Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2017 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34845 IX - Wijziging begroting Financiën en Nationale Schuld 2017 (Najaarsnota) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2017 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 28-11-2017 |
Publicatiedatum | 28-11-2017 |
Nummer | KST34845IX2 |
Kenmerk | 34845 IX, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 845 IX Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2017 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
-
A.ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2017 wijzigingen aan te brengen in:
-
-
-
1.de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB);
-
-
-
-
2.de begrotingsstaat inzake de Nationale Schuld (IXA).
-
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
-
B.BEGROTINGSTOELICHTING
-
1.Leeswijzer
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2017 van het Ministerie van Financiën (IXB) en de Nationale Schuld (IXA).
In hoofdstuk 2 zijn de overzichten opgenomen met de belangrijkste mutaties (mutaties groter of gelijk aan € 10 mln.): in paragraaf 2.1 voor artikel 1 t/m 10 van IXB en in paragraaf 2.2 voor artikel 11 en 12 van IXA.
Hoofdstuk 3 bevat een uitgebreide toelichting met een tabel per begrotingsartikel. Bij deze tabellen wordt een toelichting op de «mutaties 2e suppletoire begroting» gegeven. Hierbij worden tenminste de mutaties op instrumentniveau groter of gelijk aan € 2,5 mln. en de mutaties groter dan 5% van de ontwerpbegrotingstand 2017 toegelicht, mits deze laatste groter zijn dan € 0,1 mln. De mutaties kunnen zowel beleidsmatig als technisch (bijvoorbeeld overboekingen en ramingbijstellingen) van aard zijn. De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Najaarsnota opgenomen.
-
2.Belangrijkste mutaties van de begrotingsstaten IXB en IXA
De belangrijkste mutaties (uitgaven en ontvangsten groter of gelijk aan € 10 mln.) worden in onderstaande tabellen weergegeven en daarna toegelicht. De uitgebreide toelichting is, zoals boven opgemerkt, opgenomen in hoofdstuk 3.
2.1 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties IXB
In onderstaande tabel worden de belangrijkste uitgavenmutaties weergegeven.
Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2017 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Uitgaven 2017
Vastgestelde begroting 2017
6.568.021
Stand 1e suppletoire begroting 2017
6.676.017
Belangrijkste suppletoire mutaties:
-
1)Bijdrage aan agentschap programma
1
15.000
-
2)Afdrachten Staatsloterij
3
102.000
-
3)Loonbijstelling
10
-
-57.524
-
4)Prijsbijstelling
10
-
-13.511
Overige mutaties
75.575
Stand 2e suppletoire begroting 2017
6.797.557
Toelichting
-
-
-
1.Dit betreft een hogere bijdrage aan Logius voor de ICT-dienstverlening. Logius is het agentschap dat zorgt voor producten en diensten voor de digitale overheid.
-
-
-
-
2.Op basis van de Wet op de Kansspelen komen de opbrengsten van de Staatsloterij toe aan de Staat. Op basis van de fusieovereenkomst met de Lotto worden deze verrekend met de afdrachten van de Lotto, waarna 63% van het totaal toekomt aan de Staat. De verrekening is opgenomen als technische post bij de uitgaven en ontvangsten. Tegenover deze uitgave staat een even grote ontvangst, zie hiervoor punt 5 van de tabel met de belangrijkste ontvangstenmutaties.
-
-
-
-
3.De loonbijstelling is uitgekeerd aan de begrotingsartikelen 1 en 8 (apparaat) van Financiën.
-
-
-
-
4.De prijsbijstelling is toegevoegd aan de post «Onvoorzien».
-
In onderstaande tabel worden de belangrijkste ontvangstenmutaties weergegeven.
Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2017 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Ontvangsten 2017
Vastgestelde begroting 2017
133.079.000
Stand 1e suppletoire begroting 2017
138.703.095
Belangrijkste suppletoire mutaties:
-
1)Belastingontvangsten1
1
624.163
-
2)Kosten vervolging
1
13.500
-
3)Opbrengst verkoop vermogenstitels
3
4.748.853
-
4)Dividend en afdrachten staatsdeelnemingen
3
322.375
-
5)Afdrachten Staatsloterij
3
102.000
-
6)Schade-restituties EKV
5
-
-14.542
Overige mutaties
102.363
Stand 2e suppletoire begroting 2017
144.601.807
Noot 1
Artikel 1 bevat ook ontvangsten voor het inkomstenkader.
Toelichting
-
-
-
1.In de Najaarsnota 2017 worden de mutaties van de belastingontvangsten toegelicht.
-
-
-
-
2.Aan belastingschuldigen worden de kosten doorberekend van invorderingsresultaten (aanmaning, dwangbevel, beslaglegging, etc.). Er hebben meer invorderingsmaatregelen plaatsgevonden dan verwacht, waardoor meer kosten zijn doorberekend.
-
-
-
-
3.Vanwege de verkoop aandelen ABN Amro en a.s.r. in juni en september 2017 is er meer opbrengst dan begroot.
-
-
-
-
4.De realisatie voor 2017 valt hoger uit dan geraamd. Dit wordt met name veroorzaakt door het in september van ABN Amro ontvangen interim-dividend.
-
-
-
-
5.Zie de toelichting bij punt 2 van de tabel met de belangrijkste uitgavenmutaties.
-
-
-
-
6.Bij het verhalen van uitgekeerde schade op andere landen worden minder schaderestituties gerealiseerd dan geraamd. Daarom moet de begrotingsraming naar beneden worden bijgesteld.
-
2.2 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties IXA
In de onderstaande tabel worden de belangrijkste uitgavenmutaties weergegeven.
Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2017 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000.000)
Artikelnummer
Uitgaven 2017
Vastgestelde begroting 2017
48.444
Stand 1e suppletoire begroting 2017
56.395
Belangrijkste suppletoire mutaties:
-
1)Rentelasten vaste schuld
11
-
-67
-
2)Aflossing vaste schuld
11
1.804
-
3)Mutatie vlottende schuld
11
-
-2.228
Overige mutaties
-
-3
Stand 2e suppletoire begroting 2017
55.901
Toelichting
-
-
-
1.De rentelasten komen in 2017 naar verwachting lager uit dan eerder geraamd. Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Aangezien de rentetarieven nu lager zijn dan eerder geraamd levert dit een meevaller op.
-
-
-
-
2.De aflossingen zijn toegenomen doordat leningen met een vervaldatum in 2018 vervroegd zijn afgelost in 2017.
-
-
-
-
3.Veranderingen in de vlottende schuld zijn het resultaat van veranderingen in het kassaldo, inkopen van vaste schuld en de verwerking van het financieringsplan 2017 (minder uitgifte vaste schuld, meer uitgifte vlottende schuld). De omvang van de vlottende schuld daalt per saldo minder dan eerder geraamd.
-
In de onderstaande tabel worden de belangrijkste ontvangstenmutaties weergegeven.
Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2017 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000.000)
Artikelnummer
Ontvangsten 2017
Vastgestelde begroting 2017
49.127
Stand 1e suppletoire begroting 2017
48.634
Belangrijkste suppletoire mutaties:
-
1)Rentebaten vlottende schuld
11
-
-36
-
2)Rente derivaten lang
11
-
-95
-
3)Ontvangsten voortijdige beëindiging
11
1.057
-
4)Uitgifte vaste schuld
11
-
-7.794
-
5)Ontvangsten aflossingen
12
224
-
6)Sociale fondsen
12
1.264
Overige mutaties
4
Stand 2e suppletoire begroting 2017
43.258
Toelichting
-
-
-
1.De rentebaten op de vlottende schuld veranderen als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente. De lagere rentebaten zijn het saldo van meerdere mutaties die uit deze wijzigingen volgen. Het grootste effect in 2017 tot nu toe is dat minder rente is ontvangen in de periode januari tot en met september dan aan het begin van het jaar was geraamd omdat de werkelijke rentestanden minder negatief waren dan eerder geraamd. De raming is gebaseerd op de rentepercentages van het CPB.
-
-
-
-
2.Het Agentschap heeft rentederivaten beëindigd. Als gevolg hiervan zijn de rentebaten op derivaten gedaald.
-
-
-
-
3.Het voortijdig beëindigen van rentederivaten leidt tot eenmalige ontvangsten. Het betreft de contant gemaakte waarde van de rentebaten die anders in de komende jaren zouden zijn ontvangen. Deze rentebaten zijn nu in één keer binnengekomen.
-
-
-
-
4.De uitgifte van vaste schuld is lager als gevolg van de verwerking van de afspraken in het financieringsplan 2017. Het betreft een verschuiving van de uitgifte van vaste schuld naar uitgifte van vlottende schuld.
-
-
-
-
5.De ontvangen aflossingen op leningen door agentschappen zullen naar verwachting hoger uitkomen dan geraamd bij eerste suppletoire begroting. De standen zijn aangepast op basis van de realisaties tot en met oktober 2017.
-
-
-
-
6.Het tekort bij de sociale fondsen zal naar verwachting verder afnemen. Dit leidt tot een toename van de ontvangsten.
-
-
3.Uitgebreide toelichting op mutaties met een tabel per begrotingsartikel
3.1 De beleidsartikelen (Ministerie van Financiën)
Dit hoofdstuk bevat de uitgebreide toelichting met een tabel per begrotingsartikel van begroting IX. Bij deze tabellen wordt een toelichting op de «mutaties 2e suppletoire begroting» gegeven. Hierbij worden tenminste de mutaties op instrumentniveau groter of gelijk aan € 2,5 mln. en de mutaties groter dan 5% van de ontwerpbegrotingstand 2017 toegelicht, mits deze laatste groter zijn dan € 0,1 mln. De mutaties zijn het saldo van de mutaties Miljoenennota en de overige mutaties 2e suppletoire begroting.
De mutaties kunnen zowel beleidsmatig als technisch (bijvoorbeeld overboekingen en ramingbijstellingen) van aard zijn. De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Najaarsnota opgenomen.
Artikel 1 Belastingen
Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 1 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (1)
Stand 1e suppletoire begroting (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
Verplichtingen
2.924.355
3.033.190
31.626
-
-29.097
3.035.719
Waarvan garantieverplichtingen
-
-Garantieprocesrisico's
245
245
0
0
245
Uitgaven (1) + (2)
2.924.355
3.119.769
28.047
-
-29.097
3.118.719
Waarvan juridisch verplicht (percentage)
100%
100%
100%
-
(1)Programma-uitgaven
121.045
151.036
0
15.000
166.036
Rente
115.090
115.090
0
0
115.090
-
-Belasting- en invorderingsrente
115.090
115.090
0
0
115.090
Bekostiging
5.955
5.955
0
0
5.955
-
-Proceskosten
3.561
4.161
0
-
-100
4.061
-
-Overige programma-uitgaven
2.394
1.794
0
100
1.894
Bijdrage Agentschappen
0
29.991
0
15.000
44.991
-
-waarvan programmakosten
0
29.991
0
15.000
44.991
-
(2)Apparaatsuitgaven
2.803.310
2.968.733
28.047
-
-44.097
2.952.683
Personele uitgaven
2.089.360
2.340.508
32.192
-
-41.111
2.331.589
-
-waarvan eigen personeel
1.957.604
2.125.809
31.125
-
-33.111
2.123.823
-
-waarvan inhuur externen
131.756
214.699
1.067
-
-8.000
207.766
Materiële uitgaven
713.950
628.225
-
-4.145
-
-2.986
621.094
-
-waarvan ICT
227.761
197.562
0
-
-7.000
190.562
-
-waarvan Bijdrage SSO's
174.518
181.027
0
0
181.027
-
-waarvan Overige
311.671
249.636
-
-4.145
4.014
249.505
Ontvangsten (3) + (4)
128.510.352
133.049.530
-
-1.686
640.663
133.688.507
-
(3)Programma-ontvangsten
128.489.772
133.027.601
0
637.663
133.665.264
Waarvan:
Belastingontvangsten
127.631.119
132.233.948
0
624.163
132.858.111
Rente
392.600
392.600
0
0
392.600
-
-Belasting- en invorderingsrente
392.600
392.600
0
0
392.600
Boetes en schikkingen
248.777
203.777
0
0
203.777
-
-Ontvangsten boetes en schikkingen
248.777
203.777
0
0
203.777
Bekostiging
217.276
197.276
0
13.500
210.776
-
-Kosten vervolging
217.276
197.276
0
13.500
210.776
-
(4)Apparaatsontvangsten
20.580
21.929
-
-1.686
3.000
23.243
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Eigen personeel (+ € 31,1 mln. - € 33,1 mln. = - € 2,0 mln.)
Er heeft € 31,1 mln. loonbijstelling plaatsgevonden. Daarnaast is er onderuitputting door latere instroom van nieuwe vacatures en onderbezetting anticiperend op lagere budgettaire kaders.
Bijdrage aan agentschap programma (+ € 15 mln.)
Dit betreft een hogere bijdrage aan Logius voor de ICT-dienstverlening. Logius is het agentschap dat zorgt voor producten en diensten voor de digitale overheid.
Inhuur externen (+ € 1,1 mln. - € 8,0 mln. = - € 6,9 mln.)
Doordat de realisatie van de Investeringsagenda vertraging heeft opgelopen, heeft er minder externe inhuur plaatsgevonden dan verwacht.
Materieel ICT (- € 7 mln.)
De realisatie op Investeringsagendaprojecten loopt voor € 5 mln. vertraging op. Daarnaast zijn ICT projecten t.b.v. douane voor € 2 mln. vertraagd.
Ontvangsten
Belastingontvangsten (+ € 624,2 mln.)
In de Najaarsnota 2017 worden de mutaties van de belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit:
Vastgestelde begroting (1)
Stand 1e suppletoire begroting (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2)+(3)
Totaal belastingontvangsten
159.979.411
165.282.136
1.221.627
166.503.763
-/- Afdracht Gemeentefonds
27.193.169
27.821.956
186.858
28.008.814
-/- Afdracht Provinciefonds
2.199.585
2.285.224
284.340
2.569.564
-/- Afdracht BTW-Compensatiefonds
2.922.888
2.932.444
93.278
3.025.722
-/- Afdracht BES-fonds
32.650
41.534
18
41.552
Belastingontvangsten IX
127.631.119
132.233.948
624.163
132.858.111
Kosten vervolging(+ € 13,5 mln.)
Aan belastingschuldigen worden de kosten doorberekend van invorderingsresultaten (aanmaning, dwangbevel, beslaglegging, etc.). Er hebben meer invorderingsmaatregelen plaatsgevonden dan verwacht, waardoor meer kosten zijn doorberekend.
Apparaatsontvangsten (- € 1,7 mln. + € 3 mln. = + € 1,3 mln.)
De Belastingdienst realiseert hogere ontvangsten als gevolg van meer werkzaamheden voor derden. Dit betreft o.a. huisvesting en facilitaire dienstverlening.
Artikel 2 Financiële Markten
Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 2 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (1)
Stand 1e suppletoire begroting (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
Verplichtingen
21.334
164.118
198
-
-3.523
160.793
Waarvan garantieverplichtingen
Garantie BES
0
135.000
0
0
135.000
Uitgaven
21.334
29.118
198
-
-3.523
25.793
Waarvan juridisch verplicht (percentage)
63%
74%
80%
Subsidies
436
436
0
0
436
-
-Vakbekwaamheid
436
436
0
0
436
Garanties
0
1.000
0
0
1.000
-
-Garantie BES
0
1.000
0
0
1.000
Bekostiging
12.772
13.250
0
-
-3.120
10.130
-
-Rechtspraak Financiële Markten
1.259
1.259
0
-
-157
1.102
-
-Muntcirculatie
11.263
11.263
0
-
-2.763
8.500
-
-Toezicht en handhaving MIF
250
250
0
0
250
-
-PSD II
0
278
0
0
278
-
-Overig
0
200
0
-
-200
0
Opdrachten
5.182
10.965
198
0
11.163
-
-Wijzer in geldzaken
272
1.456
198
0
1.654
-
-Vakbekwaamheid
4.910
6.109
0
0
6.109
-
-Overig
0
3.400
0
0
3.400
Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s
2.544
3.437
0
-
-393
3.044
-
-Bijdrage BES-toezicht en FEC
2.544
3.437
0
-
-393
3.044
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
400
30
0
-
-10
20
-
-Caribean Financial Action Taskforce
20
30
0
-
-10
20
-
-IASB
380
0
0
0
0
Ontvangsten
13.927
14.359
0
-
-2.436
11.923
Bekostiging
5.184
5.184
0
-
-684
4.500
-
-Ontvangsten muntwezen
5.184
5.184
0
-
-684
4.500
-
-Toename munten in circulatie
0
0
0
0
0
Overig
8.743
9.175
0
-
-1.752
7.423
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Rechtspraak financiële markten (- € 0,2 mln.)
Het jaarlijks toegekende budget voor de Accountantskamer wordt vooruit betaald. Over 2016 werd een overschot op deze vooruitbetaling gerealiseerd. Dit overschot uit 2016 leidt in 2017 tot een meevaller op de uitgaven.
Muntcirculatie (- € 2,8 mln.)
Vooral omdat voor de muntproductie minder rondellen zijn benodigd dan was voorzien, zullen de uitgaven in 2017 lager uitvallen.
Bekostiging overig (- € 0,2 mln.)
Dit betreft een overboeking aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor de bijdrage van Financiën aan het Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO)-bankenconvenant. Het totale budget komt hiermee te vervallen.
Wijzer in Geldzaken (+ € 0,2 mln.)
Dit betreft de bijdrage van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan Wijzer in Geldzaken.
Bijdrage BES-toezicht en FEC (- € 0,4 mln.)
Dit betreft een overboeking aan het Ministerie van Economische Zaken voor de bijdrage van Financiën aan het Ultimate Beneficial Owner (UBO)-register.
Ontvangsten
Ontvangsten muntwezen (- € 0,7 mln.)
Vanwege achterblijvende verkopen van speciale munten zullen de ontvangsten in 2017 lager uitvallen.
Overig (- € 1,8 mln.)
In 2017 worden naar verwachting minder Permanente-Educatie (PE)-examens Vakbekwaamheid afgelegd. Dit leidt tot een tegenvaller in de opbrengsten. De niet in 2017 afgelegde PE-examens, kunnen alsnog in de resterende PE-periode (lopend tot 1 april 2019) worden afgelegd.
Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector
Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 3 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (1)
Stand 1e suppletoire begroting (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
Verplichtingen
169.528
177.500
4.062
43.250
224.812
waarvan garantieverplichtingen:
-
-Garantie Eurofima
0
0
0
-
-28.000
-
-28.000
-
-Garantie SDU
0
0
0
-
-30.000
-
-30.000
Uitgaven
169.528
167.500
0
101.250
268.750
Waarvan juridisch verplicht (percentage)
99%
99%
100%
Bijdrage aan RWT
10.096
7.500
0
600
8.100
-
-NLFI
10.096
7.500
0
600
8.100
Garantie
4.900
4.900
0
-
-50
4.850
-
-Dotatie begrotingsreserve TenneT
4.800
4.800
0
0
4.800
-
-Regeling BF
100
100
0
-
-50
50
Opdrachten
4.532
5.100
0
-
-1.300
3.800
-
-Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen
4.532
5.100
0
-
-1.300
3.800
Vermogensverschaffing
150.000
150.000
0
0
150.000
-
-Kapitaalinjectie TenneT
150.000
150.000
0
0
150.000
Vermogensonttrekking
0
0
0
102.000
102.000
-
-Afdrachten Staatsloterij
0
0
0
102.000
102.000
Ontvangsten
1.316.590
2.380.689
2.108.415
3.069.867
7.558.971
Vermogensonttrekking
1.301.625
2.208.385
2.103.362
3.069.427
7.381.174
-
-Opbrengst verkoop vermogenstitels
0
966.760
2.203.750
2.545.103
5.715.613
-
-Dividend en afdrachten staatsdeelnemingen
1.232.625
1.200.625
-
-99.949
422.324
1.523.000
-
-Afdrachten Staatsloterij
0
0
0
102.000
102.000
-
-Winstafdracht DNB
69.000
41.000
-
-439
0
40.561
-
-waarvan SMP-Griekenland
54.000
54.000
0
0
54.000
-
-waarvan investeringsportefeuille DNB
36.000
36.000
0
0
36.000
Bijdrage aan RWT
9.250
7.457
0
0
7.457
-
-NLFI
9.250
7.457
0
0
7.457
Leningen
0
160.000
1.000
0
161.000
-
-Lening SRH
0
160.000
1.000
0
161.000
Garantie
5.715
4.847
4.053
434
9.334
-
-Premie-ontvangsten garantie Tennet
4.800
4.800
0
0
4.800
-
-Garantiefee Propertize
0
0
4.053
0
4.053
-
-Garantie overig
915
47
0
434
481
Opdrachten
0
0
0
6
6
-
-Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen
0
0
0
6
6
Toelichting
Verplichtingen
Garantie Eurofima (- € 28 mln.)
De NS heeft een gedeelte van de uitstaande leningen bij Eurofima afgelost. Hierdoor wordt de garantie met ditzelfde bedrag verlaagd.
Garantie SDU (- € 30 mln.)
De garantie die is afgegeven bij de privatisering van SDU is vervallen per 1 juli 2017.
Uitgaven
NLFI (+ € 0,6 mln.)
Vanwege de verkoop van tranches aandelen ABN Amro en a.s.r. vallen de uitgaven aan uitvoeringskosten NL Financial Investments (NLFI) dit jaar hoger uit.
Regeling BF (- € 0,1 mln.)
De uitgaven aan regeling Bijzondere Financieringen (BF) zijn dit jaar lager dan geraamd.
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen (- € 1,3 mln.)
Er zal minder worden uitgegeven aan uitvoeringskosten staatsdeelnemingen dan geraamd. Dit komt doordat een aantal opdrachten is doorgeschoven naar 2018.
Afdrachten Staatsloterij (+ € 102 mln.)
Op basis van de Wet op de Kansspelen komen de opbrengsten van de Staatsloterij toe aan de Staat. Op basis van de fusieovereenkomst met de Lotto worden deze verrekend met de afdrachten van de Lotto, waarna 63% van het totaal toekomt aan de Staat. De verrekening is opgenomen als technische post bij de uitgaven en ontvangsten. Tegenover deze uitgave staat een even grote ontvangst.
Ontvangsten
Opbrengst verkoop vermogenstitels (+ € 2.203,8 mln. + € 2.545,1 mln. = + € 4.748,9 mln.)
Vanwege de verkoop aandelen ABN Amro en a.s.r. in juni respectievelijk september 2017 is er meer opbrengst dan begroot.
Dividend staatsdeelnemingen (- € 99,9 mln. + € 422,3 mln. = + € 322,4 mln.)
De realisatie voor 2017 valt hoger uit dan geraamd. Dit is met name het gevolg van het in september van ABN Amro ontvangen interim-dividend.
Afdrachten Staatsloterij (+ € 102 mln.)
Op basis van de Wet op de Kansspelen komen de opbrengsten van de Staatsloterij toe aan de Staat. Op basis van de fusieovereenkomst met de Lotto worden deze verrekend met de afdrachten van de Lotto, waarna 63% van het totaal toekomt aan de Staat. De verrekening is opgenomen als technische post bij de uitgaven en ontvangsten. Tegenover deze ontvangst staat een even grote uitgave (zie ook de bovenstaande toelichting bij Uitgaven).
Garantiefee Propertize (+ € 4,1 mln.)
De betaling van het laatste deel van de garantiefee Propertize was hoger dan geraamd.
Garantie overig (+ € 0,4 mln.)
De premie die NS betaalt voor de staatsgarantie op de Eurofimaleningen valt in 2017 hoger uit dan begroot.
Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen
Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 4 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (1)
Stand 1e suppletoire begroting (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
Verplichtingen
983.089
14.505.261
61.085
-
-235.988
14.330.358
Waarvan garantieverplichtingen:
-
-Garantie DNB inzake IMF
0
13.600.000
129.260
0
13.729.260
-
-Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen
0
0
-
-77.871
0
-
-77.871
-
-Kredieten EU-betalingsbalanssteun
-
-10.000
-
-10.000
10.000
0
0
-
-ESFM
12.000
-
-12.000
12.000
0
0
-
-AIIB
0
0
-
-12.304
0
-
-12.304
Uitgaven
121.757
43.929
0
-
-670
43.259
Waarvan juridisch verplicht (percentage)
99%
99%
99%
Deelname aan internationale instellingen
57.500
42.252
0
-
-593
41.659
-
-Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen
19.556
3.725
0
-
-593
3.132
-
-Deelname AIIB
37.944
38.527
0
0
38.527
Leningen
62.580
0
0
0
0
-
-Uitkering aan Griekenland
62.580
0
0
0
0
Opdrachten
1.677
1.677
0
-
-77
1.600
-
-Technische assistentie kiesgroeplanden
1.677
1.677
0
-
-77
1.600
Ontvangsten
3.799
3.799
-
-383
2.731
6.147
Deelname aan internationale organisaties
655
655
0
3.171
3.826
-
-Ontvangsten IFI's
655
655
0
3.171
3.826
Lening
3.144
3.144
-
-383
-
-440
2.321
-
-Renteontvangsten lening Griekenland
3.144
3.144
-
-383
-
-440
2.321
Toelichting
Verplichtingen
Garanties DNB inzake IMF (+ € 129,3 mln.)
Dit betreft een wisselkoersbijstelling van de garantieverplichting aan DNB inzake IMF.
Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen (- € 77,9 mln.)
Op de garantieverplichtingen van de Wereldbank heeft een wisselkoersbijstelling van - € 77,9 mln. plaatsgevonden.
Kredieten EU-betalingsbalanssteun (+ € 10,0 mln.)
Op basis van de laatste voorspelling van de Bruto Nationaal Inkomen (BNI)-sleutel (4,7%) verandert het Nederlands aandeel in de Betalingsbalansfaciliteit in 2017 niet. De eerder begrote afname van het Nederlandse aandeel in de Betalingsbalansfaciliteit heeft zich daarmee niet gematerialiseerd.
EFSM (+ € 12,0 mln.)
Op basis van de laatste voorspelling van de BNI-sleutel (4,7%) verandert het Nederlands aandeel in het European Financial Stabilisation Mechanism (EFSM) in 2017 niet. De eerder begrote afname van het Nederlandse aandeel in het EFSM heeft zich daarmee niet gematerialiseerd.
AIIB (- € 12,3 mln.)
Dit betreft een wisselkoersbijstelling van de garantieverplichting aan de Aziatische Infrastructuurinvesteringsbank (AIIB).
Uitgaven
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen (- € 0,6 mln.)
Het betreft een technische vrijval als gevolg van een niet gerealiseerd wisselkoersverschil van de stelposten voor de kapitaalverhoging Wereldbank.
Ontvangsten
Ontvangsten Internationale Financiële instelling (IFI’s) (+ € 3,2 mln.)
De terugbetalingen van leningen door de Europese Investeringsbank (EIB) en de Wereldbank zijn hoger dan geraamd. Bij de EIB gaat het om leningen aan landen in Afrika, het Caribisch gebied, de Stille Oceaan (ACS-landen) en de Landen en Gebieden Overzee (LGO) onder het Europees ontwikkelingsfonds, in het kader van de verdragen van Lomé en Cotonou. Bij de Wereldbank gaat het om de EEC Special Action Account. In Europees Economisch Gemeenschapsverband zijn op concessionele basis via de Wereldbank speciale kredieten verstrekt aan ontwikkelingslanden, welke over een langere periode worden terugbetaald.
Renteontvangsten lening Griekenland (- € 0,4 mln. - € 0,4 mln. = - € 0,8 mln.)
De daadwerkelijk betaalde rente op basis van de Euribor is lager dan de renteramingen van het CPB. Hierdoor vallen de renteontvangsten lager uit dan begroot.
Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen
Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 5 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (1)
Stand 1e suppletoire begroting (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
Verplichtingen
10.616.525
10.616.525
0
-
-6.598.885
4.017.640
waarvan garantieverplichtingen:
-
-Exportkredietverzekeringen
10.000.000
10.000.000
0
-
-6.000.000
4.000.000
-
-Investeringsverzekeringen
453.780
453.780
0
-
-452.780
1.000
-
-MIGA
150.000
150.000
0
-
-150.000
0
Uitgaven
88.145
70.745
0
3.395
74.140
Waarvan juridisch verplicht (percentage)
100%
100%
100%
Garanties
75.400
58.000
0
1.575
59.575
-
-Schade-uitkering ekv
74.900
57.500
0
0
57.500
-
-Schade-uitkering investeringsverzekeringen
500
500
0
-
-500
0
-
-Schade-uitkering Seno-Gom
0
0
0
2.075
2.075
Opdrachten
12.687
12.687
0
1.813
14.500
-
-Kostenvergoeding Atradius DSB
12.687
12.687
0
1.813
14.500
Overige
58
58
0
7
65
-
-Overige uitgaven
58
58
0
7
65
Ontvangsten
257.092
268.292
0
-
-10.259
258.033
Garanties
257.092
268.292
0
-
-10.259
258.033
-
-Premies ekv
88.800
100.000
0
0
100.000
-
-Premies investeringsverzekeringen
1.250
1.250
0
-
-1.227
23
-
-Schaderestituties ekv
154.542
154.542
0
-
-14.542
140.000
-
-Onttrekking begrotingsreserve Seno-Gom
12.500
12.500
0
0
12.500
-
-Schaderestituties Seno-Gom
0
0
0
5.510
5.510
Toelichting
Verplichtingen
Exportkredietverzekeringen (- € 6.000,0 mln.)
Gegeven de huidige realisatie, wordt ultimo 2017 een lagere obligobenutting verwacht.
Investeringsverzekeringen (- € 452,8 mln.)
Gegeven de huidige realisatie, wordt ultimo 2017 een lagere obligobenutting verwacht.
Schade-uitkeringMIGA (- € 150,0 mln.)
Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA) is dit jaar afgeschaft en er zijn geen verplichtingen aangegaan.
Uitgaven
Schade-uitkering investeringsverzekeringen (- € 0,5 mln.)
Dit jaar is er onder de Regeling Investeringsverzekering (RIV) nog geen schade uitgekeerd. Gezien de geringe omvang van het uitstaande obligo worden in de rest van het jaar ook geen schade-uitkeringen meer verwacht.
Schade-uitkering Seno-gom (+ € 2,1 mln.)
Dit betreft schade-uitkeringen vanuit de Stichting Economische Samenwerking Nederland Oost-Europa en Garantiefaciliteit voor Opkomende Markten (Seno-gom) op transacties in onder andere Gambia en Tadzjikistan.
Atradius kostenvergoeding (+ € 1,8 mln.)
De afrekening van de definitieve vergoeding over 2016 en het positieve kasresultaat voor de Staat - waar de vergoeding van Atradius Dutch State Business (ADSB) mede van afhankelijk is - leiden tot een ramingsbijstelling.
Ontvangsten
Premies investeringsverzekeringen (- € 1,2 mln.)
Tot op heden zijn minder premies voor investeringsverzekeringen ontvangen dan verwacht waardoor de raming naar beneden wordt bijgesteld.
Schaderestituties ekv (- € 14,5 mln.)
Bij het verhalen van uitgekeerde schade op andere landen worden minder schaderestituties gerealiseerd dan geraamd.
Schaderestituties Seno-Gom (+ € 5,5 mln.)
Er zijn restituties ontvangen op transacties in onder andere Gambia en Tadzjikistan.
Artikel 6 BTW-compensatiefonds
Tabel Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 6 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (1)
Stand 1e suppletoire begroting (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
Verplichtingen
2.922.888
2.932.444
77.808
15.470
3.025.722
Waarvan garantieverplichtingen
0
0
0
0
0
Uitgaven
2.922.888
2.932.444
77.808
15.470
3.025.722
Waarvan juridisch verplicht (percentage)
100%
100%
100%
Bijdrage aan medeoverheden
2.922.888
2.932.444
77.808
15.470
3.025.722
-
-w.v. bijdragen aan gemeenten en kaderwetgebieden
2.540.453
2.545.686
73.020
252
2.618.958
-
-w.v. bijdragen aan provincies
382.435
386.758
4.788
15.218
406.764
Ontvangsten
2.922.888
2.932.444
77.808
15.470
3.025.722
Toelichting
Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten
Bijdrage aan medeoverheden (+ € 77,8 mln. + € 15,5 mln.= + € 93,3 mln.)
De mutatie voor Miljoenennota betreft grotendeels de jaarlijkse bijstelling van de raming van het BTW-compensatiefonds (BCF). Het overige deel van de mutatie voor Miljoenennota en de mutaties voor de Tweede Suppletoire begroting zijn het gevolg van overhevelingen van ministeries naar decentrale overheden. Bij een decentralisatie wordt een bedrag zonder BTW in het gemeente- of provinciefonds gestort en het geraamde BTW-deel in het BCF. Gemeenten en provincies kunnen de betaalde BTW daarna weer terugvragen bij het BCF.
Artikel 7 Beheer materiële activa
Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 7 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (1)
Stand 1e suppletoire begroting (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
Verplichtingen
308
0
0
0
0
Waarvan garantieverplichtingen
0
0
0
0
0
Uitgaven
308
0
0
0
0
Waarvan juridisch verplicht (percentage)
0%
0%
0%
Opdrachten
308
0
0
0
0
-
-Beheerskosten DRZ
308
0
0
0
0
Ontvangsten
1.800
0
0
0
0
Programma-ontvangsten
1.800
0
0
0
0
-
-Vervreemding DRZ
0
0
0
0
0
Toelichting
Op dit artikel doen zich geen mutaties voor, omdat deze met ingang van 2017 op de begroting van Veiligheid & Justitie verantwoord worden in plaats van op de begroting van Financiën.
3.2 De niet-beleidsartikelen (Ministerie van Financiën)
Artikel 8 Centraal Apparaat Kerndepartement
Budgettaire gevolgen van beleid, niet beleidsartikel 8 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (1)
Stand 1e suppletoire begroting (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
Verplichtingen
229.148
238.920
-
-820
-
-1.926
236.174
Uitgaven
229.148
238.920
-
-820
-
-1.926
236.174
Personeel Kerndepartement
156.910
158.466
4.859
-
-369
162.956
-
-Eigen personeel
148.076
149.650
4.859
-
-1.158
153.351
-
-Inhuur externen
8.080
8.062
0
865
8.927
-
-Overig personeel
754
754
0
-
-76
678
Materieel Kerndepartement
72.238
80.454
-
-5.679
-
-1.557
73.218
-
-waarvan ICT
6.518
12.338
0
-
-1.428
10.910
-
-waarvan bijdrage aan SSO's
36.479
37.787
-
-2.489
695
35.993
-
-waarvan overig materieel
29.241
30.329
-
-3.190
-
-824
26.315
Ontvangsten
52.552
53.982
0
-
-1.478
52.504
Toelichting
Uitgaven en Verplichtingen
Eigen personeel (+ € 4,9 mln. - € 1,2 mln. = + € 3,7 mln.)
Dit betreft een compensatie voor de personeelskosten van de nieuwe arbeidsovereenkomst sector Rijk. Daarnaast doen zich lagere personeelsuitgaven voor vanwege een gemiddeld lagere bezetting door verloop van personeel.
Inhuur externen (+ € 0,9 mln.)
De vertraging van ICT projecten heeft geleid tot het langer dan gepland blijven onderhouden en verbeteren van de huidige infrastructuur.
Overig personeel (- € 0,1 mln.)
Er vindt een bijstelling plaats op het budget voor overig personeel.
Materieel ICT (- € 1,4 mln.)
Vanwege de vertraging van een aantal ICT-projecten is er in 2017 een meevaller op de uitgaven aan ICT.
Materiële bijdrage aan SSO’s (- 2,5 mln. + 0,7 mln. = - € 1,8 mln.)
Een overboeking aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kader van optimalisatie van de archieven, leidt bij Financiën tot een lager saldo van uitgaven aan materieel Shared Service Organisaties (SSO’s).
Overig materieel (- € 3,2 mln. - € 0,8 mln. = - € 4,0 mln.)
Er zijn lagere materiële uitgaven bij Domeinen Roerende Zaken (DRZ) door lagere uitgaven door lagere ontmanteling- en vernietigingskosten van hennepkwekerijen veroorzaakt door een gunstige aanbestedingsprijs en minder ruimingen dan begroot.
Artikel 10 Nominaal en onvoorzien
Budgettaire gevolgen van beleid, niet beleidsartikel 10 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (1)
Stand 1e suppletoire begroting (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
Verplichtingen
90.558
128.301
-
-90.624
-
-32.677
5.000
Uitgaven
90.558
73.592
-
-35.915
-
-32.677
5.000
Onvoorzien
90.558
2.557
12.796
-
-10.353
5.000
Loonbijstelling
0
57.524
-
-35.200
-
-22.324
0
Prijsbijstelling
0
13.511
-
-13.511
0
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
Toelichting
Uitgaven en Verplichtingen
Onvoorzien (+ € 12,8 mln. - € 10,4 mln. = + € 2,4 mln.)
De ontvangen prijsbijstelling is toegevoegd. Daarnaast wordt de post Onvoorzien verlaagd omdat niet alle onzekere ontwikkelingen die waren begroot zich hebben voorgedaan.
Loonbijstelling (- € 35,2 mln. - € 22,3 mln. = - € 57,5 mln.).
De loonbijstelling is overgeboekt naar artikel 1 (Belastingen) en 8 (Centraal Apparaat Kerndepartement) van de begroting van Financiën.
Prijsbijstelling (- € 13,5 mln.)
De prijsbijstelling is toegevoegd aan de kostensoort «Onvoorzien».
3.3 De beleidsartikelen (Nationale Schuld)
Artikel 11 Financiering Staatschuld
Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 11 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000.000)1
Vastgestelde begroting (1)
Stand 1e suppletoire begroting (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
Verplichtingen
46.911
54.862
-
-1.889
1395
54.368
Waarvan garantieverplichtingen
0
0
0
0
0
Uitgaven (1a) + (2a) + (3)
46.911
54.862
-
-1.889
1395
54.368
Waarvan juridisch verplicht (percentage)
100%
100%
100%
(1a) Rente
6.901
6.928
-
-59
-
-6
6.863
-
-Rentelasten vaste schuld
6.873
6.900
-
-60
-
-7
6.833
-
-Rentelasten vlottende schuld
28
28
1
1
30
-
-Uitgaven voortijdige beëindiging
0
0
0
0
0
(2a) Leningen
39.991
47.917
-
-1.830
1.406
47.493
-
-Aflossing vaste schuld
39.991
40.435
1.124
680
42.239
-
-Mutatie vlottende schuld
0
7.482
-
-2.954
726
5.254
-
(3)Opdrachten
19
17
0
-
-4
13
-
-Overige kosten
19
17
0
-
-4
13
Ontvangsten (1b) + (2b)
42.585
42.395
-
-7.063
195
35.527
(1b) Rente
1.871
2.101
731
195
3.027
-
-Rentebaten vaste schuld
0
0
0
0
0
-
-Rentebaten vlottende schuld
388
323
-
-25
-
-11
287
-
-Rente derivaten lang
1.483
1.305
-
-88
-
-7
1.210
-
-Ontvangsten voortijdige beëindiging
0
473
844
213
1.530
(2b) Leningen
40.714
40.294
-
-7.794
0
32.500
-
-Uitgifte vaste schuld
40.714
40.294
-
-7.794
0
32.500
-
-Mutatie vlottende schuld
0
0
0
0
0
Noot 1
Als gevolg van afronding op miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.
Toelichting
Algemeen
De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen. Ten eerste worden de rentelasten en rentebaten verantwoord. Hierbinnen wordt onderscheid gemaakt tussen de rentelasten vaste schuld (schuld met een oorspronkelijke looptijd van langer dan een jaar) en de rentelasten vlottende schuld (looptijd korter dan een jaar). Ook worden hier de rentelasten op derivaten verantwoord. Ten tweede zijn de aflossing en de uitgifte van vaste schuld en de mutatie vlottende schuld onder Leningen in de tabel opgenomen. De derde post betreft onder Opdrachten de overige kosten, welke met name bestaan uit betalingsverkeer vanwege het schatkistbankieren en veilingkosten.
Uitgaven en Verplichtingen
Rentelasten vaste schuld (- € 60 mln. - € 7 mln. = - € 67 mln.)
De rentelasten komen in 2017 naar verwachting lager uit dan eerder geraamd. Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Aangezien de rentetarieven nu lager zijn dan eerder geraamd levert dit een meevaller op.
Rentelasten vlottende schuld (+ € 1 mln. + € 1 mln. = + € 2 mln.)
De raming is bijgesteld op basis van de gerealiseerde rentelasten. De werkelijk betaalde rente is iets hoger dan eerder verwacht op basis van de rekenrente van het CPB.
Aflossing vaste schuld (+ € 1.124 mln. + € 680 mln. = + € 1.804 mln.)
De aflossingen zijn toegenomen doordat leningen met een vervaldatum in 2018 vervroegd zijn afgelost in 2017.
Mutatie vlottende schuld (- € 2.954 mln. + € 726 mln. = - € 2.228 mln.)
Veranderingen in de vlottende schuld zijn het resultaat van veranderingen in het kassaldo, inkopen van vaste schuld en de verwerking van het financieringsplan 2017 (minder uitgifte vaste schuld, meer uitgifte vlottende schuld). De omvang van de vlottende schuld daalt per saldo minder dan eerder geraamd.
Overige kosten (- € 4 mln.)
In de begroting was rekening gehouden met een derde DDA (Dutch Direct Auction), maar deze zal niet meer plaatsvinden. Daardoor vallen de uitvoeringskosten van het Agentschap naar verwachting lager uit.
Ontvangsten
Rentebaten vlottende schuld (- € 25 mln. - € 11 mln. = - € 36 mln.)
De rentebaten op de vlottende schuld veranderen als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente. De lagere rentebaten zijn het saldo van meerdere mutaties die uit deze wijzigingen volgen. Het grootste effect in 2017 tot nu toe is dat minder rente is ontvangen in de periode januari tot en met september dan aan het begin van het jaar was geraamd omdat de werkelijke rentestanden minder negatief waren dan eerder geraamd. De raming is gebaseerd op de rentepercentages van het CPB.
Rente derivaten lang (- € 88 mln.- € 7 mln. = - € 95 mln.)
Het Agentschap heeft rentederivaten beëindigd. Als gevolg hiervan zijn de rentebaten op derivaten gedaald.
Ontvangsten voortijdige beëindiging (+ € 844 mln. + € 213 mln. = € 1.057 mln.)
Het voortijdig beëindigen van rentederivaten leidt tot eenmalige ontvangsten. Het betreft de contant gemaakte waarde van de rentebaten die anders in de komende jaren zouden zijn ontvangen. Deze rentebaten zijn nu in één keer binnengekomen.
Uitgifte vaste schuld (- € 7.794 mln.)
De uitgifte van vaste schuld is lager als gevolg van de verwerking van de afspraken in het financieringsplan 2017. Het betreft een verschuiving van de uitgifte van vaste schuld naar uitgifte van vlottende schuld.
Artikel 12 Kasbeheer
Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 12 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000.000)1
Vastgestelde begroting (1)
Stand 1e suppletoire begroting (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
Verplichtingen
1.533
1.533
0
0
1.533
Waarvan garantieverplichtingen
0
0
0
0
0
Uitgaven (1a) + (2a) + (3a)
1.533
1.533
0
0
1.533
Waarvan juridisch verplicht (percentage)
100%
100%
100%
(1a) Rente
33
33
0
0
33
-
-Rentelasten
33
33
0
0
33
-
-Uitgaven bij voortijdige beëindiging (hoofdsom)
0
0
0
0
0
(2a) Leningen
1.500
1.500
0
0
1.500
-
-Verstrekte leningen
1.500
1.500
0
0
1.500
(3a) Mutaties in rekening-courant en deposito's
0
0
0
0
0
-
-Agentschappen
0
0
0
0
0
-
-RWT's en derden
0
0
0
0
0
-
-Sociale Fondsen
0
0
0
0
0
-
-Decentrale overheden
0
0
0
0
0
Ontvangsten (1b) + (2b) + (3b)
6.542
6.239
1.321
172
7.732
(1b) Rente
168
179
-
-2
7
184
-
-Rentebaten
168
179
-
-2
2
179
-
-Ontvangsten bij voortijdige beëindiging
0
0
0
5
5
(2b) Leningen
1.363
1.373
417
-
-193
1.597
-
-Ontvangen aflossingen
1.363
1.373
417
-
-193
1.597
(3b) Mutaties in rekening-courant en deposito's
5.011
4.688
905
359
5.952
-
-RWT's en derden
0
0
0
0
0
-
-Sociale Fondsen
3.911
3.588
905
359
4.852
-
-Decentrale overheden
1.100
1.100
0
0
1.100
Noot 1
Als gevolg van afronding op miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.
Toelichting
Algemeen
De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen: (1) rentelasten en rentebaten, (2) mutaties in leningen en aflossingen en (3) mutaties in rekening-courant en deposito’s. Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen aan baten-lastendiensten, Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT’s), decentrale overheden en sociale fondsen over de bij het Rijk aangehouden rekening-couranttegoeden en deposito’s. De rentebaten bestaan uit renteontvangsten over aan baten-lastendiensten en RWT’s verstrekte leningen en de renteontvangsten over negatieve rekening-couranttegoeden. Mutaties in leningen, aflossingen, rekening-courant en deposito’s bepalen de mutaties in de schuldverhouding van het Rijk met baten-lastendiensten, RWT’s, decentrale overheden en sociale fondsen in het kader van geïntegreerd middelenbeheer.
Ontvangsten
Ontvangsten bij voortijdige beëindiging (+ € 5 mln.)
De rentebaten worden bij tweede suppletoire begroting hoger geraamd. Dit is het gevolg van ontvangsten als gevolg van voortijdige beëindiging van leningen door agentschappen.
Ontvangen aflossingen (+ € 417 mln. - € 193 mln. = € 224 mln.)
De ontvangen aflossingen op leningen door agentschappen zullen naar verwachting hoger uitkomen dan geraamd bij eerste suppletoire begroting. De standen zijn aangepast op basis van de realisaties tot en met oktober 2017.
Sociale fondsen (+ € 905 mln. + € 359 mln. = € 1.264 mln.)
Het tekort bij de sociale fondsen zal naar verwachting verder afnemen. Dit leidt tot een toename van de ontvangsten.