Voorstel van wet - Wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met wijziging van de voorwaarden voor de vrijwillige verzekering over een achterliggende periode en wijziging van de Participatiewet in verband met wijziging van de berekening en de periodieke aanpassing van de bijstandsnormen voor pensioengerechtigden

Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 33928 - Wijziging van de AOW in verband met wijziging van de voorwaarden voor de vrijwillige verzekering over een achterliggende periode i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet - Wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met wijziging van de voorwaarden voor de vrijwillige verzekering over een achterliggende periode en wijziging van de Participatiewet in verband met wijziging van de berekening en de periodieke aanpassing van de bijstandsnormen voor pensioengerechtigden
Document­datum 06-05-2014
Publicatie­datum 02-05-2018
Kenmerk 33928, nr. 2
Externe link origineel bericht

2.

Tekst

WWA

Voorstel van wet

Wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met wijziging van de voorwaarden voor de vrijwillige verzekering over een achterliggende periode

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, met het oog op het tegengaan van onbedoeld gebruik van de vrijwillige verzekering over een achterliggende periode, wenselijk is de Algemene Ouderdomswet te wijzigen teneinde de voorwaarden aan te scherpen waaronder van deze verzekering gebruik kan worden gemaakt;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

De Algemene Ouderdomswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 38, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    Na “De verzekerde” wordt ingevoegd: , die in Nederland of op het continentaal plat al dan niet in dienstbetrekking arbeid verricht en”.
  • 2. 
    Aan het slot wordt toegevoegd: , indien hij ten minste vijf jaar:
  • a. 
    verplicht verzekerd is geweest ingevolge de artikelen 6 of 6a en
  • b. 
    in Nederland of op het continentaal plat al dan niet in dienstbetrekking arbeid heeft verricht, en

voor zover hij in die achterliggende periode niet onderworpen is geweest aan een buitenlandse wettelijk verplichte ouderdomsverzekering, die bij het bereiken van de daarin aangegeven leeftijd recht geeft op ouderdomspensioen.

  • 3. 
    Er wordt een zin toegevoegd, luidende: De Sociale verzekeringsbank kan afwijken van de voorwaarde, bedoeld in de eerste zin, dat de verzekerde in Nederland of op het continentaal plat al dan niet in dienstbetrekking arbeid verricht, voor zover toepassing gelet op het belang van het tegengaan van onbedoeld gebruik, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

B

Aan hoofdstuk VIII, paragraaf 2, wordt aan het slot een artikel, waarvan de nummering aansluit op het laatste artikel van die paragraaf, ingevoegd, luidende:

Artikel #

  • 1. 
    Op aanvragen om gebruik te maken van de vrijwillige verzekering, bedoeld in artikel 38, eerste lid, die zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met wijziging van de voorwaarden voor de vrijwillige verzekering over een achterliggende periode (Stb. PM) blijft artikel 38, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan die datum van inwerkingtreding van toepassing.
  • 2. 
    Op aanvragen om gebruik te maken van de vrijwillige verzekering, bedoeld in artikel 38, eerste lid, die zijn ingediend op of na de datum van inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met wijziging van de voorwaarden voor de vrijwillige verzekering over een achterliggende periode (Stb. PM) is artikel 38, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, zoals dat door die wet is komen te luiden van toepassing.

Artikel II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en werkt terug tot en met 24 maart 2014.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma

2

2


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.