Brief regering; Informatie over de opgave in het Klimaatakkoord voor de mobiliteitssector - Kabinetsaanpak Klimaatbeleid - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 167 toegevoegd aan dossier 32813 - Kabinetsaanpak Klimaatbeleid.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Kabinetsaanpak Klimaatbeleid; Brief regering; Informatie over de opgave in het Klimaatakkoord voor de mobiliteitssector |
---|---|
Documentdatum | 06-04-2018 |
Publicatiedatum | 09-04-2018 |
Nummer | KST32813167 |
Kenmerk | 32813, nr. 167 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 167 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 april 2018
Met deze brief informeer ik u over de opgave in het Klimaatakkoord voor de mobiliteitssector en hoe ik daar aan werk.
Op 23 februari ontving u de processchets voor het Klimaatakkoord van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (Kamerstuk 32 813, B). Het kabinet streeft in lijn met het Regeerakkoord en de restopgave uit het Energieakkoord naar een CO2-reductie van ongeveer 7 Mton tot 2030.1 Sinds het Energieakkoord is veel in gang gezet en zijn samenwerkingsverbanden aangegaan om de CO2-uitstoot die door de sector ontstaat te reduceren. In het Klimaatakkoord leg ik, samen met partijen uit de mobiliteitssector, concrete afspraken vast voor deze kabinetsperiode en 2030 en geef ik een doorkijk naar 2050.
Om dit proces voor de partners behapbaar te houden en snel meters te maken benutten we hierbij bestaande overlegstructuren. Een overkoepelende overlegtafel onder voorzitterschap van Annemieke Nijhof is hiervoor ingericht. Ik ben blij met het enthousiasme en de ambitie waarmee zij deze taak op zich heeft genomen. Zij zorgt ervoor dat afspraken, die in de onderliggende deeltafels worden gemaakt, optellen tot het doel voor 2030 en passen binnen de kaders van het Klimaatakkoord. Aan de deelnemers van de Mobiliteitstafel is gevraagd om als ambassadeur op te treden en anderen te enthousiasmeren zich aan te sluiten bij de gemaakte afspraken. Ik proef bij de betrokken partijen de urgentie om met de opgave aan de slag te gaan en om zich persoonlijk te verbinden aan het doel voor 2030.
We beginnen niet op nul. Er zijn al veel acties in gang gezet. Mede daarom kunnen er al dit jaar meters worden gemaakt. In het bijzonder heb ik daarbij een vervolg gegeven aan de Topsector Logistiek met een investering van € 23 miljoen en heb ik € 26,5 miljoen uit de Klimaatenveloppe te besteden aan innovaties in het vrachtverkeer, de bouw van zeven waterstoftankstations, de uitrol van elektrische bestelwagens en lokale stimuleringsmaatregelen. Daarnaast werk ik aan ambitieuze normen in Europa op het gebied van hernieuwbare energie in de vervoerssector (Kamerstuk 30 196, nr. 570) en CO2-normen voor voertuigen (Kamerstuk 22 112, nr. 1466) en zijn er de afgelopen tijd al stappen gezet op het gebied van internationale spoorverbindingen (Kamerstuk 29 984, nr. 739), de leasefiets (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 1509) en is de aanpassing van wetgeving voor milieuzones en differentiatie parkeertarieven in gang gezet (Brief van 5 april 2018, (Kamerstuk 30 175, nr. 289)).
Daarmee doe ik meer dan alleen het reduceren van de CO2-uitstoot. De waarde van mobiliteit is veel breder dan alleen een verplaatsing. Er is tegelijkertijd winst te boeken op veel terreinen, zoals de flexibiliteit, gezondheid, en betaalbaarheid van het vervoer. En het mooie is dat met een maatregel vaak winst op verschillende aspecten wordt geboekt. Het stimuleren van zuinige banden heeft bijvoorbeeld zowel minder geluid, minder fijnstof, minder CO2, als minder kosten voor de autobezitter tot gevolg.
Van de vijf prioritaire thema’s uit het regeerakkoord, te weten: elektrische voertuigen en emissieloos rijden vanaf 2030, innovatieve energiedragers, zakelijk reizen en alternatieven voor automobiliteit, duurzame (stads)logistiek, en zuinige banden, wordt binnen Nederland de meeste CO2-reductie verwacht. Daarnaast worden ook procesafspraken gemaakt over de verduurzaming van de scheep- en luchtvaart. Vervanging van vluchten door treinen komt ook aan de orde en middels een regionale aanpak stellen regio’s voor hoe zij bijdragen aan CO2-reductie, onder andere door het gebruik van de fiets te stimuleren.
Bij de maatregelen die zullen worden gegenereerd voor mobiliteit sluit ik uiteraard aan bij de algemene kaders voor het Klimaatakkoord uit de brief van d.d. 23 februari 2018.2
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer
Noot 1
Ten opzichte van de Nationale Energieverkenning 2017
Noot 2
Kamerstuk 32 813, B