotingsmutaties. Dit houdt in dat artikelonderdelen en projecten, waarbij het verschil kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht (tenzij beleidsmatig toch relevant).
 

Begrotingsbedrag

Verschil

< € 4,5 miljoen

> 50%

€ 4,5 - € 22,5 miljoen

> € 2,5 miljoen

> € 22,5 miljoen

> 10%

> € 50 miljoen

> € 5 miljoen

Opbouw

Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatievraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd. Deze verdiepingsslag is als volgt opgebouwd.

  • 1. 
    Allereerst is de begroting(wet)staat voor het Infrastructuurfonds voor het jaar 2015 opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld.
  • 2. 
    Daarna is eerst op hoofdlijnen (paragraaf 2.1) inzicht verstrekt in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijziging van de begroting. Hiermee kan snel een indruk worden verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel.
  • 3. 
    Via de artikelgewijze toelichting (paragraaf 2.2) worden alle beleidsmatig relevante mutaties op het niveau van het artikelonderdeel zichtbaar gemaakt, en waar zinvol en relevant, ook toegelicht. Dit rekening houdend met de norm zoals eerder met uw Kamer gedeeld.
  • 4. 
    Als onderdeel van de artikelgewijze toelichting is in de verdiepingsbijlage door middel van een meerjarige mutatietabel op artikelonderdeelniveau de aansluiting gemaakt tussen de vorige stand van de begroting en de nu voorgestelde stand. Dit voor de volledige looptijd van het fonds.
  • 5. 
    Tenslotte zijn in de verdiepingsbijlage van dit wetsvoorstel de MIRT projecttabellen met de realisatieprojecten alsmede de verkenningen en planuitwerking programma’s opgenomen waarin de begrotingsmutaties op projectniveau zichtbaar zijn gemaakt. Deze (meerjarige) MIRT- tabellen zijn voorzien van toelichtingen indien sprake is van een wijziging in het taakstellend projectbudget (anders dan door de verwerking van prijsbijstelling) en/of als wijzigingen optreden in de oplevering van het project.
  • 2. 
    De producten

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangsten mutaties

Toelichting

  • 1. 
    Voordelig saldo 2014

De begroting van het Infrastructuurfonds vertoont over het jaar 2014 een voordelig saldo van circa € 24,2 miljoen. Dit saldo wordt gevormd door de saldering van de in dat jaar gerealiseerde uitgaven en ontvangsten.

Het voordelig saldo wordt in 2015 als verhoging van de ontvangsten geboekt op het artikelonderdeel 18.10 (Saldo van de afgesloten rekeningen). In dit wetsvoorstel is naast deze ontvangstenverhoging ook het volledige voordelig saldo op de juiste uitgaven- en ontvangstenartikelen (producten) begrotingtechnisch verwerkt.

  • 2. 
    Bijdragen derden + generale kasschuif

Deze post bestaat uit diverse ontvangsten van derden. De belangrijkste bijdragen zijn een bijdrage van Vlaanderen aan het project Kanaal Gent-Terneuzen (€ 120,0 miljoen), een bijdrage van de regio aan de N35 Nijverdal-Wierden (€ 71,5 miljoen) en een bijdrage van de provincie Noord-Holland aan het project Zeetoegang IJmond (€ 56,7 miljoen). De projectuitgaven van deze projecten zijn pas in latere jaren voorzien. Middels een kasschuif via het generale beeld, worden deze financiële middelen (€ 250 miljoen) verschoven van 2015 naar 2016 (€ 100 miljoen) 2018 (€ 75 miljoen) en 2019 (€ 75 miljoen).

Tevens betreft deze post de afrekening 4e kwartaal ProRail en de terugbetaling subsidie 2013 (€ 26,7 miljoen) en boetes die de NS zijn opgelegd voor 2013/2014 (€ 5,5 miljoen).

  • 3. 
    Infraspeed

Een bedrag van € 22,5 miljoen wordt in 2015 vanuit de algemene middelen overgeboekt naar het Infrastructuurfonds als gevolg van de clausule, opgenomen in het contract tussen de Staat en Infraspeed, met betrekking tot de aftrekbaarheid van de rente op de aandeelhoudersleningen. Tot en met 2028 wordt er in totaal een bedrag van € 60,3 miljoen overgeboekt.

  • 4. 
    Overboekingen naar BDU

Dit betreft met name een overboeking naar de BDU in het kader van het programma Beter Benutten (€ 58,9 miljoen). Daarnaast vinden diverse overboekingen plaats, waarvan de belangrijkste zijn: het toekennen aan de provincie Gelderland van de tranche 2015 voor de in het Lenteakkoord van 2012 afgesproken bijdrage aan 3 spoorlijnen in Oost Nederland, een tweetal toezeggingen aan de gemeente Utrecht, de decentralisatie bijdrage Zwolle-Enschede en een bijdrage aan de aanleg van P+R voorzieningen.

  • 5. 
    Topsector Logistiek

Ter dekking van het jaarplan 2015 van de Topsector Logistiek, welke op Hoofdstuk XII wordt verantwoord, wordt het Infrastructuurfonds in de periode 2015-2020 met € 42,3 miljoen, waarvan € 8,5 miljoen in 2015, verlaagd.

  • 6. 
    Overig

In dit wetsvoorstel betreft deze post met name overboekingen van geringe omvang van en naar de begroting Hoofdstuk XII en bijdragen van andere departementen.2.2 De productartikelen

Onder de tabellen budgettaire gevolgen van uitvoering worden alle beleidsmatig relevante mutaties op het niveau van het artikelonderdeel zichtbaar gemaakt, en waar zinvol en relevant, ook toegelicht (zie leeswijzer). In de verdiepingsbijlage is een meerjarige mutatietabel opgenomen op artikelonderdeelniveau met daarbij de aansluiting tussen de vorige stand van de begroting en de nu voorgestelde stand. Dit voor de volledige looptijd van het fonds.

Artikel 12 Hoofdwegennet

12.01 Verkeersmanagement

Voor een opdracht aan RWS in het kader van het programma Verkeersmanagement en Verkeersinformatie (VMI) is € 7,7 miljoen (waarvan € 5,1 miljoen in 2015) overgeheveld vanuit artikelonderdeel 12.03 Aanleg.

12.02 Beheer, onderhoud en vervanging

De begrotingstand in 2015 wordt met € 7,3 miljoen verhoogd als gevolg van de technische verwerking van het saldo 2014. Dit betekent dat in 2014 € 7,3 miljoen minder aan de projecten van dit artikelonderdeel is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Om de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd te laten is deze verhoging in 2015 nodig.

12.03 Aanleg

Op dit artikelonderdeel vinden in grote lijnen vier mutaties plaats die leiden tot een verlaging van de begrotingsstand met € 153,0 miljoen. Een verlaging als gevolg van de verwerking van het saldo 2014 (- € 77,5 miljoen), het corrigeren van de minregel prijsbijstelling (- € 68,4 miljoen) en het programma Beter Benutten (- € 25,3 miljoen) met daartegenover een verhoging als gevolg van bijdragen van derden (€ 32,5 miljoen). Daarnaast vinden enkele fasewisselingen van projecten plaats.

Saldo 2014

De begrotingstand in 2015 wordt met € 77,5 miljoen verlaagd als gevolg van de technische verwerking van het saldo 2014. Dit betekent dat in 2014 € 77,5 miljoen meer aan de projecten van dit artikelonderdeel is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Om de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd te laten is deze verlaging in 2015 nodig.

Minregels prijsbijstelling 2013 en 2014

In 2014 is gebruik gemaakt van € 68,4 miljoen van de ruimte binnen de minregel als gevolg van de ingehouden prijsbijstelling 2013 en 2014. De afspraak is dat het kader hiervoor in het volgende jaar technisch gecorrigeerd wordt. Hierdoor wordt het uitgavenkader van dit artikelonderdeel in 2015 met € 68,4 miljoen verlaagd.

Programma Beter Benutten

In het kader van het programma Beter Benutten wordt dit artikelonderdeel in 2015 met € 25,3 miljoen verlaagd, te weten:

  • Voor de projecten Blauwe Golf, Zuid-Willemsvaart en Multimodaal vervoer wordt € 7,9 miljoen overgeheveld van het programma Beter Benutten op artikel 12 Hoofdwegennet naar het programma Beter Benutten op artikel 15 Hoofdvaarwegennet.
  • Een overboeking naar de BDU (€ 13,5 miljoen) en een overboeking naar het Provinciefonds (€ 1,4 miljoen).
  • Een overboeking naar Hoofdstuk XII ten behoeve van Intelligente Transport Systemen (€ 2,3 miljoen).

Bijdragen derden

Deze post bestaat uit de bijdragen van derden aan diverse projecten en het deels doorschuiven daarvan naar 2015. Per saldo een verhoging van het begrotingsbedrag 2015 met € 32,5 miljoen. De belangrijkste bijdragen zijn:

  • Regionale bijdrage aan de N35 Nijverdal-Wierden (€ 71,5 miljoen); de projectuitgaven zijn pas in latere jaren voorzien. Middels een kasschuif via het generale beeld, worden deze financiële middelen verschoven van 2015 naar 2016.
  • Regionale bijdrage aan de N50 Ens-Emmeloord (€ 15,7 miljoen, waarvan € 12,5 miljoen in 2015),
  • Bijdrage van de provincie Overijssel aan de N35 Wijthmen-Nijverdal (€ 10,0 miljoen)
  • RSP Zuiderzeelijn bijdrage aan de A7 Zuidelijke Ringweg Groningen (€ 55,5 miljoen, waarvan € 6,2 miljoen in 2015).

Fasewisseling projecten

De projecten A7/A8 Purmerend - Zaandam – Coenplein, N18 Varsseveld – Enschede en A7 Zuidelijke Ringweg Groningen zijn overgegaan van de planuitwerkingsfase (12.03.02) naar de realisatiefase (12.03.01).

12.04 GIV/PPS

De begrotingstand in 2015 wordt met € 7,3 miljoen verhoogd als gevolg van de technische verwerking van het saldo 2014. Dit betekent dat in 2014 € 7,3 miljoen minder aan de projecten van dit artikelonderdeel is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Om de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd te laten is deze verhoging in 2015 nodig

12.06 Netwerkgebonden kosten

De begrotingstand in 2015 wordt met € 3,6 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt met name veroorzaakt door een overheveling van begrotingsgelden in het kader van het programma Verkeersmanagement en Verkeersinformatie (€ 2,6 miljoen) en overprogrammering RWS (€ 0,8 miljoen).

Programma verkeersmanagement en Verkeersinformatie

Voor een opdracht aan RWS in het kader van het programma Verkeersmanagement en Verkeersinformatie (VMI) wordt € 4,0 miljoen (waarvan € 2,6 miljoen in 2015) overgeheveld vanuit artikelonderdeel 12.03 Aanleg.

Overprogrammering RWS

In de ontwerpbegroting 2014 heeft het kabinet besloten om op de fondsen te werken met een overprogrammering. Dit instrument heeft als doel om zorg te dragen dat vertragingen bij projecten niet onmiddellijk tot onderbesteding leidt op de fondsen. In de praktijk betekent dit dat Rijkswaterstaat eerder capaciteit voor projecten inzet dan er oorspronkelijk begroot was. Doordat de voorbereidende werkzaamheden voor deze projecten niet in een later stadium opnieuw hoeven te worden uitgevoerd is een kasschuif verwerkt van de apparaatsbudgetten vanuit de periode na 2020 naar voren, waarbij het begrotingsbedrag 2015 met € 0,8 miljoen wordt verhoogd.

12.09 Ontvangsten

Op dit onderdeel vinden 2 mutaties plaats die leiden tot een verhoging van de begrotingsstand met € 130,2 miljoen. Bijdragen derden (€ 104,0 miljoen) en verwerking saldo 2014 (€ 26,2 miljoen).

Bijdragen derden

Deze post bestaat uit de bijdragen van derden aan diverse projecten. De belangrijkste bijdragen zijn:

  • Regionale bijdrage aan de N35 Nijverdal-Wierden (€ 71,5 miljoen)
  • Regionale bijdrage aan de N50 Ens-Emmeloord (€ 15,7 miljoen, waarvan € 12,5 miljoen in 2015),
  • Bijdrage van de provincie Overijssel aan de N35 Wijthmen-Nijverdal (€ 10,0 miljoen)
  • RSP Zuiderzeelijn bijdrage aan de A7 Zuidelijke Ringweg Groningen (€ 55,5 miljoen, waarvan € 6,2 miljoen in 2015).

Saldo 2014

De begrotingstand in 2015 wordt met € 26,2 miljoen verhoogd als gevolg van de technische verwerking van het saldo 2014. Dit betekent dat in 2014 € 26,2 miljoen minder ontvangen is dan oorspronkelijk begroot.

Verplichtingen

De verplichtingenmutatie heeft voor een bedrag van € 902,1 miljoen betrekking op de bovenstaande toegelichte kasmutaties en de overloop uit 2014. Daarnaast wordt voor een bedrag van € 51,3 miljoen de verplichtingenramingen van diverse projecten bijgesteld om aan te sluiten bij de actuele projectplanningen en uitgavenramingen.

Artikel 13 Spoorwegen

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Op dit artikelonderdeel vinden 2 mutaties plaats die leiden tot een verhoging van de begrotingsstand met € 23,5 miljoen. Als gevolg van toezeggingen aan stadregio's en provincies voor een bijdrage aan de aanleg van P+R voorzieningen wordt € 6,6 miljoen overgeheveld naar Hoofdstuk XII Brede doeluitkering. Daarnaast wordt aan dit artikelonderdeel Є 30,2 miljoen toegevoegd als gevolg van de verwerking van het voordelig saldo 2014. Dit betekent dat in 2014 € 30,2 miljoen minder aan de projecten van dit artikelonderdeel is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Om de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd te laten is deze verhoging in 2015 nodig.

13.03 Aanleg

Op dit artikelonderdeel vinden in grote lijnen vijf mutaties plaats die leiden tot een verhoging van de begrotingsstand met € 57,6 miljoen, namelijk de verwerking van het saldo 2014 (€ 104,6 miljoen), het corrigeren van de minregel prijsbijstelling (-22,9 miljoen), Brede Doeluitkering (- € 19,0 miljoen), ERTMS (- € 10,6 miljoen) en bijdragen van derden (€ 5,5 miljoen).

Saldo 2014

De begrotingstand in 2015 wordt met € 104,6 miljoen verhoogd als gevolg van de technische verwerking van het saldo 2014. Dit betekent dat in 2014 € 104,6 miljoen minder aan de projecten van dit artikelonderdeel is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Om de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd te laten is deze verhoging in 2015 nodig.

Minregels prijsbijstelling 2013 en 2014

In 2014 is gebruik gemaakt van € 22,9 miljoen van de ruimte binnen de minregel als gevolg van de ingehouden prijsbijstelling 2013 en 2014. De afspraak is dat het kader hiervoor in het volgende jaar technisch gecorrigeerd wordt. Hierdoor wordt het uitgavenkader van dit artikelonderdeel in 2015 met € 22,9 miljoen verlaagd.

Brede doeluitkering

€ 19,0 miljoen wordt overgeheveld naar Hoofdstuk XII voor tranche 2015 voor projecten gefinancierd via het programma Beter Benutten Spoor, het toekennen aan de provincie Limburg van tranche 2015 ten behoeve van Heerlen-Aken, het toekennen aan de provincie Gelderland van de tranche 2015 voor de in het Lenteakkoord van 2012 afgesproken bijdrage aan 3 spoorlijnen in Oost-Nederland en een tweetal toezeggingen aan de gemeente Utrecht.

ERTMS

De uitgaven voor de pilot European Rail Traffic Management Systeem (ERTMS) Amsterdam-Utrecht zijn op artikelonderdeel 13.03 Aanleg in het Infrastructuurfonds geraamd, maar met uitzondering van de door ProRail gemaakte kosten, dienen deze op de begroting van Hoofdstuk XII te worden verantwoord. Derhalve wordt € 10,6 miljoen overgeheveld naar de begroting Hoofdstuk XII.

Bijdragen derden

Aan dit artikelonderdeel wordt € 5,5 miljoen toegevoegd als gevolg van:

  • Bijdragen van de Provincie Noord Brabant en de gemeente Vught aan het project Verdiepte ligging Vught en de ongelijkvloerse kruising Wolfskamerweg.
  • Naar aanleiding van de afgesloten bestuursovereenkomsten, de compensatieregeling aan NS voor de trajecten Breda-Antwerpen en Roosendaal-Antwerpen (indien deze uitgaven zich voordoen, worden ze verrekend met de van NS te ontvangen Concessieprijs).
  • De afrekening 4e kwartaal 2014 van ProRail.

13.04 Geïntegreerde contractvormen/ PPS

Op dit onderdeel vinden 2 mutaties plaats die leiden tot een verhoging van de begrotingsstand met € 37,1 miljoen. Infraspeed (€ 22,5 miljoen) en de verwerking van het saldo 2014 (€ 14,6 miljoen).

Infraspeed

Infraspeed is de railinfrastructuurbeheerder van de Hogesnelheidslijn Zuid. In het contract tussen de Staat en Infraspeed is een clausule opgenomen met betrekking tot de aftrekbaarheid van de rente op de aandeelhoudersleningen. Mocht blijken dat de rente voor een lager percentage dan 12 procent aftrekbaar is, dan wordt het verschil gecompenseerd door de Staat. De belastinginspecteur heeft het aftrekbare percentage vastgesteld op 6 procent, wat betekent dat de Staat volgens het contract er gehouden is aan compensatie. Voor de Staat als geheel is het compenseren van Infraspeed budgettair neutraal, immers staan tegenover de hogere uitgaven er hogere opbrengsten bij de Belastingdienst. Tot en met 2028 wordt er in totaal een bedrag van € 60,3 miljoen overgeboekt, waarvan € 22,5 miljoen in 2015.

Saldo 2014

De begrotingstand in 2015 wordt met € 14,6 miljoen verhoogd als gevolg van de technische verwerking van het saldo 2014. Dit betekent dat in 2014 € 14,6 miljoen minder aan de projecten van dit artikelonderdeel is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Om de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd te laten is deze verhoging in 2015 nodig.

13.08 Investeringsruimte

Op dit onderdeel vinden drie mutaties plaats die leiden tot een verhoging van de begrotingsstand met € 35,8 miljoen. Betalingen NS en ProRail (€ 28,0 miljoen), het oplossen van de minregel prijsbijstelling (€ 20,5 miljoen) en de verwerking van het saldo 2014 (- € 12,8 miljoen).

Betalingen NS en Prorail

Aan de investeringsruimte worden de ontvangen gelden van ProRail met betrekking tot de opgelegde boete 2014 en een terugbetaling ad. € 22,4 miljoen met betrekking tot de subsidie 2013 toegevoegd. Daarnaast wordt de aan NS opgelegde boete over 2013 en 2014 ad. € 5,5 miljoen aan de investeringsruimte toegevoegd.

Minregels prijsbijstelling 2013 en 2014

In 2014 is gebruik gemaakt van € 22,9 miljoen van de ruimte binnen de minregel als gevolg van de ingehouden prijsbijstelling 2013 en 2014. De afspraak is dat het kader hiervoor in het volgende jaar technisch gecorrigeerd wordt. Hierdoor wordt het uitgavenkader in 2015 van dit artikelonderdeel met € 20,5 miljoen en artikelonderdeel 14.01 grote regionaal/lokale projecten met € 2,4 miljoen verhoogd.

Saldo 2014

De begrotingstand in 2015 wordt met € 12,8 miljoen verlaagd als gevolg van de technische verwerking van het saldo 2014.

13.09 Ontvangsten

Bijdragen derden

Aan dit artikelonderdeel wordt € 33,6 miljoen toegevoegd met name in verband met;

  • Bijdragen (€ 6,4 miljoen) van de Provincie Noord-Brabant en de gemeente Vught aan het project Verdiepte ligging Vught en de ongelijkvloerse kruising Wolfskamerweg.
  • Naar aanleiding van de afgesloten bestuursovereenkomsten, de compensatieregeling aan NS voor de trajecten Breda-Antwerpen en Roosendaal-Antwerpen (indien deze uitgaven zich voordoen, worden ze verrekend met de van NS te ontvangen Concessieprijs) (- € 5,8 miljoen),
  • Van ProRail € 26,7 miljoen in verband met de afrekening 4e kwartaal 2014, opgelegde boete 2014 en een terugbetaling subsidie 2013,
  • Een aan NS opgelegde boete over 2013 en 2014 ad. € 5,5 miljoen.

Daarnaast wordt dit artikelonderdeel verhoogd met € 2,6 miljoen als gevolg van de verwerking van het saldo 2014.

Verplichtingen

De verplichtingenmutatie heeft voor een bedrag van € 696,7 miljoen betrekking op de bovenstaande toegelichte kasmutaties. Daarnaast wordt voor een bedrag van - € 272,4 miljoen de verplichtingenramingen van diverse projecten, met name het naar latere jaren verschuiven van het verplichtingenbudget van het project Spooraansluiting 2e fase Maasvlakte achterlandverbinding en de investeringsruimte bijgesteld, om aan te sluiten bij de actuele projectplanningen en uitgavenramingen Artikel 14 Regionale en lokale infrastructuur

14.01 Grote regionaal/lokale projecten

In 2015 wordt vanuit de investeringruimte € 6,4 miljoen overgeheveld naar Hoofdstuk XII Brede doeluitkering ten behoeve van de decentralisatie bijdrage Zwolle-Enschede. Daarnaast wordt voor het corrigeren van de minregel prijsbestelling € 2,4 miljoen toegevoegd. Als gevolg van de verwerking van het saldo 2014 wordt dit artikelonderdeel met € 10,1 miljoen verlaagd. Dit betekent dat in 2014 € 10,1 miljoen meer aan de projecten van dit artikelonderdeel is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Om de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd te laten is deze verlaging in 2015 nodig.

14.03 RSP-ZZL: Pakket Bereikbaarheid

De begrotingstand in 2015 wordt met € 14,9 miljoen verhoogd als gevolg van de technische verwerking van het saldo 2014. Dit betekent dat in 2014 € 14,9 miljoen minder aan de projecten van dit artikelonderdeel is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Om de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd te laten is deze verhoging in 2015 nodig.

14.09 Ontvangsten

De begrotingstand in 2015 wordt met € 0,6 miljoen verlaagd als gevolg van de technische verwerking van het saldo 2014. Dit betekent dat in 2014 € 0,6 miljoen meer is ontvangen dan begroot.

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

De verhoging van dit artikelonderdeel met € 20,5 miljoen betreft een bijdrage van het ministerie van Defensie van in totaal € 17,4 miljoen, waarvan € 12,3 miljoen in 2015, aan het Search and Rescue (SAR)-contract. Daarnaast wordt het artikelonderdeel verhoogd met € 8,2 miljoen als gevolg van de verwerking van het saldo 2014. Dit betekent dat in 2014 € 8,2 miljoen minder aan de projecten van dit artikelonderdeel is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Om de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd te laten is deze verhoging in 2015 nodig.

15.03 Aanleg

De verlaging van dit artikelonderdeel met € 7,7 miljoen betreft met name een drietal posten: het corrigeren van de minregels prijsbijstelling (- € 19,5 miljoen), het programma Beter Benutten (€ 7,9 miljoen) en bijdragen van derden (€ 2,9 miljoen).

Minregels prijsbijstelling 2013 en 2014

In 2014 is gebruik gemaakt van € 19,5 miljoen van de ruimte binnen de minregel als gevolg van de ingehouden prijsbijstelling 2013 en 2014. De afspraak is dat het kader hiervoor in het volgende jaar technisch gecorrigeerd wordt. Hierdoor wordt het uitgavenkader van dit artikelonderdeel in 2015 met € 19,5 miljoen verlaagd

Programma Beter Benutten

Voor de projecten Blauwe Golf, Zuid-Willemsvaart en Multimodaal vervoer is € 7,9 miljoen overgeheveld van het programma Beter Benutten op artikel 12 Hoofdwegennet naar het programma Beter Benutten op artikel 15 Hoofdvaarwegennet.

Bijdragen derden

De belangrijkste bijdragen zijn een bijdrage van Vlaanderen aan het project Kanaal Gent-Terneuzen (€ 120,0 miljoen) en een bijdrage van de provincie Noord-Holland aan het project Zeetoegang IJmond (€ 56,7 miljoen). De projectuitgaven zijn pas in latere jaren voorzien. Middels een kasschuif via het generale beeld, worden deze financiële middelen verschoven van 2015 naar 2016.

15.06 Netwerkgebonden kosten

In de ontwerpbegroting 2014 heeft het kabinet besloten om op de fondsen te werken met een overprogrammering. Dit instrument heeft als doel om zorg te dragen dat vertragingen bij projecten niet onmiddellijk tot onderbesteding leidt op de fondsen. In de praktijk betekent dit dat Rijkswaterstaat eerder capaciteit voor projecten inzet dan er oorspronkelijk begroot was. Doordat de voorbereidende werkzaamheden voor deze projecten niet in een later stadium opnieuw hoeven te worden uitgevoerd is een kasschuif verwerkt van de apparaatsbudgetten vanuit de periode na 2020 naar voren, waarbij het begrotingsbedrag 2015 met € 0,4 miljoen wordt verhoogd.

15.09 Ontvangsten

Dit artikelonderdeel betreft de bijdragen van derden aan diverse projecten. De belangrijkste bijdragen zijn een bijdrage van Vlaanderen aan het project Kanaal Gent-Terneuzen (€ 120,0 miljoen) en een bijdrage van de provincie Noord-Holland aan het project Zeetoegang IJmond (€ 56,7 miljoen). Daarnaast wordt het begrotingsbedrag met € 6,2 miljoen verhoogd als gevolg van de verwerking van het saldo 2014.

Verplichtingen

De verplichtingenmutatie heeft voor een bedrag van € 840,9 miljoen betrekking op de bovenstaande toegelichte kasmutaties en de overloop uit 2014. Daarnaast wordt voor een bedrag van - € 159,6 miljoen de verplichtingenramingen van diverse projecten bijgesteld om aan te sluiten bij de actuele projectplanningen en uitgavenramingen.

Artikel 17 Megaprojecten verkeer en vervoer

17.02 Betuweroute/17.03 Hogesnelheidslijn

De begrotingstand van deze twee artikelonderdelen wordt in 2015 met respectievelijk € 3,9 en € 9,0 miljoen verhoogd als gevolg van de technische verwerking van het saldo 2014. Dit betekent dat in 2014 minder aan deze projecten is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Om de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd te laten zijn deze verhogingen in 2015 nodig. Daarnaast wordt aan artikelonderdeel 17.03 HSL € 0,8 miljoen toegevoegd voortvloeiende uit de opbrengst van grondverkopen en het ontvangen van afkoopsommen van aannemers.

17.07 ERTMS landelijke invoer

Bij het programma ERTMS was tot op heden nog niet bekend welk bedrag (inhuur en locatie) als separaat apparaatbudget op hoofdstuk XII moest worden gereserveerd. Met deze mutatie wordt alsnog het benodigde budget (€ 14,6 miljoen waarvan € 1,5 miljoen in 2015) overgeboekt naar hoofdstuk XII artikel 98 Apparaat van het kerndepartement.

Naast de verlaging met € 1,5 miljoen wordt het begrotingsbedrag 2015 met € 22,2 miljoen verhoogd als gevolg van de verwerking van het saldo 2014. Dit betekent dat in 2014 € 22,2 miljoen minder aan ERTMS is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Om de omvang van het projectbudget meerjarig ongewijzigd te laten is deze verhoging in 2015 nodig.

17.08 ZuidasDok

De verhoging van dit artikelonderdeel met € 7,4 miljoen betreft een tweetal posten: bijdragen van derden (€ 6,6 miljoen) en de verwerking van het saldo 2014 en de conversie naar artikel 17 ( € 0,8 miljoen),

Bijdragen derden

Naar aanleiding van de bestuurlijke overeenkomst van het najaar 2014 zijn de ontvangsten en uitgaven van het project verhoogd. Het betreft de bijdragen van de gemeente Amsterdam, de stadsregio Amsterdam en de NS. Daarnaast worden vanwege de conversie naar artikel 17 de ontvangsten van alle partijen in de begroting opgenomen. Dit betekent ook dat de Rijksmiddelen die in 2013 en 2014 via de BDU aan de gemeente Amsterdam zijn verstrekt weer als ontvangst en uitgaven van het Rijk worden opgenomen. In totaal zijn de ontvangsten en uitgaven van het project met € 106,9 miljoen, waarvan € 6,6 miljoen in 2015, verhoogd.

Saldo 2014 en conversie naar artikel 17

In de ontwerpbegroting 2015 zijn de budgetten van het integrale project ZuidasDok overgeheveld naar artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer. De begrotingstand in 2015 wordt met € 0,8 miljoen verhoogd als gevolg van de technische verwerking van het saldo 2014 en de conversie naar artikel 17. Dit betekent dat in 2014 € 0,8 miljoen minder aan ZuidasDok is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Om de omvang van het projectbudget meerjarig ongewijzigd te laten is deze verhoging in 2015 nodig.

17.09 Ontvangsten

Dit betreft met name de ontvangsten in 2015 gerelateerd aan het project HSL-Zuid (€ 0,8 miljoen) en het project ZuidasDok (€ 6,6 miljoen).

Verplichtingen

De verplichtingenmutatie heeft voor een bedrag van € 123,5 miljoen betrekking op de bovenstaande toegelichte kasmutaties. Daarnaast wordt voor een bedrag van - € 40,5 miljoen de verplichtingenramingen van diverse projecten bijgesteld om aan te sluiten bij de actuele projectplanningen en uitgavenramingen.

Artikel 18 Overige uitgaven

18.02 Beter Benutten

Dit betreft een overboeking naar de BDU (€ 40,5 miljoen) en een overboeking naar het Provinciefonds (provincie Groningen) voor de uitvoering van de plannen van aanpak van de programmadirectie Beter Benutten voor de regio Groningen-Assen (€ 1,9 miljoen).

18.03 Intermodaal vervoer

18.04 Gebiedsgerichte aanpak (UPR)

18.06 Externe veiligheid

18.07 Mobiliteitsonafhankelijke kennis en expertise

De begrotingsmutaties op bovenstaande artikelonderdelen betreffen de verwerking van het saldo 2014. Dit betekent dat in 2014 op het betreffende onderdeel minder is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Om de omvang van het projectbudget meerjarig ongewijzigd te laten zijn deze verhogingen in 2015 nodig.

18.08 Netwerkoverstijgende kosten

Dit betreft met name een overboeking van het ministerie van Economische Zaken voor het project Wind op Zee (€ 1,2 miljoen).

18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen

Zoals in het algemene deel van deze memorie van toelichting reeds is aangegeven, bedraagt het voordelig saldo van het fonds over het jaar 2014 bijna € 24,2 miljoen. Dit saldo wordt gevormd door de saldering van de in dat jaar gerealiseerde uitgaven en inkomsten en wordt in 2014 geheel ten laste gebracht van de het artikelonderdeel 18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen. Bij alle uitgaven- en ontvangstenartikelen zijn in dit wetsvoorstel mutaties opgenomen, die voortvloeien uit de verdeling van het voordelig saldo van de afgesloten rekeningen naar de juiste artikelen en producten.

Verplichtingen

De verplichtingenmutatie heeft voor een bedrag van - € 35,9 miljoen betrekking op de bovenstaande toegelichte kasmutaties. Daarnaast wordt voor een bedrag van - € 7,2 miljoen de verplichtingenramingen neerwaarts bijgesteld in verband met de afboeking van de vordering van RWS op IenM.

Artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

19.09 Ten laste begroting IenM

De neerwaartse bijstelling van de ontvangsten is het gevolg van de overboekingen met de begroting Hoofdstuk XII. De belangrijkste overboekingen worden toegelicht in paragraaf 2.1. Overzicht uitgaven- en ontvangsten mutaties.

2.3 Bijlagen

A. Verdiepingsbijlage

In deze bijlage is per modaliteit een meerjarige mutatietabel opgenomen op artikelonderdeelniveau met daarbij de aansluiting tussen de vorige stand van de begroting en de nu voorgestelde stand. Dit voor de volledige looptijd van het fonds.

De mutaties zijn gerangschikt naar het soort mutatie, bijvoorbeeld overboekingen met de begroting Hoofdstuk XII, overboekingen binnen of over de artikelen, kasschuiven (over de looptijd op nul) en bijdragen van derden aan projecten (zogeheten desalderingen).

Artikel 12 Hoofdwegennet

Artikel 13 Spoorwegen

Artikel 14 Regionale en lokale infrastructuur

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Artikel 17 Megaprojecten verkeer en vervoer

Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten

Artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

B. Projectoverzichten

In deze bijlage zijn de MIRT projecttabellen met de realisatieprojecten alsmede de verkenningen en planuitwerking programma’s opgenomen waarin de begrotingsmutaties op projectniveau zichtbaar zijn gemaakt. Deze (meerjarige) MIRT- tabellen zijn voorzien van toelichtingen indien sprake is van een wijziging in het taakstellend projectbudget (anders dan door de verwerking van prijsbijstelling) en/of als wijzigingen optreden in de oplevering van het project.

Artikel 12 Hoofdwegennet

Realisatieprogramma

  • 1. 
    Het project A7/A8 Purmerend - Zaandam – Coenplein is overgegaan van de planuitwerkingsfase naar de realisatiefase. Het verschil tussen de reservering en het benodigde budget van € 4,0 miljoen wordt, vanwege bestuurlijke afspraken, teruggeboekt naar het programma Beter Benutten ten behoeve van de regio Amsterdam.
  • 2. 
    Als gevolg van de opening van de A4 Dinteloord-Bergen op Zoom wordt de N259 overgedragen aan de provincie. Hierdoor vindt er een afkoop van het beheer en onderhoud plaats, welke vanuit het budget op artikelonderdeel 12.02 Beheer, onderhoud en vervanging zal worden voldaan.
  • 3. 
    Start van het project was afhankelijk van een positieve uitspraak van de Raad van State over het Provinciaal Inpassingsplan. Uitspraak is onlangs gedaan, waardoor de Provincie Limburg kan starten met het project. Op basis hiervan is de projectplanning herijkt.
  • 4. 
    De renovatie van de oude Waalbrug (A50) is vertraagd door met name de complexiteit van de renovatie en een discussie met de aannemer over de verantwoordelijkheidsverdeling. De werkzaamheden zijn weer opgestart, afronding is in 2016 voorzien. De openstelling van 2x4 op de A50, over de oude en de nieuwe Waalbrug wordt na de jaargrens in 2017 verwacht.
  • 5. 
    Bij de gunning is gebleken dat de realisatie van de A12 Ede-Grijsoord al in 2016 mogelijk is. De aannemer heeft een slimme uitvoeringsfasering gekozen waarmee de wegverbreding sneller gerealiseerd wordt.
  • 6. 
    Het project N18 Varsseveld - Enschede is overgegaan van de planuitwerkingsfase naar de realisatiefase.
  • 7. 
    N35 Wijthmen - Nijverdal is een nieuw project binnen het realisatieprogramma Hoofdwegennet. Conform de bestuursovereenkomst draagt de provincie Overijssel € 10,0 miljoen bij en naar aanleiding van de motie van de leden Elias en Kuiken (Kamerstukken II, 2012–2013, 33 400 A, nr. 55) is € 5,0 miljoen beschikbaar gesteld vanuit het programma Meer Veilig 3. Het projectbudget bedraagt hiermee € 15,0 miljoen.
  • 8. 
    Het project A7 Zuidelijke Ringweg Groningen is overgegaan van de planuitwerkingsfase naar de realisatiefase. Het projectbudget is met € 55,5 miljoen, waarvan € 6,2 miljoen in 2015, verhoogd als gevolg van de RSP Zuiderzeelijn bijdrage.
  • 9. 
    Naar aanleiding van de motie van de leden Elias en Kuiken (Kamerstukken II, 2012–2013, 33 400 A, nr. 55), is € 5,0 miljoen beschikbaar gesteld vanuit Meer Veilig 3 voor maatregelen op de N35 Wijthmen – Nijverdal.

Planuitwerkingsprogramma

  • 1. 
    Het lagere projectbudget wordt veroorzaakt door:
  • Diverse overboekingen naar de begroting Hoofdstuk XII (in totaal € 35,1 miljoen): het verantwoorden van de uitgaven op het gebied van Intelligente Transport Systemen (ITS) om verantwoordingstechnische redenen op HXII (€ 3,9 miljoen), een bijdrage aan het jaarplan 2015 voor de Topsector Logistiek (€ 16,1 miljoen), een overboeking naar de BDU (€ 13,5 miljoen) en een overboeking naar het Provinciefonds (provincie Groningen) voor de uitvoering van de plannen van aanpak van de programmadirectie Beter Benutten voor de regio Groningen-Assen (€ 1,4 miljoen).
  • Een overboeking van Beter Benutten op artikel 12 Hoofdwegennet naar Beter Benutten op artikel 15 Hoofdvaarwegennet voor de projecten Blauwe Golf, Zuid-Willemsvaart en Multimodaal vervoer (€ 7,9 miljoen)
  • Een overboeking van het project A7/A8 Purmerend - Zaandam – Coenplein naar het programma Beter Benutten ten behoeve van de regio Amsterdam (€ 4,0 miljoen).
  • 2. 
    Op dit project stond in de periode 2015-2018 een bedrag van € 23,0 miljoen gereserveerd voor subsidies in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. Deze middelen zijn naar de begroting Hoofdstuk XII overgeheveld ten behoeve van een correcte verantwoording.
  • 3. 
    Het projectbudget is met € 71,5 miljoen verhoogd als gevolg van de bijdrage van de regio.

Geïntegreerde contractvormen

Artikel 13 Spoorwegen

Realisatieprogramma Personenvervoer

  • 1. 
    Als gevolg van het verlengen van de pilot is een deel van de hiervoor geraamde uitgaven verschoven naar 2015. Daarnaast zijn de voor 2014 geprognosticeerde uitgaven ten behoeve het vormgeven van het ERTMS expertisecentrum in afwachting van de uitkomsten van de pilot eveneens doorgeschoven naar 2015.

De verlaging van het totale projectbudget wordt veroorzaakt door het feit dat de uitgaven voor de pilot European Rail Traffic Management Systeem (ERTMS) Amsterdam - Utrecht op de operationele doelstelling 13.03 in het Infrastructuurfonds zijn geraamd, maar met uitzondering van de door ProRail gemaakte kosten op de begroting van Hoofdstuk XII verantwoord worden.

  • 2. 
    Vanuit het projectbudget Grensoverschrijdend Spoorvervoer is € 3,7 miljoen ter beschikking gesteld voor de vervanging van het huidige verouderde treinbeïnvloedingssysteem op het Belgische grensbaanvak Maastricht-Belgische grens. De aanleg van ERTMS lijkt daarbij de beste optie.

Realisatieprogramma Goederenvervoer

Planuitwerkingsprogramma Personenvervoer

  • 1. 
    Het projectbudget is verlaagd met € 7,5 miljoen in verband met het toekennen aan de provincie Gelderland van de tranche 2015 voor de in het Lenteakkoord van 2012 afgesproken bijdrage aan 3 spoorlijnen in Oost Nederland
  • 2. 
    Naar aanleiding van de af te sluiten bestuursovereenkomsten met de Provincie Noord Brabant en de gemeente Vught zijn de bijdragen aan het project Verdiepte ligging Vught en de ongelijkvloerse kruising Wolfskamerweg (totaal € 127 miljoen) toegevoegd aan het projectbudget.
  • 3. 
    Naar aanleiding van de in de vervoerconcessie 2015 vastgelegde afspraken is de compensatieregeling aan NS voor de trajecten Breda-Antwerpen en Roosendaal-Antwerpen in mindering van de uitgaven geboekt (desaldering). Indien deze uitgaven zich voordoen, worden ze verrekend met de van NS te ontvangen Concessieprijs. Deze compensatieregeling maakt daarom geen deel meer uit van de geraamde uitgaven op artikelonderdeel 13.03.04.

Planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer

Geïntegreerde contractvormen

  • 1. 
    Infraspeed is de railinfrastructuurbeheerder van de Hogesnelheidslijn Zuid. In het contract tussen de Staat en Infraspeed is een clausule opgenomen met betrekking tot de aftrekbaarheid van de rente op de aandeelhoudersleningen. Mocht blijken dat de rente voor een lager percentage dan 12 procent aftrekbaar is, dan wordt het verschil gecompenseerd door de Staat. De belastinginspecteur heeft het aftrekbare percentage vastgesteld op 6 procent, wat betekent dat de Staat volgens het contract er gehouden is aan compensatie. Voor de Staat als geheel is het compenseren van Infraspeed budgettair neutraal, immers staan tegenover de hogere uitgaven er hogere opbrengsten bij de Belastingdienst.
  • 2. 
    Artikel 14 Regionale en Lokale infrastructuur

Realisatieprogramma

Planuitwerkingsprogramma

1) Afhankelijk van besluitvorming regioProjectoverzicht Regio specifiek

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Realisatieprogramma

  • 1. 
    Het projectbudget is met € 7,9 miljoen verhoogd als gevolg van een overboeking van Beter Benutten op artikel 12 Hoofdwegennet voor de projecten Blauwe Golf, Zuid-Willemsvaart en Multimodaal vervoer

Planuitwerkingsprogramma

  • 1. 
    Het projectbudget is met € 56,7 miljoen verhoogd als gevolg van de bijdrage van de provincie Noord-Holland.
  • 2. 
    Het projectbudget is met € 120 miljoen verhoogd als gevolg van de bijdrage van Vlaanderen.Artikel 17 Megaprojecten verkeer en vervoer

Betuweroute

HSL-zuid

Project Mainportontwikkeling Rotterdam

ERTMS

ZuidasDok

  • 1. 
    Naar aanleiding van de bestuurlijke overeenkomst van het najaar 2014 zijn de ontvangsten en uitgaven van het project verhoogd. Het betreft de bijdragen van de gemeente Amsterdam, de stadsregio Amsterdam en de NS. Daarnaast worden vanwege de conversie naar artikel 17 de ontvangsten van alle partijen in de begroting opgenomen. Dit betekent ook dat de Rijksmiddelen die in 2013 en 2014 via de BDU aan de gemeente Amsterdam zijn verstrekt weer als ontvangst en uitgaven van het Rijk worden opgenomen.

Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten

Intermodaal vervoer


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.