EU beperkt export van spionagesoftware

Met dank overgenomen van M.R. (Marietje) Schaake i, gepubliceerd op donderdag 18 januari 2018, 2:28.

Activisten in autoritaire landen worden gemonitord met software uit de EU. Daar wil het Europees Parlement een einde aan maken.

De Bahreinse mensenrechtenactivist Abdul Ghani Al Khanjar werd in 2010 geslagen met rubberen slangen door inlichtingenofficieren nadat hij was gearresteerd op verdenking van het aanzetten tot een revolutie. Al Khanjar werd gevraagd namen van andere activisten te geven. Nadat hij zei die mensen niet te kennen, kreeg hij zijn mobiele berichtenverkeer van maanden terug onder zijn neus gewreven. De Bahreinse autoriteiten bleken zijn communicatie op afstand te monitoren met software van het Fins-Duitse bedrijf Nokia Siemens Networks. Nieuwe wetgeving die woensdag veel steun kreeg in het Europees Parlement moet soortgelijke surveillance met technologie uit de EU voortaan voorkomen.

Het probleem speelt ook dichter bij huis. In 2015 bleek de regering van premier Nikola Gruevski in kandidaat-lidstaat Macedonië zo’n 20.000 mensen af te luisteren, onder wie parlementariërs, journalisten en activisten. Het Brits-Duitse bedrijf Gamma International was een van de leveranciers van de surveillance-apparatuur.

Het Europees Parlement stemde woensdag in met aanpassing van een bestaande verordening over controle op de export van technologie die zowel voor legitieme civiele toepassingen kan worden gebruikt als voor mensenrechtenschendingen. Zo kunnen netwerkbeheerders inbraaksoftware gebruiken om zwakke plekken in het computersysteem te ontdekken, terwijl dezelfde technologie kan worden gebruikt om de computers van activisten binnen te dringen.

Transparantie

Volgens de nieuwe wetgeving worden EU-landen verplicht bij het verstrekken van exportvergunningen te overwegen of mensenrechtenschendingen plaats kunnen vinden. Niet-Gouvernementele Organisaties kunnen volgens Europarlementariër Anne-Marie Mineur (SP) een belangrijke rol spelen bij de controle op de naleving. „Lidstaten worden verplicht te openbaren welke exportvergunningen ze verlenen. Deze transparantie geeft NGO’s de kans te controleren of de mensenrechten in acht worden genomen”, zegt Mineur.

Marietje Schaake van D66 wijst erop dat de aangepaste verordening de export van encryptie-technologie vereenvoudigt. „Versleuteling van gegevens is cruciaal om digitale rechten van internetgebruikers te beschermen”, aldus Schaake. Na onderhandelingen met de lidstaten wordt de definitieve wetgeving waarschijnlijk eind dit jaar vastgesteld.