Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2014 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34085 B - Wijziging begroting gemeentefonds 2014 (Najaarsnota).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2014 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Document­datum 28-11-2014
Publicatie­datum 02-05-2018
Kenmerk 34085-B, nr. 2
Externe link origineel bericht

2.

Tekst

Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2014 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2014 te wijzigen.

Het in die begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikel wordt in onderdeel B. van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 3

Ingevolge artikel 5, eerste lid van de Financiële-verhoudingswet juncto artikel 6, vierde lid van de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet, hebben de gemeenten gezamenlijk recht op een bedrag van € 15 606 531 000 dat in de begroting als verplichting voor het totaal van de algemene uitkeringen en de aanvullende uitkeringen is opgenomen. De verplichtingenbedragen bedoeld in artikel 5, tweede lid van de Financiële-verhoudingswet ter zake integratie-uitkeringen en decentralisatie-uitkeringen zijn respectievelijk € 1 760 891 000 en € 1 327 331 000.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.H.A. Plasterk

De Staatssecretaris van Financiën,

E.D. Wiebes

B. BEGROTINGSTOELICHTING

  • 1. 
    LEESWIJZER

Bij een suppletoire begroting ligt de nadruk niet op de beleidsprioriteiten, zoals in de ontwerpbegroting 2014, maar op de mutaties ten opzichte van deze ontwerpbegroting. De terugkoppeling over het gevoerde beleid in relatie tot de beleidsprioriteiten, zal centraal staan in de financiële verantwoording over 2014.

De indeling van deze suppletoire begroting is als volgt. Paragraaf 2.1. start met het beschrijven van de beleidsmutaties. Kort zal worden toegelicht wat de omvang en de reden van de uitgavenmutaties is. Vervolgens wordt in paragraaf 2.2. (“het beleidsartikel”), ingegaan op de “budgettaire gevolgen van beleid”. Deze paragraaf geeft inzicht in de integrale uitgaven die samenhangen met de hoofdbeleidsdoelstelling. Hierin worden de veranderingen op artikelonderdeel-niveau belicht. In paragraaf 3.1. worden de mutaties in de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven vanaf de 1e suppletoire begroting. De mutaties die nog niet eerder zijn opgenomen in een begrotingshoofdstuk worden vervolgens toegelicht in paragraaf 3.2. Tot slot wordt in de paragrafen 3.3. en 3.4. ingegaan op respectievelijk de integratie-uitkeringen en de decentralisatie-uitkeringen

  • 2. 
    DE BELEIDSMUTATIES

2.1. Overzicht beleidsmutaties

2.2. Het beleidsartikel

In onderstaande tabel worden voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten de budgettaire gevolgen van beleid van het gemeentefonds weergegeven. Hiermee worden de integrale uitgaven die samenhangen met de samengestelde beleidsdoelstelling (het nastreven van een adequate omvang van het gemeentefonds en het nastreven van een adequate verdeling van de middelen over de gemeenten) inzichtelijk gemaakt.

  • 3. 
    HET VERDIEPINGSHOOFDSTUK

3.1. Opbouw verplichtingen, uitgaven en ontvangsten vanaf de 1e suppletoire begroting

Verplichtingen

In dit wetsvoorstel wordt voorgesteld de begroting van de verplichtingen van het gemeentefonds voor het jaar 2014 met € 277 801 000 te muteren en te brengen op € 18 728 415 000.

De toelichting bij de mutaties, welke nog niet eerder zijn opgenomen in een begrotingsstuk, die onderdeel vormen van het bedrag van € 277 801 000 dat in tabel B2 is vermeld, wordt gegeven in paragraaf 3.2.

Uitgaven

In de onderstaande tabel B3 wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste mutaties die zich in de periode vanaf de ontwerpbegroting 2014 tot en met de tweede suppletoire begroting 2014 hebben voorgedaan in de uitgaven. De weergegeven mutaties, welke nog niet eerder zijn opgenomen in een begrotingsstuk, worden in paragraaf 3.2 afzonderlijk toegelicht.

In dit wetsvoorstel wordt voorgesteld de begroting van de uitgaven van het gemeentefonds voor het jaar 2014 met € 277 801 000 te muteren en te brengen op € 18 763 190 000.

Ontvangsten

Sinds de invoering van de Financiële-verhoudingswet zijn de uitgaven en de inkomsten op grond van artikel 4 van die wet over ieder uitkeringsjaar aan elkaar gelijk. Ten opzichte van de oorspronkelijke vastgestelde begroting van het gemeentefonds voor 2014 worden de ontvangsten, analoog aan de uitgaven, met € 277 801 000 gemuteerd en gebracht op € 18 763 190 000.

3.2. Toelichting op de nog niet eerder opgenomen mutaties

  • 1) 
    Oversampling WoonOnderzoek Nederland (decentralisatie-uitkering)

In 2014-2015 wordt voor de vierde keer het WoonOnderzoek Nederland (WoON) gehouden. Een aantal gemeenten ontvangt via een decentralisatie-uitkering een incidentele stimuleringsbijdrage als tegemoetkoming in de kosten van het WoonOnderzoek Nederland.

  • 2) 
    Bodemsanering (decentralisatie-uitkering)

In het kader van bodemsanering wordt een bedrag van € 4,1 miljoen toegekend aan Haarlem ten behoeve van het knelpunt Joh. Enschede.

  • 3) 
    Voortijdig Schoolverlaters-programmagelden RMC-regio’s G4 (decentralisatie-uitkering)

Dit bedrag vloeit voort uit een afspraak tussen het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap en de gemeente Amsterdam met betrekking tot continuering van het beleid van Amsterdam ten aanzien van voortijdig schoolverlaters afkomstig uit het Caribische deel van het Koninkrijk.

  • 4) 
    Gezond in de stad (decentralisatie-uitkering)

Dit betreft een toevoeging door het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport aan de decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad (GIDS-gelden). Dit is een stimuleringsprogramma voor gemeenten met wijken en/of buurten met een relatief hoge achterstandsproblematiek.

  • 5) 
    Faciliteitenbesluit opvangcentra (decentralisatie-uitkering)

Het ministerie van Veiligheid en Justitie stelt ieder jaar, op basis van het faciliteitenbesluit opvangcentra, middelen beschikbaar aan gemeenten die opvang bieden aan asielzoekers die nog niet hoeven te worden ingeschreven in de Basisregistratie Personen.

  • 6) 
    Vervolg Informatievoorziening Sociaal Domein

Dit betreft een eenmalige bijdrage van € 8 miljoen uit het gemeentefonds te behoeve van de ondersteuning van gemeenten door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten bij het inrichten van hun informatievoorziening in het sociaal domein.

  • 7) 
    Onderzoek Besluit doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen

De ministeries van Veiligheid en Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties doen gezamenlijk onderzoek naar het Besluit doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen (BDuR) en het onderdeel Brandweer en rampenbestrijding in het gemeentefonds. Genoemd bedrag (€ 62 duizend) betreft een deel van het aandeel van het ministerie van Veiligheid en Justitie in de onderzoekskosten. Het restant wordt in 2015 naar het gemeentefonds overgeheveld.

  • 8) 
    Erfgoed en Ruimte (decentralisatie-uitkering)

Deze middelen zijn toegekend door het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap uit hoofde van de beleidsnota Visie Erfgoed en Ruimte (Kiezen voor Karakter). Het betreft een eenmalige decentralisatie-uitkering aan drie gemeenten (Amsterdam, Nijmegen en Noordoostpolder).

  • 9) 
    Beter benutten (decentralisatie-uitkering)

Dit bedrag ad € 797 duizend is bestemd voor de uitvoering van de Plannen van aanpak van de programmadirectie Beter Benutten voor de gemeente Leeuwarden.

  • 10) 
    Green deals (decentralisatie-uitkering)

Dit betreft green deals die het ministerie van Economische Zaken heeft gesloten met Amsterdam (€ 117 duizend) en Den Helder (€ 325 duizend).

  • 11) 
    Onderzoek verdeelmodellen Wet maatschappelijke opvang

De ministeries van Volksgezondheid Welzijn en Sport en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties doen gezamenlijk onderzoek naar het verdeelmodel van de Wet maatschappelijke opvang 2015. Genoemd bedrag (€ 195 duizend) betreft het aandeel van het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport in de onderzoekskosten.

  • 12) 
    Pilot integraal persoonsgebonden budget (decentralisatie-uitkering)

De gemeenten Delft en Woerden gaan een pilot uitvoeren op het gebied van een integraal persoonsgebonden budget. Het invoeren van een integraal persoonsgebonden budget moet leiden tot samenhang tussen verschillende vormen van gemeentelijk beleid in het sociaal domein. Hierbij wordt onderzocht tegen welke knelpunten men aanloopt, wat er dient te worden aangepast en voor welke doelgroep een integraal persoonsgebonden budget toepasbaar zou zijn. De bijdrage ad € 365 duizend is bedoeld voor het projectteam van de pilot.

  • 13) 
    Implementatie Participatiewet (decentralisatie-uitkering)

In het kader van de implementatie Participatiewet ontvangen de 35 centrumgemeenten in 2014 € 3,5 miljoen. Totaal gaat het om € 35 miljoen voor de periode 2014-2016. De centrumgemeenten worden op deze manier in staat gesteld de samenwerking met het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen en werkgevers binnen de werkbedrijven nader vorm te geven.

  • 14) 
    Eigen kracht (decentralisatie-uitkering)

Het programma Eigen Kracht heeft betrekking op het activeren van vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt richting werk. De decentralisatie-uitkering voor dit beleid bedraagt in 2014 € 330.000 voor 11 gemeenten.

  • 15) 
    Lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen en transgenders-emancipatiebeleid (decentralisatie-uitkering)

Via de decentralisatie-uitkering LHBT (Lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen en transgender personen) ontvangen 29 gemeenten in 2014 elk € 10.000. Deze gemeenten zetten zich in voor de doelstelling de ‘veiligheid, weerbaarheid en sociale acceptatie van lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen en transgenders verder te bevorderen in Nederland en waar mogelijk ook internationaal’.

3.3.Integratie-uitkeringen

Als een toevoeging aan de algemene uitkering van het gemeentefonds in één keer bezwaarlijk is vanwege de omvang van de herverdeeleffecten wordt normaliter gesproken een integratie-uitkering toegepast. De integratie-uitkering voorziet dan in een geleidelijke overgang van specifieke uitkering of eigen inkomsten naar de algemene uitkering. In tabel B4 wordt een overzicht gegeven van de integratie-uitkeringen in 2014.

3.4. Decentralisatie-uitkeringen

Binnen het gemeentefonds bestaat naast de algemene uitkering en de integratie-uitkering ook de decentralisatie-uitkering. De verdeling van de decentralisatie-uitkering volgt evenmin als de integratie-uitkering de regels van de verdeling van de algemene uitkering van het gemeentefonds. Anders dan bij de integratie-uitkering, waar de termijn van overheveling naar de algemene uitkering van tevoren vaststaat, ontbreekt bij de decentralisatie-uitkering een dergelijke termijn. Dat maakt de uitkering geschikt voor de overheveling van specifieke uitkeringen, ook als die termijn nog niet bekend is. Ook maakt het de uitkering geschikt voor middelen die slechts tijdelijk beschikbaar zijn. In tabel B5 is een overzicht opgenomen van de decentralisatie-uitkeringen in 2014.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.