Berichten van het Binnenhof - XII - Hoofdinhoud
Het is al heel lang rustig in de Eerste Kamer. Dat valt de leden niet te verwijten. Tijdens een lange formatieperiode droogt de stroom van nieuwe wetsvoorstellen nu eenmaal geleidelijk op, nemen demissionaire ministers afscheid en is het wachten op de energie van een nieuw kabinet.
Aanstaande regeringsfracties krijgen af en toe nog een kijkje achter de formatieschermen, maar niet veel meer dan dat. De Eerste Kamer leden hoeven, anders dan hun collega’s aan de overkant, het regeerakkoord niet te ondertekenen, maar daarmee vervalt ook hun recht op uitgebreide bemoeienis.
Nu is er een nieuw kabinet, en is D66 van de (constructieve) oppositie in de regering beland. Dat wordt even wennen - het dualisme stelt in die nieuwe rol hoge eisen aan de afweging tussen meedoen en dwarsliggen. Het regeerakkoord bevat veel van datgene waar D66ers voor gestreden hebben, maar natuurlijk niet alles. Het heeft mij zelf aangenaam verrast. Goede voornemens voor arbeidsmarkt en pensioenen, twee van mijn portefeuilles. Een kleine half miljard extra voor wetenschappelijk onderzoek, iets minder dan waar Beatrice de Graaf en ik tijdens de totstandkoming van de Nationale Wetenschapsagenda op gehoopt hadden, maar toch een heel bedrag. Ambitieuze klimaatdoelstellingen, waarvan de realisatie niet mee zal vallen, maar toen Groen Links niet mee wilde doen - zonde en dom - was al duidelijk dat de totstandkoming van het klimaatbeleid een heel gevecht zou worden. En dat gevecht is niet slecht afgelopen.
Van woorden naar daden. Ik heb hoge verwachtingen van een aantal ministers en staatssecretarissen, de D66ers voorop, maar zeker ook van oude bekenden zoals Wopke Hoekstra en Ferdinand Grapperhaus. Nog even is het rustig, maar in december zijn de Algemene Financiële Beschouwingen en treden Joris Backer en ik aan tegen het nieuwe team van Financiën. Wij zien ernaar uit.