Hou Rusland kort. Start een energie-unie! - Hoofdinhoud
Met de val van de Berlijnse muur heette er een einde te zijn gekomen aan de tweedeling in Europa. Immers de Koude Oorlog was na bijna een halve eeuw voorbij, het ‘einde van de geschiedenis’ (Fukuyama) was daar. Met de ondergang van het communisme triomfeerde de liberale democratie als beste bestuursvorm. Een kwarteeuw later lijkt van dat optimisme weinig meer over. Weliswaar zijn tal van landen met hulp van de Europese Unie sindsdien democratisch geworden, een aantal voormalige Sovjetstaten slaagde daar maar half in en het Rusland van Poetin ontwikkelde zich zelfs in tegengestelde richting. Geen westerse vrije democratie, maar een steeds minder liberale en agressieve autocratie.
Om zijn invloedsfeer te behouden en uit te breiden schendt de Russische president Vladimir Poetin op flagrante wijze bestaande veiligheidsafspraken. Zijn gewelddadige optreden in 2008 tegen Georgië bleek slechts een voorproefje. Met de inname van de Krim toonde de KGB-agent geen problemen te hebben met het negeren van erkende grenzen. Het neerhalen van de MH17 en de nasleep daarvan onderstreepten nog maar eens hoe broos de situatie in dat deel van Europa is. Het Russische optreden raakt rechtstreeks de internationale rechtsorde en bedreigt daarmee ons waardestelsel.
Moskou heeft getoond lak te hebben aan de afspraken over veiligheid en samenwerking die de afgelopen tientalen jaren gemaakt zijn. Die zijn daardoor onder grote druk komen te staan en hebben organisaties zoals de OVSE en de Raad van Europa in verlegenheid gebracht. Poetin heeft geen boodschap aan het internationaal recht en de inrichting van de nationale rechtsstaat. Daarachter schuilt een fundamentele botsing van waarden. Een onafhankelijk en democratisch Oekraïne vormt immers niet alleen vanwege de mogelijke aansluiting bij de EU en de NAVO - ook al is dat een ietwat theoretische optie - een gevaar vanuit Russisch oogpunt. Nee, een welvarende buurman die aldaar wonende Russen een kans geeft op een beter leven zorgt ook voor spanningen in het moederland zelf.
Wederom twee ideologische blokken
Vooral sociaal-democraten moeten zich aangesproken voelen door de schending van de Europese regels. Niet alleen uit principe, maar ook omdat zij de erfenis van Olof Palme en Willy Brandt dragen. Wil Europa echter niet weer in een toestand van permanente deling belanden, dan zullen we terug moeten naar de tekentafel. De Helsinki-akkoorden van 1975 bewezen al dat zelfs de grootste tegenpolen elkaar konden vinden. Wanneer Rusland zich niet veilig voelt met de huidige veiligheidsarrangementen en zich al dan niet terecht bedreigd voelt door de NAVO en de EU, moeten we daarom bereid zijn daarover in gesprek te gaan. Maar zolang Rusland de soevereiniteit van buurlanden als Oekraïne blijft schenden, kan de EU de sancties moeilijk opgeven en blijven we tegenover elkaar staan. En het is aan Moskou om een eerste stap in de goede richting te doen. Daarop vooruitlopend de sancties in twijfel trekken, is Moskou in de kaart spelen.
De toestand van vandaag doet dan ook denken aan de ideologische oorlog van voorheen: het westerse model van respect voor minderheden, burgerlijke vrijheden, gelijkheid voor de wet en onafhankelijke rechtspraak versus het wereldbeeld van Poetin en zijn volgers waarbij de rechtelijke macht en de media instrumenten zijn van de politiek en de economie gedomineerd wordt door enkele oligarchen. Europa heeft niet altijd onmiddellijk een antwoord paraat op dit soort bedreigingen. Achtentwintig landen op één lijn brengen is een gecompliceerd proces. Maar na het krachtige optreden van afgelopen zomer weten we dat dit allerminst onmogelijk is. Als de EU alleen haar economische belangen zeker had willen stellen, waren de sancties tegen Rusland en de associatieakkoorden met Oekraïne, Moldavië en Georgië er in geen honderd jaar gekomen.
Democratische containment
Die eensgezindheid moet worden voorgezet. In reactie op de actuele situatie in Europa zijn twee uitgangspunten voor een hernieuwd buitenlands beleid van cruciaal belang, De gezamenlijke waarden van de internationale rechtsorde, de rechtstaat en democratie moeten meer dan voorheen prioriteit krijgen; economische overwegingen als handelsrelaties en exportmarkten zijn kortzichtig. En er moet een gezamenlijk energiebeleid komen dat Europa minder afhankelijk maakt van Rusland.
In 1946 waarschuwde de beroemde Amerikaanse diplomaat George F. Keman voor de gevaarlijke ambities van de Sovjet-Unie en hij bepleitte een politiek van ‘containment’, (militaire) indamming. In NAVO-kringen hoor je die boodschap weer. Uiteraard zien deze voorstanders daarin een grote rol weggelegd voor het bondgenootschap in Centraal- en Oost-Europa en pleitten ze voor hogere defensie-uitgaven. Dat is geen onlogische reactie, maar het lost in eerste instantie de problemen niet op en is op langere termijn evenmin het enige antwoord. Het vraagt om een andere indamming, door steeds te investeren in krachten die democratie en rechtstaat voorstaan. Dat is ook op te vatten als een vorm van welbegrepen eigenbelang. Het is een gegeven dat rechtstatelijke democratieën onderling zelden oorlog voeren. De beste investering in vrede en veiligheid is dan ook om democratische krachten in landen te ondersteunen.
DE TOESTAND VAN VANDAAG DOET DENKEN AAN DE IDEOLOGISCHE PATSTELLING VAN VOORHEEN
Poetin kon kiezen voor een politiek van provocatie en confrontatie omdat hij in Rusland alle ruimte heeft. Achter het optreden van Moskou schuilt een krachtige opleving van Russische nationalisme waarbij het ‘beschermen’ van Russische minderheden in landen van de voormalige Sovjet-Unie centraal staat. Van een pluriforme democratie of rechtstaat is allang geen sprake meer: tegenstanders worden gemuilkorfd of zelfs vervolgd, dissidente media worden aan banden gelegd en het Kremlin bepaalt wat de waarheid en recht is.
Over dit alles is een sausje van ‘Euroaziatische waarden’ gegoten die zouden maken dat Rusland echt anders is dan Europa. Europa heeft daarop geen directe invloed. Wat we wel kunnen is helpen voorkomen dat die waarden worden opgelegd aan de buurlanden van Rusland. In het geval van Wit-Rusland en Armenië zijn we helaas te laat. En als we niet uitkijken zullen ook de Oekraïne, Moldavië en Georgië aan dit lijstje worden toegevoegd. Niet door ze te veroveren maar door ze politiek, militair en economisch afhankelijk te maken en ze bij de net opgerichte Euroaziatische Unie in te lijven. Het enige juiste antwoord daarop is investeren in de kracht van hun democratieën, de kwaliteit van de rechtstaat en daarmee in de onafhankelijkheid van deze landen.
Dit zou gelijk op moeten gaan met het aanhalen van economische banden. De associatieakkoorden die deze landen met de EU getekend hebben, bieden hier alle kansen toe. Laat het de opdracht zijn voor de nieuwe EU-buitenlandchef Mogherini. Een effectieve manier om het ‘Poetinisme’ te keren, is om naast Polen en de Baltische staten voor meer succesverhalen van Russische buurlanden te zorgen. ‘Democratische containment’ moet de strategie van de Europese Unie zijn.
Europese energie-unie
We kunnen de ‘soft power’ van Europa versterken door meer onderlinge economische samenwerking. Aangezien dit ook in het belang is van de lidstaten zelf liggen hier veel mogelijkheden. Centraal daarin staat een energie-unie met zoveel mogelijk gezamenlijke inkoop en vooral een overgang naar duurzame energiebronnen. Achter het Russische wapengekletter in de Oekraïne gaat volgens het Kremlin een geopolitieke machtsstrijd met de EU en de NAVO schuil om invloed in de voormalige Sovjet-Unie.
PER SALDO IS RUSLAND AFHANKELIJKER VAN ONS DAN WIJ VAN HEN
De omvangrijke inkomsten uit olie en gas bepalen hierbij de politieke agenda. Het grootste buurland van de EU is een belangrijke handelspartner en dan vooral op energiegebied: een kwart van de Europese gas- en olieconsumptie is uit Rusland afkomstig. De afhankelijkheid van fossiele energie is de achilleshiel ten opzichte van Rusland en stond dus lang een buitenlandsbeleid in de weg. Te vaak verspelen we de soft power door de marktkrachten op de korte termijn niet in te bedden in politieke belangen over een langere periode. Aangezien sommige lidstaten afhankelijker zijn van het Russische gas dan andere, bestaat er grote aarzeling en verdeeldheid binnen de EU over de te volgen koers. Al het wapengekletter en de retoriek ten spijt weet Poetin juist door zijn verdeel-en-heerspolitiek de boel zelfs binnen de EU te ontwrichten. Waar het IMF wegens gebrek aan hervormingen niet thuis gaf, leende het Kremlin Hongarije €10 mrd en gaf het land en passant een fikse korting op de gasprijs.
Per saldo is Rusland evenwel afhankelijker van Europa dan andersom. De EU is de grootste afzetmarkt voor Russische energie: ongeveer 60% van al hun olie en 90% van het Russisch gas heeft de Europese markt als bestemming. Maar liefst de helft van de Russische overheidsinkomsten komt uit gas en olie. Daarom heeft Moskou het energiewapen nog nooit tegen de EU als geheel ingezet. Dat gaat diametraal tegen hun belangen in en dat begrijpen zij maar al te goed, Feitelijk is Rusland qua economie een reus op lemen voeten. De val in de olieprijs en de navrante daling van de roebel onderstrepen die. Desalniettemin had president Poetin tot nu toe het tij mee omdat de EU-landen hun eigen afzonderlijke belangen vooropstelden in hun contacten met Moskou. Hoewel de sancties unaniem werden aanvaard, zijn sommige Europese regeringsleiders ze liever kwijt dan rijk. De discussie over het volhouden of uitbreiden van die strafmaatregelen blijft daardoor zeer moeizaam.
Door een eigen energiepolitiek kan de EU zich strategisch en onafhankelijk opstellen tegenover Moskou. Het idee van een energie-unie verdient daarom een adequate uitwerking. Dat zal nog geen sinecure zijn. Polen denkt aan kolen, Nederland aan gas en velen aan duurzame energie. Bovendien vergt de realisatie omvangrijke investeringen op Europese schaal, bijvoorbeeld in het electriciteitsnetwerk en in energiebesparing.
Toch is het idee kansrijk. Waarom zou je in de zomer geen gebruikmaken van zonne-energie uit Spanje en zouden de Spanjaarden omgekeerd in de herfst niet van onze wind kunnen profiteren? En last but no least zal de energierekening voor burgers en bedrijven lager uitvallen. De energie-unie biedt kortom perspectief als vorm van intensieve economische samenwerking maar kan ook (geo) politieke realiteit in het voordeel van de EU wijzigingen.
Conclusie
Daarbij moeten we niet naïef zijn en erkennen dat er naast soft power ook sprake moet zijn van geloofwaardige hard power - dus ook betere samenwerking op defensiegebied binnen de EU - als veiligheidsgarantie op de achtergrond. Europa zal ook zelf het goede voorbeeld moeten geven. Binnen de Europese grenzen functioneren democratieën niet altijd optimaal. Voorstanders van Poetin of politici die zelf autoritaire neigingen hebben worden hierdoor in de kaart gespeeld.
Weinig beleid van de EU is zo succesvol gebleken als de uitbreiding met landen in Oost-Europa. Door de hereniging leven vandaag de dag vele miljoenen Europeanen in welvaart en vrede - een essentiële voorwaarde voor een goed bestaan. Het jarenlange durende proces van transformatie in de voormalige communistische landen heeft zijn vruchten afgeworpen.
Ook de mensen in de Oekraïne verdienen de kans om een dergelijke ontwikkeling door te maken. Daarvoor moeten we echter niet alleen blijven opkomen voor democratie en mensenrechten, maar ook voor vrede en stabiliteit. De crisis van 2014 leert ons vooral dat het één niet zonder het ander te realiseren is. Europa kan daaraan alleen effectief bijdragen wanneer gezamenlijk en in solidariteit wordt opgetreden.
Uit Socialisme & Democratie nummer 1 2015