Onderlinge privacy: niet Big Brother maar miljoenen Little Brothers!
Met dank overgenomen van S.M.G. (Sven) Koopmans1, gepubliceerd op maandag 9 april 2018, 3:08.
Mijn praktische voorstellen
-
-Slachtoffers van stiekeme filmpjes en andere ernstige privacy-schendingen moeten met een super-spoedprocedure bij de rechter terecht kunnen, ook als de dader onbekend is. Dit is een radicale verandering van de wet. Denk aan seks/naaktfilmpjes van de Nederlandse handbalsters, Patricia Paay en Chantal uit Werkendam.
-
-Verspreiders van beelden moeten streng gestraft worden (denk Dumpert (Nikki Lee Janssen, 1 miljoen views na een hack) en GeenStijl (Patricia Paay).
-
-Slachtoffers moeten ook makkelijk online aangifte kunnen doen.
-
-Het delict wraakporno moet breed omschreven en streng bestraft worden.
-
-Het recht om vergeten te worden kan veel beter: databedrijven moeten dezelfde, makkelijke procedure hanteren. Aangifte bij de politie wordt een factor bij het snel verwijderen van beelden.
-
-Er komt onderzoek naar:
-
-Het verbieden van het stiekem opnemen van privégesprekken, behoudens publiek belang zoals onderzoeksjournalistiek.
-
-Een vergunningenstelsel voor spionageproducten zoals verborgen camera’s.
-
-Regulering van gezichtsherkenning.
-
-Regulering van privacyaspecten van hobbydrones.
-
-
-Standaarden voor Internet of Things apparaten moeten rekening houden met de privacy-risico’s van bijvoorbeeld met het internet verbonden auto’s.
-
-Politie en justitie moeten veel meer getraind zijn in onderlinge privacy-delicten.
-
-Slachtofferhulp van online slachtoffers kan veel beter, ook voor volwassenen.
-
-Er komt een samenwerkingsverband van mensen, bedrijven en organisaties uit de praktijk voor het bevorderen van de onderlinge privacy.
-
-Ambtenaren van alle departementen moeten samenwerken voor de onderlinge privacybescherming in een ambtelijke taskforce.
- 1.Diplomaat en jurist, die vier jaar Tweede Kamerlid voor de VVD was. Was in de periode 2017-2021 eerst woordvoerder constitutionele zaken en later buitenlands beleid en voorts voorzitter van de commissie voor de verzoekschriften en burgerinitiatieven. Gepromoveerd in internationaal recht aan de Universiteit van Oxford en advocaat bij Clifford Chance in Amsterdam. Was daarna voor de Verenigde Naties en de Europese Unie onder andere betrokken bij vredesonderhandelingen in Darfur, Kosovo, Mali en Syrië. Keerde in 2021 niet terug op de kandidatenlijst. Was na zijn vertrek speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het vredesproces in het Midden-Oosten.