‘Made in Europe’ niet langer de stok voor foute regimes - Hoofdinhoud
Eind 2010 ontwaart zich een golf van protesten in de Arabische wereld. Burgers komen op tegen onderdrukking, corruptie, werkloosheid of een gebrek aan democratie. De Arabische Lente heeft in veel landen nog altijd niet gebracht waar mensen op hoopten, namelijk vrijheid. Helaas blijkt dat Arabische regimes technologieën uit de Europese Unie hebben ingezet om deze protesten de kop in te drukken. Naar mijn mening mag Made in Europe nooit de stok zijn waarmee foute regimes, waar ook ter wereld, hun eigen burgers onderdrukken.
De Europese Unie exporteert jaarlijks voor een duizelingwekkend bedrag van ruim 2.400 miljard euro aan goederen, technologieën en diensten. Deze export is gelukkig aan regels gebonden. Zo hanteert de Europese Unie sinds 2009 een exportlijst van goederen die zowel voor civiele als militaire doeleinden kunnen worden ingezet. Bedrijven moeten voor deze goederen een exportvergunning aanvragen. Echter, voor veel hard- en software geldt deze beperking niet. Daarom is het voor regimes mogelijk om met Europese technologieën mailverkeer af te tappen of gedrag op sociale media in de gaten te houden. Tijdens de Arabische lente werd hierdoor het werk van journalisten en mensenrechtenadvocaten onmogelijk gemaakt. Voor mij onacceptabel.
Ik ben dan ook blij dat een meerderheid van het Europees Parlement vandaag besloten heeft dat digitale spionagetechnieken die de mensenrechten kunnen schenden op een aparte exportlijst moeten komen. Daarmee zijn wij er nog niet. Diverse Europese technologiebedrijven lobbyen om geen restricties op te leggen. De Europese Raad heeft nog geen standpunt ingenomen op dit dossier. Wat mij betreft gaat hier de dominee voor op de koopman. Hopelijk laten de lidstaten daarom niet hun oren hangen naar deze miljardenindustrie. Immers, Made in Europe mag niet bijdragen aan mensenrechtenschendingen.