Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2018 - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34775 X - Vaststelling begroting Defensie 2018.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2018 ; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 19-09-2017 |
Publicatiedatum | 19-09-2017 |
Nummer | KST34775X2 |
Kenmerk | 34775 X, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 775 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2018
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Inhoudsopgave
A
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
2
B
BEGROTINGSTOELICHTING
3
1
Leeswijzer
3
2
Het beleid
5
2.1
De beleidsagenda 2018
5
2.2
De beleidsartikelen
22
2.3
De niet-beleidsartikelen
69
3
Begroting agentschappen
78
3.1
Defensie Telematica Organisatie
78
3.2
Paresto
84
4
Bijlagen
88
4.1
ZBO’s en RWT’s
88
4.2
Verdiepingshoofdstuk
90
4.3
Moties en toezeggingen
100
4.4
Overzicht Subsidies
109
4.5
Overzicht Evaluaties- en overig onderzoek
111
4.6
Financieel overzicht Wapensystemen
112
4.7
Overzicht uitgaven veteranen en uitgaven zorg en nazorg
120
4.8
Overzicht uitgaven IT
125
4.9
Overzicht Cyber
126
4.10
Lijst van afkortingen
127
-
A.ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
Wetsartikel 1 (begrotingsstaat Ministerie)
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat/begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat/begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
Wetsartikel 2 (begrotingsstaat baten-lastendiensten)
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de baten-lastendiensten vastgesteld.
De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de diensten die een baten-lastenstelsel voeren.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de in de staat opgenomen baten-lastendiensten Defensie Telematica Organisatie (DTO) en Paresto voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de baten-lastendiensten.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert
-
B.BEGROTINGSTOELICHTING
-
1.LEESWIJZER
Beleidsartikelen
In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht begroot. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan door de leden gemeenschappelijk gefinancierde (common funded) NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel bevat ook een overzicht voor de structurele inzet die in andere beleidsartikelen is begroot, bijvoorbeeld door de Koninklijke Marechaussee, de Explosieven Opruimingsdienst Defensie en de Kustwachten. Tevens worden vanaf 2015 de middelen van de Ministeries van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BH&OS) en Buitenlandse Zaken (BZ) in het kader van het Budget Internationale Veiligheid (BIV) op dit artikel geraamd.
In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering geraamd voor zeestrijdkrachten (CZSK), landstrijdkrachten (CLAS), luchtstrijdkrachten (CLSK), de marechaussee (KMar) en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1. In beleidsartikel 6 zijn de investeringen voor de krijgsmacht opgenomen, te weten investeringen voor materieel, infrastructuur, IT, wetenschappelijk onderzoek en bijdragen aan de NAVO-investeringen. Daarnaast zijn de verkoopopbrengsten voor afstoting van materieel en infrastructuur in dit beleidsartikel opgenomen.
In de beleidsartikelen 7 Ondersteuning door Defensie Materieel Organisatie (DMO) en 8 Ondersteuning door Commando DienstenCentra (CDC) zijn de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten geraamd voor de ondersteunende en dienstverlenende defensieorganisaties.
Niet-beleidsartikelen
In het niet-beleidsartikel 9 Algemeen worden de niet specifiek aan een defensieonderdeel toe te wijzen programma-uitgaven opgenomen. In het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat worden de uitgaven ten behoeve van het centrale apparaat van Defensie begroot, waaronder de Bestuursstaf en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), alsmede de niet aan een specifiek artikel toe te wijzen uitgaven voor pensioenen en wachtgelden. Ten slotte worden in de niet-beleidsartikelen 11 en 12 de geheime uitgaven respectievelijk de ramingen voor nominaal en onvoorzien opgenomen.
Overig
In de begroting worden ook de ramingen voor de baten-lastendiensten Defensie Telematica Organisatie (DTO) en Paresto weergegeven. Daarnaast is in de bijlagen informatie opgenomen over de ZBO/RWT’s, de mutaties, moties en toezeggingen, subsidies, evaluaties, het financieel overzicht wapensystemen, de uitgaven voor veteranen en de uitgaven voor zorg en nazorg, de uitgaven voor IT alsmede een overzicht voor cyber. De begroting van het Ministerie van Defensie is ook digitaal beschikbaar op de website www.rijksbegroting.nl. Om de toegankelijkheid verder te vergroten zijn in de digitale versie, waar mogelijk, hyperlinks aangebracht naar de achterliggende documenten.
Defensie Materieelprojectenoverzicht
Zoals gebruikelijk ontvangt de Kamer op Prinsjesdag het Materieelprojectenoverzicht (MPO). Hierin wordt per project meer gedetailleerde informatie gegeven dan in de begroting. Zo wordt de samenhang met het defensiebeleid en met andere projecten duidelijk gemaakt. In het MPO zijn de lopende en de geplande strategische materieelprojecten opgenomen met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen, evenals de politiek gevoelige projecten. Daarnaast wordt ingegaan op af te stoten materieel. In deze begroting worden daarom alleen de grotere projectwijzigingen verder toegelicht.
Groeiparagraaf
In de begroting 2018 zijn ten opzichte van de begroting 2017 de volgende wijzigingen doorgevoerd:
-
-
-
•In de doelstellingenmatrices van de beleidsartikelen 2 tot en met 5 worden de doelstellingen op het gebied van de norm operationele gereedheid weergegeven. Informatie over de inzetbaarheid van de Nederlandse krijgsmacht is operationeel gevoelig. Naar aanleiding van een onderzoek van de MIVD en op advies van de Beveiligingsautoriteit zijn om die reden twee kolommen van de doelstellingenmatrices vertrouwelijk gemaakt. De integrale doelstellingenmatrices zijn als vertrouwelijke bijlage opgenomen bij de inzetbaarheidsrapportage, die tegelijk met de begroting aan de Kamer wordt aangeboden.
-
-
-
-
•In de toelichting bij het centrale apparaatsartikel (niet-beleidsartikel 10) worden de apparaatsuitgaven van het kerndepartement in tabelvorm onderverdeeld naar het beleidsterrein. Deze verdere uitsplitsing komt tegemoet aan de wens van de Tweede Kamer om inzicht te hebben in de nadere onderverdeling.
-
-
2.HET BELEID
2.1 De beleidsagenda 2018
Inleiding
De veiligheidscontext is de afgelopen jaren in hoog tempo veranderd. Crises volgen elkaar snel op en de verscheidenheid, duur en ook complexiteit van dreigingen en risico’s zijn fors toegenomen. Interne en externe veiligheid zijn inmiddels twee kanten van dezelfde medaille. Dat wordt keer op keer pijnlijk duidelijk: aanslagen in Europa, radicalisering, het destabiliserende optreden van Rusland in Europa en elders, de ramp met vlucht MH-17, cyberaanvallen met ernstig ontwrichtende gevolgen en migratiestromen naar Europa met grote maatschappelijke impact. Dit alles vindt in belangrijke mate zijn oorsprong in instabiele regio’s rondom Europa. Niet alleen onze belangen en waarden, maar ook onze manier van leven en de grondslagen van onze welvaart staan hierdoor op het spel. Veiligheid, welvaart, welzijn en sociale stabiliteit zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Gelet op de veiligheidssituatie, de drie hoofdtaken van Defensie en de vitale belangen zoals opgenomen in de Internationale Veiligheidsstrategie en de Strategie Nationale Veiligheid zal de Nederlandse defensie-inspanning zich de komende jaren vooral moeten richten op de volgende drie strategische opgaven:
-
-
-
•Veilig blijven. Het waarborgen van de veiligheid van onze samenleving en het eigen, NAVO- en EU-grondgebied;
-
-
-
-
•Veiligheid brengen. Het bevorderen van internationale stabiliteit en het tegengaan van dreigingen in de ring rondom Europa en het Koninkrijk;
-
-
-
-
•Veilig verbinden. Het beschermen van de fysieke en digitale knooppuntfunctie van Nederland in de wereld, met inbegrip van de aan- en afvoerlijnen.
-
Meerjarig perspectief voor de versterking van de krijgsmacht
Tegen deze achtergrond heeft het kabinet, in verschillende brieven en in opeenvolgende begrotingen, een meerjarig perspectief geschetst voor de structurele en stapsgewijze versterking van de krijgsmacht. De Tweede Kamer heeft er op aangedrongen werk te maken van de vervolgstappen in het kader van dit meerjarig perspectief. De brief «Houvast in een onzekere wereld» van 14 februari 2017 (Kamerstuk 33 763, nr. 126) schetst de beoogde lijnen van ontwikkeling in dezen.
De afgelopen jaren heeft dit kabinet al belangrijke maatregelen genomen. Met behulp van opeenvolgende verhogingen van de defensiebegroting, oplopend tot ruim € 920 miljoen structureel in 2020, kan onder meer de basisgereedheid van de krijgsmacht de komende jaren op orde worden gebracht. Met de voorjaarsnota 2017 heeft het kabinet structureel € 20 miljoen extra per jaar beschikbaar gesteld voor de grensbewakingstaak van de Koninklijke Marechaussee (KMar), onder andere op luchthavens. In aanvulling hierop is nogmaals € 2,2 miljoen in 2018 en vanaf 2019 structureel € 23,4 miljoen vrijgemaakt. Daarmee komt de totale intensivering ten behoeve van de grensbewakingstaak op € 43,4 miljoen structureel vanaf 2019. Voorts is er voor de MIVD, verdeeld over 2017, 2018 en 2019, eenmalig € 17 miljoen vrijgemaakt. Hiermee investeert de MIVD in noodzakelijke capaciteit om op potentiële crises of escalatie daarvan te kunnen anticiperen. Ook heeft het kabinet in totaal € 26 miljoen beschikbaar gesteld voor cybersecurity. Van dit bedrag wordt € 8 miljoen beschikbaar gesteld aan de MIVD voor het aanpakken van cyberspionage en -sabotage.
Zoals reeds meerdere malen gemeld, zijn naast het op orde brengen van de basisgereedheid, de volgende vervolgstappen geïdentificeerd. Die vervolgstappen zijn:
-
-
-
•Investeren om de huidige krijgsmacht te continueren en vernieuwen
Defensie heeft de investeringsbehoefte voor de benodigde instandhoudingsprogramma’s en vervangingen om de huidige krijgsmacht te kunnen continueren en vernieuwen in kaart gebracht. Zoals in de begroting 2016 en 2017 reeds is vermeld, is de investeringsbehoefte voor de komende jaren groter dan het beschikbare budget. Het is nodig om tijdig de noodzakelijke vervangingen van materieel voor de krijgsmacht uit te voeren.
-
-
-
-
•Verbeteren van de operationele (gevechts)ondersteuning (CS/CSS)
In het kader van operationele duurzaamheid is het van belang de balans tussen de gevechtseenheden en de (gevechts)ondersteunende eenheden, zoals logistieke, geneeskundige en inlichtingeneenheden, te versterken. Zoals bekend kampt Defensie op dit gebied met beperkingen. Versterking van de ondersteunende eenheden zal het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht vergroten en de gereedheid ondersteunen. Een beroep op internationale partners is in de praktijk problematisch gebleken, omdat deze capaciteiten ook bij hen schaars zijn.
-
-
-
-
•Uitbreiding en modernisering slagkracht
Defensie moet in staat zijn in te spelen op de steeds weer veranderde veiligheidscontext. Ook moet de krijgsmacht opgewassen zijn tegen technologisch hoogwaardige tegenstanders in conflicten met een hoge geweldsintensiteit en gelijktijdig, voor langere duur en in voldoende omvang kunnen deelnemen aan verschillende activiteiten en operaties. Voorts nopen de razendsnelle ontwikkelingen in het cyber- en informatiedomein tot substantiële maatregelen. Er moet bovendien rekening worden gehouden met een groeiend beroep op de krijgsmacht in het kader van de nationale taken.
-
Duidelijk is dat versterking en vernieuwing van de krijgsmacht nadrukkelijk hand in hand moeten gaan. Dit is noodzakelijk om, samen met onze bondgenoten en partners, het hoofd te kunnen (blijven) bieden aan de grote diversiteit en ook complexiteit van dreigingen en risico’s evenals de snelheid waarmee die opkomen.
Tijdens de NAVO-top in Wales in september 2014 hebben de bondgenoten afgesproken (1) de trend van dalende defensie-uitgaven te keren, (2) te trachten de uitgaven in reële termen te laten stijgen naarmate hun BBP groeit en (3) zich in te spannen om de komende tien jaar (2014-2024) hun defensie-uitgaven in de richting van twee procent van het BBP te bewegen. Een dergelijke afspraak is tevens gemaakt over de richtlijn om ten minste 20 procent van het totale defensiebudget te besteden aan investeringen. Deze afspraken werden tijdens de top in Warschau in juli 2016 herbevestigd.
Met het oog op deze afspraken hebben staats- en regeringsleiders van de NAVO-lidstaten, tijdens de speciale bijeenkomst op 25 mei jl. in Brussel, afgesproken dat de bondgenoten jaarlijks nationale plannen zullen opstellen en elkaar daarover informeren. De eerste plannen moeten uiterlijk eind 2017 worden ingediend. De uitvoering van deze plannen zal jaarlijks worden besproken door de Ministers van Defensie. Zo wordt inzichtelijk welke stappen de bondgenoten hebben gezet om de afspraken uit 2014 na te komen. De nationale plannen moeten in ieder geval de volgende elementen bevatten:
-
-
-
1.Politiek goedgekeurde plannen om stappen te zetten in overeenstemming met bovenstaande afspraken van de NAVO top in Wales.
-
-
-
-
2.De mate waarin hogere defensie-uitgaven zullen worden gebruikt voor het behalen van de capaciteitendoelstellingen die in het kader van het NATO Defense Planning Process (NDPP) aan een bondgenoot zijn toegewezen en het adresseren van de capaciteitstekorten die de NAVO heeft geïdentificeerd.
-
-
-
-
3.Een vooruitblik naar de verwachte inzet binnen en buiten NAVO-kader in het komende jaar.
-
Prioriteiten 2018
In 2018 zal Defensie voortvarend werken aan de volgende prioriteiten:
-
-
-
1.Versterken van de gereedheid van de krijgsmacht;
-
-
-
-
2.Vernieuwen van het operationele domein, inclusief de ondersteuning;
-
-
-
-
3.Verdiepen van de internationale samenwerking;
-
-
-
-
4.Verankeren van financiële duurzaamheid;
-
-
-
-
5.Investeren in werkgeverschap.
-
-
1.Versterken van de gereedheid van de krijgsmacht
De krijgsmacht moet er staan als het erop aankomt. Het vermogen om missies vol te houden, ook bij conflicten met een hogere geweldsintensiteit, is belangrijker geworden. De kans dat sprake is van een gelijktijdig beroep op de krijgsmacht, in het kader van de drie strategische opgaven of de hoofdtaken van Defensie, is groter geworden. Capaciteiten kunnen maar één keer worden ingezet. Een gelijktijdig beroep op de krijgsmacht in het kader van bijvoorbeeld de snelle reactiemachten van de EU en NAVO heeft met andere woorden direct effect op de inzet in nationaal en internationaal verband evenals de gereedstelling. Het verder versterken van de basisgereedheid heeft dan ook onverkort prioriteit.
In het kader van het herstel van de basisgereedheid in 2021 wordt er in 2018 met voorrang gewerkt aan de volgende aspecten:
-
-
-
•Personele gereedheid (PG). Een te lage instroom en een te hoge uitstroom van personeel hebben een negatief effect op het herstel van de basisgereedheid. Het succesvol werven en behouden van personeel is derhalve van groot belang. Een plan van aanpak «behoud en werving» is opgesteld. Ook het concept van de adaptieve krijgsmacht moet (op de langere termijn) daarbij helpen. Om beter inzicht te krijgen in de kwalitatieve aspecten van de personele gereedheid wordt, conform de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer, bezien hoe dit inzicht zoveel mogelijk kan worden geüniformeerd. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de specifieke (personele) gereedheidskenmerken per eenheid en de rol van de commandant in het gereedstellingsproces.
-
-
-
-
•Materiële gereedheid (MG). Ook in 2018 wordt voortvarend gewerkt aan de verdere verbetering van de leverbetrouwbaarheid en voorraadbeschikbaarheid van inzetbaarheidsbepalende reserveonderdelen. Daarnaast worden in overeenstemming met de aanbevelingen uit het IBO Wapensystemen (Kamerstuk 33 279, nr. 15) instandhoudingsanalyses uitgevoerd. Na de reeds uitgevoerde analyses voor de PzH2000, het LCF en de Apache in 2016, zijn in 2017 aanvullende instandhoudingsanalyses uitgevoerd voor dertien andere wapensystemen, zoals CV90, Chinook, F-16, OPV en FRISC. De resterende analyses, zoals voor de Cougar, NH-90 en Landing Craft Utility (LCU) worden in 2018 uitgevoerd. Op basis van de instandhoudingsanalyses worden de geïntegreerde onderhouds- en gebruiksplannen van de wapensystemen geactualiseerd. De instandhoudingsanalyses, geïntegreerde plannen, voldoende herstelcapaciteit en de versterking van de verwervingsketen zijn belangrijke voorwaarden om een structurele verbetering van de materiële gereedheid te bewerkstelligen. Ook wordt de komende jaren gewerkt aan een verdere versterking van de competenties en kennis van het personeel van de materieel logistieke organisaties.
-
-
-
-
•Geoefendheid (GO). In 2018 zal er met verschillende oefeningen onder meer worden gewerkt aan het herstel van de generieke geoefendheid, de integratie van Nederlandse eenheden in EU- of NAVO-verband, het opwerken van eenheden voor gereedstelling in 2019 en de samenwerking met strategische partners. Belangrijk in dit kader is de Nederlandse deelname aan de NAVO-oefening Trident Juncture in Noorwegen. Hier oefenen ongeveer 35.000 militairen voor het grootschalig en gecombineerd optreden in de hoogste dreigingsscenario’s.
-
In het jaarverslag en bij de begroting rapporteert Defensie over de inzetbaarheid en de gereedheid van de krijgsmacht.
-
2.Vernieuwen van het operationele domein, inclusief de ondersteuning
Versterking en vernieuwing van de krijgsmacht moeten hand in hand gaan. Het gaat daarbij niet alleen om vernieuwing van het materieel, maar ook om vernieuwing van de organisatie. Zo moet de invoering van het concept van de adaptieve krijgsmacht de flexibiliteit en het aanpassingsvermogen van de organisatie vergroten. Dit gebeurt bijvoorbeeld door commandanten meer vrijheid te geven om binnen het toegekende budget vast te stellen welke capaciteit nodig is voor het uitvoeren van opgedragen taken. In oktober 2017 wordt de Tweede Kamer via de jaarrapportage inzake de adaptieve krijgsmacht verder geïnformeerd over de voortgang hiervan.
Het oprichten van een Special Operations Command
Het belang dat aan Special Operations Forces (SOF) wordt toegekend, is in internationaal verband onmiskenbaar toegenomen. Speciale strijdkrachten zijn zeer geschikt voor onder andere gerichte interventies in hybride conflictsituaties, in het kader van terrorismebestrijding en tegen irregulier opererende tegenstanders. De vraag naar de inzet van speciale strijdkrachten neemt snel toe. Actuele voorbeelden zijn de missies in Irak en Mali.
In 2018 start Defensie met de inrichting van een Special Operations Command (SOCOM). De commandant van het SOCOM valt rechtstreeks onder de CDS en wordt verantwoordelijk voor de coördinatie van de gereedstelling en inzet van SOF-eenheden en de doorontwikkeling van het SOF-optreden.
Investeren in nieuw materieel en instandhouding
Ten opzichte van de defensiebegroting 2017 zijn in het investeringsplan diverse projecten herschikt. De ramingen voor het project «Vervanging en Modernisatie van de Chinook» sluiten nu beter aan op de verwachte realisatie. Andere projecten, waaronder de vervanging van de brugleggende tank, MK-48, NH-90 en VOSS, komen later gereed.
Een overzicht van de wijzigingen is opgenomen bij artikel 6 Investeringen krijgsmacht. Daarnaast is de informatie opgenomen in het Materieel Projecten Overzicht 2018.
Innovatie
De Nederlandse krijgsmacht moet permanent innoveren om tegenstanders het hoofd te kunnen blijven bieden. Innoveren is ook van belang om burgerslachtoffers te voorkomen en militairen toereikende bescherming te bieden. Geopolitieke, technologische en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen en toegenomen kwetsbaarheden leiden tot risico's, maar bieden ook kansen. In dat kader werkt Defensie gericht en samenhangend aan de versterking van relevante kennisgebieden, nationale en internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling en het innovatieve vermogen van de defensieorganisatie. Daarbij staan in 2018 de volgende doelstellingen centraal:
-
-
-
•Bevorderen en verankeren van innovatie.
Innovatie ontstaat veelal door samenwerking en gebeurt bovendien steeds vaker in de civiele sector. Naast kennisinstellingen, defensiebedrijven en andere overheden gaat het nadrukkelijk om partijen buiten de defensiesector, zoals universiteiten, bedrijven en start-ups. Team FRONT (Future Relevant Operations in Next generation Technology) speelt hierin een centrale rol als aanjager en schakel met nieuwe partners. Hierbij gaat het in 2018 bijvoorbeeld om het verbinden van defensie met start-ups. Dat gebeurt in samenspraak met Yes! Delft, verbonden met de TU Delft. Succesvol innoveren reikt vanzelfsprekend verder dan technologische vernieuwing. Succesvol innoveren vraagt verder om betrokkenheid van de gehele defensieorganisatie. Bottom-up initiatieven worden in dat kader aangemoedigd en bevorderd. Met het recent opgerichte innovatienetwerk Defensie wordt ingezet op het verbinden van dergelijke initiatieven. Kruisbestuiving en elkaar ondersteunen zijn sleutelwoorden in dezen.
-
-
-
-
•Het versterken van samenwerking bij kennisopbouw en innovatie, nationaal en internationaal
Het Ministerie van OCW investeert de komende jaren via de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) in fundamenteel en toegepast onderzoek door universiteiten en onderzoeksinstellingen. Defensie wil in 2018 aansluiten bij relevante routes van de nieuwe NWA, zoals big data en kwantum. Het Ministerie van EZ wil in het kader van het topsectorenbeleid nadrukkelijker inzetten op toegepast publiek-privaat onderzoek op het gebied van ICT en opkomende technologiegebieden, zoals geavanceerde in materialen, nanotechnologie en kwantum. Defensie is nauw betrokken bij de uitwerking van nieuwe initiatieven ter zake, met als doelstelling het bundelen van krachten met partners uit het bedrijfsleven, kennisinstellingen en departementen in 2018. Ook in internationaal verband zet Defensie in op meer samenwerking. Hiertoe hebben Nederland en Noorwegen in 2015 het Strategic Mutual Assistance in Research & Technology (SMART-) initiatief genomen, met als lange-termijn doelstelling een complementaire, defensie-specifieke kennisbasis. In dat kader wordt in 2018 begonnen met Milspace II, een project op het terrein van het militair gebruik van de ruimte. Belangrijk aandachtspunt in 2018 is de uitwerking van het research window van het European Defence Fund (EDF). Hier liggen nadrukkelijk kansen, zowel voor Defensie als voor Nederlandse kennisinstellingen en defensie- en veiligheidsindustrie.
-
-
3.Verdiepen van de internationale samenwerking
De ingezette koers van verdieping van de internationale militaire samenwerking wordt ook in 2018 vervolgd.
NAVO
De NAVO neemt maatregelen om zich steeds weer aan de veranderende veiligheidssituatie aan te passen. Zo is er nadrukkelijk sprake van hernieuwde aandacht voor afschrikking en de collectieve verdediging. De NATO Reponse Force (NRF) is uitgebreid en de NAVO stelt hogere eisen aan de gereedheid en inzetbaarheid van de NAVO-strijdkrachten. Voorts is er sinds begin 2017 een vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in de Baltische staten en Polen (Enhanced Forward Presence, EFP). Nederland levert elk jaar bijdragen aan de NRF. In 2018 betreft het onder meer een gemechaniseerd bataljon, fregatten en F-16’s. Eind 2017 wordt de Kamer in de jaarlijkse brief over de Nederlandse bijdragen aan snelle reactiemachten geïnformeerd over de inzet in 2018 en verder.
Deze militaire maatregelen brengen tot uitdrukking dat het bondgenootschap onmiddellijk zal reageren op een schending van het verdragsgebied. Tegelijkertijd blijft de NAVO streven naar een inhoudsvolle dialoog met alle landen, dus ook met Rusland. Het is van belang de communicatielijnen open te houden om de risico’s op misverstanden en onbedoelde escalatie te voorkomen.
Nederland acht het van belang dat de NAVO zich niet louter richt op afschrikking en de collectieve verdediging, maar ook actief blijft op het gebied van crisismanagement en coöperatieve veiligheid. Zo levert het bondgenootschap een belangrijke bijdrage aan de capaciteitsopbouw van de defensie- en veiligheidssector in partnerlanden, waaronder Irak en Jordanië. Tijdens de NAVO-top in Brussel op 25 mei 2017 is afgesproken dat de NAVO een grotere rol moet spelen bij het bestrijden van terrorisme. De capaciteitsopbouwactiviteiten stellen partnerlanden in staat terrorisme doelmatiger te bestrijden. Daarnaast ondersteunt de NAVO de anti-ISIS coalitie met AWACS-radarvliegtuigen en draagt de NAVO-operatie Sea Guardian bij aan het in kaart brengen van migratiestromen en de bestrijding van internationale criminaliteit en terrorisme.
In 2018 is een reguliere NAVO-top voorzien. Tijdens deze bijeenkomst zullen de internationale veiligheidscontext en de staat van het bondgenootschap centraal staan.
EU
De versterking van het Europese veiligheids- en defensiebeleid staat hoog op de Europese agenda. De veranderende veiligheidscontext en de EU Global Strategy hebben de Europese veiligheids- en defensiesamenwerking in een stroomversnelling gebracht. Het is voor alle lidstaten duidelijk dat de EU meer verantwoordelijkheid moet nemen. In 2016 en 2017 zijn belangrijke stappen gezet om de Europese veiligheids- en defensiesamenwerking te versterken. In 2018 zal de uitvoering van de maatregelen uit het Implementation Plan on Security and Defence, de voorstellen ter versterking van EU-NAVO samenwerking en het Europees Defensieactieplan i van de Europese Commissie de aandacht opeisen.
Voorts zal Nederland in 2018 samen met België en Luxemburg één van de twee actieve EU Battlegroups (EUBG) leveren als onderdeel van de EU snelle reactiemacht (EU Battlegroup). De Benelux-landen zullen hierbij het gehele jaar optreden als Framework Nation (FN), waarbij Nederland een coördinerende rol als secretary nation (aanspreekpunt) op zich neemt.
Frontex
In oktober 2016 is de nieuwe Frontex verordening aangenomen. De nieuwe verordening zorgt er voor dat Frontex als agentschap uitgroeit tot een Europees agentschap voor grens- en kustwacht, met onder andere de uitbreiding van het aantal taken. De KMar levert in 2018 een bijdrage aan de Rapid Reaction Pool, die bij zeer urgente situaties wordt ingezet om illegale migratie tegen te gaan. Ook levert de KMar personeel aan reguliere operaties van Frontex. De onderhandelingen voor de bijdrage van Nederland in 2018 worden in het najaar van 2017 gevoerd.
Bilaterale samenwerking
Op 1 januari 2017 zijn België en Nederland gestart met de gezamenlijke bewaking van het Benelux-luchtruim. Deze samenwerking zorgt voor belangrijke voordelen. Omdat de luchtbewakingstaak bij toerbeurt wordt uitgevoerd, is het niet langer noodzakelijk dat er permanent twee jachtvliegtuigen in Nederland paraat staan.
Ook tekenden België en Nederland op 30 november 2016 een intentieverklaring over de gezamenlijke vervanging van de M-fregatten en mijnenbestrijdingsvaartuigen. Nederland neemt de leiding bij de vervanging van de fregatten, België bij de vervanging van de mijnenbestrijdingsvaartuigen. Het gebruik van hetzelfde materieel vormt ook nu al de basis voor de succesvolle marine samenwerking (BENESAM), waarbij België en Nederland hun opleidingen, onderhoud en staven vergaand hebben geïntegreerd.
De samenwerkingsovereenkomsten tussen Duitsland en Nederland worden verder geconcretiseerd. Op 29 augustus 2017 heeft de CDS een overeenkomst ondertekend over de integratie van een Duitse eenheid in het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC). In 2018 wordt het integratietraject van het Duitse Seebataillon in het CZSK vervolgd.
Namens Nederland en Luxemburg heeft de NAVO een contract getekend voor de aanschaf van Multi Role Tanker Transport vliegtuigen (MRTT). België, Duitsland en Noorwegen hebben besloten zich aan te sluiten.
De samenwerking met Noorwegen wordt verder aangehaald. In 2017 hebben Nederland en Noorwegen nauw samengewerkt in het kader van de Enhanced Forward Presence in Litouwen. In 2018 zullen Nederlandse eenheden samen met Noorse eenheden in Noorwegen trainen.
Met het ondertekenen van een Joint Vision Statement op 17 juni 2017 is de bredere Brits-Nederlandse defensiesamenwerking bekrachtigd. In 2018 zal duidelijk moeten worden wat de gevolgen zijn van de Brexit voor de veiligheidssamenwerking tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU, in het bijzonder voor de Britse bijdrage aan activiteiten in het kader van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid. Het Verenigd Koninkrijk heeft laten weten een betrouwbare en actieve veiligheidspartner te willen blijven. De Brits-Nederlandse defensiesamenwerking zal naar verwachting onveranderd hecht blijven. Zo worden geen directe gevolgen verwacht voor de samenwerking in de Joint Expeditionary Force (JEF) en de UK/NL Amphibious Force.
-
4.Verankeren van financiële duurzaamheid
De structurele betaalbaarheid van de krijgsmacht vergt een evenwicht tussen de inzetbaarheidsdoelstellingen en beschikbare financiële middelen. Het is belangrijk dat Defensie dat evenwicht, bij gelijkblijvend beleid, kan garanderen. De afgelopen jaren is hier veel energie in gestoken. Defensie heeft thans meer en toenemend inzicht in de benodigde budgetten om de huidige doelstellingen te halen. Tevens werkt Defensie intensief aan het herstel van de basisgereedheid in 2021. Dit evenwicht moet uiteraard ook op de lange termijn kunnen worden gehandhaafd. Daarvoor zijn vervolgstappen geïdentificeerd in het kader van het meerjarig perspectief.
Defensie werkt met wapensystemen, infrastructuur en IT die vaak lang mee gaan, soms tot dertig jaar of nog langer. Regelmatig is er een technische update of groot onderhoud nodig. Het afgelopen jaar is in beeld gebracht welke vervangingsinvesteringen, welke updates en welk groot onderhoud de komende vijftien jaar nodig zijn om de huidige krijgsmacht operationeel en financieel duurzaam in stand te houden. Het versterken van de financiële duurzaamheid vergt een niet-aflatende aandacht. Verbeteringen worden vormgegeven in beheersbare, realistische stappen.
De afgelopen jaren is geïnvesteerd in instructies voor kostenbatenanalyses, ramingssystematiek en risicomanagement. Deze instructies moeten de betrouwbaarheid van de planning van investeringsprojecten vergroten. De inspanningen in 2018 zullen gericht zijn op het structureel inbedden van deze nieuwe instructies in de dagelijkse praktijk. Ook ten aanzien van de exploitatie-uitgaven zijn belangrijke stappen gezet om deze beter beheersbaar te maken. Zo maakt Defensie steeds meer gebruik van normeringen, zowel voor materieel als voor personeel.
Vanaf 2018 zal de gelijktijdige sturing op formatie, vulling en budget (O=P=F) worden losgelaten. Het budget wordt leidend en wordt op basis van de formele formatie bepaald. Binnen dit budget krijgen commandanten de vrijheid om de capaciteit vast te stellen die zij nodig hebben om de opgedragen taken uit te voeren. Hiermee wordt een stap gezet in een betere beheersing van de uitgaven. Deze nieuwe werkwijze sluit aan bij het concept van de adaptieve krijgsmacht.
Voorts zal in 2018 verder worden gewerkt aan het verbeteren van het kosteninzicht als basis voor een toekomstbestendige sturing van de bedrijfsvoering. De administratieve systemen moeten hiervoor worden aangepast. Eerst zijn de kosten van wapensystemen aan de beurt. Zodra het benodigde inzicht er is, wordt de aandacht verlegd naar andere onderwerpen, totdat uiteindelijk inzicht kan worden geboden in de kosten van volledige operationele eenheden.
-
5.Investeren in werkgeverschap
Het personeel van Defensie kenmerkt zich door gedrevenheid, doorzettingsvermogen, professionaliteit en onderling kameraadschap. Om zeker te stellen dat het personeel in staat is zijn werk te blijven doen, is het verdere herstel van de basisgereedheid van groot belang. Meer inzetbaar materieel, nieuwe collega’s en voldoende oefeningen moeten hier in sterke mate aan bijdragen.
Defensie heeft als werkgever een bijzondere zorgplicht voor veteranen en (oud)personeel met werk gerelateerde gezondheidsklachten. Het eindoordeel van de evaluatie van het veteranenbeleid was positief over het beleid en de uitvoering daarvan. De evaluatie kent acht hoofdaanbevelingen voor verdere verbeteringen. De aanbevelingen zullen in 2018 verder worden uitgewerkt, conform mijn brief van 21 december 2016 (Kamerstuk 30 139, nr. 170).
Defensie is een van de grootste werkgevers van Nederland. De arbeidsmarkt verandert de komende jaren in hoog tempo door technologische, demografische, economische en maatschappelijke ontwikkelingen. Behoud en werving van personeel vragen volop de aandacht. Defensie moet beter inspelen op de redenen waarom collega’s vroegtijdig uitstromen, want iedere medewerker die eerder dan voorzien Defensie verlaat is een verlies van kennis en ervaring. Om voldoende instroom van nieuwe medewerkers te genereren zal Defensie zich, meer dan nu, richten op het veranderende verwachtingspatroon van jongeren. Het plan van aanpak «behoud en werving» gaat nader in op de reeds genomen en de nog te nemen maatregelen.
De militaire gezondheidszorg is de afgelopen jaren doelmatiger ingericht. Wel moet de aansturing van en samenwerking in de keten worden versterkt om zo het medisch functiegebied meer als één domein te laten functioneren. Dit project zal grotendeels halverwege 2018 vorm krijgen.
Voortdurende aandacht voor de veiligheid van het personeel is noodzakelijk en van groot belang. De rapporten van onder meer de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) onderstrepen dit. Hierbij zijn drie zaken van belang: de beschikbaarheid van voorzieningen om veilig te kunnen werken en oefenen, het op orde hebben van voorschriften en procedures, zo ook de naleving hiervan. Dit vraagt om kennis en bewustzijn van de regels en duidelijkheid over verantwoordelijkheden en rollen. Ook in 2018 zal Defensie intensief werken aan structurele en speciale aandacht voor de veiligheidscultuur, evenals de correcte en volledige naleving van wet- en regelgeving en een beter risicomanagement. Prioriteit ligt bij de thema’s schieten en omgaan met munitie, gevaarlijke stoffen, de vastgoedketen en de veiligheid van arbeidsmiddelen en installaties.
Defensie wil graag snel met de bonden tot goede afspraken komen over de arbeidsvoorwaarden. In eerdere arbeidsvoorwaarden(deel)akkoorden zijn voornemens uitgesproken om te komen tot een modernisering van de militaire bezoldiging, de diensteinderegeling en het militair pensioenstelsel.
Voorziene inzet van de krijgsmacht in 2018
Naast waardevolle ondersteuning van civiele autoriteiten in Nederland en meer kleinschalige bijdrages aan missies en operaties overal ter wereld zullen de eenheden van de krijgsmacht in 2018 worden ingezet voor:
-
-
-
•Vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in Litouwen
Met het oog op de veranderde opstelling van Rusland hebben de bondgenoten tijdens de NAVO-top in Warschau in juli 2016 onder meer besloten tot een vooruitgeschoven aanwezigheid (Enhanced Forward Presence) in de Baltische staten en Polen. Deze NAVO-presentie brengt tot uitdrukking dat een schending van het verdragsgebied leidt tot de onmiddellijke betrokkenheid van het gehele bondgenootschap. Nederland neemt sinds begin 2017 en ook in 2018 deel aan de vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in Litouwen. De Nederlandse militairen maken deel uit van een multinationale battlegroup onder leiding van Duitsland. Naast Duitsland en Nederland leveren België, Luxemburg en Noorwegen bijdragen aan deze eenheid.
-
-
-
-
•Resolute Support (Afghanistan)
De huidige Nederlandse inzet bedraagt ongeveer honderd militairen in Kabul en de noordelijke provincie Balkh, in de omgeving van de stad Mazar-e-Sharif, waar Duitsland de leiding heeft. De Nederlandse inzet is gericht op de advisering van de Afghan National Defence and Security Forces (ANDSF), het leveren van medische capaciteit evenals transport en beveiliging. Daarnaast levert Nederland een National Support Element (NSE) en enkele stafofficieren. Deze bijdrage zal in 2018 worden voortgezet.
-
-
-
-
•Operation Inherent Resolve (OIR)
Vanwege de snelle opmars van ISIS in Irak en Syrië, de grove mensenrechtenschendingen die daarmee gepaard gingen en de directe bedreiging die ISIS ook voor Europa vormt, neemt Nederland sinds oktober 2014 deel aan de internationale coalitie die op verzoek van de Iraakse regering ISIS bestrijdt. De strijd tegen ISIS ontwikkelt zich voortdurend en Nederland past zijn activiteiten aan de veranderende behoeften aan. De Nederlandse inzet bestaat thans uit een detachement van trainers en ondersteuning als deel van de Capacity Building Mission Iraq (CBMI), die zowel conventionele als speciale eenheden van de Iraakse strijdkrachten, inclusief de Koerdische Peshmerga, opleiden. Tevens is Nederland actief in de luchtcampagne van de internationale coalitie tegen ISIS. Op 1 juli 2016 heeft België de F-16 inzet van Nederland overgenomen. Nederland verzorgt sindsdien de Force Protection voor het Belgische F-16 detachement, zoals de Belgen dit eerst voor Nederland deden. In 2018 zal Nederland weer bijdragen met een hernieuwde inzet van F-16’s en de bijdrage aan CBMI voortzetten.
-
-
-
-
•United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA)
In 2016 heeft Nederland zijn deelname aan de VN-missie in Mali, MINUSMA, verlengd tot eind 2017. Het belangrijkste doel van de Nederlandse militaire bijdrage aan MINUSMA blijft een goede en overdraagbare inlichtingenketen. De Nederlandse militaire bijdrage heeft in 2016 bestaan uit analisten en inlichtingenpersoneel voor de hoofdkwartieren in Bamako en Gao. Het helikopterdetachement in Gao is per 1 maart 2017 overgenomen door Duitsland. Ook heeft Nederland speciale eenheden geleverd. De totale Nederlandse militaire inzet neemt in de loop van 2017 af van ongeveer 350 militairen naar minder dan 290 militairen aan het einde van het jaar. Deze inzet zal in 2018 worden verlengd.
-
Inzetbaarheidsdoelstellingen Defensie
Vanaf 2018 is de krijgsmacht inzetbaar voor:
-
-
-
1.De verdediging van het eigen en het bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief de Caribische delen van het Koninkrijk, zo nodig met alle beschikbare middelen. Deze taak wordt in bondgenootschappelijk verband uitgevoerd. In dat kader kan ook de NAVO een beroep doen op Nederland.
-
-
-
-
2.De deelname aan operaties wereldwijd ter bevordering van de internationale stabiliteit en rechtsorde, voor noodhulp bij rampen en humanitaire crises en voor de bescherming van de belangen van het Koninkrijk. Deze operaties worden meestal in internationaal verband uitgevoerd, waarbij bijdragen van verschillende partners in samengestelde eenheden worden geïntegreerd. In dat kader kan de krijgsmacht de volgende bijdragen leveren:
-
-
-
•Op land: Eenmalig een samengestelde taakgroep van brigadeomvang of langdurig een samengestelde taakgroep van bataljonsomvang. Naast de langdurige inzet van een bataljonstaakgroep kunnen gedurende kortere tijd een tweede bataljonstaakgroep en langere tijd kleinere bijdragen worden ingezet (inclusief de presentie in het Caribisch gebied).
-
-
-
-
•Op en vanaf zee: Eenmalig een maritieme taakgroep van vijf schepen of langdurig twee schepen afzonderlijk, waarbij vloot en mariniers geïntegreerd optreden.
-
-
-
-
•In de lucht: Tot de vervanging van de F-16 - voorzien in 2023 - eenmalig een groep van acht jachtvliegtuigen of langdurig een groep van vier jachtvliegtuigen. Na de vervanging van de F-16 eenmalig of langdurig een groep van vier jachtvliegtuigen. Helikopters ondersteunen het optreden op land en zee.
-
-
-
-
•Speciale operaties: Langdurige deelname van compagniesomvang aan een joint taakgroep Special Forces.
-
-
-
-
•Cyberoperaties: Defensieve en offensieve cybertaken evenals inlichtingenvergaring.
-
-
-
-
•Nichecapaciteiten (naast Special Forces en offensieve cybercapaciteit): Onderzeeboten, het Duits-Nederlandse Legerkorpshoofdkwartier, Luchttransport, Air-to-Air Refuelling, Patriots en het Civil-Military Interaction commando.
-
Al deze vormen van inzet zijn inclusief ondersteunende eenheden, zowel de gevechtsondersteuning (combat support) als de logistieke ondersteuning (combat service support). Vooral voor logistieke ondersteuning kan een beroep worden gedaan op internationale partners. Andersom is de ondersteuning van internationale partners door onze krijgsmacht eveneens mogelijk. De inzet van afzonderlijke modules van ondersteunende capaciteiten is ook een optie.
-
-
-
-
3.Het bijdragen aan de nationale veiligheid onder civiel gezag. In dat kader levert de krijgsmacht de in wettelijke en interdepartementale afspraken vastgelegde bijdragen. Het gaat hierbij om:
-
-
-
•De uitvoering van structurele nationale taken zoals de politietaken van de Koninklijke Marechaussee, de beveiliging van het Nederlandse luchtruim met jachtvliegtuigen, de coördinatie van en de bijdrage aan de Kustwacht Nederland evenals de hydrografische taak;
-
-
-
-
•Het samen met veiligheidspartners kunnen optreden tegen digitale bedreigingen en aanvallen (cybercapaciteit);
-
-
-
-
•Militaire bijstand en steunverlening bij handhaving van de rechtsorde, de openbare orde en veiligheid, in het bijzonder met de in de catalogus Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS) gegarandeerde capaciteiten;
-
-
-
-
•Militaire bijstand bij de bestrijding van terrorisme, rampen en crises - zo nodig met alle op dat moment beschikbare eenheden.
-
-
-
-
-
4.Een permanente militaire presentie in het Caribisch gebied, zowel voor de verdedigingstaak (zie doelstelling 1) als voor de ondersteuning van lokale en regionale civiele autoriteiten (zie doelstelling 3, in het bijzonder de ondersteuning van de Kustwacht, de regionale drugsbestrijding, de politietaken van de Koninklijke Marechaussee en het beteugelen van woelingen). De permanente presentie bestaat uit een vaste compagnie van het CZSK en een roulerende compagnie van het CLAS, een bootpeloton, een groot bovenwaterschip, een ondersteuningsschip en een brigade KMar. Als de situatie dit vereist, kan de militaire presentie in het Caribisch gebied worden vergroot. Dit zal dan wel ten koste gaan van de overige inzetmogelijkheden.
-
Financiële gevolgen
In onderstaande tabel staan de mutaties ten opzichte van de vastgestelde begroting 2017 (in bijlage 4.2 verdiepingshoofdstuk is dit nader uitgewerkt).
TOTAAL DEFENSIE (bedragen x € 1 miljoen)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Standen ontwerpbegroting 2017
8.242,4
8.686,2
8.799,7
8.879,7
8.856,4
8.716,2
8.699,8
Amendement op de ontwerpbegroting
8,0
8,0
8,0
8,0
8,0
8,0
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017
0,0
264,8
314,0
171,1
159,1
162,1
101,9
Stand voorjaarsnota 2017
8.242,4
8.959,0
9.121,7
9.058,8
9.023,5
8.886,3
8.809,7
Belangrijkste mutaties
-
1.Interdepartementale Budgetoverhevelingen
0,0
2,6
12,0
10,3
11,1
10,4
9,3
-
2.Lening ABP
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
-
-8,3
-
3.Intensivering grensbewaking KMar
22,2
43,4
43,4
43,4
43,4
-
4.Kasschuif KMar naar 2018
-
-9,0
9,0
-
5.Aandeel Toegekend budget Wet Inlichtingen en Veiligheidsdiensten
0,0
10,2
9,5
9,5
9,5
9,5
9,5
-
6.Kasschuif WIV gelden
0,0
-
-6,9
1,6
2,9
0,1
2,3
0,0
-
7.Doorwerking ontvangsten HGIS
20,0
-
8.Versterken cybersecurity (deel MIVD)
8,0
8,0
8,0
8,0
8,0
Standen ontwerpbegroting 2018
8.242,4
8.956,0
9.204,0
9.132,9
9.095,6
8.959,9
8.871,6
-
1.Interdepartementale budgetoverhevelingen
Dit betreft onder andere:
-
-
-
•De bijdragen van diverse ministeries voor het project Maritiem Operatie Centrum ten behoeve van de Kustwacht Nederland met bijbehorende huisvesting (voor 2018 € 8,6 miljoen);
-
-
-
-
•De bijdrage van de Ministeries van Financiën en Economische Zaken voor de financiering van een 10-jaars onderhoudscontract van de kustwachtvliegtuigen (structureel € 0,7 miljoen);
-
-
-
-
•De bijdrage (€ 2,7 miljoen) van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor de «capacity gap» ten behoeve van de kustwachtvliegtuigen (Dorniers).
-
-
2.Lening ABP
Defensie is met het ABP een lening overeengekomen voor het op kapitaaldekking brengen van de militaire ouderdomspensioenen. De ramingen voor opname en aflossing van de lening zijn met de begroting 2017 aangepast naar de actuele cijfers. Voor het begrotingsjaar 2022 heeft hierop nog een correctie plaatsgevonden.
-
3.Intensivering grensbewaking KMar
Met de voorjaarsnota 2017 heeft het Kabinet structureel € 20 miljoen extra per jaar beschikbaar gesteld voor de grensbewakingstaak van de KMar, onder andere op luchthavens. Deze intensivering wordt overgeheveld vanuit de begroting van Veiligheid en Justitie. Hiermee kan de KMar de reeds ingezette verhoging van de capaciteit voor grensbewaking met 135 vte voortzetten en daar bovenop uitbreiden met 65 vte.
Om verdere capaciteitstekorten, ten behoeve van de grensbewakingstaak op luchthavens en maritieme doorlaatposten van de KMar, op te lossen wordt in 2018 € 2,2 miljoen en vanaf 2019 € 23,4 miljoen vrijgemaakt.
-
4.Kasschuif KMar naar 2018
De kasschuif van de KMar is bestemd voor intensivering luchthavens en maritieme grensbewaking. Deze kasschuif zorgt ervoor dat de middelen evenredig verspreid worden over 2017 en 2018.
-
5.Aandeel toegekend budget Wet op inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WIV)
Het toegekend budget voor de uitvoering van de nieuwe Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten geldt als kaderstellend voor implementatie en toepassing van de uitoefening van de bevoegdheid van kabelinterceptie. Het budget wordt gebruikt voor uitgaven voor de technische interceptie, de versterking van de personele capaciteit en aanpassing van werkprocessen en informatiesystemen bij de diensten.
-
6.Kasschuif WIV
De wijziging van de Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten treedt per 1 januari 2018 in werking. Vanwege een gefaseerde invoering van de kabelinterceptie worden middelen verschoven naar latere jaren.
-
7.Doorwerking HGIS ontvangsten
Voor 2018 worden hogere ontvangsten voorzien vanuit de Verenigde Naties (VN). Deze werken door op het uitgavenkader van artikel 1 inzet.
-
8.Versterken Cybersecurity
De intensivering betreft het aanpakken van cyberspionage en -sabotage.
Overzicht niet-verplichte uitgaven en bestemmingen
Ministerie van Defensie (bedragen x € 1.000)
Art. Nr.
Naam artikel
Uitgaven Budget
Juridisch verplicht
Niet-juridisch verplichte uitgaven
Bestemming van de niet-juridisch verplichte uitgaven
1
Inzet
335.839
27.522
308.317
Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven bestaat uit € 33 miljoen aan contributies, € 16,4 miljoen voor operaties en kleine missies, € 7,8 miljoen voor inzet VPD's, € 44,7 miljoen voor veiligheidssectorhervormingen en vredesopbouw (BZ/BH&OS), € 15,3 miljoen voor beveiliging van ambassades en diplomaten (BZ/BH&OS), € 59,5 miljoen voor ondersteunende activiteiten en training voor Defensie. Het overige betreft de voorziening HGIS voor het aangaan van nieuwe missies en het verlengen van bestaande missies.
8%
92%
2
Taakuitvoering zeestrijdkrachten
731.436
573.231
158.205
Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor gereedstelling (het inhuren van oefen- en schietterreinen en de bijdrage door de Rijksrederij), instandhouding van de zeesystemen en overige personele en materiële exploitatie.
78%
22%
3
Taakuitvoering landstrijdkrachten
1.293.771
1.040.843
252.928
Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor gereedstelling (het inhuren van oefen- en schietterreinen, operationele zaken), instandhouding van de landsystemen en overige personele en materiële exploitatie.
80%
20%
4
Taakuitvoering luchtstrijdkrachten
709.310
581.288
128.022
Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor gereedstelling (het inhuren van oefen- en schietterreinen, operationele zaken) instandhouding van de luchtsystemen en overige personele en materiële exploitatie.
82%
18%
5
Taakuitvoering marechaussee
361.173
328.837
32.336
Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor de overige personele en materiële exploitatie voor alle districten van de KMar.
91%
9%
6
Investeringen krijgsmacht
2.009.861
1.829.187
180.674
Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor investeringen nieuw materieel (waaronder kleine (bandbreedte) projecten, JSF, NH-90, brugleggende tank, vervanging wielvoertuigen en dienstauto's, instandhouding LCF, Chinook, reservedelen Apache, mobiele energievoorziening, aanpassingen aan infrastructuur, IT-projecten en wetenschappelijk onderzoek.
91%
9%
7
Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie
851.960
382.658
469.302
Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor brandstof, munitie, communicatie verbindingen, kleding en uitrusting en informatievoorziening.
45%
55%
8
Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra
1.127.450
569.855
557.595
Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor transport (€ 60 miljoen); gebruik en onderhoud van infrastructuur (€ 298 miljoen) en de overige personele en materiële exploitatie (opleidingen, werving en selectie, schadevergoedingen, ondersteuning personeel op buitenlandse posten en het sociaal beleidskader).
51%
49%
Totaal niet verplichte uitgaven
2.087.379
Overzicht beleidsdoorlichtingen
Op verzoek van de Tweede Kamer is de defensiebegroting ingericht naar organisatieonderdelen in plaats van beleidsartikelen. Beleidsartikelen zijn normaal gesproken het aanknopingspunt voor beleidsdoorlichtingen. Beleid heeft bij Defensie vaak betrekking op meerdere organisatieonderdelen. Een beleidsdoorlichting kan derhalve onderdelen van verschillende begrotingsartikelen bevatten. Zo worden per beleidsdoorlichting alle gerelateerde uitgaven van Defensie verantwoord. De programmering van de beleidsdoorlichtingen is ondanks de afwijkende ordening van de begroting - conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek - dekkend. Dat wil zeggen dat beleidsdoorlichtingen voor de beleidsthema’s binnen de gestelde termijn van zeven jaar zijn gepland. In elke beleidsdoorlichting wordt aandacht besteed aan de behaalde (maatschappelijke) effecten. De verantwoording over verrichte activiteiten en geleverde prestaties staat centraal. Indien hierbij de causale relatie tussen de defensie-inzet en de beoogde effecten niet kan worden aangetoond, wordt ingegaan op de plausibiliteit.
Beleidsdoorlichtingen
Realisatie
Planning
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Geheel
artikel
Artikel / Operationele doelstelling
Artikel 1; Inzet
Budget Internationale Veiligheid
X
Artikel 2; CZSK
Wijziging samenstelling Koninklijke Marine (2005)
X
Artikel 3; CLAS
Nationale veiligheid: samenwerking met civiele partners
X
Omvorming 13 gemechaniseerde brigade
X
Artikel 4; CLSK
Vorming joint Defensie Helikopter Commando
X
Artikel 5; KMar
Informatiegestuurd optreden (IGO)
X
Artikel 6; Investeringen krijgsmacht
IBO Wapensystemen 2015, incl. professionalisering inkoop
X
Artikel 7; Ondersteuning krijgsmacht door DMO
IBO Wapensystemen 2015, incl. professionalisering inkoop
X
Artikel 8; Ondersteuning krijgsmacht door CDC
Beleidswijzigingen Militaire Gezondheidszorg
X
Ten opzichte van de begroting 2017 is de programmering op twee punten gewijzigd. De beleidsdoorlichting «Budget Internationale Veiligheid» is in 2017 voltooid. De beleidsdoorlichting «Militaire Gezondheidszorg» in 2022 is toegevoegd.
Garanties en achterborgstellingen
Defensie heeft sinds 2003 een overeenkomst met de Vereniging Verbond van Verzekeraars over de verzekerbaarheid van defensiepersoneel, in het bijzonder voor personeel dat deelneemt aan vredes- en humanitaire operaties. De overeenkomst regelt de verhouding tussen het Ministerie van Defensie en de Vereniging. Het doel hiervan is het wegnemen van belemmeringen die defensieambtenaren in het maatschappelijk verkeer ondervinden door uitsluitingsclausules bij levensverzekeringen die zijn gekoppeld aan de financiering van een woning.
Bij het sluiten van levensverzekeringen en de vaststelling van de hoogte van de premie is geen rekening gehouden met het verhoogde risico op overlijden in geval van deelname aan militaire missies. Zodra defensiepersoneel met een dergelijke levensverzekering bij een bij de Vereniging aangesloten verzekeraar tijdens deelname aan vredes- en humanitaire missies komt te overlijden, zal binnen de kaders van de overeenkomst - ondanks een eventuele molestclausule - tot uitkering worden overgegaan. Dit is van toepassing als de aan de woningfinanciering gekoppelde levensverzekering kleiner is dan € 400.000 per situatie. Defensie vergoedt de verzekeraar de helft, zodra die tot uitkering overgaat.
Er wordt een nulraming gehanteerd. De overeenkomst is potentieel van toepassing op een kleine groep, waarvan de omvang vooraf niet te bepalen is. Er wordt geen aanvullende premie gevraagd aan de uitgezonden defensieambtenaren. Mocht een beroep worden gedaan op de regeling, dan komt dit ten laste van de defensiebegroting.
De duur van de overeenkomst is vijf jaar met een stilzwijgende verlenging voor onbepaalde tijd met een opzegtermijn van een jaar. De regeling wordt periodiek geëvalueerd. De overeenkomst kent geen plafondwaarde.
Artikel
(Bedragen
x € 1.000)
Omschrijving
Uitstaande garantie 2017
Geraamd te verlenen 2018
Geraamd te vervallen 2018
Uitstaande garanties 2018
Garantieplafond 2018
Geraamd te verlenen 2019
Geraamd te vervallen 2019
Uitstaande garanties 2019
Garantie plafond 2019
Totaal plafond
Artikel 8 - Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra
Garantie overeenkomst vredes- en humanitaire operaties
0
0
0
0
0
0
0
0
0
n.v.t.
2.2 De beleidsartikelen 2.2.1. Beleidsartikel 1: Inzet
Algemene doelstelling
De krijgsmacht is er voor de verdediging en de bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede voor de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde. Tevens ondersteunt de krijgsmacht civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal. Om deze taken te kunnen uitvoeren stelt Defensie militaire eenheden gereed die daarvoor kunnen worden ingezet.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen en daadwerkelijk inzetten van eenheden om de veiligheid van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied te handhaven. Verder is de Minister in samenwerking, met bondgenoten, verantwoordelijk voor de uitvoering van bijdragen aan missies voor conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, zowel in Europa als daarbuiten. Het Koninkrijk der Nederlanden draagt daarmee bij aan de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. De eenheden kunnen ook worden ingezet voor nationale taken en het verlenen van (internationale) noodhulp.
Onder Beleidsartikel 1 Inzet wordt een overzicht geboden van de gehele inzet van de krijgsmacht. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan common funded NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel is daartoe uitgebreid met een niet-financieel overzicht van de structurele inzet voor nationale en Koninkrijkstaken, bijvoorbeeld door de KMar, de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) en de Kustwachten. In Beleidsartikel 1 is ook de begroting opgenomen van de additionele uitgaven voor inzet onder verantwoordelijkheid van de Commandant der Strijdkrachten. In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering begroot voor zeestrijdkrachten, landstrijdkrachten, luchtstrijdkrachten, de marechaussee en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1.
Beleidswijzigingen
In het begrotingsjaar 2017 zijn Nederlandse bijdragen aan de volgende missies van start gegaan dan wel verlengd:
-
-
-
•UNMISS (United Nations Mission in the republic of South Sudan, verlenging);
-
-
-
-
•UNIFIL (United Nations Interim Force in Lebanon, hernieuwde bijdragen);
-
-
-
-
•UNODC (United Nations Office on Drugs and Crime, hernieuwde bijdragen);
-
-
-
-
•MINUSMA (United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali, verlenging);
-
-
-
-
•Strijd tegen ISIS (Irak, verlenging);
-
-
-
-
•Resolute Support (Afghanistan, verlenging);
-
-
-
-
•EFP (Enhanced Forward Presence, Litouwen, verlenging);
-
-
-
-
•ATALANTA (anti-piraterij, verlenging).
-
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 1 Inzet (Bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
739.915
230.950
308.090
288.089
288.089
288.088
288.089
Uitgaven
277.213
258.699
335.839
315.838
315.838
315.837
315.838
waarvan juridisch verplicht
8%
Programma uitgaven
277.213
258.699
335.839
315.838
315.838
315.837
315.838
Opdracht Inzet
-
-Crisisbeheersingsoperaties / Verdeelartikel BIV (HGIS)
275.226
255.542
332.682
312.682
312.682
312.682
312.682
-
-Financiering nationale inzet krijgsmacht
1.787
3.157
3.157
3.156
3.156
3.155
3.156
-
-Overige inzet
200
0
0
0
0
0
0
-
*bijdrage door SSO's binnen de opdracht Inzet
708
Programma ontvangsten
55.395
16.707
26.707
6.707
6.707
6.707
6.707
-
-Crisisbeheersingsoperaties (HGIS)
55.346
16.707
26.707
6.707
6.707
6.707
6.707
-
-Overige inzet
49
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op overeenkomsten voor lopende missies en inzet. Voor 2018 gaat het om 8 procent. Voor het niet-juridisch verplichte deel gaat het om € 33 miljoen aan contributies, € 16,4 miljoen voor overige operaties en kleine missies, € 7,8 miljoen voor inzet VPD's, € 44,7 miljoen voor veiligheidssectorhervormingen en vredesopbouw (BZ/BH&OS), € 15,3 miljoen voor beveiliging van ambassades en diplomaten (BZ/BH&OS) en € 59,5 miljoen voor ondersteunende activiteiten en training. Het overige betreft de voorziening die valt binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS), voor het aangaan van nieuwe missies en het verlengen van bestaande missies.
Toelichting op de instrumenten
Binnen artikel 1 worden de defensie-uitgaven voor inzet voor internationale veiligheid verantwoord en de uitgaven voor nationale inzet begroot.
De inzet van Defensie voor internationale veiligheid wordt met ingang van 2014 gefinancierd vanuit het Budget Internationale Veiligheid (BIV). Het BIV maakt deel uit van de HGIS. In 2017 is het BIV onderwerp geweest van een beleidsdoorlichting (Kamerstuk 31 516, nr. 20). Over de aanbevelingen hiervan zal nog worden besloten.
De zogenaamde 3D-benadering (Defence, Diplomacy and Development) is het uitgangspunt voor de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. Om het geïntegreerde karakter te borgen, wordt de besluitvorming over het BIV interdepartementaal voorbereid en uitgevoerd. Middelen voor hervorming van de veiligheidssector, beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden waar dat noodzakelijk is, rechtsstaatontwikkeling en capaciteitsopbouw worden jaarlijks bij de 1e suppletoire begroting overgeheveld naar de begrotingen van de Ministeries van BH&OS en BZ.
Onderstaand overzicht geeft een indicatief beeld van de inzet van deze middelen in 2018, gebaseerd op de uitgaven in het jaar 2017. De € 59,5 miljoen wordt met de 1e suppletoire begroting in 2018 toegevoegd aan de budgetten van de genoemde artikelen.
Budget internationale veiligheid (bedragen x € 1.000)
2018
Budget Crisisbeheersingsoperaties (Artikel 1)
213.200
Veiligheidssectorhervormingen en vredesopbouw (BZ/BH&OS)
44.700
Beveiliging van diplomaten en ambassades waar dat noodzakelijk is
(BZ/BH&OS)
15.300
Budget voor ondersteunende activiteiten en training beschikbaar voor Defensie
59.500
Waarvan inzet VPD’s (Artikel 1)
2.500
Waarvan training en capaciteitsopbouw (Artikel 2 & 3)
8.900
Waarvan civiel-militaire capaciteiten (Artikel 3)
7.400
Waarvan missie en uitzending ondersteunende capaciteiten (Artikel 8 & 10)
4.100
Waarvan luchttransport (Artikel 4)
22.000
Waarvan KMar pool (Artikel 5)
4.600
Waarvan nazorg (Artikel 8)
10.000
Totaal
332.700
(De bedragen in deze tabel zijn afgerond op € 0,1 mln.)
Overzicht missies
Toelichting uitgaven per missie (crisisbeheersingsoperaties)
Overzicht crisisbeheersingsoperaties (bedragen x € 1.000)
2018
2019
2020
2021
2022
Resolute support mission (RSM)
14.000
7.369
Strijd tegen ISIS in Irak (ATF-ME en CBMI)
97.000
10.000
United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA)
50.000
16.000
10.000
Enhanced Forward Presence (EFP)
22.000
22.000
22.000
22.000
22.000
anti-piraterij (ATALANTA)
8.000
Missies Algemeen
9.000
9.000
9.000
9.000
8.500
Contributies
33.000
33.000
33.000
33.000
33.000
Kleinschalige bijdragen aan missies (< € 2,5 miljoen per jaar)
2.532
850
850
850
850
Totaal
235.532
98.219
74.850
64.850
64.350
Toelichting per missie
Resolute Support (Afghanistan)
De Nederlandse inzet bedraagt ca.honderd militairen in Kabul en de noordelijke provincie Balkh, in de omgeving van de stad Mazar-e-Sharif, waar Duitsland de leiding heeft. De Nederlandse inzet is gericht op de advisering van de Afghan National Defence and Security Forces (ANDSF), het leveren van medische capaciteit evenals transport en beveiliging. Ook zijn in Mazar-e-Sharif militairen werkzaam in de nationale ondersteuning en op het missie-hoofdkwartier in Kabul. Het budget van ongeveer € 7 miljoen in 2019 is nodig voor de redeployment en het weer inzetbaar maken van het materieel na terugkeer van de missies. Het huidige mandaat van de Nederlandse bijdrage aan Resolute Support loopt tot 31 december 2018.
Strijd tegen ISIS
In 2017 heeft Nederland de Force Protection voor de Belgische luchtmacht geleverd.
In het kader van de Capability Building Mission Iraq (CBMI) levert Nederland ongeveer 155 trainers om Iraakse en Koerdische strijdkrachten beter in staat te stellen ISIS op de grond te bestrijden. Het budget van € 10 miljoen in 2019 is nodig voor de redeployment en het weer inzetbaar maken van het materieel na terugkeer van de missies. Het huidige mandaat van de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS loopt tot 31 december 2018.
United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA)
De Nederlandse deelname is gericht op een goede en overdraagbare inlichtingenketen. De budgetten na 2018 zijn benodigd voor de redeployment en het weer inzetbaar maken van het materieel. Het huidige mandaat van de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA loopt tot 31 december 2018.
Enhanced Forward Presence (EFP) Litouwen
Nederland draagt met een eenheid van compagniesgrootte binnen de door Duitsland geleide battlegroup in Litouwen bij aan de troepenmacht in het kader van EFP. In het najaar zal het kabinet de Kamer nader informeren over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de vooruitgeschoven aanwezigheid in 2018 en verder.
Vessel Protection Detachments (VPD’s)
Evenals in 2017 zal Defensie in 2018 VPD’s inzetten ter bescherming van de Nederlandse zeevaart tegen piraterij. De veiligheidssituatie in het operatiegebied waar de VPD’s worden ingezet, bepaald mede wat de definitieve vraag van de reders wordt. Op basis van de huidige veiligheidssituatie en de daaraan gekoppelde vraag wordt verwacht dat in 2018 ongeveer 50 VPD’s worden ingezet. In de begroting is dekking zeker gesteld voor dit volume. De additionele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit toelagen, reis- en verblijfskosten en de kosten van de opslag van materieelpakketten in de regio. De bijdrage van de Nederlandse reders aan de additionele uitgaven voor de VPD’s is in de uitgavenraming verwerkt.
Atalanta
Het kabinet besluit dit najaar over de wijze van de Nederlandse bijdrage aan EU-antipiraterij operatie Atalanta in 2018.
Contributies
Nederland draagt met contributies bij aan de gemeenschappelijke uitgaven voor crisisbeheersingsoperaties van de NAVO en de EU. Deze contributies staan los van een eventuele Nederlandse deelname aan een specifieke missie van de NAVO of de EU. Onderdeel van de contributies is ook de jaarlijkse bijdrage aan de Strategic Airlift Capability (SAC) C-17, gehuisvest op Papa Air Base te Hongarije. Dit is een internationaal samenwerkingsverband van tien NAVO-lidstaten.
Kleinschalige NL-bijdragen
In onderstaand overzicht staan de kleinschalige Nederlandse bijdragen met een financiële omvang van minder dan € 2,5 miljoen per jaar.
Overzicht kleine missies
Max personele omvang1
Netherlands Liaison Team CENTCOM (NLTC)
4
Combined Maritime Forces (CMF)
3
European Union Training Mission in Mali (EUTM Mali)
1
United Nations Truce Supervision Organisation (UNTSO)
12
United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL)
1
United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC)
1
United Nations Mission in the Republic of South Sudan (UNMISS)
22
Noot 1
Personele omvang varieert in tijd gedurende de missie van 0 tot maximale omvang
Opbouw regionale vredeshandhavingscapaciteit
Programma’s voor regionale vredeshandhavingscapaciteit worden door derden (met name door het Ministerie van Buitenlandse Zaken) gefinancierd en mede door Defensie uitgevoerd.
Africa Contingency Operations Training and Assistance (ACOTA)
Het ACOTA-samenwerkingsprogramma draagt bij aan de versterking van de capaciteit van Afrikaanse partnerlanden, zodat zij kunnen deelnemen aan multinationale operaties onder leiding van de VN of Afrikaanse Unie (AU). Nederland zet enkele tientallen militairen in voor verschillende trainingen. Over de deelname van Defensie aan dit programma in 2018 moet nog besluitvorming plaatsvinden.
Toelichting op nationale inzet
Structurele nationale taken
Defensie voert structurele taken uit ten behoeve van civiele overheden. De financiële middelen van deze structurele taken zijn opgenomen in de verschillende begrotingsartikelen van Defensie. Deze structurele taken zijn vastgelegd in wet- of regelgeving, inclusief ministeriële besluiten, convenanten of arrangementen. Onder de structurele taken vallen de taken van de KMar, de Kustwachten in Nederland en het Caribisch gebied, luchtruimbewaking, de Bijzondere Bijstandseenheden en de Explosievenopruiming.
Militaire bijstand en steunverlening (FNIK)
Defensie verleent militaire bijstand voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid en voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Deze inzet wordt bekostigd vanuit dit artikel via de afspraken over de FNIK. Deze bijstand wordt zowel door de KMar geleverd als door andere eenheden van Defensie. Daarnaast wordt bijstand verleend in geval van een ramp of crisis, of de vrees voor het ontstaan daarvan.
De tabel indicatieve inzet voor 2018 geeft de geprognosticeerde nationale inzet weer.
Indicatieve inzet in 2018
Betreft
Aantal
Artikel
Explosieven opruiming
Aantal ruimingen
1.900
CLAS/FNIK
Explosieven opruiming Noordzee
Aantal ruimingen
40
CZSK
Duikassistentie
Aantal aanvragen
10
CZSK/FNIK
Strafrechtelijke handhaving rechtsorde
Aantal aanvragen
30
CZSK/FNIK
Onderscheppingen luchtruim
Aantal onderscheppingen
5
CLSK
Strafrechtelijke handhaving rechtsorde
Aantal aanvragen
100
KMAR/CLAS/FNIK
Handhaving openbare orde en veiligheid
Aantal aanvragen
30
KMAR/FNIK
Wet veiligheidsregio
Aantal aanvragen
10
KMAR/CLAS/FNIK
Militaire steunverlening in het openbaar belang
Aantal aanvragen
40
Alle krijgsmachtdelen/FNIK
Bijstand Caribisch gebied
Aantal aanvragen
10
CZSK/FNIK
Toelichting op ontvangsten
De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de vergoedingen van de EU, NAVO en VN-partners voor de door Nederland geleverde diensten of ingezette personele en materiële middelen. Daarnaast ontvangt Nederland een tegemoetkoming van de VN voor deelname aan MINUSMA. Ook wordt de bijdrage van de reders voor de inzet van VPD’s hier geraamd.
2.2.2. Beleidsartikel 2: Taakuitvoering zeestrijdkrachten
Algemene doelstelling
De zeestrijdkrachten leveren operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit, zowel vloot als mariniers, voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de zeestrijdkrachten alsmede de mate van gereedheid van maritieme eenheden. Het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van deze eenheden. De zeestrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken.
In onderstaande tabel staan de operationele eenheden van het CZSK voor de periode 2017 tot 2022. In de kolom «Norm OG» staat het aantal operationeel gerede eenheden dat nodig is om te voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. Vanwege de cycli voor onderhoud, opwerken, operationeel gereed zijn en recuperatie hebben planmatig niet alle eenheden de status «operationeel gereed (OG)». Bij enkelvoudige eenheden geldt hierdoor dat deze niet het gehele jaar operationeel gereed kunnen zijn en daarom een norm hebben die kleiner is dan één.
Capaciteit
Bouwsteen
Totaal
Norm
OG
Maritime Battle Staff (MBS)
NLMARFOR/MBS
1
1
Marinierseenheden
Marines Combat Group
2
1
Surface Assault & Training Group/Landing Craft task units
2
1
Sea-based Support Group
1
1
NLMARSOF/
SOF squadrons
2
1,5
Capital ships
Landing Platform Docks
2
1
Joint Support Ship
1
0,7
Fregatten
LC-Fregat
4
2
M-Fregat
2
1
Patrouilleschepen
Ocean-going Patrol Vessel
4
2
Onderzeedienst
Onderzeeboot
4
2
Torpedowerkschip
1
0,7
Mijnenbestrijding
AMBV
6
3
Duik- en searchcapaciteit
Defensie Duikgroep
1
1
Hydrografie
HOV
2
1
CZMCARIB
Compagnie (CIDW/CUR)
1
1
Raiding Squadron CARIB
1
1
Raiding Troop SXM
1
1
FRISC Squadron CARIB
1
1
Ondersteuningsschip
1
0,7
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
720.181
739.074
731.436
743.370
751.120
756.148
755.507
Uitgaven
743.972
739.074
731.436
743.370
751.120
756.148
755.507
Waarvan juridisch verplicht
78%
Programma uitgaven
138.630
131.787
127.231
135.286
136.682
139.137
138.047
Opdracht Gereedstelling en instandhouding CZSK
138.630
131.787
127.231
135.286
136.682
139.137
138.047
Gereedstelling
34.556
36.408
24.186
24.177
24.777
24.780
24.669
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
2.480
-
-waarvan bijdrage aan Agentschap RWS
15.519
14.309
12.891
12.891
12.891
12.891
12.891
Instandhouding
104.074
95.379
103.045
111.109
111.905
114.357
113.378
Apparaatsuitgaven
605.342
607.287
604.205
608.084
614.438
617.011
617.460
Personele uitgaven
545.381
539.269
542.269
546.735
552.076
551.572
552.483
-
-waarvan eigen personeel
539.659
531.423
542.269
546.735
552.076
551.572
552.483
-
-waarvan externe inhuur
5.722
7.846
Materiële uitgaven
59.961
68.018
61.936
61.349
62.362
65.439
64.977
-
-waarvan IT
1.837
2.882
2.715
2.715
2.714
2.716
2.716
-
-waarvan huisvesting en infra
4.853
4.294
3.777
3.776
3.775
3.778
3.778
-
-waarvan overige exploitatie
51.332
60.083
54.685
54.121
55.136
58.208
57.746
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
1.939
759
759
737
737
737
737
Apparaatsontvangsten
15.841
15.638
15.638
15.638
15.638
15.638
15.638
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2018 gaat het om 78 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de instandhouding van de zeewapensystemen en de verplichtingen voor het oefenprogramma.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Gereedstelling
De geraamde uitgaven voor gereedstelling worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Een deel van de uitgaven voor gereedstelling zijn gerelateerd aan de vlieguren en de vaardagen van de kustwacht in Nederland en de kustwacht in het Caribisch gebied. De jaarplannen en jaarverslagen van de kustwachten bevatten nadere informatie over hun activiteiten en middelen.
Bijdrage aan agentschap (onder programma-uitgaven)
Binnen de programma-uitgaven maakt de post «Bijdrage aan agentschap» onderdeel uit van het instrument Opdracht Gereedstelling en Instandhouding CZSK. Het betreft hier de uitgaven aan Rijkswaterstaat (RWS), voor de Rijksbrede Civiele Rederij (RCR), € 13 miljoen voor 2018. Dit is een baten-lastenagentschap van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De activiteiten die zij verrichten voor het CZSK hebben betrekking op gereedstelling.
Instandhouding
De geraamde uitgaven voor instandhouding van materieel betreffen het onderhoud van wapensystemen (wapensysteemlogistiek), walinstellingen en procesgebonden installaties en de herbevoorrading van operationele en ondersteunende eenheden (ketenlogistiek).
Toelichting op de apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven zijn bedoeld voor de volgende aantallen (formatie):
2017
2018
2019
2020
2021
2022
9.896
9.934
9.975
10.028
10.023
10.023
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 (Centraal apparaat).
Waarvan bijdragen aan SSO’s
Om de uitgaven binnen baten-lastendiensten beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastendiensten zichtbaar gemaakt in de begroting. Het betreft hier de uitgaven aan Paresto.
Groene Draeck
De Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. De uitgaven voor het onderhoud aan de Groene Draeck betreffen met name personele uitgaven en worden daarom onder dit instrument begroot. Naar aanleiding van het second opinion onderzoek bij brief van 2 juni 2016 (Kamerstukken II, 2015-2016, 34 300 X, nr. 110) en de motie Van der Burg (Kamerstukken II, 2015-2016, 34 300 I, nr. 6) heeft de Minister-President, mede namens de Minister van Defensie, gemeld dat het jaarlijkse onderhoudsbudget naar € 87.000 is bijgesteld. De uitvoering van het onderhoud blijft bij het Ministerie van Defensie zolang Prinses Beatrix gebruik maakt van de Groene Draeck.
Daarbij is aangegeven dat de daadwerkelijke uitgaven ook bij Defensie over de jaren heen fluctueren. Gestuurd wordt op het niet overschrijden van het totale bedrag (€ 435.000 over een periode van vijf jaar (2016 t/m 2020), gemiddeld € 87.000 per jaar). Dit gemiddelde is geëxtrapoleerd naar 2021 en 2022. Dit betreft het hieronder gepresenteerde begrote budget.
Artikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2018
2019
2020
2021
2022
Onderhoud Groene Draeck
87
87
87
87
87
2.2.3. Beleidsartikel 3: Taakuitvoering landstrijdkrachten
Algemene doelstelling
De landstrijdkrachten leveren operationeel gerede grondgebonden expeditionaire capaciteit voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de landstrijdkrachten alsmede de mate van gereedheid van de grondgebonden eenheden. Het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de eenheden. De landstrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken.
In onderstaande tabel staan de operationele eenheden van het CLAS voor de periode 2017 tot 2022. In de kolom «Norm OG» staat het aantal operationeel gerede eenheden dat nodig is om te voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. Vanwege de cycli voor onderhoud, opwerken, operationeel gereed zijn en recuperatie hebben planmatig niet alle eenheden de status «operationeel gereed (OG)».
Capaciteit
Bouwsteen
Totaal
Norm OG
HRF (L) HQ
NLD deel staf
1 (DEU/NLD) Corps
1
1
NLD deel CIS BN
1
1
NLD deel StSpt BN
1
1
BRIG HQ
Staf
3
1
Verkenningseskadron
3
1
ISTAR Module
5
2
Cimic Support Element
4
2
Psyops Support Element
4
2
(R) DTF HQ
Hoofdkwartier OOCL
1
1
BMD, ABT en CRAM (sensor only)
C2 PATRIOT
1
1
C2 AGBADS
1
1
Patriot Fire Unit
3
3
AMRAAM-Peloton
2
2
STINGER-Peloton
3
3
SOF
SOF-Compagnie
4
2
BTG
Manoeuvre Bataljon
7
2
Pantserhouwitser / Mortier Batterij
3
2
Pantsergeniecompagnie
4
1
Luchtmobiel Geniepeloton
3
1
CIS Compagnie
3
1
Geneeskundig Peloton
7
2
DEFENSIE CYBER COMMANDO
CYBER module
3
1
CS ELEMENT
AFD Staf Vuursteuncommando
1
1
Staf Geniebataljon
3
1
Constructiecompagnie
2
1
Brugmodule
2
1
CBRN Compagnie
2
1
EODD Ploeg
48
20
CSS ELEMENT
Bataljonsstaf National Support
Element
1
1
MEDCELL
4
1
B&T module
7
2
Bevoorradingspeloton
3
1
Herstelpeloton
11
4
ROLE 2 Medical Treatment Facility
4
2
CBRN A&A team
8
1
CBRN DIM team
8
1
NATRES
Bataljon
3
3
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 3 Taakuitvoering Landstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
1.284.664
1.294.046
1.293.771
1.306.537
1.325.064
1.344.578
1.350.914
Uitgaven
1.218.579
1.294.046
1.293.771
1.306.537
1.325.064
1.344.578
1.350.914
Waarvan juridisch verplicht
80%
Programma uitgaven
170.753
201.558
207.102
212.775
229.276
239.179
247.829
Opdracht Gereedstelling en instandhouding CLAS
170.753
201.558
207.102
212.775
229.276
239.179
247.829
-
-Gereedstelling
52.260
71.879
63.351
63.426
64.967
65.917
65.405
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
10.842
-
-instandhouding
118.493
129.679
143.751
149.349
164.309
173.262
182.424
Apparaatsuitgaven
1.047.826
1.092.488
1.086.669
1.093.762
1.095.788
1.105.399
1.103.085
Personele uitgaven
941.055
966.743
970.839
977.531
984.653
984.372
983.275
-
-waarvan eigen personeel
936.887
959.482
969.230
975.022
981.444
981.163
980.066
-
-waarvan externe inhuur
4.168
7.261
1.609
2.509
3.209
3.209
3.209
Materiële uitgaven
106.771
125.745
115.830
116.231
111.135
121.027
119.810
-
-waarvan overige exploitatie
103.856
122.954
113.081
113.482
108.386
118.278
117.061
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
2.915
2.791
2.749
2.749
2.749
2.749
2.749
Apparaatsontvangsten
5.769
10.546
10.546
10.546
10.546
10.546
10.546
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2018 gaat het om 80 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de instandhouding van de landwapensystemen en voor het oefenprogramma.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Gereedstelling
De geraamde uitgaven voor gereedstelling worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten.
Instandhouding
De geraamde uitgaven voor instandhouding van materieel betreffen het onderhoud van wapensystemen (wapensysteemlogistiek) en de herbevoorrading van operationele en ondersteunende eenheden door het CLAS.
Toelichting op de apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten, uitgaven voor toelagen, reiskosten woon-werkverkeer en activiteit gebonden (oefen)toelagen. De personele uitgaven zijn bedoeld voor de volgende aantallen (formatie):
2017
2018
2019
2020
2021
2022
19.430
19.470
19.454
19.440
19.390
19.390
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 (Centraal apparaat).
Waarvan bijdragen aan SSO’s
Om de uitgaven binnen baten-lastendiensten beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastendiensten zichtbaar gemaakt in de begroting. Het betreft hier de uitgaven aan Paresto.
2.2.4. Beleidsartikel 4: Taakuitvoering luchtstrijdkrachten
Algemene doelstelling
De luchtstrijdkrachten leveren lucht- en grondgebonden capaciteit voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en de samenstelling van de luchtstrijdkrachten en van de mate van gereedheid van de luchtstrijdkrachten.
Het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de lucht- en grondgebonden capaciteit van de krijgsmacht. De luchtstrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel expeditionaire taken als nationale taken.
In onderstaande tabel staan de operationele eenheden van het CLSK voor de periode 2017 tot 2022. In de kolom «Norm OG» staat het aantal operationeel gerede eenheden dat nodig is om te voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. Vanwege de cycli voor onderhoud, opwerken, operationeel gereed zijn en recuperatie hebben planmatig niet alle eenheden de status «operationeel gereed (OG)».
Capaciteit
Bouwsteen
Totaal
Norm OG
Jachtvliegtuigen
F-16
61
11
Helikopters
AH-64 Apache
28
10
CH-47 Chinook
17→20
8
AS-532 Cougar
12
5
NH-90
20
8
Transport-vliegtuigen
KDC-10
2
1
C-130 Hercules
4
2
Kustwacht NLD
Dornier DO-228
2
1
Force Protection
OGRV eenheden
4
2
Air C4ISR
Luchtverkeersleiding
1
1
Luchtgevechtsleiding
1
1
NDMC
1
1
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 4 Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
812.993
701.591
709.310
702.436
707.472
713.521
712.271
Uitgaven
704.647
701.591
709.310
702.436
707.472
713.521
712.271
Waarvan juridisch verplicht
82%
Programma uitgaven
197.095
196.155
201.706
193.626
196.887
202.067
200.737
Opdracht Gereedstelling en instandhouding CLSK
197.095
196.155
201.706
193.626
196.887
202.067
200.737
-
-Gereedstelling
10.504
16.077
18.471
18.200
17.656
18.519
18.468
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
499
-
-Instandhouding
186.591
180.078
183.235
175.426
179.231
183.548
182.269
Apparaatsuitgaven
507.552
505.436
507.604
508.810
510.585
511.454
511.534
Personele uitgaven
415.062
403.239
407.790
409.308
412.312
411.685
410.116
-
-waarvan eigen personeel
408.174
402.239
407.790
409.308
412.312
411.685
410.116
-
-waarvan externe inhuur
6.888
1.000
Materiële uitgaven
92.490
102.197
99.814
99.502
98.273
99.769
101.418
-
-waarvan overige exploitatie
89.903
98.938
96.523
96.211
94.982
96.478
98.127
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
2.587
3.259
3.291
3.291
3.291
3.291
3.291
Apparaatsontvangsten
12.492
12.066
12.066
12.066
12.066
12.066
12.066
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2018 gaat het om 82 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de instandhouding van de luchtwapensystemen en voor het oefenprogramma.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Gereedstelling
De geraamde uitgaven voor gereedstelling zijn voor opwerk- en oefenactiviteiten.
Instandhouding
De geraamde uitgaven voor de instandhouding van materieel betreffen het onderhoud van de wapensystemen. De instandhoudingsuitgaven van het Logistiek Centrum Woensdrecht zijn hierin opgenomen. Naast uitgaven voor de diverse ondersteunende installaties gaat het om uitgaven voor de instandhouding van de wapensystemen die in de doelstellingenmatrix zijn genoemd.
Toelichting op de apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven zijn bedoeld voor de volgende aantallen (formatie):
2017
2018
2019
2020
2021
2022
7.486
7.509
7.522
7.491
7.449
7.449
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 (Centraal apparaat).
Overige exploitatie
De overige exploitatie is voor het grootste deel personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit (vlieger)opleidingen, werving, dienstreizen en overige materiële uitgaven.
Waarvan bijdragen aan SSO’s
Om de uitgaven binnen baten-lastendiensten beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastendiensten zichtbaar gemaakt in de begroting. Het betreft hier de uitgaven aan Paresto.
2.2.5. Beleidsartikel 5: Taakuitvoering Marechaussee
Algemene doelstelling
De Koninklijke Marechaussee (KMar) voert politietaken uit op grond van de Politiewet 2012 (PW). Deze taak wordt zowel nationaal als internationaal en tijdens missies uitgevoerd. Daarnaast levert de KMar capaciteit aan de CDS voor deelname aan (militaire) missies waarbij de KMar andere taken uitvoert dan die in de Politiewet (PW) zijn opgedragen.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is beheersverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de KMar. De uitvoering is opgedragen aan de KMar. Het gezag over de KMar berust bij meerdere ministeries. Afhankelijk van de betreffende taak zijn dat de Ministeries van Veiligheid en Justitie (inclusief het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid), Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie.
In artikel 4 van de Politiewet (2012) wordt de KMar de onderstaande taken opgedragen;
-
-
-
•Bewaken en beveiligen van koninklijke paleizen, ambassades in risicogebieden1, de Nederlandsche Bank en militaire objecten en personen. De KMar wordt ook ingezet voor de bewaking en beveiliging van hoog risico objecten;
-
-
-
-
•De uitvoering van de politietaak ten behoeve van Nederlandse en andere strijdkrachten, alsmede internationale militaire hoofdkwartieren, en ten aanzien van tot die strijdkrachten en hoofdkwartieren behorende personen;
-
-
-
-
•Politietaken op en beveiliging van burgerluchtvaartterreinen;
-
-
-
-
•Bijstand aan en samenwerking met de Nationale Politie;
-
-
-
-
•De uitvoering van de vanuit de Vreemdelingenwet opgedragen taken, waaronder de grenspolitietaken (ook in Frontex-verband ter ondersteuning van de grensbewaking van EU-lidstaten);
-
-
-
-
•De bestrijding van mensensmokkel en fraude met reis- en identiteitsdocumenten.
-
Door de uitvoering van deze taken in binnen- en buitenland levert de KMar continu een bijdrage aan de veiligheid van de Staat.
In onderstaande tabel staan de operationele eenheden van de KMAR voor de periode 2017 tot 2022. In de kolom «Norm OG» staat het aantal operationeel gerede eenheden dat nodig is om te voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. Vanwege de cycli voor onderhoud, opwerken, operationeel gereed zijn en recuperatie hebben planmatig niet alle eenheden de status «operationeel gereed (OG)».
Capaciteit
Bouwsteen
Totaal
Norm OG
LTC/BBM en districten
VTE’n voor Expeditionaire Inzet
306
153
LTC/BE
Peloton voor CRC Expeditionair
1
1
LTC/BSB
VTE’n voor CPT’s
26
13
Geplande inzet
Het takenpakket van de KMar is gericht op de veiligheid van de Staat en kent drie operationele pijlers: bewaken en beveiligen, de grenspolitietaken en (inter)nationale en militaire politietaken.
-
A.Bewaken en Beveiligen
De KMar draagt zorg voor de bewaking en beveiliging van bepaalde vitale objecten, personen en diensten. De KMar doet dit zelfstandig, in bijstand aan de politie en ook in samenwerking met nationale en internationale publieke en private partners op het gebied van bewaken en beveiligen.
Kengetallen
Prognose 2018
Het percentage uitvoering Toezichtprogramma Beveiliging burgerluchtvaart
100%
Het aantal permanent te bewaken objecten
7
Het aantal inzetbare Hoog Risico Beveiligingspelotons voor non-permanente bewaking van te bewaken objecten
6
Het servicepercentage beveiligde waardetransporten voor De Nederlandsche Bank
100%
Beschikbare operationele KMar-eenheden voor expeditionaire beveiligingsopdrachten
(zie indicatoren algemene doelstelling)
-
B.Grenspolitietaak
Vanuit de pijler grenspolitietaken richt de KMar zich op de bestrijding van illegale migratie, grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme. Naast de grenspolitietaak voert de KMar op luchthavens tegelijkertijd ook de politietaak uit. Deze taken worden (zoveel mogelijk) informatie- en risicogestuurd uitgevoerd.
Kengetallen
Prognose 2018
Aantal luchthavens waar grensbewaking wordt uitgevoerd waarvan permanent
8
Aantal prioriteitsmeldingen (op luchthavens waar politietaken worden uitgevoerd)
6
Aantal verwijderingen (directe verwijderingen zonder tussenkomst
24.000
Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) en verwijderingen na aanlevering van DT&V)
3.500
Waarvan begeleid
500
-
C.(Inter)nationale en militaire politietaken
Binnen de pijler (inter)nationale- en militaire politie(zorg)taken valt een onderscheid te maken tussen militaire politietaken, civiele vredes- en internationale taken inclusief Stability Policing (SP) en militaire taken ex art.97 Grondwet. In de Politiewet zijn de militaire politietaken (MP) voor Defensie opgedragen aan de KMar. Door het uitvoeren van die taak levert de KMar een belangrijke bijdrage aan de integriteit van Defensie. De uitoefening van deze taken beperkt zich niet alleen tot het Nederlands grondgebied; de KMar gaat ook mee tijdens uitzendingen, inzet en oefeningen van Nederlandse militaire eenheden buiten Nederland. De KMar kan onder gezag van de CDS bijvoorbeeld vanuit het (NAVO) MP domein als een «combat support force multiplier» internationaal worden ingezet worden op MP-functies, ter ondersteuning van militaire operaties onder bevel van een militaire commandant.
In Caribisch Nederland is de KMar zelfstandig verantwoordelijk voor de taken die de organisatie ook in het Europese deel van het Koninkrijk heeft. Zo is de KMar onder andere verantwoordelijk voor de grensbewaking van de luchthavens en de zeegrenzen op de drie eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Op Bonaire is de KMar verantwoordelijk voor het bewaken van en het toezicht houden op de beveiliging van Flamingo Airport. Op St. Eustatius en Saba is de KMar belast met de uitvoering van het vreemdelingentoezicht. De KMar ondersteunt daarnaast het politiekorps Caribisch Nederland.
Kengetallen
Prognose 2018
Aantal misdrijfdossiers (aangeleverd aan OM Arnhem)
725
Beschikbare operationele KMar-eenheden voor internationale crisis- en humanitaire operaties
(zie indicatoren algemene doelstelling)
Beleidswijzigingen
Passenger Information Unit NL
De EU heeft in 2016 de EU Passenger Name Record (PNR) richtlijn aangenomen voor het voorkomen, opsporen en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit door gebruikmaking van PNR-gegevens. Conform de richtlijn moeten lidstaten voor 25 mei 2018 een operationele Passenger Information Unit (Pi-NL) hebben opgericht. De ontwikkelingen aangaande Pi-NL passen geheel binnen de visie van Defensie «veilig verbinden». De inrichting van deze eenheid wordt structureel gefinancierd uit de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
Luchthaven en maritieme behoeftestelling
In de voorjaarsnota van 2017 heeft het kabinet additioneel budget (€ 7,5 miljoen voor 2017 en € 20 miljoen voor 2018 en verder) ten behoeve van de luchthaven en maritieme behoeftestelling aan Defensie toegewezen. Met het vanaf 2018 toegezegde structurele budget van € 20 miljoen kan de Koninklijke Marechaussee de in 2017 incidenteel geworven en opgeleide capaciteit van extra 135 marechaussees structureel voortzetten en kan de personele sterkte verder worden opgehoogd tot circa 200 vte’n. Daar bovenop heeft het kabinet € 2,2 miljoen in 2018 vrijgemaakt, waardoor de personele sterkte verder kan worden vergroot. Voor 2019 en verder is ook geld vrijgemaakt, dit is toegevoegd aan artikel 12. Bij de 1e suppletoire begroting 2018 zullen deze middelen aan de betreffende beleidsartikelen worden toegekend.
Daarnaast worden de noodzakelijke investeringen op het gebied van materieel, IV en infrastructuur uitgevoerd. Hiermee kan de KMar een begin maken met het oplossen van de problematiek op Schiphol, de andere luchthavens en de maritieme doorlaatposten. Verder wordt een begin gemaakt met het herstellen van de balans tussen toegenomen werkdruk en de beschikbare capaciteit zodat de druk op de organisatie de komende jaren zal afnemen.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 5 Taakuitvoering Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
349.505
372.135
361.173
357.037
358.362
360.404
360.404
Uitgaven
351.732
372.135
361.173
357.037
358.362
360.404
360.404
Waarvan juridisch verplicht
91%
Programma uitgaven
4.989
6.858
6.458
6.458
6.458
6.458
6.458
Opdracht Inzet KMAR
4.989
6.858
6.458
6.458
6.458
6.458
6.458
Gereedstelling
4.989
6.858
6.458
6.458
6.458
6.458
6.458
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
671
Apparaatsuitgaven
346.743
365.277
354.715
350.579
351.904
353.946
353.946
Personele uitgaven
311.615
329.824
328.299
324.036
324.877
325.066
325.066
-
-waarvan eigen personeel
310.510
328.124
323.799
324.036
324.877
325.066
325.066
-
-waarvan externe inhuur
1.105
1.700
4.500
Materiële uitgaven
35.128
35.453
26.416
26.543
27.027
28.880
28.880
-
-waarvan overige exploitatie
34.125
33.634
24.524
24.651
25.135
26.988
26.988
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
1.003
1.819
1.892
1.892
1.892
1.892
1.892
Apparaatsontvangsten
7.430
4.608
4.608
4.608
4.608
4.408
4.408
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2018 gaat het om 91 procent. De 91 procent juridisch verplichte uitgaven bestaan volledig uit apparaatsuitgaven.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Gereedstelling
De uitgaven voor de gereedstelling betreffen diensten die tolken en vertalers leveren aan de KMar (met name in de vreemdelingenketen), de inhuur van faciliteiten ten behoeve van oefeningen en overige (meerdaagse) activiteiten, die direct met de operationele inzet zijn verbonden.
Toelichting op de apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven zijn bedoeld voor de volgende aantallen (formatie):
2017
2018
2019
2020
2021
2022
6.610
6.586
6.474
6.474
6.474
6.474
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 (Centraal apparaat).
Waarvan bijdragen aan SSO’s
Om de uitgaven binnen baten-lastendiensten beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastendiensten zichtbaar gemaakt in de begroting. Het betreft hier de uitgaven aan Paresto.
2.2.6 Beleidsartikel 6: Investeringen krijgsmacht
Algemene doelstelling
Defensie voorziet in nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen en verkoopt, indien aan de orde, groot materieel en infrastructuur.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor het tijdig voorzien in nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen alsmede de afstoting van overtollig groot materieel en infrastructuur. Tot de investeringen worden gerekend alle planbehoeften met een meerjarig karakter. Dit omvat ook de bijdragen aan de NAVO voor het doen van investeringen en wetenschappelijk onderzoek. Tot de investeringen worden tevens bijdragen gerekend aan de materiële instandhouding, die direct samenhangen met de betreffende investering.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 6 Investeringen krijgsmacht (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
2.558.598
2.995.941
2.263.299
1.485.437
1.751.241
2.616.105
2.928.534
Opdracht Voorzien in nieuw materieel
1.452.071
2.548.451
1.777.144
1.080.873
1.404.654
2.359.165
2.672.696
Opdracht Voorzien in infrastructuur
924.264
155.565
207.408
124.463
134.907
81.866
89.301
Opdracht Voorzien in IT
96.110
159.863
186.880
186.133
119.312
81.706
72.369
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek
57.058
64.661
63.190
63.191
63.191
63.191
63.191
Bijdrage aan de NAVO
29.095
27.401
28.677
30.777
29.177
30.177
30.977
Reserve valutaschommelingen
0
40.000
Uitgaven
1.304.491
1.779.325
2.009.861
2.026.705
1.909.677
1.748.628
1.692.074
Waarvan juridisch verplicht
91%
Programma-uitgaven
1.304.491
1.779.325
2.009.861
2.026.705
1.909.677
1.748.628
1.692.074
Opdracht Voorzien in nieuw materieel
900.886
1.291.268
1.484.287
1.584.233
1.524.635
1.452.737
1.399.069
Opdracht Voorzien in infrastructuur
197.858
196.132
246.827
162.371
173.362
120.817
126.468
-
-waarvan agentschap RVB
163.853
176.542
217.464
145.504
155.395
108.105
113.191
Opdracht Voorzien in IT
111.479
159.863
186.880
186.133
119.312
81.706
72.369
-
-waarvan bijdragen SSO DMO/OPS (DTO)
56.552
60.638
40.000
40.000
40.000
40.000
40.000
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek
61.078
64.661
63.190
63.191
63.191
63.191
63.191
Bijdrage aan de NAVO
33.190
27.401
28.677
30.777
29.177
30.177
30.977
Reserve valutaschommelingen
0
40.000
Programma-ontvangsten
143.242
189.206
188.526
111.626
66.798
63.698
58.298
-
-Verkoopopbrengsten groot materieel (strategisch)
99.534
129.286
121.686
73.886
34.958
32.358
26.558
-
-Overige ontvangsten materieel
25.800
40.200
23.700
23.700
23.700
23.700
-
-Verkoopopbrengsten infrastructuur (strategisch)
37.771
20.050
15.050
10.050
5.050
5.000
4.950
-
-Overige ontvangsten infrastructuur
12.200
9.720
2.120
1.220
770
1.220
-
-Overige ontvangsten IT, WOO en NAVO
5.937
1.870
1.870
1.870
1.870
1.870
1.870
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2018 betreft het juridisch verplichte deel 91 procent.
Bijdragen aan SSO’s
Om de uitgaven binnen baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de begroting. Het betreft hier de uitgaven aan het Rijksvastgoedbedrijf en aan DMO/Defensie Telematica Organisatie (DTO).
Investeringsquote
Defensie streeft ernaar om op termijn gemiddeld ten minste twintig procent van haar uitgavenbudget te besteden aan investeringen. Dit streven komt voort uit het besef dat een moderne krijgsmacht voldoende investeringsruimte moet hebben om haar instandhouding op langere termijn te garanderen en te kunnen moderniseren. Het kengetal hiervoor heet de investeringsquote. Ook de NAVO hanteert dit percentage als richtlijn. Voor het jaar 2018 is een gemiddelde investeringsquote berekend over de jaren 2014 tot 2018 en komt uit op 18 procent. Op basis van de huidige inzichten wordt het doel van twintig procent in 2020 bereikt. De jaarlijkse investeringsquote is opgenomen als indicator voor het behalen van de jaarlijks geplande investeringen en ter vergelijking van de investeringen met NAVO-bondgenoten.
De volgende bedragen liggen aan de berekening ten grondslag:
Begrotingsjaar
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Teller (totaal Investeringen) x € 1.000
1.234.615
1.019.656
1.073.768
1.101.504
1.304.491
1.779.325
2.009.861
2.026.705
1.909.677
1.748.628
1.692.074
Opdracht Voorzien in nieuw materieel
-
-Zee (zie tabel Projecten Zeestrijdkrachten)
-
-Land (zie tabel Projecten Landstrijdkrachten)
-
-Lucht (zie tabel Projecten Luchtstrijdkrachten)
-
-Projecten defensiebreed (zie tabel Projecten defensiebreed)
-
-Projecten < € 25 miljoen
829.577
739.145
612.302
689.851
900.886
1.291.268
1.484.287
1.584.233
1.524.635
1.452.737
1.399.069
Opdracht Voorzien in infrastructuur
255.481
142.451
309.820
197.960
197.858
196.132
246.827
162.371
173.362
120.817
126.468
Opdracht Voorzien in ICT
62.042
47.460
64.938
120.722
111.479
159.863
186.880
186.133
119.312
81.706
72.369
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek
70.663
59.166
59.403
61.612
61.078
64.661
63.190
63.191
63.191
63.191
63.191
Bijdrage aan de NAVO
16.852
31.434
27.305
31.359
33.190
27.401
28.677
30.777
29.177
30.177
30.977
Noemer (totaal defensiebudget minus HGIS en attachés)
7.861.154
7.511.951
7.531.416
7.528.454
7.948.816
8.680.450
8.852.125
8.802.877
8.765.678
8.629.963
8.541.656
Gerealiseerde investeringsquote per jaar (t/m 2016)
16%
14%
14%
15%
16%
Raming van investeringsquote 2017 en verdere jaren
20%
23%
23%
22%
20%
20%
Vijfjaars voortschrijdend gemiddelde investeringsquote
15%
15%
16%
18%
19%
21%
22%
22%
De tabel maakt onderscheid in de realisatie van 2010 tot en met 2015 en het vijfjaarlijks voortschrijdend gemiddelde vanaf 2016.
Aan te gane verplichtingen
In deze begroting zijn de geraamde verplichtingen Voorzien in nieuw materieel voor de periode 2018-2022 gedetailleerd opgebouwd, op basis van het investeringsplan. Hiermee wordt een duidelijk beeld gegeven van de nu verwachte jaarlijks aan te gane verplichtingen. De raming is gebaseerd op het geraamde moment dat er voor een project een contract getekend wordt. Het moment waarop een contract daadwerkelijk wordt getekend, als eindfase van de verwerving, is afhankelijk van diverse factoren. Definitieve politieke besluitvorming over een project en de scope en fasering van het project, samenwerking met derden en onderhandeling met een leverancier, kunnen leiden tot een ander moment van het aangaan van de verplichting dan op dit moment is voorzien. Deze raming is dus nadrukkelijk een momentopname: hoewel de raming van de verplichtingen een betrouwbare weergave is van het actuele beeld, zullen de realisatie en de raming van de aan te gane verplichtingen bij iedere begroting wijzigen.
Projecten waarvoor een verplichting groter dan € 25 miljoen wordt aangegaan en die geen commercieel vertrouwelijke informatie bevatten zijn separaat weergegeven in de navolgende tabel. Niet alle nu voorziene aan te gane verplichtingen zullen daadwerkelijk in 2018 worden aangegaan. Zo is het mogelijk dat contracten later worden ondertekend dan gepland. Daarom wordt rekening gehouden met overlopende verplichtingen van € 533,2 miljoen.
Verplichtingen Voorzien in nieuw materieel (bedragen x € 1.000)
Aan te gaan in 2018
-
*Defensiebrede vervanging wielvoertuigen (DVOW)
830
-
*Verwerving F-35
852,2
-
*NH-90
46,5
-
*Munitie boordkanon, zelfbeschermingsmiddelen en wapenladers F-35
54,7
-
*Vervanging strategisch luchttransport en AAR (MRTT)
34,9
-
*Vervanging radio's fase II
29,4
-
*Instandhouding LC-fregatten (LCF)
27,1
-
*CDC-voertuigen (niet operationeel dienstvervoer)
33,6
-
*Diverse projecten
37,1
-
*Bandbreedte projecten (investeringen door operationele commando's)
103,1
-
*Projecten met aan te gane verplichtingen < € 25 miljoen
261,7
Totaal
2.310,3
-/- overlopende verplichtingen
533,2
Totaal aan te gane verplichtingen
1.777,1
Toelichting op de instrumenten
In dit beleidsartikel wordt inzicht gegeven in de uitgaven en verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn geraamd en die van invloed zijn op de investeringsquote. Tevens wordt aangegeven wat de verwachte risico’s zijn voor de realisatie van de uitgaven.
In de tabellen van Voorzien in nieuw materieel, Voorzien in infrastructuur, Voorzien in IT en Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek zijn alle projecten in realisatie opgenomen met een financiële omvang meer dan € 25 miljoen. De projecten in realisatie waarvan de financiële omvang meer dan € 10 miljoen is gewijzigd en de projecten waarvan de planning met meer dan een jaar is gewijzigd, worden onderaan de tabellen nader toegelicht. Tevens worden de projecten in planning met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen opgesomd waarvan wordt verwacht dat deze in 2018 tot uitgaven leiden. Wezenlijke veranderingen ten opzichte van de begroting 2017 worden hierbij toegelicht.
Voorzien in nieuw materieel
In het Materieelprojectenoverzicht (MPO) worden alle wapensysteemgebonden materieelprojecten met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen uitgebreid toegelicht. Voor de projecten in planning wordt bovendien de verwachte fasering in het Defensie Materieel Proces (DMP) vermeld.
Risico’s bij Voorzien in nieuw materieel
Aan de uitvoering van projecten zijn diverse risico’s verbonden. Hierdoor kan de realisatie afwijken van de initiële planning. Naast risico’s van meer algemene aard, zoals juridische procedures, vertraagde leveringen of het leveren van onvoldoende kwaliteit, kan bij de uitvoering van projecten sprake zijn van omstandigheden die kunnen leiden tot een verhoogd risicoprofiel.
Internationale samenwerking/cofinanciering
Sommige projecten worden in samenwerking met andere landen gepland en uitgevoerd. Het NH-90 project en het project Vervanging strategisch luchttransport en AAR (MRTT) zijn hier voorbeelden van. Internationale samenwerking brengt extra risico’s met zich mee. De doorlooptijd van de nationale en internationale besluitvorming kan bijvoorbeeld niet altijd worden beïnvloed en duurt mogelijk langer dan initieel voorzien. Vertraging in het sluiten van (gezamenlijke) contracten kan leiden tot latere levering waardoor later in de behoeften van de deelnemende landen wordt voorzien. Bij projecten met cofinanciering bestaat bovendien een risico op het niet tijdig - door alle partners - zekerstellen van de financiering. Vertraging hierin kan leiden tot vertraging in de realisatie.
Wijziging project/scope
Wanneer tijdens de plannings- of realisatiefase de scope van een project wijzigt, bijvoorbeeld als gevolg van ervaringen tijdens missies, kan dit leiden tot vertragingen of kostenstijging. Herprioriteren binnen het investeringsplan kan nodig zijn om uitvoering mogelijk te blijven maken. Hierdoor kunnen kasuitgaven vertraagd tot realisatie komen.
Vertraging in levering
Het risico bestaat dat zich vertragingen voordoen ten opzichte van het beoogde of overeengekomen leverschema, waardoor budget moet worden doorgeschoven.
Kwaliteit
Als bij een levering blijkt dat niet is voldaan aan de kwaliteitseisen worden betalingen opgeschort. In dit geval zullen geplande budgetten pas tot betaling komen nadat aan de kwaliteitseisen is voldaan.
Projecten Zeestrijdkrachten
Projecten in realisatie zeestrijdkrachten (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Project-volume
Raming uitgaven
Fasering tot en met
t/m 2017
2018
2019
2020
2021
2022
ESSM Block 2: deelname aan internationale productie
27,7
2,1
2,2
2,4
1,8
1,8
1,8
2033 e.v.
Instandhouding Goalkeeper
34,6
33,9
0,7
2018
Instandhouding Walrusklasse onderzeeboten
89,1
56,4
5,0
5,2
5,2
4,3
7,6
2023
Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commandofregatten (IP LC-fregatten)
178,9
44,2
38,9
26,9
14,4
14,3
15,4
2024
Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD)
130,5
114,6
3,8
7,1
5,0
2020
Midlife upgrade BV206D (MLU BV206D)
33,0
24,2
8,1
0,7
2019
Verbetering MK48 torpedo
151,9
63,2
16,0
16,3
18,9
19,2
18,3
2022
Nieuw in realisatie zijn de projecten ESSM Block 2: deelname aan internationale productie en Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commandofregatten (IP LC-fregatten).
Projecten in planning met verwachte uitgaven in 2018
Maritiem Operatie Centrum (MOC) Kustwacht Nederland
Het project heeft als doel om het informatiegestuurde optreden (IGO) bij de Kustwacht Nederland verder te ontwikkelen en om de IT-dienstverlening zodanig flexibel in te richten dat de Kustwacht tijdig op toekomstige ontwikkelingen kan inspelen. De informatiepositie en de beeldopbouw van de Noordzee en daarbuiten worden versterkt waardoor het uitvoeren van de kustwachttaken effectiever en efficiënter wordt. Deze modernisering bevordert een verantwoord gebruik van de Noordzee, een grotere veiligheid op zee en een betere naleving van (inter)nationale wetgeving en afspraken.
Vervanging onderzeebootcapaciteit
Voor het project Vervanging onderzeebootcapaciteit worden in 2018 beperkt uitgaven gedaan tot een bedrag van € 8,3 miljoen, bestaande uit projectmanagementkosten, studiegelden en inhuur externe experts.
Bij het project Midlife upgrade Landing Craft Utility (MLU LCU) zijn geen wezenlijke wijzigingen opgetreden.
Projecten Landstrijdkrachten
Projecten in realisatie landstrijdkrachten (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Projectvolume
Raming uitgaven
Fasering tot en met
t/m 2017
2018
2019
2020
2021
2022
Army Ground Based Air Defence System (AGBADS)
133,4
129,5
3,4
0,4
2022
Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie
805,7
786,7
8,8
10,2
2019
Patriot vervanging COMPATRIOT
39,2
29,5
8,9
0,7
2019
Precision Guided Munition (PGM)
57,4
29,2
10,4
17,9
2019
Verlenging levensduur Patriot
103,2
4,2
10,1
12,5
17,8
17,7
29,4
2025
Vervanging brugleggende tank
62,4
8,7
3,4
29,9
20,4
2020
Nieuw in realisatie zijn de projecten Verlenging levensduur Patriot en Vervanging brugleggende tank.
Projecten in planning met verwachte uitgaven in 2018
Bij de volgende projecten in planning met verwachte uitgaven in 2018 zijn geen wezenlijke wijzigingen opgetreden:
-
-
-
•levensduurverlenging zwaar bergingsvoertuig
-
-
-
-
•verwerving CE-pakketten IGV
-
Projecten Luchtstrijdkrachten
Projecten in realisatie luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Projectvolume
Raming uitgaven
Fasering tot en met
t/m 2017
2018
2019
2020
2021
2022
AH-64D Block II upgrade
120,7
69,6
15,8
11,6
12,1
1,9
2023
AH-64D verbetering bewapening
40,1
24,9
4,5
4,1
0,4
6,1
2021
AH-64D zelfbescherming (ASE)
96,1
8,4
21,1
16,7
1,6
1,6
15,6
2025
F-16 infrarood geleide lucht-lucht raket
50,7
19,3
4,5
4,5
9,6
12,8
2021
F-16 zelfbescherming (ASE)
97,8
50,8
13,9
12,7
14,2
6,3
2021
Langer doorvliegen F-16 - Instandhouding
83,1
31,8
23,7
14,2
1,5
0,4
4,3
2023
Langer doorvliegen F-16 - Operationele Zelfverdediging
74,7
64,5
1,0
0,6
8,6
2020
Langer doorvliegen F-16 - Vliegveiligheid & Luchtwaardigheid
45,1
22,9
7,0
4,1
2,8
8,3
2021
Obsolescence Prevention Program PC-7
39,1
19,9
19,2
2018
Vervanging Medium Power Radars Wier en Nieuw-Milligen
64,9
39,3
8,8
13,3
3,5
2020
Verwerving F-35
4.747,4
871,3
560,9
785,0
702,6
514,8
410,7
2024
Vervanging strategisch luchttransport en AAR (MRTT)
250-1.000
PM
PM
PM
PM
PM
PM
2025
AH-64D verbetering bewapening
Dit project omvat de verwerving van Hellfire raketten en Laser Guided Rockets. Binnen dit project zijn verschillende deelbestellingen geplaatst. De meest recente bestelling is eind 2016 gedaan. Door de grote (internationale) vraag naar deze munitie vindt levering naar verwachting in 2021 plaats.
F-16 zelfbescherming (ASE)
Door vertraging bij contractsluiting tussen de Amerikaanse overheid en hun toeleverancier en de langere levertijden is dit project vertraagd.
Langer doorvliegen F-16 - Operationele Zelfverdediging
Het projectvolume bij dit project is met € 19,8 miljoen neerwaarts bijgesteld doordat een aantal deelprojecten goedkoper is uitgevallen dan aanvankelijk begroot. Dit was het geval bij de contracten voor de deelprojecten Advanced Targetting Pods, Missile Warning Systems en Flare Upgrade. Toegenomen duidelijkheid in de uitvoering heeft er ook toe geleid dat de projectreserve neerwaarts is bijgesteld. De aanpassing van de fasering is het gevolg van een laatste betaling voor het relatief kleine deelproject Electronic Warning Management System (EWMS). De ontwikkeling van de EWMS-software door Terma wordt gedeeld met de EPAF-landen conform het EWMS UG (User Group) Agreement.
Verwerving F-35
Verwerving F-35: Raming uitgaven (bedragen x 1 miljoen)
Project omschrijving
Project volume
Raming uitgaven
Fasering tot
t/m 2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023 en verder
2024
Budget VF-35
4.747,4
871,3
560,9
785,0
702,6
514,8
410,7
902,1
2024
Raming VF-35
5.596,8
833,3
532,2
975,2
985,8
658,6
516,0
1.095,7
2024
Waarvan verwerving toestellen (inclusief bijkomende middelen)
4.292,3
573,0
507,9
964,5
856,6
527,8
384,1
478,5
2024
Waarvan PSFD MOU
346,1
183,2
11,4
9,9
6,4
7,8
9,4
118,0
2052
Waarvan deelname IOT&E (inclusief exploitatie testtoestellen t/m 2019)
91,6
77,1
12,9
0,8
0,3
0,5
0
0
2021
Waarvan voorziening risicoreservering investeringen
536,0
0
0
0
122,5
122,5
122,5
168,5
2024
In voorgaande tabel is weergegeven hoe het investeringsbudget en de raming van het project F-35 zich ontwikkelen. De prijsbijstelling 2017 van € 47,4 miljoen is aan het projectbudget toegevoegd. Het investeringsbudget is € 4.747,4 miljoen (prijspeil 2017). Per saldo is sprake van een negatief verschil tussen budget en raming van € 849,6 miljoen. Het verschil tussen raming en beschikbaar budget wordt veroorzaakt door de hoge dollarkoers ten opzichte van de koers gebruikt bij het vaststellen van het budget in 2013.
In de navolgende tabel is de ontwikkeling van het beschikbare budget voor de verwerving F-35 weergegeven.
F-35 en koerswisselingen
Aanpassing taakstellend budget investeringen (bedragen x € 1 miljoen)
Bedrag
Budget verwerving F-35 in prijspeil 2016
4.700,0
Bijstelling budget
47,4
Budget verwerving F-35 in prijspeil 2017
4.747,4
Project in planning met verwachte uitgaven in 2018
Bij de volgende projecten in planning met verwachte uitgaven in 2018 zijn geen wezenlijke wijzigingen opgetreden:
-
-
-
•Chinook Vervanging & Modernisering
-
-
-
-
•F-35: Verwerving middellange en lange afstandsraket
-
-
-
-
•F-35: Verwerving munitie boordkanon, zelfbeschermingsmiddelen en wapenladers
-
Projecten Koninklijke Marechaussee
De investeringsprojecten (voor zover niet in infrastructuur en informatievoorziening) voor de Koninklijke Marechaussee hebben een investeringsbudget van minder dan € 25 miljoen.
Projecten in planning met verwachte uitgaven in 2018
Er zijn geen projecten in planning voor de Koninklijke Marechaussee met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen met verwachte uitgaven in 2018.
Projecten defensiebreed
Projecten in realisatie defensiebreed (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Projectvolume
Raming uitgaven
Fasering Tot
t/m 2017
2018
2019
2020
2021
2022
Counter Improvised Explosive Devices (C-IED)
55,5
16,2
10,2
10,6
10,2
7,5
0,5
2023
Defensiebrede vervanging van ondersteunende Klein Kaliber Wapens
60,4
40,6
18,3
1,5
2019
Joint Fires
33,5
5,5
25,5
2,5
2019
Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM)
132,3
124,6
4,0
3,7
2019
Modernisering navigatiesystemen
39,0
22,8
4,9
3,0
1,2
7,1
2021
Munitie t.b.v. aanvulling inzetvoorraden
114,7
57,0
38,6
19,2
2019
NH-90
1.192,5
1.066,3
30,0
20,5
50,7
8,0
10,0
2023
Uitbreiding Chemische Biologische Radiologische en Nucleaire (CBRN)-capaciteit in het kader van de Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS), materieel
62,1
41,6
13,8
4,2
2,5
2020
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)
215,8
55,0
77,5
36,8
46,5
2020
Vervanging ETS (Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem) (DBBS)
218,6
36,9
78,8
65,5
22,7
14,7
2021
Nieuw in realisatie is het project Joint Fires.
Projecten in planning met verwachte uitgaven in 2018
Bij de volgende projecten in planning met verwachte uitgaven in 2018 zijn geen wezenlijke wijzigingen opgetreden:
-
-
-
•Defensiebrede vervanging handgedragen warmtebeeldkijkers.
-
-
-
-
•Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW).
-
-
-
-
•Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS).
-
-
-
-
•Nieuwe generatie identificatiesystemen (IFF mode 5/mode S).
-
-
-
-
•Vernieuwing TITAAN.
-
-
-
-
•Verwerving HV brillen.
-
-
-
-
•Vervanging 60/81mm mortieren.
-
-
-
-
•Vervanging grondterminals MILSATCOM.
-
-
-
-
•Vervanging radio’s.
-
Voorzien in infrastructuur
Grote infrastructuurprojecten in realisatie (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Defensie-onderdeel
Project volume
t/m 2017
2018
2019
2020
2021
2022 e.v.
Fasering t/m
Aanpassing vastgoed a.g.v. gewijzigde regelgeving
Algemeen
145,1
16,0
29,8
24,6
33,9
8,7
32,1
2024
Bouwtechnische verbetermaatregelen brandveiligheid
Algemeen
128,8
46,3
56,4
26,1
2019
Deelproject 1.3.7.1 HVD: Schuifplan Ermelo (GSK, JPK, PMK en VHK)
CLAS
66,0
57,7
5,1
3,2
2020
Deelproject 1.3.7.5 HVD: Herbeleggen RVS Oirschot
CLAS
40,6
25,1
10,4
5,1
2019
Deelproject 2a.6 HVD: Belegging Breda (KvB, TVZ, Seelig)
CDC
39,2
30,5
7,2
1,5
2019
EPA Maatregelen
Algemeen
65,3
56,5
8,8
2018
F 135 Motoronderhoud
Algemeen
87,8
10,0
37,3
29,2
11,3
2020
Hoger Onderhoud Woensdrecht
CLSK
67,7
43,3
7,0
13,5
3,9
2020
Nieuwbouw OTCKMar
KMar
85,2
68,9
14,4
1,9
2019
Deelproject 2a.5 HVD: Realisatie Gezondheidscentra en tandheelkundige centra
CDC
29,6
4,6
8,4
12,4
3,1
1,1
2021
Huisvesting Operations Center JIVC DMO/OPS
DMO
47,9
10,1
24,0
13,8
2019
KMar en Informatie Gestuurd Optreden
KMar
33,3
5,2
3,0
14,4
10,7
2020
Nieuwbouw/renovatie NCIA
BS
47,0
25,0
14,3
7,7
2019
Aanpassing vastgoed a.g.v. gewijzigde regelgeving
Wijzigingen in wet- en regelgeving, aanscherping van milieu- en veiligheidseisen en ontwikkelingen in het omgevingsrecht hebben geleid tot nieuwe eisen aan het vastgoed en de infrastructuur van Defensie. Het aanpassingsproject vastgoed als gevolg van gewijzigde regelgeving omvat een pakket aan maatregelen dat tot en met 2024 uitgevoerd moet worden. De verschillende maatregelen zijn onder andere:
-
-
-
•Vervanging en/of aanpassing van installaties die werken op koelmiddelen met hydrochloorfluorkoolwaterstof (HCFK);
-
-
-
-
•Op norm brengen van (drink)waterinstallaties;
-
-
-
-
•Verbetering brandveiligheid van gebouwen;
-
-
-
-
•Verwijderen asbest;
-
-
-
-
•Het op norm brengen en houden van monumentale panden en terreinen.
-
Bouwtechnische verbetermaatregelen brandveiligheid
Met de uitvoering van verbetermaatregelen brengt Defensie de brandveiligheid van de meest risicovolle gebouwen op orde en biedt ze haar personeel een veilige woon- (legering) en werkomgeving. De planning wordt ook besproken met de Inspectie Leefomgeving en Transport van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Deelproject 1.3.7.1. Herbeleggingsplan Vastgoed Defensie (HVD) Schuifplan Ermelo
Het schuifplan Ermelo zorgt ervoor dat de verhuizing en sluiting van de Koninklijke Militaire School (KMS) in Weert mogelijk wordt. Daarvoor moet eerst ruimte worden gemaakt door eenheden na elkaar te verhuizen van Havelte naar Wezep, van Ermelo naar Havelte en tot slot van Weert naar Ermelo. De KMS is reeds naar Ermelo verhuisd. Het project zit in de nazorgfase waarin alleen nog diverse gebouwen gesloopt worden.
Deelproject 1.3.7.5. HVD Herbeleggen Ruyter van Steveninckkazerne Oirschot
Door gebruik te maken van vrijgevallen infrastructuur (tankbataljons) is een schuifplan opgesteld om oude gebouwen leeg te maken en te slopen en vooral goede infrastructuur aan te houden en te gebruiken voor het huisvesten van de nieuwe organisatie. Aanvullende nieuwbouw wordt gerealiseerd voor de nieuw opgerichte (Chemische, Biologische, Radiologische, en Nucleaire (CBRN)-eenheid. Het project is in uitvoering.
Deelproject 2.a.6. HVD Belegging Breda
Met dit project wordt de verhuizing mogelijk van het Instituut Defensie Leergangen van Rijswijk naar Breda, onder meer door aanvullende nieuwbouw van legering en aanpassing van lesaccommodaties en kantoren op de Trip van Zoutlandkazerne. Een verdere concentratie op de Trip van Zoutlandkazerne, het Kasteel van Breda en de Luchtmachttoren maakt het tevens mogelijk om elders in de stad locaties af te stoten. Het project is in uitvoering.
Energie Prestatie Adviezen (EPA) Maatregelen
Dit project betreft een verzameling van energiebesparende maatregelen voor de bestaande infrastructuur en wordt in 2018 voltooid.
F 135 Motoronderhoud
Nederland is als één van de Europese landen aangewezen om in de toekomst het F 135 motoronderhoud te gaan uitvoeren. Hiervoor moeten faciliteiten worden gebouwd op Vliegbasis Woensdrecht. De motoronderhoudsfaciliteit vergt een investering. Naast Defensie nemen Economische Zaken en de provincie Noord-Brabant daarvan een deel voor hun rekening. Eind 2017 wordt gestart met de bouw.
Hoger onderhoud Woensdrecht
Het project betreft de totale behoefte aan infrastructuur om het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) op Vliegbasis Woensdrecht te kunnen huisvesten. Hiermee kunnen de defensielocaties LCW Rhenen en LCW Dongen worden afgestoten. De nieuwbouw legering is opgeleverd, evenals het werkcentrum Avionica en het Logistiek Complex. In 2018 zal de nieuwbouw aanvangen voor het squadron Technologie en Missieondersteuning. Het LCW Rhenen is reeds afgestoten.
Nieuwbouw OTCKMar (Opleidings- en Trainings Centrum KMar)
Het OTCKMar wordt ondergebracht op het complex Koning Willem III/Frank van Bijnenkazerne in Apeldoorn. Het project is in uitvoering en wordt naar verwachting in 2019 voltooid met de ingebruikname van het nieuwe lesgebouw.
Deelproject 2a.5. HVD Realisatie Gezondheidscentra (GZHC) en Tandheelkundige centra
Dit betreft de aanpassing van de huisvesting aan de nieuwe organisatie van de bedrijfsgroep Gezondheidszorg, door aanpassing van bestaande infrastructuur en door nieuwbouw op verschillende locaties. De locatie Stroe is aanbesteed en Ermelo volgt op korte termijn. De overige locaties zijn in ontwikkeling.
Huisvesting Operations Center JIVC DMO/OPS
Dit project voorziet op Camp New Amsterdam met renovatie van bestaande huisvesting en nieuwbouw in het onderbrengen van het Operations Center JIVC DMO/OPS. Hierdoor kunnen verschillende (beheer)activiteiten op één locatie worden geconcentreerd. Het project is in uitvoering.
KMar en Informatie Gestuurd Optreden
In de nota «In Het Belang Van Nederland» is vastgelegd dat het optreden van de KMar transformeert van een gebiedsgebonden aansturing naar een centraal landelijk en meer flexibel optreden. De hierbij behorende centrale aansturing zal plaatsvinden op basis van het sturingsmechanisme informatie gestuurd optreden. Om de KMar informatiegestuurd te laten optreden zullen de districtsstaven bij de brigades komen te vervallen en gereduceerd opgaan in het centraal Landelijk Tactisch Commando (LTC), waarvoor huisvesting gerealiseerd zal worden op het Camp New Amsterdam. Door het vervallen van de districtsstaven kunnen de huidige locaties in Baarn, Fort de Bilt Utrecht en Kamp Nieuw Milligen worden afgestoten. Fase 1 is in uitvoering en fase 2 en 3 zijn in ontwikkeling.
Nieuwbouw/renovatie NCIA
Nabij de Waalsdorpervlakte in Den Haag bevindt zich één van de vestigingen van het NATO Communications and Information Agency (NCIA). Momenteel heeft het agentschap hoofdvestigingen in Brussel, Mons (beiden België) en Den Haag. Met het oog op doelmatige bedrijfsvoering is besloten een groter aantal activiteiten te concentreren op de NCIA-hoofdvestiging in Den Haag. Om dit mogelijk te maken heeft Nederland zich als Host Nation bereid verklaard om een grootschalig nieuwbouw- en renovatieproject uit te voeren en te financieren, met bijdragen uit het HGIS-budget, het defensiebudget en een bijdrage van de gemeente Den Haag. Het project is in uitvoering.
Risico’s bij Voorzien in infrastructuur
In het algemeen geldt dat projecten in uitvoering en dus aanbesteed, een beperkt risico hebben. Alle benodigde vergunningen zijn verleend. Er is sprake van een fixed price behoudens onvoorzien werk. Als gevolg van een gebrek aan voorbereidingscapaciteit zijn er risico’s in de realisatie van nieuwbouwprojecten. Voor de nog aan te besteden projecten geldt dat de projectkosten worden beïnvloed door stijgende materiaal- en loonkosten en de marktconjunctuur (vraag versus aanbod). Daarnaast kan het wijzigen van wet- en regelgeving invloed hebben op de projectkosten. Een voorbeeld is dat in 2019 een gebouw bijna energieneutraal moet zijn, wat extra investeringskosten vereist maar een besparing geeft op de exploitatiekosten. Specifiek voor het project bouwtechnische verbetermaatregelen brandveiligheid is onderkend dat gezien de complexiteit de met Inspectie Leefomgeving en Transport (IL&T) overeengekomen planning kritisch is.
Projecten in planning met verwachte uitgaven in 2018
Deelproject HVD 1.3.6.2. MARKAZ Zeeland
Met de bouw van een geheel nieuwe kazerne te Vlissingen wordt de verhuizing mogelijk gemaakt van het Mariniers Trainingscommando vanuit de Van Braam Houckgeestkazerne te Doorn en het Logistiek Centrum Maartensdijk. Het project wordt gerealiseerd met een geïntegreerd contract. Vooruitlopend op de uitvoering zal worden geïnvesteerd in diverse omgevingsonderzoeken en is bouwgrond aangekocht.
Voorzien in ICT
Projecten in realisatie IT (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Projectvolume
Raming uitgaven
Fasering t/m
t/m 2017
2018
2019
2020
2021
2022
ERP M/F/P Fase 2
121,2
45,3
12,2
12,2
12,2
12,2
12,2
2025
IT-KMAR IGO
55,5
19,0
20,2
12,2
4,0
2020
Risico’s bij Voorzien in IT
Bij het project IT IGO KMar heeft Bureau ICT Toetsing (BIT) gewezen op een aantal risico’s (zie Kamerstuk 33 763, nr. 132). Zo vond het BIT dat de KMar te veel uitgaat van nieuwe of technisch ingewikkelde oplossingen, dat er te weinig zicht is op zowel de stand van zaken als de kosten van projecten en dat de inrichting van de programmaorganisatie en inkoopfunctie niet bijdragen aan de slagvaardigheid van de organisatie. Inmiddels zijn aan de hand van de adviezen van het BIT maatregelen genomen om dit te verbeteren.
Het programma Grensverleggende IT (GrIT) is nog niet in bovenstaande tabel opgenomen omdat het programmabudget nog moet worden bepaald aan de hand van de uitkomsten van de lopende dialoog met twee geselecteerde marktpartijen. Zoals gemeld in de laatste voortgangsrapportage IT is er wel een reservering voor de IT-vernieuwing van in totaal € 201,8 miljoen opgenomen, onder meer voor dubbele beheerslasten in de jaren dat de oude en de nieuwe IT-infrastructuur naast elkaar moeten bestaan. De belangrijkste risico’s zijn eerder naar voren gekomen in het BIT-advies (zie Kamerstuk 31 125, nr. 68). Over de wijze waarop deze en andere risico’s worden gemitigeerd wordt verslag gedaan in de halfjaarlijkse voortgangsrapportages over IT (zie Kamerstukken 31 125, nrs. 72 en 76). Eind 2017 is een nieuw BIT-advies voorzien. Er wordt actief gestuurd op het mitigeren van de risico’s, die inherent zijn aan een dergelijk complex programma. Daarbij is ook de Landsadvocaat intensief betrokken.
Projecten in planning met verwachte uitgaven in 2018
Vervanging ESM-capaciteiten KL EOV-systeem
Electronic Support Measures (ESM-) capaciteiten van 102 Elektronische Oorlogvoering Compagnie (EOV Cie) worden gebruikt voor het opsporen, peilen/locatie bepalen, afluisteren en het uitvoeren van technische analyse van radiozenders en radioverbindingen. Hiermee worden eenheden voorzien van operationeel noodzakelijke inlichtingen die uit het elektromagnetisch spectrum worden verworven. Vervanging is noodzakelijk vanwege de ouderdom van de huidige systemen.
Vernieuwing IT
De reservering van € 201,8 miljoen voor de vernieuwing IT bestaat uit de vanaf de begroting van 2016 gereserveerde € 40,2 miljoen, de in de begroting van 2017 toegevoegde voorziening voor dubbele beheerslasten, transitie en migratie van € 117,0 miljoen en de recent toegevoegde vrijval van € 44,6 miljoen omdat er minder in legacy-systemen hoeft te worden geïnvesteerd. De fasering van de reeks is daarbij in lijn gebracht met de huidig verwachte realisatie van het project.
Bij het project Vernieuwing TITAAN zijn geen wezenlijke veranderingen opgetreden ten opzichte van vorig jaar.
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Programmafinanciering TNO
37.028
37.324
36.808
36.808
36.808
36.808
36.808
Programmafinanciering NLR
517
517
517
517
517
517
517
Contractonderzoek technologieontwikkeling
19.208
18.807
18.052
18.052
18.052
18.052
18.052
Contractonderzoek kennistoepassing
4.325
5.813
5.813
5.814
5.814
5.814
5.814
Overig Wetenschappelijk onderzoek
2.150
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Totaal
61.078
64.611
63.190
63.191
63.191
63.191
63.191
Het centrale kennis- en technologiebudget voor wetenschappelijk onderzoek wordt gebruikt om een defensiespecifieke kennisbasis op te bouwen en in stand te houden. Hiermee kan Defensie wetenschappelijk worden ondersteund in haar taakuitvoering. Het budget wordt ook ingezet om innovatieve operationele capaciteiten, werkwijzen of concepten in de defensieorganisatie mogelijk te maken waarmee het operationeel handelingsvermogen wordt vergroot, verbeterd of tegen lagere (levensduur)kosten beschikbaar komt. Met de uitvoering van onderzoekprogramma’s en -projecten wordt tevens invulling gegeven aan de prioriteiten uit de Strategie-, Kennis- en Innovatieagenda 2016 - 2020.
Programmafinanciering TNO (inclusief MARIN) en het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR)
De uit te voeren onderzoeksprogramma’s bouwen een defensiespecifieke kennisbasis op bij TNO (inclusief kennisinstituut MARIN) en het NLR en houden deze in stand conform de Herijking Kennisportfolio Defensie (HKD). Om praktische redenen wordt het budget voor MARIN toegevoegd aan dat van TNO. Voor 2018 betreft het € 1 miljoen. Naar verwachting zal er ook de komende jaren budget worden besteed aan een defensiespecifieke kennisbasis bij MARIN. Programmatisch onderzoek betreft investeringen in een kennisbasis die niet binnen Defensie aanwezig is en die zonder een gerichte financiële inspanning van Defensie niet beschikbaar komt of toegankelijk is. Met de opgebouwde kennis laat Defensie zich vervolgens adviseren en ondersteunen bij de beleidsvorming, verwerving en onderhoud van materieel, opleiding en training, bedrijfsvoering en operationeel optreden. De advisering richt zich onder meer op noodzakelijke verbeteringen en innovatieve vernieuwingen op deze gebieden. De programmafinanciering bedraagt in 2018 ongeveer € 37 miljoen.
Contractonderzoek technologieontwikkeling
Voor technologieontwikkeling is in 2018 € 18 miljoen beschikbaar. Deze projectmatige uitgaven worden ingezet waar technologie een oplossing kan bieden voor (operationele) tekortkomingen, de (operationele) output van Defensie kan verbeteren of tot besparingen kan leiden. De uitvoering gebeurt vaak binnen de gouden driehoek van overheid, industrie en kennisinstituten. Dit instrument draagt bij aan de versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse defensie-gerelateerde industrie en daarmee aan de doelstelling van de Defensie Industrie Strategie (DIS; Kamerstuk 31 125, nr. 20) en het Rijksbrede topsectorenbeleid. In de begrotingsafspraken van oktober 2013 is een bezuiniging doorgevoerd op subsidies in het kader van het bedrijfsleven-beleid. De defensiebijdrage hieraan in 2018 bedraagt € 1 miljoen en is in deze reeks verwerkt. De technologieprojecten worden, indien van toepassing, interdepartementale (topsectorenbeleid) en internationaal (NAVO en European Defence Agency, EDA) afgestemd en ingebed.
Bijdragen en contractonderzoek kennistoepassing
De toepassing van (met centrale middelen) opgebouwde kennis, wordt primair gefinancierd uit de decentrale budgetten van de behoeftestellende defensieonderdelen. Op centraal niveau is nog een beperkt budget beschikbaar voor acute, onvoorziene kennisondersteuning. De meeste interdepartementale bijdragen aan de instandhouding van grote experimentele onderzoeksfaciliteiten bij TNO en het NLR worden uit de centrale middelen betaald. In 2018 is hiervoor € 5 miljoen beschikbaar.
Overig Wetenschappelijk onderzoek
Onder Overig Wetenschappelijk onderzoek vallen de uitgaven die niet direct toe te schrijven zijn aan technologieontwikkeling en kennistoepassing. Het betreft hier onder andere zaken als sociale innovatie en het investeren in en onderhouden van innovatie- en kennisnetwerken.
Bijdragen aan de NAVO
De uitgaven hebben betrekking op de Nederlandse bijdrage in gemeenschappelijk gefinancierde NAVO-investeringsprogramma’s. Ook de investeringsuitgaven voor de AWACS-vliegtuigen zijn hierin opgenomen.
CODEMO
De CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) is een aansprekend instrument dat vooral wordt ingezet voor innovatieve productontwikkeling met het Midden- en Kleinbedrijf (MKB). Defensie neemt, van goedgekeurde projectvoorstellen, 50 procent van de ontwikkelingskosten voor haar rekening. Eventuele opbrengsten voor Defensie in de vorm van royalty’s over de verkoop van de ontwikkelde producten zijn beschikbaar voor nieuwe ontwikkelingsvoorstellen. Defensie heeft € 10 miljoen beschikbaar gesteld voor de CODEMO-regeling. In totaal is voor een bedrag van € 8,8 miljoen aan projectvoorstellen goedgekeurd. Tot op heden is € 3,3 miljoen aan royalty’s ontvangen die ten goede komen aan het fonds.
Als antwoord op de motie Günal-Gezer/Eijsink (Kamerstuk 33 750-X, nr. 24) is onderstaande tabel weergegeven.
CODEMO
Ingediende voorstellen
82
Gehonoreerde voorstellen
23
Afgewezen voorstellen
56
Afgeronde voorstellen
13
De gehonoreerde voorstellen betreffen twintig Midden- en Klein Bedrijven (MKB) en drie grootbedrijven. Drie projectvoorstellen zijn nog in behandeling.
Verkoopopbrengsten Groot Materieel
Het uitgavenkader wordt aangepast vanwege bijgestelde ontvangsten. De wijzigingen in de ontvangsten betreffen de opwaartse bijstelling van de verkoopopbrengsten van groot materieel onder meer door de verkoop van de Leopard I Bergings- en Genietank (€ 2,0 miljoen) en de Pantserrupsvoertuigen (€ 3,4 miljoen).
Afstotingen
Het volgende materieel is nog beschikbaar om verkocht te worden:
-
-
-
•De Pantserhouwitser 2000 (PzH2000) en mijnenbestrijdingsvaartuigen: Dit betreft afname van deze capaciteit conform eerder genomen maatregelen;
-
-
-
-
•Pantserrupsvoertuigen, M-577 en voorraad wielvoertuigen: Dit betreft de reguliere vervanging en invoering van nieuwe wielvoertuigen conform het project DVOW;
-
-
-
-
•Overtollige voorraden, onderdelen, etc.: Dit betreft het doelmatig afstoten van voorraden die de Nederlandse krijgsmacht niet meer nodig heeft, maar die voor andere landen wel bruikbaar zijn.
-
Verkoopopbrengsten Infrastructuur
De Verkoopopbrengsten Infrastructuur hebben betrekking op de opbrengsten van de af te stoten objecten. Het overtollig vastgoed wordt inmiddels in vrijwel alle gevallen eerst op basis van het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV) door het RVB ingekocht. Incidenteel vinden nog verkopen onder het oude regime plaats.
2.2.7. Beleidsartikel 7: Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie
Algemene doelstelling
De Defensie Materieel Organisatie (DMO) zorgt voor de verwerving van modern, robuust en kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel en de beschikbaarstelling van IT-middelen, brandstof, munitie, kleding en uitrusting aan de defensieonderdelen.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en de instandhouding van materieel en de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
759.247
818.564
851.960
856.639
885.778
893.447
892.575
Uitgaven
806.441
818.564
851.960
856.639
885.778
893.447
892.575
Waarvan juridisch verplicht
45%
Programma uitgaven
335.058
349.936
376.537
370.688
393.236
394.148
393.315
Opdracht Logistieke ondersteuning
335.058
349.936
376.537
370.688
393.236
394.148
393.315
-
-Gereedstelling
225.397
255.179
278.278
274.238
286.125
281.450
280.617
-
-Instandhouding
109.661
94.757
98.259
96.450
107.111
112.698
112.698
Apparaatsuitgaven
471.383
468.628
475.423
485.951
492.542
499.299
499.260
Personele uitgaven
182.900
185.583
190.381
191.884
194.254
199.068
197.185
-
-waarvan eigen personeel
169.395
170.083
177.381
187.384
189.754
189.755
187.922
-
-waarvan externe inhuur
13.505
15.500
13.000
4.500
4.500
9.313
9.263
Materiële uitgaven
288.483
283.045
285.042
294.067
298.288
300.231
302.075
-
-waarvan IT; bijdrage aan SSO DMO/OPS
193.481
183.817
182.232
189.443
189.552
188.936
188.936
-
-waarvan IT; Overig
31.688
43.137
49.107
47.836
48.676
48.654
47.929
-
-waarvan overige exploitatie
62.909
55.091
52.753
55.838
59.110
61.691
64.260
-
-waarvan overige exploitatie; bijdrage aan SSO Paresto
405
1.000
950
950
950
950
950
Apparaatsontvangsten
29.867
47.909
43.409
43.409
43.409
43.409
43.409
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2018 gaat het om 45 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de aanschaf van munitie, brandstof en instandhoudingsuitgaven.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Gereedstelling
De uitgaven voor gereedstelling bestaan vooral uit brandstof voor varend, rijdend en vliegend materieel en munitie. Dit betreft uitgaven voor Defensiebrede contracten.
Instandhouding
De uitgaven voor instandhouding betreffen vooral grote wapensystemen en eenheden van de operationele commando’s. In de doelstellingenmatrices bij de beleidsartikelen van de operationele commando’s staan de wapensystemen vermeld waarvoor uitgaven worden geraamd.
Toelichting op de apparaatsuitgaven
Personele uitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven zijn bedoeld voor de volgende aantallen (formatie):
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2.582
2.610
2.620
2.646
2.648
2.648
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 (Centraal apparaat).
Materiële uitgaven (waarvan bijdragen aan SSO’s)
IT-uitgaven
De uitgaven voor de exploitatie IT zijn met ingang van 2013 voor alle defensieonderdelen verantwoord op dit artikel. Dit betreffen uitgaven voor de werkplekdiensten en het onderhoud van IT-systemen.
Materiële uitgaven (waarvan bijdragen aan SSO’s)
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastendiensten beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastendiensten zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s (shared service organisation)». Het betreft voor 2018 uitgaven aan de Defensie Telematica Organisatie (DTO) (€ 182,2 miljoen) en Paresto (€ 1 miljoen).
De overige exploitatie is voor het grootste deel persoonsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit opleidingen, werving, dienstreizen, kleding en uitrusting en overige materiële uitgaven.
2.2.8. Beleidsartikel 8: Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra
Algemene doelstelling
Het Commando DienstenCentra (CDC) voorziet in een doelmatige en doeltreffende ondersteuning van de krijgsmacht. Het CDC draagt zorg voor de levering van ondersteunende diensten aan de krijgsmacht. Een groot deel van de ondersteuning levert het CDC zelf, een deel van de ondersteuning wordt geleverd door organisaties buiten het Ministerie van Defensie. Het CDC is daarbij de verbindende schakel tussen vraag en aanbod.
De ondersteuning van het CDC is ingedeeld in drie categorieën, te weten normgestuurd (vast, zoals vastgoed, gezondheidszorg), capaciteitgestuurd (semi-flexibel, zoals opleidingen) en budgetgestuurd (flexibel, zoals transport en media). De drie categorieën zijn nader onderverdeeld in achttien dienstenclusters.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige dienstverlening binnen Defensie waaraan het CDC een bijdrage levert.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
886.300
1.178.317
1.127.450
1.109.599
1.122.340
1.111.802
1.113.789
Uitgaven
1.127.552
1.178.317
1.127.450
1.109.599
1.122.340
1.111.802
1.113.789
Waarvan juridisch verplicht
51%
Programma uitgaven
Opdracht Dienstverlenende eenheden
188
-
-Gereedstelling
187
-
-Instandhouding
1
Apparaatsuitgaven
1.127.364
1.178.317
1.127.450
1.109.599
1.122.340
1.111.802
1.113.789
Personele uitgaven
512.085
538.156
528.304
529.135
533.858
529.839
529.964
-
-waarvan eigen personeel
475.462
522.006
514.227
516.308
521.077
517.058
517.183
-
-waarvan externe inhuur
24.559
3.678
2.678
2.678
2.678
2.678
2.678
-
-waarvan overig; attachés
12.064
12.472
11.399
10.149
10.103
10.103
10.103
Materiële uitgaven
615.279
640.161
599.146
580.464
588.482
581.963
583.825
-
-waarvan bijdrage agentschap RVB (huisvesting en infrastructuur)
228.185
238.781
208.561
197.003
205.025
211.670
213.529
-
-waarvan Huisvesting en infrastructuur overig
115.191
75.211
99.335
98.033
98.025
98.025
98.025
-
-waarvan overige exploitatie
236.126
289.813
255.045
250.428
250.817
237.793
238.742
-
-waarvan overige exploitatie; attachés
6.314
7.559
7.746
7.158
7.122
7.122
7.122
-
-waarvan bijdrage door SSO Paresto (catering)
29.463
28.797
28.459
27.842
27.493
27.353
26.407
Apparaatsontvangsten
63.665
82.108
81.364
80.994
81.364
81.364
81.364
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op de apparaatsuitgaven die merendeel uit materiële en personele uitgaven bestaan. Voor 2018 gaat het om 51 procent.
Toelichting op apparaatsuitgaven
Personele uitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven zijn bedoeld voor de volgende aantallen (formatie):
2017
2018
2019
2020
2021
2022
7.806
7.665
7.689
7.687
7.658
7.640
Voor een nadere toelichting op de apparaatsuitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat.
Materiële uitgaven (waarvan bijdragen aan SSO’s)
De materiële uitgaven betreffen uitgaven voor Huisvesting & Infrastructuur, overige exploitatie, bijdragen aan SSO, attachés en departementsbrede uitgaven.
De ondersteuning die het CDC levert is voornamelijk voor de defensieonderdelen en haar personeel in het Koninkrijk der Nederlanden en het buitenland. De ondersteuning bestaat uit de volgende activiteiten:
-
-
-
•Verzorgen van catering en voeding;
-
-
-
-
•Verzorgen van facilitaire diensten zoals centraal wagenparkbeheer en audiovisuele diensten;
-
-
-
-
•Verzorgen van P&O diensten voor circa 52.500 defensiemedewerkers;
-
-
-
-
•Verzorgen van gezondheidsdiensten voor circa 40.000 militairen;
-
-
-
-
•Verzorgen van wereldwijd vervoer van personen en goederen;
-
-
-
-
•Leveren van producten op het gebied van kennis, opleiding en ontwikkeling.
-
Het CDC levert daarnaast, in samenwerking met het RVB, alle ondersteuning op het gebied van het vastgoed van Defensie. Defensie beschikt momenteel over circa 34.749 hectare terreinoppervlak en 5.808.000 m2 bruto vloeroppervlak gebouwen. De ondersteuning bestaat uit de volgende activiteiten:
-
-
-
•Het onderhoud van alle vastgoedobjecten;
-
-
-
-
•Beheer van alle huurobjecten en PPS-constructies alsmede het leveren van Rijkshuisvesting in het buitenland;
-
-
-
-
•Facilitaire ondersteuning voor het vastgoed zoals beveiliging en schoonmaak;
-
-
-
-
•Zorg voor nutscontracten.
-
De bijdrage aan het agentschap RVB (€ 208,6 miljoen) respectievelijk de SSO Paresto (€ 28,8 miljoen) zijn onderdeel van de bovengenoemde uitgaven Huisvesting & Infrastructuur en Overige Exploitatie.
2.3. DE NIET-BELEIDSARTIKELEN 2.3.1. Niet-beleidsartikel 9: Algemeen
Algemene doelstelling
In dit artikel worden de departementsbrede programma-uitgaven begroot. Het betreft subsidies en bijdragen, bijdragen aan de NAVO-exploitatie uitgaven en internationale militaire samenwerking en overige (departementsbrede) uitgaven.
Budgettaire gevolgen
Artikel 9 Algemeen (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
89.615
93.095
98.233
97.664
97.380
97.881
98.049
Uitgaven
107.028
93.095
98.233
97.664
97.380
97.881
98.049
Programma uitgaven
107.028
93.095
98.233
97.664
97.380
97.881
98.049
Subsidies en bijdragen
29.732
31.778
30.500
30.559
29.935
30.032
30.097
Bijdrage NAVO en internationale samenwerking
56.675
44.061
53.381
53.248
53.318
53.317
53.317
-
-waarvan voorziening Very High readiness Joint Taskforce
10.000
10.000
10.000
10.000
10.000
Overige uitgaven
20.621
17.256
14.352
13.857
14.127
14.532
14.635
Programma ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Subsidies en bijdragen
De subsidies en bijdragen worden verleend aan instellingen die voor Defensie een toegevoegde waarde hebben en die defensiebeleid voor bijzondere doelgroepen uitvoeren, omdat zij hiertoe beter geëquipeerd zijn. De defensiesubsidies zijn er op gericht de exploitatie van stichtingen, en daarmee de uitvoering van hun doelen, in stand te houden. De subsidies zijn te verdelen in subsidies voor veteranenzorg, bijzondere vormen van personeelszorg en doelgroepenbeleid. Daarnaast worden er subsidies verstrekt in het kader van het cultureel erfgoed en tradities en op het gebied van onderwijs, kennis en technologie. Een overzicht van de subsidies is opgenomen in bijlage 4.4.
Bijdragen aan de NAVO en Internationale samenwerking
De bijdragen aan de NAVO hebben betrekking op NAVO-exploitatie uitgaven, waaronder uitgaven voor AWACS-vliegtuigen en voor de NAVO-commandostructuur en programma’s (NCSEP: NATO Command Structure Entities and Programmes). De Internationale Militaire Samenwerking betreft onder meer militair-operationele samenwerking, defensiematerieelsamenwerking, militaire inlichtingensamenwerking en juridische samenwerking.
Overige uitgaven
Deze defensiebrede uitgaven hebben onder meer betrekking op voorlichtings- en communicatieactiviteiten. Overige uitgaven hebben tevens betrekking op de behandeling en uitvoering van schadevergoedingen en de uitvoering van energie- en milieuwetgeving van de Defensie organisatie.
2.3.2. Niet-beleidsartikel 10: Centraal Apparaat
Algemene doelstelling
Defensie is een operationele en uitvoerende organisatie bedoeld om de belangen van het Koninkrijk te verdedigen en de internationale rechtsorde te bevorderen. Ten behoeve van de drie hoofdtaken van de krijgsmacht stelt zij militaire eenheden gereed en zet deze in nationaal en internationaal verband in. Die inzet is de kerntaak van Defensie. De Bestuursstaf (BS) geeft hier namens de Minister sturing aan door het formuleren van het defensiebeleid, het toewijzen van middelen aan alle defensieonderdelen, het toezicht houden op de besteding daarvan en het opstellen van kaders voor de Defensiebrede bedrijfsvoering.
Beleidswijzigingen
Met de toegekende middelen voor Indicator & Warning (€ 2,0 miljoen in 2017 en € 7,5 miljoen per jaar in 2018 en 2019), investeert de MIVD in de noodzakelijke capaciteit om te kunnen anticiperen op potentiële crises of escalatie zodat het Koninkrijk der Nederlanden en de krijgsmacht eerder over handelingsperspectief kunnen beschikken.
Voorts heeft het kabinet € 26 miljoen vrijgemaakt voor cybersecurity. Van dit bedrag investeert de MIVD € 8 miljoen in de aanpak van cyberspionage en -sabotage.
Budgettaire gevolgen
Artikel 10 Centraal apparaat (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
1.595.748
1.615.532
1.574.248
1.533.218
1.523.096
1.544.514
1.493.587
Uitgaven
1.594.826
1.615.532
1.574.248
1.533.218
1.523.096
1.544.514
1.493.587
Apparaatsuitgaven
1.594.826
1.615.532
1.574.248
1.533.218
1.523.096
1.544.514
1.493.587
Personele uitgaven
1.580.523
1.593.044
1.548.111
1.506.440
1.503.822
1.524.320
1.473.497
-
-waarvan eigen personeel
126.849
148.069
154.413
155.936
158.980
159.480
159.480
-
-waarvan externe inhuur
3.731
4.954
1.064
964
964
964
964
-
-waarvan pensioenen
1.290.105
1.286.405
1.252.495
1.226.436
1.231.865
1.262.204
1.244.162
-
-waarvan wachtgelden en SBK-gelden
159.838
153.616
140.139
123.104
112.013
101.672
68.891
Materiele uitgaven
14.303
22.488
26.137
26.778
19.274
20.194
20.090
-
-waarvan overig
13.749
21.764
25.424
26.065
18.561
19.481
19.377
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
554
724
713
713
713
713
713
Apparaatsontvangsten
39.017
42.787
37.431
25.005
26.552
35.377
42.965
Artikel 10 Centraal apparaat (bedragen x € 1.000) naar organisatie indeling
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Apparaatsuitgaven
1.594.826
1.615.532
1.574.248
1.533.218
1.523.096
1.544.514
1.493.587
Bestuursstaf
73.622
87.179
78.578
80.203
83.024
84.052
83.947
MIVD
71.261
88.332
103.036
103.475
96.194
96.586
96.587
Pensioenen
1.290.105
1.286.405
1.252.495
1.226.436
1.231.865
1.262.204
1.244.162
Wachtgelden en SBK-gelden
159.838
153.616
140.139
123.104
112.013
101.672
68.891
Apparaatsontvangsten
39.017
42.787
37.431
25.005
26.552
35.377
42.965
Toelichting op de apparaatsuitgaven
Bestuursstaf
De Bestuursstaf (bestaande uit (hoofd)directies, Defensiestaf en bijzondere organisatie eenheden) draagt zorg voor een beheerste uitvoering van het beleidsproces en de bedrijfsvoering van het Ministerie van Defensie. De uitgaven die daarmee gemoeid zijn, betreffen vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven, externe inhuur en overig materieel. De Bijzondere Organisatie Eenheden van de Bestuursstaf bestaan uit de Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht (IGK), de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA), het Militair Huis van de Koning (MHK) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD).
Militaire inlichtingen- en Veiligheidsdienst
Als grootste Bijzondere Organisatie Eenheid (BOE) ressorterend onder de Bestuursstaf is de MIVD belast met de ondersteuning van Defensie op het gebied van het leveren van kwalitatief hoogwaardig inlichtingen- en veiligheidsinformatie. Daarmee levert de MIVD een onmisbare bijdrage aan de opbouw, de gereedstelling en de inzet van de krijgsmacht en de informatiepositie van Nederland. De uitgaven die daarmee binnen dit artikel gemoeid zijn, betreffen vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven en niet gecentraliseerde materiële uitgaven.
Personele uitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten, persoonsgebonden uitgaven, inhuur en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven zijn bedoeld voor de volgende aantallen (formatie):
2017
2018
2019
2020
2021
2022
1.880
1.894
1.901
1.924
1.930
1.930
Pensioenen en uitkeringen
Op verzoek van de Kamer is in onderstaande grafiek te zien wat de verdeling is van de pensioenen en uitkeringen ten opzichte van de totale begroting:
De pensioenen en uitkeringen zijn als volgt verdeeld:
Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden
Deze post betreft de verstrekking van uitkeringen in het kader van de sociale zekerheid, krachtens het Sociaal Beleidskader en overige regelingen voor voormalig defensiepersoneel.
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastendiensten beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastendiensten zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting, onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (Shared Service Organisations). Het betreft hier de uitgaven voor Paresto (€ 0,7 miljoen voor 2018).
Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten Ministerie van Defensie
Bedragen x € 1.000
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
5.559.901
5.832.965
5.730.314
5.690.003
5.710.693
5.743.425
5.692.661
Kerndepartement
1.594.826
1.615.532
1.574.248
1.533.218
1.523.096
1.544.514
1.493.587
Uitvoeringsorganisaties
4.106.210
4.217.433
4.156.066
4.156.785
4.187.597
4.198.911
4.199.074
Taakuitvoering zeestrijdkrachten
605.342
607.287
604.205
608.084
614.438
617.011
617.460
Taakuitvoering landstrijdkrachten
1.047.826
1.092.488
1.086.669
1.093.762
1.095.788
1.105.399
1.103.085
Taakuitvoering luchtstrijdkrachten
507.552
505.436
507.604
508.810
510.585
511.454
511.534
Taakuitvoering Koninklijke Marechaussee
346.743
365.277
354.715
350.579
351.904
353.946
353.946
Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie
471.383
468.628
475.423
485.951
492.542
499.299
499.260
Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra
1.127.364
1.178.317
1.127.450
1.109.599
1.122.340
1.111.802
1.113.789
Totaal apparaatsuitgaven
5.701.036
5.832.965
5.730.314
5.690.003
5.710.693
5.743.425
5.692.661
De uitgaven voor salarissen en sociale lasten worden besteed aan de volgende aantallen personeel van het Ministerie van Defensie in totaal (gemiddelde jaarsterktes):
2017
2018
2019
2020
2021
2022
55.690
55.668
55.635
55.690
55.572
55.554
Voor verder inzicht in de personele uitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.
Overzicht formatie defensiepersoneel
formatie voor reorganisatie
personeel 1 juli 2017
formatie 2018
formatie 2022
burgerpersoneel
Schaal 16 t/m 18
35
20
27
27
schaal 15
46
46
36
36
schaal 14
107
90
87
86
schaal 13
275
296
289
298
schaal 12
743
811
802
825
schaal 11
1.109
1.123
1.158
1.164
schaal 10
1.389
1.264
1.334
1.352
schaal 9
1.046
838
876
886
schaal 8
969
863
817
833
schaal 7
1.442
1.234
1.202
1.221
schaal 6
1.480
1.324
1.269
1.242
schaal 5
2.141
1.845
1.915
1.903
schaal 1 t/m 4
3.224
2.590
2.974
2.818
Totaal burgerpersoneel
14.006
12.344
12.786
12.691
militair personeel
GEN
95
76
67
67
KOL
365
333
325
330
LKOL
1.562
1.369
1.327
1.360
MAJ
2.813
2.286
2.312
2.355
KAP
3.106
2.731
2.933
2.966
LNT
2.490
2.049
2.292
2.339
AOO
3.551
2.838
2.887
2.927
SM
5.587
4.345
4.661
4.732
SGT (1)
12.598
10.059
9.758
9.796
SLD/KPL
14.391
10.186
13.322
12.994
totaal op functie
46.558
36.272
39.884
39.866
Initiële opleidingen (NBOF)
4.841
3.492
3.000
3.000
Totaal militair personeel (inclusief NBOF)
51.399
39.764
42.884
42.866
totaal burger en militair personeel
65.405
52.108
55.670
55.557
Taakstelling Rijksdienst
In het huidige regeerakkoord is vanaf 2018 een apparaatstaakstelling voor Defensie opgenomen van € 48 miljoen. Binnen Defensie is de taakstelling belegd bij de apparaatsbudgetten van Defensie, de DMO en het CDC.
Extracomptabele tabel invulling taakstelling
Extracomptabele tabel invulling taakstelling
(Bedragen x € 1 miljoen)
2018
Structureel
Departementale taakstelling (totaal)
48
48
Kerndepartement
31
31
Agentschappen
DTO
8,8
8,8
DVD
7,2
7,2
Paresto
1
1
Totaal agentschappen
17
17
Bedrijfsvoering bij Defensie
Samenhangende bedrijfsvoering
Om voldoende samenhang in de bedrijfsvoering van Defensie te borgen, wil Defensie een bedrijfsvoering die de gereedstelling, inzet en dus de militair adequaat ondersteunt (primair proces centraal). Hiervoor moeten de processen goed op elkaar aansluiten en moeten mensen elkaar versterken (integraal). Daarbij wordt complexiteit zoveel mogelijk teruggedrongen (eenvoud) om het aanpassingsvermogen van de organisatie en het werkplezier voor haar medewerkers te vergroten. Samenhangende bedrijfsvoering betekent daarnaast ook het bewaken van de samenhang met de rijksbrede bedrijfsvoering en overige militaire en civiele partners. Defensie werkt continu aan het verbeteren van haar bedrijfsvoering, onder andere in projecten en thematische samenwerkingsverbanden.
2.3.3. Niet-beleidsartikel 11: Geheime uitgaven
Budgettaire gevolgen
Artikel 11 Geheime uitgaven (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
5.939
5.468
7.470
7.467
7.466
7.466
7.466
Geheime uitgaven
5.939
5.468
7.470
7.467
7.466
7.466
7.466
Totaal uitgaven
5.939
5.468
7.470
7.467
7.466
7.466
7.466
2.3.4. Niet-beleidsartikel 12: Nominaal en onvoorzien
Budgettaire gevolgen
Artikel 12 Nominaal en onvoorzien (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen en uitgaven
0
100.177
103.202
76.356
91.992
65.644
79.089
Loonbijstelling
Prijsbijstelling
Nader te verdelen
0
100.177
103.202
76.356
91.992
65.644
79.089
Onvoorzien
Totaal uitgaven
0
100.177
103.202
76.356
91.992
65.644
79.089
Toelichting
Loon- en prijsbijstelling
De post nader te verdelen betreft het restsaldo van de nog niet uitgedeelde meerjarige loonbijstelling, dat gereserveerd staat voor onvoorziene uitgaven.
Vanaf 2019 is ten behoeve van de structurele vergroting van de personele sterkte van de KMar 23,4 miljoen toegevoegd aan de begroting. Bij de 1e suppletoire begroting 2018 zullen deze middelen aan de betreffende beleidsartikelen worden toegekend.
-
3.BEGROTING AGENTSCHAPPEN
3.1. Defensie Telematica Organisatie
Algemeen
De Defensie Telematica Organisatie (DTO) maakt als agentschap deel uit van de DMO. DTO levert geïntegreerde hoogwaardige IT-diensten aan Defensie en ketenpartners binnen de rijksoverheid op het gebied van de openbare orde en veiligheid. Tevens ondersteunt DTO de operationele informatievoorziening van de operationele commando’s bij internationale en nationale inzet.
In de komende tijd zullen de twee IT-uitvoeringsorganisaties van de Defensie Materieel Organisatie (DMO), het Joint Informatievoorzieningscommando (JIVC) en Operations (OPS) worden samengevoegd tot één IT-bedrijf. Dit vergt budgettaire aanpassingen. In deze begroting is hier nog geen rekening mee gehouden.
Begroting van baten en lasten
(Bedragen x € 1.000)
Verlies en winstrekening
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Realisatie
Begroting
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
Baten
Omzet moederdepartement
252.790
243.580
237.432
230.143
230.252
229.636
229.636
-
-waarvan betaald uit IV-E
252.790
168.442
182.232
189.443
189.552
188.936
188.936
-
-waarvan betaald uit IV-I
40.638
40.000
40.000
40.000
40.000
40.000
-
-waarvan betaald uit IV-I t.b.v. Exploitatie
20.000
14.500
-
-
-
-
-
-waarvan additioneel enveloppe TIOB
13.000
-
-
-
-
-
-
-waarvan betaald uit niet IV budgetten en door BLD-en
1.500
700
700
700
700
700
Omzet overige departementen
36.414
30.160
21.139
6.969
6.669
6.669
6.669
Omzet derden
-
-
-
-
-
-
Rentebaten
Vrijval voorzieningen
44
Bijzondere baten
Totaal baten
289.248
273.740
258.571
237.112
236.921
236.305
236.305
Lasten
Apparaatskosten
-
-personele kosten
151.907
150.300
147.200
147.200
147.200
147.200
147.200
-
-waarvan eigen personeel
112.557
112.850
113.200
113.200
113.200
113.200
113.200
-
-waarvan externe inhuur t.b.v. apparaat
39.350
17.500
20.500
20.500
20.500
20.500
20.500
-
-waarvan externe inhuur t.b.v. IV projecten
-
19.950
13.500
13.500
13.500
13.500
13.500
-
-materiële kosten
96.356
96.840
90.530
63.312
63.121
62.505
62.505
-
-waarvan apparaat ICT
6.369
6.400
6.000
6.000
6.000
6.000
6.000
-
-waarvan bijdrage aan SSO's
938
950
700
700
700
700
700
-
-waarvan overige materiële kosten
89.049
89.490
83.830
56.612
56.421
55.805
55.805
Rentelasten
463
600
600
600
600
600
600
Afschrijvingskosten
25.412
26.000
26.000
26.000
26.000
26.000
26.000
-
-waarvan immaterieel
4.615
-
-
-waarvan materieel
20.797
-
Overige lasten
352
-
-
-
-
-
-
-
-dotaties voorzieningen
72
-
-
-bijzondere lasten
280
-
Totaal lasten
274.490
273.740
264.330
237.112
236.921
236.305
236.305
Saldo van baten en lasten
14.758
-
-
-5.759
-
-
-
-
Toelichting op de begroting baten en lasten
Baten
Het agentschap wordt bekostigd uit het IT-Exploitatiebudget (IT-E), het IT- Investeringsbudget (IT-I), uit niet-IT-budgetten, budgetten van de agentschappen en uit budgetten van externe (niet Defensie) opdrachtgevers.
Omzet moederdepartement
De staat van baten en lasten is opgesteld op basis van going concern. Naar aanleiding van de realisatie van de exploitatie van de IT gedurende 2017, is dit jaar in de staat van baten en lasten rekening gehouden met een lichte daling ten opzichte van begroting 2017. De omzet vanuit het moederdepartement voor de IT-E is hoger dan in 2017.
Omzet overige departementen
De omzet van de overige departementen betreft de IT-ondersteuning van ketenpartners van Defensie. Dit zijn onder andere de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Veiligheid en Justitie waarmee contractuele dienstverleningsafspraken, de zogenaamde Service Level Agreements (SLA’s), zijn vastgelegd. De omzet daalt omdat de dienstverlening voor de IND, C2000 en het RVB afneemt onder andere door de overgang van dienstverlening naar het Shared Service Center ICT.
Verlies
DTO zal in 2018 het verwachte verlies van € 5,8 miljoen financieren uit het eigen vermogen.
Lasten
Apparaatskosten
De personele kosten bestaan uit de kosten voor het eigen personeel van het agentschap en de inhuur van capaciteit en expertise, zowel ten behoeve van het apparaat als ten behoeve van specifieke projecten.
De materiële kosten betreffen voor het overgrote deel vaste lasten voor afgesloten onderhouds- en licentiecontracten. Deze zijn noodzakelijk om de IT en IV voorzieningen in stand te houden (Life Cycle Management, Security, Compliance, etc.).
In het totaal van de apparaatskosten is tevens rekening gehouden met de dubbele beheerlasten van de vernieuwde IT omgeving naast de bestaande omgeving. De omvang van de dubbele beheerlasten is een schatting. De exacte omvang wordt uitgewerkt in een business case. Verder kan er ook een verschuiving over de jaren plaatsvinden.
Kasstroomoverzicht
(Bedragen x € 1.000)
Kasstroomoverzicht
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Realisatie
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
-
1.Rekening Courant RHB 1 januari incl. deposito
7.731
9.612
10.295
3.963
3.963
3.963
3.963
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
54.907
28.332
17.800
19.100
19.300
20.600
20.600
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
-
-29.231
-
-4.000
-
-
2.Operationele kasstromen
25.676
24.332
17.800
19.100
19.300
20.600
20.600
Totaal investeringen (-/-)
-
-23.269
-
-26.000
-
-26.000
-
-26.000
-
-26.000
-
-26.000
-
-26.000
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
851
-
-
-
-
-
-
3.Totaal investeringskasstroom
-
-22.418
-
-26.000
-
-26.000
-
-26.000
-
-26.000
-
-26.000
-
-26.000
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
-
-7.001
-
-4.500
-
-6.332
-
-
-
-
Eenmalige storting door het moederdepartement (+)
-
26.000
Aflossingen op leningen (-/-)
-
-16.581
-
-19.149
-
-17.800
-
-19.100
-
-19.300
-
-20.600
-
-20.600
Beroep op leenfaciliteit (+)
22.205
-
26.000
26.000
26.000
26.000
26.000
-
4.Totaal financieringskasstroom
-
-1.377
2.351
1.868
6.900
6.700
5.400
5.400
-
5.Rekening Courant RHB 31 december incl. deposito
9.612
10.295
3.963
3.963
3.963
3.963
3.963
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Operationele kasstroom
De kasstroom wordt voornamelijk bepaald door de mutaties in het werkkapitaal en bedrijfsresultaat en afschrijvingslasten.
Investeringskasstroom
In 2018 en de jaren daarna wordt de omvang van de investeringen geraamd op € 26 miljoen. Het grootste deel van de investeringen betreft computerapparatuur, gebouwen (voornamelijk datacentra) en kleinere investeringen in software, machines en installaties. Desinvesteringen worden niet verwacht.
Financieringskasstroom
De financieringskasstroom geeft het (vreemd) vermogen weer dat aangetrokken wordt voor de financiering van de investeringen via de leenfaciliteit.
Doelmatigheidsparagraaf
Doelmatigheid is te onderscheiden in operationele prestaties (generiek deel) en financiële doelmatigheid (specifiek deel).
Doelmatigheidsparagraaf
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Realisatie
Begroting
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
Omzetbedragen x € 1.000
Omzet
Housing
1.057
800
-
-
-
-
-
Defensiepas / MFSC
5.594
5.561
5.253
4.817
4.813
4.801
4.801
Handelsgoederen
7.340
-
-
-
-
-
-
Dienstontwikkeling en klantopdrachten
9.013
12.010
11.344
10.403
10.394
10.367
10.367
Werkplekdiensten
89.857
92.289
87.931
80.633
80.569
80.359
80.359
Communicatie
14.815
14.835
14.013
12.850
12.840
12.806
12.806
Connectivity
34.289
35.114
33.168
30.416
30.391
30.312
30.312
Totale omzet product(groep) Generiek
161.966
160.610
151.710
139.119
139.007
138.646
138.646
Advies en applicaties
12.763
14.134
13.351
12.243
12.233
12.201
12.201
IV Services
69.393
67.904
64.142
58.818
58.771
58.618
58.618
IV-I (Inhuur + inkoop)
44.882
30.792
29.086
26.672
26.650
26.581
26.581
Niet standaard aanvragen
200
300
283
260
260
259
259
Totale omzet product(groep) Specifiek
127.238
113.130
106.861
97.993
97.914
97.659
97.659
Total omzet
289.204
273.740
258.571
237.112
236.921
236.305
236.305
Tarieven in €
Gemiddeld gewogen tarief per uur
€ 73,53
€ 75,80
€ 75,80
€ 75,80
€ 75,80
€ 75,80
€ 75,80
Totaal aantal FTE per ultimo het jaar (exclusief inhuur)
1.500
1.520
1.450
1.450
1.450
1.450
1.450
Saldo baten/lasten als percentage totale baten
5,1%
0,0%
-
-2,2%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
Betrouwbaarheid informatievoorziening
99,6%
99,0%
99,0%
99,0%
99,0%
99,0%
99,0%
Omschrijving Specifiek Deel
Ontwikkeling tarief werkplek Defensie (2007=100%)
49%
50%
50%
50%
50%
50%
50%
Gemiddeld gewogen kostprijs applicatietaken
€ 64,52
€ 66,00
€ 66,00
€ 66,00
€ 66,00
€ 66,00
€ 66,00
Gemiddeld gewogen kostprijs ontwikkeltaken
€ 67,19
€ 65,40
€ 65,40
€ 65,40
€ 65,40
€ 65,40
€ 65,40
Percentage niet facturabele medewerkers
9%
10%
10%
10%
10%
10%
10%
Declarabiliteit in uren per jaar
1.385
1.450
1.450
1.450
1.450
1.450
1.450
Aantal externe inhuur t.b.v. eigen apparaat
100
109
128
128
128
128
128
Aantal externe inhuur t.b.v. klant(opdrachten)
144
125
122
122
122
122
122
Toelichting
Als indicator voor de ontwikkeling van de doelmatigheid wordt de prijs per werkplek gebruikt. De prijs per werkplek in het jaar 2007 is gesteld op 100 procent. De daling van de kostprijs per werkplek is het gevolg van efficiencymaatregelen. Het tarief is in 2018 gebaseerd op de afgenomen accounts, printers, beeldschermen etc.
Hoewel de fysieke werkplekken steeds verder worden afgebouwd en daarmee ook de kosten, komen daar nieuwe kosten voor terug in de vorm van licentiekosten en kosten voor mobile device management.
De benodigde externe inhuur ten behoeve van klantopdrachten heeft betrekking op de aanvullende capaciteit die nodig is voor de uitvoering van IT-I projecten.
3.2. Paresto
Algemeen
Het agentschap Paresto maakt deel uit van het Commando DienstenCentra. Paresto is een professionele cateringorganisatie die een hoogwaardig pakket aan cateringdiensten levert aan de gehele defensieorganisatie en aan (NAVO)-bondgenoten op Nederlands grondgebied. Dit gebeurt op een zo doelmatig, doeltreffend en klantgericht mogelijke wijze.
De cateringdienstverlening wordt op termijn meer in samenwerking met de markt uitgevoerd. Hiervoor is Paresto continue bezig om kansen en ontwikkelingen in de markt te onderkennen om de beste cateringondersteuning voor Defensie te leveren.
Begroting van baten en lasten
(bedragen x € 1.000)
Realisatie
2016
Begroting
2017
Raming
2018
2019
2020
2021
2022
BATEN
Omzet moederdepartement
69.070
58.325
58.017
57.425
57.126
56.868
56.040
Omzet overige departementen
Omzet derden
730
675
870
870
870
870
870
Rentebaten
Vrijval voorzieningen
Bijzondere baten
1.246
900
1.075
1.075
1.075
1.075
1.075
Totaal baten
71.046
59.900
59.962
59.370
59.071
58.813
57.985
LASTEN
Apparaatskosten
-
*personele kosten
37.998
36.410
36.563
35.972
35.676
35.419
34.718
-
*Waarvan eigen personeel
32.103
32.755
31.173
30.343
29.803
29.303
28.363
-
*Waarvan externe inhuur
5.490
3.000
5.000
5.250
5.500
5.750
6.000
-
*Waarvan overige personele kosten
405
655
390
379
373
366
355
-
*materiële kosten
32.252
23.356
23.005
23.005
23.005
23.005
23.005
-
*Waarvan apparaat ICT
487
400
375
375
375
375
375
-
*Waarvan bijdrage aan SSO's
792
875
800
800
800
800
800
-
*Waarvan overige materiele kosten
888
623
750
750
750
750
750
Rentelasten
9
9
8
6
4
3
Afschrijvingskosten
-
*materieel
2
125
385
385
385
385
260
-
*Waarvan apparaat ICT
260
260
260
260
260
-
*immaterieel
Overige kosten
-
*dotaties voorzieningen
-
*bijzondere lasten
40
Totaal Lasten
70.292
59.900
59.962
59.370
59.071
58.813
57.985
Saldo van baten en Lasten
754
-
-
-
-
-
-
-
(1)Realisatie (2) Begroting
Toelichting begroting baten en lasten
Baten
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement bestaat uit de omzet uit de lopende bedrijfsvoering en de omzet werkgeversbijdragen. De omzet werkgeversbijdragen bestaat uit de aan de opdrachtgever in rekening gebrachte bedragen ter dekking van de personele en overige kosten die gemaakt worden om de service op locaties te kunnen bieden.
Voor 2018 en verder is rekening gehouden met een reductie van de werkgeversbijdrage als gevolg van het sluiten van locaties vanwege de nota «In het belang van Nederland» (Kamerstuk 33 763, nr. 1). Met het sluiten van een locatie blijft het aantal defensiemedewerkers ongewijzigd, hierdoor is het effect op de kosten en omzet nihil.
Omzet derden
De omzet derden betreft de opbrengst die Paresto in rekening brengt bij het CDC voor de cateringkosten van het Militair Revalidatie Centrum en de hofmeesters bij het Koninklijk Huis.
Bijzondere baten
De bijzondere baten betreffen producentenbonussen en betalingskorting.
Lasten
Personele kosten
Eind 2016 bestond de personele sterkte van Paresto uit 678 vaste vte’n. Vanwege pensioenuitstroom neemt de personele sterkte in 2018 af tot 655 vte’n, wat de daling in personele kosten verklaart. Op plekken waar dit noodzakelijk is, wordt deze weggevallen capaciteit opgevangen met inhuur.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan voor 90 procent uit de kosten van de ingrediënten voor maaltijden en consumpties. De overige materiële kosten bestaan voornamelijk uit exploitatiekosten van de locaties, het servicekantoor en het onderhoud van ICT, waaronder kassa’s.
Investeringen in bedrijfsvoeringsmiddelen
De afschrijvingskosten betreft de kleding voor medewerkers en ICT.
Kasstroomoverzicht
(bedragen x € 1.000)
Realisatie
2016
Begroting
2017
Raming
2018
2019
2020
2021
2022
-
1.Rekening courant RHB 1/1
8.591
11.402
11.081
12.881
12.881
12.881
12.881
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
6.465
125
385
385
385
385
260
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
-
-3.630
-
-
-
-
-
-
-
2.Totaal operationele kasstroom
2.835
125
385
385
385
385
260
Totaal investeringen (-/-)
-
-23
-
-2.425
-
-
-
-
-
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+/+)
-
-
-
-
-
-
-
-
3.Totaal investeringskasstroom
-
-23
-
-2.425
-
-
-
-
-
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
-
-
-322
-
-
-
-
-
Eenmalige storting door moederdepartement (+/+)
-
-
-
-
-
-
-
Aflossingen op leningen (-/-)
-
-
-125
-
-385
-
-385
-
-385
-
-385
-
-260
Beroep op leenfaciliteit (+/+)
-
2.425
1.800
-
-
-
-
-
4.Totaal financieringskasstroom
-
1.978
1.415
-
-385
-
-385
-
-385
-
-260
-
5.Rekening courant RHB 31/12
11.402
11.081
12.881
12.881
12.881
12.881
12.881
Toelichting bij het kasstroomoverzicht
Operationele kasstroom
In het overzicht van de kasstromen staan de meerjarige verwachting van de omvang en de besteding van de beschikbare investeringsruimte en de liquiditeitsverwachting in het algemeen centraal.
Investeringskasstroom
In 2018 investeert Paresto in nieuwe kassa’s en ICT. Hiervoor wordt een beroep gedaan op de leenfaciliteit.
Financieringskasstroom
In 2018 wordt een beroep gedaan op de leenfaciliteit voor de geplande investeringen. De uitkering aan het moederdepartement betreft de afstorting van het overschot aan eigen vermogen van Paresto, indien de realisatie conform begroting verloopt.
Doelmatigheidsparagraaf
De onderstaande tabel is verdeeld in een generiek en een specifiek deel. Deze indeling vloeit voort uit de aard van de dienstverlening door Paresto. De hiermee samenhangende indicatoren zijn daarom als specifiek benoemd.
Realisatie
2016
Begroting
2017
Raming
2018
2019
2020
2021
2022
Generiek deel
Totaal omzet verkopen (x € 1.000)
44.278
34.200
34.300
34.325
34.375
34.375
34.375
Vte'n totaal
774
749
746
730
721
713
694
-
-waarvan in eigen dienst
678
689
655
634
621
609
585
-
-waarvan inhuur
96
60
91
95
100
105
109
Saldo van baten en lasten
1,1%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
Specifiek deel
Aantal locaties
76
76
76
75
75
74
74
Productiviteit per medewerker (omzet per vte)
57.200
45.667
45.986
47.031
47.669
48.208
49.535
% Ziekteverzuim
7,3%
8,0%
8,0%
8,0%
8,0%
8,0%
8,0%
% Bruto marge locaties
38,9%
37,2%
38,0%
38,0%
38,0%
38,0%
38,0%
Toelichting
Het overgrote deel van de kosten van Paresto bestaat uit personele en ingrediëntkosten. De doelmatigheid van Paresto komt onder andere tot uitdrukking in een zo doelmatig mogelijke inzet van deze middelen. Twee belangrijke graadmeters daarvoor zijn de productiviteit per vte (omzet / aantal vte) en het percentage bruto marge (verbruik ten opzichte van de omzet).
De productiviteit per vte laat vanaf 2018 een lichte stijging zien door een daling in het aantal vte’n. Door efficiënte sturing zet de trend van een hogere bruto marge door in 2018. De bruto marge van 2016 is mede door een eenmalige meevaller hoger dan begroot.
-
4.BIJLAGEN
4.1. ZBO’s en RWT’s Overzicht Rechtspersonen met een Wettelijke Taak en Zelfstandige Bestuursorganen
Naam Organisatie
RWT
ZBO
Functie
Begrotingsartikel
Begrotingsraming
Verwijzing (URL-link) naar website RWT/ZBO
Stichting Ziektekosten-
Verzekering Krijgsmacht (SZVK)
X
De SZVK is namens het Ministerie van Defensie belast met de uitvoering van de ministeriële Regeling Ziektekostenverzekering militairen. De activiteiten van de SZVK richten zich uitsluitend op militairen in actieve dienst: militairen vallen niet onder de werking van de Zorgverzekeringswet (ZVW).
Wordt per Defensieonderdeel (artikel 2, 3, 4, 5, 7, 8 en 10) betaald uit de post salarissen en sociale lasten
€ 90,5 miljoen.
Bedrag is gebaseerd op de begroting/premiestelling 2017. Bedrag omvat de te betalen werknemers en werkgeverspremie.
Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA (SWOON)
X
In 2011 is de stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA (SWOON) opgericht. De stichting verzorgt als onderdeel van de officiersopleiding van officieren in de Nederlandse krijgsmacht de wetenschappelijke bachelor en master programma’s, in overeenstemming met de eisen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Verder verleent de stichting graden die behoren bij wetenschappelijk onderwijs, laat opleidingen accrediteren en geaccrediteerd houden en verzorgt het wetenschappelijk onderzoek ter ondersteuning van de wetenschappelijke opleidingen. Defensie ondersteunt de stichting met een jaarlijkse subsidie (zie 4.6 Subsidies). Tevens stelt Defensie «om niet» middelen ter beschikking. Deze middelen bestaan uit uitgaven voor salarissen en sociale lasten, IV/IT, huisvesting en overige ondersteuning. De middelen zijn begroot in artikel 8.
8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando Dienstencentra
€ 15,2 miljoen
KSD
X
De Stichting Koninklijke Defensiemusea, op 1 juli 2014 opgericht, vormt de overkoepelende organisatie van de vier Defensiemusea: Het Nationaal Militair Museum, het Marinemuseum, het Mariniersmuseum en het Marechausseemuseum. De Defensiemusea bieden de samenleving een venster op de krijgsmacht en beogen het publiek de militaire wereld te laten begrijpen op een vrijblijvende manier. Defensie ondersteunt de stichting met een jaarlijkse subsidie, bedoeld voor de exploitatie van de verschillende musea.
Beleidsartikel 9 subsidies en bijdragen
€ 16 miljoen
4.2. Verdiepingshoofdstuk
In het verdiepingshoofdstuk worden de belangrijkste mutaties ten opzichte van de begroting 2017 kort toegelicht. In onderstaande tabellen worden de mutaties per artikel weergegeven. De belangrijkste mutaties worden kort toegelicht.
Mutatieoverzichten per artikel
Artikel 1 Inzet uitgaven (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
277.213
325.793
315.793
315.792
315.792
315.791
315.792
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017
-
-67.094
46
46
46
46
46
Stand 1e suppletoire begroting 2017
277.213
258.699
315.839
315.838
315.838
315.837
315.838
Nieuwe mutaties
Doorwerking ontvangsten
20.000
Stand ontwerpbegroting 2018
277.213
258.699
335.839
315.838
315.838
315.837
315.838
Artikel 2 Taakuitvoering zeestrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
743.972
721.477
716.665
727.634
733.868
736.910
736.252
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017
17.597
13.763
13.916
14.008
14.097
14.074
Stand 1e suppletoire begroting 2017
743.972
739.074
730.428
741.550
747.876
751.007
750.326
Nieuwe mutaties
Herschikking tussen de defensieonderdelen
-
-40
-
-40
-
-40
-
-40
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
Interdepartementale budgetoverhevelingen
Inzet restant basisgereedheid t.b.v. personele gereedheid
1.048
1.860
3.284
5.181
5.181
Stand ontwerpbegroting 2018
743.972
739.074
731.436
743.370
751.120
756.148
755.507
Artikel 3 Taakuitvoering landstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
1.218.579
1.251.341
1.263.710
1.273.873
1.288.117
1.299.872
1.306.395
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017
42.705
23.875
24.033
24.292
24.618
24.471
Stand 1e suppletoire begroting 2017
1.218.579
1.294.046
1.287.585
1.297.906
1.312.409
1.324.490
1.330.866
Nieuwe mutaties
Herschikking tussen de defensieonderdelen
337
337
337
337
297
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
3.200
3.200
3.200
3.200
3.200
Interdepartementale budgetoverhevelingen
Inzet restant basisgereedheid t.b.v. personele gereedheid
2.359
4.804
8.828
16.261
16.261
Intensivering grensbewaking KMar
290
290
290
290
290
Stand ontwerpbegroting 2018
1.218.579
1.294.046
1.293.771
1.306.537
1.325.064
1.344.578
1.350.914
Artikel 4 Taakuitvoering luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
704.647
681.678
695.296
688.359
692.774
695.362
691.947
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017
19.913
10.377
10.270
10.334
10.424
10.389
Stand 1e suppletoire begroting 2017
704.647
701.591
705.673
698.629
703.108
705.786
702.336
Nieuwe mutaties
Herschikking tussen de defensieonderdelen
-
-130
-
-130
-
-130
-
-130
-
-130
Extrapolatie herschikking tussen defensieonderdelen
2.200
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
2.900
2.700
2.100
2.900
2.900
Interdepartementale budgetoverhevelingen
Inzet restant basisgereedheid t.b.v. personele gereedheid
867
1.237
2.394
4.965
4.965
Stand ontwerpbegroting 2018
704.647
701.591
709.310
702.436
707.472
713.521
712.271
Artikel 5 Taakuitvoering Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
351.732
338.752
335.195
337.018
336.907
337.255
337.255
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017
42.383
4.756
4.789
5.319
5.361
5.361
Stand 1e suppletoire begroting 2017
351.732
381.135
339.951
341.807
342.226
342.616
342.616
Nieuwe mutaties
Herschikking tussen de defensieonderdelen
Inzet restant basisgereedheid t.b.v. middensom problematiek
512
1.220
2.126
3.778
3.778
Intensivering grensbewaking KMar
9.510
14.010
14.010
14.010
14.010
Kasschuif KMar naar 2018
-
-9.000
9.000
Versterken capaciteit KMar
2.200
Stand ontwerpbegroting 2018
351.732
372.135
361.173
357.037
358.362
360.404
360.404
Artikel 6 Investeringen Krijgsmacht (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
1.304.491
1.640.538
1.792.471
1.956.679
1.846.163
1.681.342
1.693.372
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017
133.288
198.515
57.623
52.569
55.870
-
-5.034
Stand 1e suppletoire begroting 2017
1.304.491
1.773.826
1.990.986
2.014.302
1.898.732
1.737.212
1.688.338
Nieuwe mutaties
Opdracht Voorzien in nieuw materieel
0
3.350
8.518
7.175
4.927
6.327
-
-473
Extrapolatie
-
-4.500
Herschikking tussen de defensieonderdelen
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
-
-7.600
-
-7.500
-
-7.000
-
-7.800
-
-7.800
Interdepartementale budgetoverhevelingen
3.337
639
639
639
639
Aandeel Toegekend budget Wet Inlichtingen & Veiligheidsdiensten (WIV)
10.200
9.481
9.486
9.488
9.488
9.488
Kasschuif WIV gelden
-
-6.850
1.600
2.850
100
2.300
Intensivering grensbewaking KMar
1.700
1.700
1.700
1.700
1.700
Opdracht Voorzien in Infrastructuur
0
0
5.200
700
700
700
700
Intensivering grensbewaking KMar
5.200
700
700
700
700
Opdracht Voorzien in IT
0
2.149
5.157
4.528
5.318
4.389
3.509
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
-
-3.500
-
-5.200
-
-5.200
-
-5.400
-
-5.200
Interdepartementale budgetoverhevelingen
2.149
8.657
9.728
10.518
9.789
8.709
Stand ontwerpbegroting 2018
1.304.491
1.779.325
2.009.861
2.026.705
1.909.677
1.748.628
1.692.074
Artikel 6 Investeringen Krijgsmacht (bedragen x € 1.000)
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
Stand ontwerpbegroting 2017
1.720.834
1.734.124
1.747.854
1.742.663
1.766.061
1.767.351
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017
43.466
49.000
52.322
54.892
53.971
49.066
Stand 1e suppletoire begroting 2017
1.764.300
1.783.124
1.800.176
1.797.555
1.820.032
1.816.417
Nieuwe mutaties
Opdracht Voorzien in nieuw materieel
327
827
2.827
2.827
2.827
2.479
Extrapolatie
Herschikking tussen de defensieonderdelen
-
-4.500
-
-4.500
-
-4.500
-
-4.500
-
-4.500
-
-4.500
Interdepartementale budgetoverhevelingen
2.339
2.339
2.339
2.339
2.339
1.991
Aandeel toegekend budget Wet Inlichtingen & Veiligheidsdiensten (WIV)
9.488
9.488
9.488
9.488
9.488
9.488
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
-
-7.000
-
-6.500
-
-4.500
-
-4.500
-
-4.500
-
-4.500
Opdracht Voorzien in Infrastructuur
5.150
700
700
700
700
700
Beleidslijn vastgoed (correctie 1e supp 2017)
4.450
Intensivering grensbewaking KMar
700
700
700
700
700
700
Opdracht Voorzien in IT
1.422
1.422
1.422
1.422
1.422
1.422
Interdepartementale budgetoverhevelingen
6.622
6.622
6.622
6.622
6.622
6.622
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
-
-5.200
-
-5.200
-
-5.200
-
-5.200
-
-5.200
-
-5.200
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek
0
0
0
3.400
3.400
3.400
Extrapolatie BTW compensatie van TNO projecten
3.400
3.400
3.400
Stand ontwerpbegroting 2018
1.771.199
1.786.073
1.805.125
1.805.904
1.828.381
1.824.418
Artikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
806.441
830.335
832.397
834.819
863.071
869.810
867.016
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017
-
-11.771
13.533
13.648
13.874
13.716
13.538
Stand 1e suppletoire begroting 2017
806.441
818.564
845.930
848.467
876.945
883.526
880.554
Nieuwe mutaties
Herschikking tussen de defensieonderdelen
-
-240
-
-240
-
-240
-
-240
-
-240
Extrapolatie
2.300
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
5.000
6.800
6.900
7.100
6.900
Inzet restant basisgereedheid t.b.v. personele gereedheid
350
692
1.253
2.141
2.141
Intensivering grensbewaking KMar
920
920
920
920
920
Stand ontwerpbegroting 2018
806.441
818.564
851.960
856.639
885.778
893.447
892.575
Artikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
1.127.552
1.162.083
1.136.757
1.118.407
1.130.527
1.118.770
1.118.522
Amendement op de ontwerpbegroting
-
-100
200
200
200
200
200
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017
15.834
-
-11.672
-
-12.271
-
-13.214
-
-13.855
-
-12.073
Stand 1e suppletoire begroting 2017
1.127.552
1.177.817
1.125.285
1.106.336
1.117.513
1.105.115
1.106.649
Herschikking tussen de defensieonderdelen
-
-16
-
-16
-
-16
-
-16
-
-16
Extrapolatie voor loon/prijsbijstelling attachés
453
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
Interdepartementale budgetoverhevelingen
500
Inzet restant basisgereedheid t.b.v. personele gereedheid
641
1.739
3.303
5.163
5.163
Intensivering grensbewaking KMar
1.540
1.540
1.540
1.540
1.540
Stand ontwerpbegroting 2018
1.127.552
1.178.317
1.127.450
1.109.599
1.122.340
1.111.802
1.113.789
Artikel 9 Algemeen (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
107.028
95.717
96.559
96.256
95.994
96.488
96.653
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017
-
-2.622
1.699
1.433
1.411
1.418
1.421
Stand 1e suppletoire begroting 2017
107.028
93.095
98.258
97.689
97.405
97.906
98.074
Interdepartementale budgetoverhevelingen
-
-25
-
-25
-
-25
-
-25
-
-25
Stand ontwerpbegroting 2018
107.028
93.095
98.233
97.664
97.380
97.881
98.049
Niet-beleidsartikel 10 centraal apparaat (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
1.594.826
1.580.732
1.542.042
1.498.860
1.491.017
1.507.878
1.465.556
Amendement op de ontwerpbegroting
8.000
8.000
8.000
8.000
8.000
8.000
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017
26.800
11.875
15.733
13.236
17.641
18.686
Stand 1e suppletoire begroting 2017
1.594.826
1.615.532
1.561.917
1.522.593
1.512.253
1.533.519
1.492.242
Nieuwe mutaties
Inzet restant basisgereedheid t.b.v. middensom problematiek
223
448
812
1.511
1.511
Extrapolatie voor lening ABP
-
-8.800
Herschikking tussen de defensieonderdelen
-
-1.911
-
-1.911
-
-1.911
-
-1.911
-
-1.911
Intensivering grensbewaking KMar
840
840
840
840
840
Aanvulling AOW hiaat
5.179
3.248
3.102
2.555
1.705
Versterken cybersecurity (deel MIVD)
8.000
8.000
8.000
8.000
8.000
Stand ontwerpbegroting 2018
1.594.826
1.615.532
1.574.248
1.533.218
1.523.096
1.544.514
1.493.587
Niet-beleidsartikel 11 Geheime uitgaven (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
5.939
5.389
5.391
5.388
5.387
5.387
5.387
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017
79
79
79
79
79
79
Stand 1e suppletoire begroting 2017
5.939
5.468
5.470
5.467
5.466
5.466
5.466
Nieuwe mutaties
Herschikking tussen de defensieonderdelen
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Stand ontwerpbegroting 2018
5.939
5.468
7.470
7.467
7.466
7.466
7.466
Niet-beleidsartikel 12 Nominaal en onvoorzien (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
0
52.407
67.427
26.568
56.757
51.339
65.657
Amendement op de ontwerpbegroting
100
-
-200
-
-200
-
-200
-
-200
-
-200
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017
47.670
47.154
41.836
37.137
32.660
30.937
Stand 1e suppletoire begroting 2017
0
100.177
114.381
68.204
93.694
83.799
96.394
Nieuwe mutaties
Inzet restant basisgereedheid t.b.v. middensom problematiek
-
-6.000
-
-12.000
-
-22.000
-
-39.000
-
-39.000
Aanvulling AOW hiaat
-
-5.179
-
-3.248
-
-3.102
-
-2.555
-
-1.705
Versterken capaciteit KMar
23.400
23.400
23.400
23.400
Stand ontwerpbegroting 2018
0
100.177
103.202
76.356
91.992
65.644
79.089
Toelichting mutaties
Doorwerking HGIS ontvangsten
Voor 2018 worden hogere ontvangsten voorzien vanuit de VN. Deze werken door op het uitgavenkader van artikel 1 inzet.
Herschikking tussen de defensieonderdelen
Dit betreft het overhevelen van enkele activiteiten en het daarbij behorende budget van het ene naar het andere Defensieonderdeel. Het betreft onder andere het medegebruik van het NAVO-oefenterrein Bergen-Hohne en Kamp Trauen van het CLSK naar het CLAS (€ 0,4 miljoen), 1 loopbaanbegeleider van het CLAS naar de Bestuursstaf (€ 0,7 miljoen) en de ontvlechting van het budget GPS bij DMO naar het CLSK (€ 0,4 miljoen).
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
Bij het opleveren van een nieuw systeem wordt het budget van de voorziene stijging van de exploitatie van het systeem vanuit investering overgeheveld naar het desbetreffende operationele commando dat zorgdraagt voor de instandhouding. Bij het CLAS betreft dit de projecten Mini UAV, Trekker-opleggercombinaties en wiellaadsystemen. Bij het CLSK zijn dit de exploitatiekosten van het samenvoegen de luchtverkeersleiding op Schiphol. Bij de DMO is het de exploitatiereeks voor mortieren en munitie en het IT project KMAR IGO.
Inzet restant basisgereedheid
Met de ontwerpbegroting 2017 zijn extra middelen vrij gemaakt voor het op het orde brengen van de basisgereedheid van de krijgsmacht. Een restant bedrag is toen tijdelijk geparkeerd op het artikel 12 Nominaal en onvoorzien. Dit is overgeheveld naar de defensieonderdelen ten behoeve van de personele gereedheid.
Kasschuif KMar naar 2018
De kasschuif van de KMar is bestemd voor intensivering luchthavens en maritieme grensbewaking. Deze kasschuif zorgt ervoor dat de middelen evenredig verspreid worden over 2017 en 2018.
Extrapolatie voor Lening ABP en loon/prijsbijstelling attachés
De extrapolatie is opgebouwd uit technische mutaties die voortkomen uit eerder gestelde begrotingsmutaties in de voorafgaande wetten, die structureel doorlopen naar komende begrotingsjaren. Voor begrotingsjaar 2022 betreft dit de lening ABP en loon/prijsbijstelling attachés.
Defensie is met het ABP een lening overeengekomen voor het op kapitaaldekking brengen van de militaire ouderdomspensioenen. De ramingen voor opname en aflossing van de lening zijn met de begroting 2017 aangepast naar de actuele cijfers. Voor het begrotingsjaar 2022 heeft hierop nog een correctie plaatsgevonden.
Aandeel toegekend budget Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WIV)
De wijziging van de Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten treedt per 1 januari 2018 in werking. Vanwege een gefaseerde invoering van de kabelinterceptie worden middelen verschoven naar latere jaren.
Kasschuif WIV gelden
De wijziging op de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten treedt per 1 januari 2018 inwerking. Vanwege een gefaseerde invoering van de kabelinterceptie worden middelen verschoven naar latere jaren.
Versterken Cybersecurity
De intensivering betreft het aanpakken van cyberspionage en -sabotage.
Versterken capaciteit KMar/Intensivering grensbewaking KMar
Om verdere capaciteitstekorten, ten behoeve van de grensbewakingstaak op luchthavens en maritieme doorlaatposten van de KMar, op te lossen wordt in 2018 € 22,2 miljoen en vanaf 2019 € 43,4 miljoen vrijgemaakt.
Interdepartementale overboekingen
In onderstaand overzicht worden alle budgetoverhevelingen van en naar andere departementen weergegeven. Door deze mutaties nemen de uitgaven van Defensie met € 12 miljoen toe in 2018.
Overzicht interdepartementale overboekingen (bedragen x € 1.000)
no.
Omschrijving
beleidsart.
2017
2018
2019
2020
2021
2022
1.a
Bijdrage van MinFin financiering 10 jarig onderhoudscontract Kustwacht
6
426
426
426
426
426
Bijdrage van EZ financiering 10 jarig onderhoudscontract Kustwacht
6
213
213
213
213
213
1.b
Bijdrage IenM Capacity Gap tbv de kustwachtvliegtuigen (Dorniers)
6
2.698
1.c
Bijdrage van VenJ tbv Kustwacht Maritime Operations Centre
6
215
866
973
1.052
979
871
Bijdrage van EZ tbv Kustwacht Maritime Operations Centre
6
215
866
973
1.052
979
871
Bijdrage van MinFin tbv Kustwacht Maritime Operations Centre
6
215
866
973
1.052
979
871
Bijdrage van IenM tbv Kustwacht Maritime Operations Centre
6
1.504
6.059
6.809
7.362
6.852
6.096
1.d
Financiering 2 Liasons ambassade Peru & Kenia
8
500
1.e
Bijdrage aan AZ tbv communicatiepool
9
-
-25
-
-25
-
-25
-
-25
-
-25
Totaal
2.649
11.969
10.342
11.132
10.403
9.323
4.3. Moties en toezeggingen Overzicht moties en toezeggingen
Omschrijving van de toezegging
Vindplaats
Stand van zaken
In de volgende voortgangsrapportage informeert de Minister de Kamer over de voortgang van de informatiebeveiliging (conform motie Aukje de Vries)
algemeen overleg
MATERIEEL
28-6-2017
In behandeling
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer in de zomer van 2017 nader te zullen informeren over de aangenomen motie van het lid Belhaj inzake vrouwen binnen Defensie.
algemeen overleg
PERSONEEL
28-6-2017
In behandeling
In de volgende voortgangsrapportage vermeldt de minister de resultaten van het Amerikaanse onderzoek inzake de verlaging van de prijs, mits deze beschikbaar en openbaar zijn.
algemeen overleg
VERWERVING F-35
27-6-2017
In behandeling
In de volgende voortgangsrapportage neemt de Minister een passage op met betrekking tot de zuurstofvoorziening aan piloten.
algemeen overleg
VERWERVING F-35
27-6-2017
In behandeling
In de volgende voortgangsrapportage neemt de Minister een passage op inzake geluidsoverlast, waaronder de geluidsoverlast op piekmomenten.
algemeen overleg
VERWERVING F-35
27-6-2017
In behandeling
In de volgende voortgangsrapportage vermeldt de Minister de stand van zaken met betrekking tot de block buy.
algemeen overleg
VERWERVING F-35
27-6-2017
In behandeling
In de volgende voortgangsrapportage vermeldt de Minister de stand van zaken met betrekking tot de transitieperiode.
algemeen overleg
VERWERVING F-35
27-6-2017
In behandeling
De Minister zegt toe de Kamer nader te informeren over integriteitsschendingen in de eerder toegezegde brief inzake (vermeende) corruptie bij de aanschaf van auto's. Ook wordt de Kamer hierbij geïnformeerd over de wijze waarop Defensie omgaat met de klachten van twee medewerkers.
algemeen overleg
MIVD
21-6-2017
In behandeling
In het volgende jaarverslag MIVD gaat de Minister uitgebreider in op radicalisering.
algemeen overleg
MIVD
21-6-2017
In behandeling
De Minister neemt in de volgende Veteranennota een stappenplan op met betrekking tot ISAF-veteranen.
algemeen overleg
VETERANEN
19-6-2017
In behandeling
De Minister geeft in de volgende Veteranennota de stand van zaken met betrekking tot het preventief medisch onderzoek en de nazorgvragenlijsten.
notaoverleg
VETERANEN
19-6-2017
In behandeling
De Minister geeft in de volgende Veteranennota een stand van zaken met betrekking tot de financiering van de nuldelijnsondersteuning.
notaoverleg
VETERANEN
19-6-2017
In behandeling
De Minister zal in de volgende Veteranennota ingaan op de mogelijkheid om de Invictus Games in Nederland te organiseren.
notaoverleg
VETERANEN
19-6-2017
In behandeling
De Minister informeert de Kamer zo spoedig mogelijk, in ieder geval voor het zomerreces, over de IT-problematiek van de KMar op luchthavens.
wetgevingsoverleg
JAARVERSLAG
14-6-2017
Afgedaan
5-7-2017
De Minister zegt toe de Kamer voorafgaand aan de komende begrotingsbehandeling te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de informatiebeveiliging.
wetgevingsoverleg
JAARVERSLAG
14-6-2017
In behandeling
De Minister zegt toe om in de Jaarverslagen het stoplichtmodel te implementeren voor de maatregelen ter versterking van de basisgereedheid.
wetgevingsoverleg
JAARVERSLAG
14-6-2017
In behandeling
De Minister zegt toe de Kamer vóór het zomerreces te informeren over de mutatie van € 173 miljoen in de Slotwet en daarbij voorts in te gaan op alle mutaties.
wetgevingsoverleg
JAARVERSLAG
14-6-2017
Afgedaan
5-7-2017
De Minister van Defensie zegt toe dat zodra het OM Defensie bericht omtrent de uitkomst van een onderzoek, de Minister de Kamer hierover zal informeren.
algemeen overleg
STRIJD TEGEN ISIS
13-6-2017
In behandeling
De Minister zegt toe dat ze bij de volgende voortgangsrapportage zal terugkomen op de aanbestedingsregels, met name met betrekking tot medische goederen.
algemeen overleg
STRIJD TEGEN ISIS
13-6-2017
In behandeling
De Minister zal de Kamer schriftelijk informeren, zodra er meer duidelijkheid is over het gat dat moet worden opgevuld tot de volgende inzet van onze F-16’s
algemeen overleg
STRIJD TEGEN ISIS
13-6-2017
Afgedaan
ntb
30-6-2017
De Minister van Defensie zegt toe dat zij Defensiecommandanten zal laten nagaan in hoeverre er nog steeds sprake is van onvoldoende beschermd werken door personeel, en hierover rapporteren tijdens de eerstkomende voortgangsrapportage over chroom-6 (vóór de zomer van 2017).
algemeen overleg
PERSONEEL
23-2-2017
Afgedaan
De Minister van Defensie zal uiterlijk bij de aanbieding van de nieuwe Veteranennota bij brief nader ingaan op een nieuw screeningsinstrument inzake uitzend gerelateerde klachten, voorgesteld door de stichting Pronos.
algemeen overleg
VETERANEN
22-2-2017
Afgedaan
1-7-2017
De Minister van Defensie zegt toe bij gelegenheid van de komende Veteranennota in het plan van aanpak ook aandacht te zullen besteden aan het thuisfront, incl. route-tijd tabel.
algemeen overleg
VETERANEN
22-2-2017
Afgedaan
1-7-2017
De Minister van Defensie zegt toe in komende Veteranennota ook in te zullen gaan op de wijze waarop de komende evaluatie van de Veteranenwet zal worden ingericht, o.a. op de criteria die daarvoor in de wet zelf zijn terug te vinden.
algemeen overleg
VETERANEN
22-2-2017
Afgedaan
1-7-2017
De Minister van Defensie zegt toe in of bij gelegenheid van de komende Veteranennota ook nader in te zullen gaan op stand van zaken, incl. inzet, van bestuursakkoord met VWS en andere partners rondom de zorg inzake medische behandeling veteranen.
algemeen overleg
VETERANEN
22-2-2017
Afgedaan
1-7-2017
De Minister van Defensie zegt toe in of bij gelegenheid van komende Veteranennota ook nader in te zullen gaan op de verschillende percentages van invaliditeit.
algemeen overleg
VETERANEN
22-2-2017
Afgedaan
1-7-2017
De Minister van Defensie zegt toe het definitieve plan van aanpak (incl. het vraagstuk van de reikwijdte) tezamen met de komende Veteranennota vóór de zomer van 2017 naar de Kamer te zullen sturen.
algemeen overleg
VETERANEN
22-2-2017
Afgedaan
1-7-2017
De Minister van Defensie zegt toe zo enigszins mogelijk vóór de zomer van 2017 een herziene business case inzake de voorgenomen verhuizing van het Financieel Servicecentrum aan de Kamer te zullen doen toekomen.
algemeen overleg
VASTGOED DEFENSIE
23-2-2017
In behandeling
De Minister houdt de Kamer op de hoogte over de Supreme-zaak in de reguliere verslaglegging van NAVO-bijeenkomsten. De Minister informeert de Kamer zodra de uitspraak van de rechter beschikbaar is.
algemeen overleg
NAVO DEFENSIE-MINISTERIËLE
14-2-2017
In behandeling
De Minister van Defensie zegt toe het IMG-rapport bij brief openbaar te zullen maken, inclusief context, uiterlijk 1 februari 2017.
algemeen overleg
PERSONEEL
26-1-2017
Afgedaan
1-2-2017
De Minister van Defensie zegt toe alsnog een schriftelijke toelichting op de resultaten van het nadere onderzoek door de commandant van de vliegbasis Eindhoven te zullen geven, uiterlijk 1 februari 2017.
algemeen overleg
PERSONEEL
26-1-2017
Afgedaan
31-1-2017
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer een aanvullende brief m.b.t. het AOW-gat te zullen sturen, waarin nadere toelichting wordt gegeven op (het onderscheid tussen) de tegemoetkoming en de aanvullende compensatie, uiterlijk 1 februari 2017.
algemeen overleg
PERSONEEL
26-1-2017
Afgedaan
1-2-2017
De Minister van Defensie zegt toe een aanvullende brief m.b.t. het AOW-gat te zullen sturen, waarin o.m. nader wordt ingegaan op de systematiek van «maatmannen» en op het tijdens het AO gedane voorstel van het lid Knops (CDA), tijdig vóór de tweede termijn van het AO Personeel.
algemeen overleg
PERSONEEL
26-1-2017
Afgedaan
20-2-2017
Met betrekking tot de block buy legt de Minister het op pagina 2 van haar brief van 6 december 2016 (Kamerstuk 26 488, nr. 422) bedoelde rapport (inzake kostenramingen van de firma RAND) vertrouwelijk voor aan de Kamer, mits zij daarvoor toestemming verkrijgt van de Verenigde Staten.
algemeen overleg
F35
8-12-2016
Afgedaan
25-4-2017
Met betrekking tot het onderhoud van de F-35c en de spin-offs die dit kan opleveren, zal de Minister de resultaten van haar gesprekken met de gemeente Uden opnemen in de volgende voortgangsrapportage.
algemeen overleg
F35
8-12-2016
Afgedaan
13-3-2017
In de volgende voortgangsrapportage meldt de Minister welke verschillende missies de F-35 kan vliegen op basis van afspraken die met de Minister zijn gemaakt sinds de kandidatenvergelijking.
algemeen overleg
F35
8-12-2016
Afgedaan
13-3-2017
De Minister van Defensie informeert de Kamer vóór maart 2017 over de evaluatie van het besturingsmodel.
plenair debat (overig)
BEGROTING
17-11-2016
h-tk-20162017-24-4
Afgedaan
30-3-2017
De Minister van Defensie onderzoekt of het IMG-rapport in de zaak-Van Wulfen/Eindhoven vertrouwelijk aan de Kamer kan worden toegezonden.
plenair debat (overig)
BEGROTING
17-11-2016
h-tk-20162017-24-17
Afgedaan
1-2-2017
De Minister zal vragen met betrekking tot de capaciteit van de KMar tijdens de begrotingsbehandeling beantwoorden.
wetgevingsoverleg
PERSONEEL
9-11-2016
Afgedaan
Tijdens begrotingsbehandeling van 17 november 2016, stenografisch verslag pag. 26 e.v.
De Minister reageert bij de begrotingsbehandeling op het door het lid Van Dijk aangeboden rapport inzake slachtoffers van gevaarlijke stoffen. Mocht dat niet lukken, dan reageert de Minister schriftelijk.
wetgevingsoverleg
PERSONEEL
9-11-2016
Afgedaan
Tijdens begrotingsbehandeling van 17 november 2016, stenografisch verslag pag. 26 e.v.
De Minister informeert de Kamer over de behandeling van gevallen van beroep op artikel 171 a van de part ouderenregeling.
wetgevingsoverleg
PERSONEEL
9-11-2016
Afgedaan
17-3-2010
De Minister zendt de Kamer vóór het kerstreces een brief inzake de uitwerking van de motie Eijsink-Teeven inzake verteranenclaims (Kamerstuk 30 139 nr. 162).
wetgevingsoverleg
PERSONEEL
9-11-2016
Afgedaan
20-2-2017
De Minister informeert de Kamer vóór het kerstreces over de stand van zaken met betrekking tot schadeclaims van veteranen.
wetgevingsoverleg
PERSONEEL
9-11-2016
Afgedaan
22-12-2016
Naar aanleiding van de motie Vuijk-Eijsink inzake reservisten zendt de Minister het plan van aanpak inzake de implementatie van total force vóór het kerstreces aan de Kamer. Daarin wordt ook de internationale vergelijking meegenomen.
wetgevingsoverleg
PERSONEEL
9-11-2016
Afgedaan
3-1-2017
Zodra er zicht is op een wettelijke regeling van de inbedding van vrouwen in de opgeschorte wet inzake de dienstplicht zal de Kamer worden geïnformeerd.
wetgevingsoverleg
PERSONEEL
9-11-2016
Afgedaan
17-3-2017
Op korte termijn (binnen twee weken) zendt de Minister het onderzoeksrapport inzake het recente ongeval in Mali, alsmede het onderzoeksrapport inzake het ongeval met een Apache-helikopter, aan de Kamer.
wetgevings-overleg
PERSONEEL
9-11-2016
In behandeling
21-11-2016
De Minister geeft vóór het Kerstreces bij separate brief een reactie inzake de stichting «Onbekende Helden».
wetgevingsoverleg
PERSONEEL
9-11-2016
Afgedaan
22-12-2016
In de volgende Personeelsrapportage informeert de Minister de Kamer over het aandeel en de doorstroom van vrouwen in hogere functies.
wetgevingsoverleg
PERSONEEL
9-11-2016
Afgedaan
17-5-2017
De Minister van Defensie zegt toe, naar aanleiding van de discussie over de nul-variant in de A-brief over de vervanging van de onderzeeboten, in (de brochure over) het DMP-proces een nadere toelichting hierover te zullen opnemen en de aangepaste brochure zo enigszins mogelijk voor het einde van dit kalenderjaar aan de Kamer te zullen toesturen.
wetgevingsoverleg
MATERIEEL
9-11-2016
Afgedaan
3-2-2017
De Minister informeert de Kamer in het jaarverslag 2016 over de registratie van DASH en de eventueel benodigde operationele aanpassingen.
algemeen overleg
KUSTWACHT CARIBISCH GEBIED
6-9-2016
Afgedaan
17-5-2017
De Minister zendt het Jaarplan 2017 vóór het eind van 2016 aan de Kamer.
algemeen overleg
KUSTWACHT CARIBISCH GEBIED
6-9-2016
Afgedaan
20-12-2016
De Minister informeert de Kamer bij brief over de arrangementen met betrekking tot schoolgelden.
algemeen overleg
KUSTWACHT CARIBISCH GEBIED
6-9-2016
Afgedaan
17-3-2017
De Minister van Defensie zal de Kamer informeren in geval van incidenten met drenkelingen bij de «Rotterdam».
algemeen overleg
NAVO DEFENSIE-MINISTERIËLE
3-9-2016
Afgedaan
Incidenten hebben zich niet voorgedaan.
In de jaarlijkse brief die de Kamer voor het einde van het jaar ontvangt over bijdragen aan de verschillende missies, geeft de Minister inzicht in de kosten en de dekking voor de missies, waaronder die in Litouwen.
algemeen overleg
NAVO DEFENSIE-MINISTERIËLE
3-9-2016
Afgedaan
19-12-2016
De Kamer blijft regulier betrokken en geïnformeerd worden bij/over de uitwerking van alle afspraken van de NAVO-top in Warschau. De manier waarop zal de Minister nog bepalen.
algemeen overleg
NAVO DEFENSIE-MINISTERIËLE
13-10-2016
Afgedaan
19-12-2016
De Kamer ontvangt nadere informatie over de operatieplannen van Atalanta.
algemeen overleg
PIRATERIJ-BESTRIJDING
6-7-2016
Afgedaan
9-12-2016
In volgende voortgangsrapportage ontvangt de Kamer informatie over opbouw kustwacht in Somalië.
algemeen overleg
PIRATERIJ-BESTRIJDING
6-7-2016
Afgedaan
9-12-2016
De Minister organiseert een vertrouwelijke briefing over de resultaten van de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS. Deze zal na het zomerreces worden georganiseerd en zal specifiek gaan over een terugblik op de inzet van het Nederlandse luchtwapen.
algemeen overleg
STRIJD TEGEN ISIS
6-7-2016
Afgedaan
Technische Briefing
1-6-2017
Bij de eerstvolgende voortgangsrapportage actualiseert de Minister de tabel en vijf criteria van Gartner.
algemeen overleg
SOURCING IV/ICT
5-7-2016
Afgedaan
5-12-2016
De Minister stuurt voor het einde van het jaar een brief over de vervanging van de kanonnen aan boord van de LC-fregatten (voortkomend uit de eerder verstuurde brief instandhoudingsprogramma LC-Fregatten).
algemeen overleg
MATERIEEL
23-6-2016
Afgedaan
16-12-2016
De Minister geeft de Kamer inzage in de extra kosten die gemoeid waren met de belevingsvluchten.
algemeen overleg
VF-35
23-6-2016
Afgedaan
16-3-2017
Indien er sprake is van het aanschaffen van toestellen middels een Block Buy, informeert de Minister de Kamer daarover tijdig.
algemeen overleg
VF-35
23-6-2016
In behandeling
6-12-2016
Voor het eind van het jaar stuurt de Minister de resultaten van het onderzoek t.a.v. het PTSS protocol naar de Kamer.
notaoverleg
VETERANEN
20-6-2016
Afgedaan
22-12-2016
De Minister informeert de Kamer over de resultaten van de gesprekken met het Ministerie van VWS o.a. over de verantwoordelijkheid voor de zorgkosten en de uitkomsten van de evaluatie van de Veteranenwet, in de vorm van een toekomstvisie of iets van dien aard, voor eind van dit jaar.
notaoverleg
VETERANEN
20-6-2016
Afgedaan
21-12-2016
De Minister komt in de vlg. Veteranennota terug op het punt van de reiskosten op Veteranen dag EN op het punt van de schadeclaims.
notaoverleg
VETERANEN
20-6-2016
Afgedaan
1-6-2017
In de evaluatie van de Veteranenwet komt de Minister terug op het punt van de flexibele schil van het Veteranenloket.
notaoverleg
VETERANEN
20-6-2016
Afgedaan
21-12-2016
De Minister kijkt nog naar de praktijk rond het begrip «relatie» van de veteraan.
notaoverleg
VETERANEN
20-6-2016
Afgedaan
21-12-2016
In een brief bij de begroting en in de veteranennota neemt de Minister de wachttijden bij de LZV instellingen op, zoals gemeld bij de RZO.
notaoverleg
VETERANEN
20-6-2016
Afgedaan
34 550 X, nr. 2 en 30 139, nr. 178
20-9-2016 en 1-6-2017
Brief volgt wat mogelijk is om het bedrag van pensioenen en uitkeringen apart te boeken.
wetgevingsoverleg
JAARVERSLAG
16-6-2016
Afgedaan
20-9-2016
In de volgende voortgangsrapportage over de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS gaat het kabinet nader in op het contact met Turkije over de vermeende banden met ISIS.
algemeen overleg
NAVO DEFENSIE-MINISTERIËLE
9-6-2016
Afgedaan
9-9-2016
De Minister houdt de Kamer op de hoogte van de gesprekken met het Ministerie van VWS en de consequenties voor het calamiteitenhospitaal en de rol 4 als een deel van de financiering wordt stopgezet.
algemeen overleg
PERSONEEL
21-4-2016
In behandeling
De Minister neemt mee in de nieuwe reservistennota in de vorm van een Plan van Aanpak, het punt van de vrijwilligheid die de reservist ervaart ten aanzien de inzet bij missies.
algemeen overleg
RESERVISTEN
20-4-2016
Afgedaan
13-1-2017
De Minister zegt toe de Kamer te informeren over de eventuele initiatieven van EU-lidstaten voor een EU Centre of Excellence, zodra deze informatie openbaar gedeeld kan worden.
algemeen overleg
RBZ
14-4-2016
In behandeling
De Minister zegt toe in het verslag van de aankomende EU-Defensieraad terug te komen op de stand van zaken ten aanzien van de EUPOL-missie.
algemeen overleg
RBZ
14-4-2016
Afgedaan
1-7-2016
De Minister informeert de Kamer over de financiële beslaglegging als gevolg van de toegezegde bijdragen aan de NRF zo snel daar duidelijkheid over is.
algemeen overleg
NAVO DEFENSIE-MINISTERIËLE
9-3-2016
Afgedaan
19-12-2016
De Minister zal de procedure toezending van artikel-100 brieven aan de Kamer bespreken met de daarbij betrokken collega's
algemeen overleg
UNMISS
18-2-2016
Afgedaan
5-7-2016
In de tussenrapportage UNMISS die de Kamer in de zomer ontvangt wordt o.a. ingegaan op de inzet van IPO's door Nederland en op patrouilles van UNMISS buiten de VN-Kampen
algemeen overleg
UNMISS
18-2-2016
Afgedaan
5-7-2016
De Kamer wordt tijdig voor het zomerreces worden geïnformeerd over de Nederlandse VN-missie in Mali
algemeen overleg
UNMISS
18-2-2016
Afgedaan
7-10-2016
De Minister informeert de Kamer in de loop van 2016 met een nieuwe Reservistennota over de stand van zaken met betrekking tot het reservistenbeleid, waaronder de nadere uitwerking van de aangekondigde intensivering.
plenair debat (overig)
BEGROTING
12-11-2015
Handelingen II 2015/16, nr. 24, Begroting Defensie
Afgedaan
13-1-2017
De Minister zal in het voorjaar 2016 opnieuw een stand van zaken GVDB overzicht (incl. uitvoering raadsconclusies 2013 en de daarop volgende raadsconclusies) naar de Kamer sturen en zij zal onderzoeken of dit overzicht nog voor de van 6 tot en met 8 april 2016 interparlementaire GBVB/EVDB conferentie aan de Kamer kan toezenden.
algemeen overleg
DEFENSIERAAD
10-11-2015
In behandeling
Vogt in verslag RBZ van 19 juni jl. door zorg van minBZ
De Minister van Defensie zal de Kamer informeren over de resultaten van het onderzoek naar de actief dienende militair die recent is vertrokken naar Syrië en zich waarschijnlijk heeft aangesloten bij ISIS, zodra de vertrouwelijkheid zich daartegen niet meer verzet.
algemeen overleg
MIVD
9-9-2015
In behandeling
Zodra de vertrouwelijkheid zich daartegen niet meer verzet wordt de Kamer ingelicht
De Minister van Defensie zal de Kamer informeren over de gevolgen voor de nationaliteit van de actief dienende militair, die recent is vertrokken naar Syrië en zich waarschijnlijk heeft aangesloten bij ISIS (betreft vraagstuk van statelijke/niet-statelijke actoren).
algemeen overleg
MIVD
9-9-2015
In behandeling
Zodra de vertrouwelijkheid zich daartegen niet meer verzet wordt de Kamer ingelicht
De Kamer wordt geïnformeerd als een Nederlander in Irak wordt ingezet voor Forward Air Controlling.
algemeen overleg
IRAK ARTIKEL 100-BRIEF
2-10-2014
In behandeling
Heeft zich niet voorgedaan in de afgelopen jaren
De Kamer ontvangt eind 2014 een nadere brief over de uitkomsten van het lopende onderzoek naar homo's, lesbiennes, bi en transgenders.
algemeen overleg
PERSONEEL
23-1-2014
Afgedaan
12-1-2017
4.4. Overzicht subsidies
De subsidies worden verleend aan instellingen die voor Defensie een toegevoegde waarde hebben. Verder zijn de subsidie beschikkingen die Defensie verstrekt alleen bedoeld voor de specifieke subsidieaanvrager en berusten niet op een wettelijk voorschrift anders dan gelegen in de begroting en de regeling defensiesubsidies (http://wetten.overheid.nl/BWBR0013110/).
Defensie publiceert deze beschikkingen niet en kan daarom geen externe publicaties of bronnen weergeven. Bij reguliere verantwoording over beleid wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de effectiviteit van het instrument.
De subsidies worden jaarlijks bij Defensie aangevraagd, door Defensie bezien en op risico’s beoordeeld. De grootte en eventuele risico’s zijn medebepalend voor het controle arrangement, waaronder de subsidie valt. De subsidies worden elke vijf jaar apart geëvalueerd. Tijdens de evaluatie wordt het gezamenlijk belang heroverwogen waarna afhankelijk van de uitkomst, kan worden besloten tot afbouw van de subsidierelatie. Voor zover de evaluaties gepland in 2017 en ten tijde van de oploop van deze ontwerpbegroting nog niet waren afgerond is de oorspronkelijke einddatum van 2017 gehandhaafd.
Naam Subsidies
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Laatste evaluatie
Volgende evaluatie
Einddatum
Stichting Homoseksualiteit en Krijgsmacht
10
10
10
-
-
-
-
2013
2018
2018
Stichting Protestants Interkerkelijk Thuisfront
15
15
-
-
-
-
-
2017
n.v.t.
2017
Stichting Nationaal Katholiek Thuisfront
10
10
-
-
-
-
-
2017
n.v.t.
2017
Stichting Nederlandse Veteranen dag
2.538
2.553
-
-
-
-
-
2017
n.v.t.
2017
Nationaal Comité Herdenking Capitulatie 1945 Wageningen
25
25
25
25
25
-
-
2013
20201)
2020
Multicultureel netwerk Defensie
10
10
-
-
-
-
-
2017
n.v.t.
2017
Stichting Veteranen Platform
300
306
135
-
-
-
-
2017
n.v.t.2)
2017
Stichting Veteraneninstituut
5.477
5.597
-
-
-
-
-
2017
n.v.t.
2017
Koninklijke Stichting Defensie Musea
15.800
15.893
16.033
16.034
-
-
-
n.v.t.
2019
20193)
Stichting Nationale Taptoe
263
265
-
-
-
-
-
2017
n.v.t.
2017
Stichting de Basis (Maatschappelijk werk voor veteranen)
3.250
2.962
-
-
-
-
-
2017
n.v.t.
2017
Universiteit van Amsterdam (leerstoel militair recht)
74
74
-
-
-
-
-
2017
n.v.t.
2017
Stichting Maritiem Kenniscentrum
23
28
-
-
-
-
-
2017
n.v.t.
2017
Stichting Gasturbine Onderwijs
-
5
-
-
-
-
-
2017
n.v.t.
2017
Stichting Phantasy in Blue
19
25
-
-
-
-
-
2017
n.v.t.
2017
Stichting Historische Vlucht
100
100
-
-
-
-
-
2017
n.v.t.
2017
SWoon NLDA
-
22
-
-
-
-
-
2017
n.v.t.
2017
ASL BISL Foundation
39
40
-
-
-
-
-
2017
n.v.t.
2017
Wapen- en dienstvakverenigingen
25
35
-
-
-
-
-
2017
n.v.t.
2017
Stichting Vincent van Gogh
399
-
800
-
-
-
-
n.v.t.
2018
2018
Defensie vrouwen netwerk
-
-
-
-
-
-
-
2017
n.v.t.
2017
Koning Boudewijn Stichting, ten behoeve van project Hougoumont
125
-
-
-
-
-
-
n.v.t.
n.v.t.
2016
Veteranenbegraafplaats Loenen
-
-
-
-
-
-
-
Subsidies te verstrekken na evaluatie 4)
-
773
12.297
13.171
29.178
29.052
29.822
Totaal subsidies
28.502
28.748
29.300
29.230
29.203
29.052
29.822
4.5. Overzicht Evaluaties- en overig onderzoek
Tot het overige evaluatieonderzoek behoren onder meer de toetsingskaderevaluaties naar lopende en voltooide operaties waaraan Nederlandse militairen deelnemen. Op grond van het Toetsingskader 2014 sturen de Ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken elk jaar op de derde woensdag in mei een tussentijdse evaluatie van lopende operaties naar het parlement. Na beëindiging van de inzet wordt een eindevaluatie opgesteld waarin zowel militaire als politieke aspecten aan de orde komen. Indien dit opportuun is, bijvoorbeeld bij een specifiek verzoek van de Kamer of vanwege de omvang van de Nederlandse bijdrage, wordt de evaluatie afzonderlijk aan het parlement aangeboden. Evaluatie en monitoring van Nederlandse bijdragen aan internationale operaties dienen twee doelen. Ten eerste bieden ze de mogelijkheid tussentijds bij te sturen om de effectiviteit van de inzet verder te vergroten. Ten tweede zijn ze instrumenteel met het oog op de verantwoording van de inzet van Nederlands personeel en materieel in internationale operaties, waarbij sprake is van bijzondere risico’s.
Overzicht evaluaties- en overig onderzoek
Onderwerp
Artikel
Aanvang
Voltooiing
Evaluatie Nederlandse bijdrage aan missies en operaties in 2017
1 (Inzet)
2018
2018
Beleidsdoorlichting nationale veiligheid: samenwerking met civiele partners
3 (CLAS)
2016
2017
Beleidsdoorlichting Omvorming 13 gemechaniseerde brigade
3 (CLAS)
2018
2019
Beleidsdoorlichting Vorming Joint Defensie Helikopter Commando
4 (CLSK)
2017
2018
Evaluatie Helikopter laagvlieggebieden
4 (CLSK)
2017
2018
Beleidsdoorlichting Informatiegestuurd optreden (IGO)
5 (KMar)
2020
2021
Evaluatie basisimplementatie ERP
6 (Investeringen)
2017
2017
Beleidsdoorlichting IBO Wapensystemen 2015, incl. professionalisering inkoop
6 (Investeringen), 7 (DMO)
2019
2020
Beleidsdoorlichting Beleidswijzigingen Militaire Gezondheidszorg
8 (CDC)
2021
2022
4.6. Financieel overzicht Wapensystemen
De nota «In het belang van Nederland» (Kamerstuk 33 763, nr. 1) is mede gebaseerd op de zogenaamde wapensysteemsjablonen. Deze wapensysteemsjablonen bevatten de investeringen en de relevante samenhangende exploitatie van de belangrijkste wapensystemen en geven daarmee aanvullende informatie op de begroting. Bij deze ontwerpbegroting 2017 worden de wapensysteemsjablonen wederom geactualiseerd.
Met de brief «Inzicht in kosten en uitgaven van wapensystemen en plan van aanpak daarvoor» (Kamerstuk 33 763, nr. 27) is gemeld hoe Defensie zijn financiële duurzaamheid op langere termijn structureel zal verankeren in de bedrijfsvoering.
De sjablonen dienen om te laten zien op welke manier de benodigde investeringen en exploitatielasten van wapensystemen binnen de meerjarige financiële kaders passen. De sjablonen dragen bij aan de integrale beoordeling van operationele en financiële gevolgen die voortvloeien uit gebruik en inzet, vervanging en modernisering. Door investeringen en exploitatie in samenhang te bekijken, worden gevolgen van systeemveroudering en obsolescence beter inzichtelijk. Ook wordt duidelijker waar het nodig is om systemen operationeel te verbeteren of tenminste operationeel relevant en veilig te houden.
Werkwijze opbouw wapensysteemsjablonen
De wapensysteemsjablonen (tabel 1) zijn op dezelfde wijze opgesteld als voorgaande jaren.
Het proces van totstandkoming vergt nog veel handwerk om informatie zodanig bruikbaar te maken dat het kan worden gebruikt in de bedrijfsvoering. Het betreft verschillende soorten broninformatie, zoals realisatiegegevens, de investerings- en exploitatieplannen, maar ook gegevens over personele sterkte en de bijbehorende middensommen die voor ramingen worden gebruikt. Het geactualiseerde inzicht wordt op basis hiervan zero base opgebouwd.
In de aansluitingstabel (tabel 2) wordt weergegeven op welke wijze de sjablonen aansluiten op de artikelen in de begroting. In de tabel is te herleiden hoe de uitgaven op de (beleids)artikelen worden toegerekend aan inzet, defensiebrede uitgaven, organieke eenheden en wapensystemen. Per uitgave is bekeken onder welke categorie dit type uitgave valt. Dit betekent dat er een dwarsdoorsnede is gemaakt van zowel de beleidsartikelen als van de uitgavencategorieën zoals die in de sjablonen zijn opgenomen. Als voorbeeld de JSS, hiervoor zijn opgenomen in de aansluitingstabel:
de uitgaven in beleidsartikel 6 voor de verwerving van het JSS;
de uitgaven uit beleidsartikel 2 voor personele en materiële exploitatie (de bemanning respectievelijk de instandhouding van het JSS); de uitgaven uit beleidsartikel 7 voor het resterende deel aan materiële exploitatie (brandstof en munitie). De uitgaven voor het wapensysteem JSS zijn dus afkomstig uit verschillende beleidsartikelen. In de aansluitingstabel wordt deze dwarsdoorsnede inzichtelijk gemaakt.
De beleidsartikelen 2 tot en met 5 financieren het merendeel van de instandhoudingsuitgaven voor wapensystemen en uitgaven voor opwerken en gereedstellen van operationele eenheden. Deze uitgaven worden gedeeltelijk toegerekend aan wapensystemen en gedeeltelijk aan organieke eenheden. Uitgaven die direct toe te rekenen zijn aan een wapensysteem, zoals de bemanning van een schip, een vliegtuigsquadron of een voertuig, worden aan het betreffende wapensysteem toegerekend. De overige uitgaven, zoals de resterende formatie van operationele eenheden en de staf van een operationeel commando, worden aan organieke eenheden toegerekend.
Uitgaven voor wapensystemen die ten laste komen van artikel 1 Inzet en de niet-beleidsartikelen 9 Algemeen, 10 Centraal Apparaat, 11 Geheime Uitgaven en 12 Nominaal en onvoorzien zijn geheel aan de categorieën Inzet respectievelijk defensiebreed toegerekend.
De investeringsprojecten worden gefinancierd uit beleidsartikel 6 Investeringen. Het grootste deel van de uitgaven op beleidsartikel 6 wordt aan de wapensystemen toegerekend. Beleidsartikel 6 omvat ook investeringen in vastgoed en algemene uitgaven, zoals de uitgaven voor onderzoek en de NAVO. Deze worden toegerekend aan defensiebrede uitgaven.
Beleidsartikel 7 DMO is van belang voor wapensystemen, omdat hieruit de behoefte aan munitie en brandstof wordt gefinancierd die nodig is voor gereedstelling en opwerken naar inzetgereedheid, maar bijvoorbeeld ook kleding en uitrusting voor militairen. Deze uitgaven zijn toegerekend aan de wapensystemen.
Daarnaast is de DMO ook de organisatie die functionele behoeftestellingen voor investeringen transformeert naar materieel projecten zodat deze verworven kunnen worden. DMO heeft voorts ook het merendeel van de technische expertise in huis voor het uitvoeren van configuratiemanagement. Deze uitgaven zijn toegerekend aan organieke eenheden.
Beleidsartikel 8 (CDC) is overwegend toegerekend aan defensiebrede uitgaven, een klein deel (transport en voeding) is toegerekend aan Organieke eenheden.
Actualisatie van de wapensysteemsjablonen
De grootste wijzigingen in deze actualisatie van de wapensysteemsjablonen zijn het gevolg van het actualiseren van het DIP waaronder het herfaseren van projecten in de tijd van 2016 naar latere jaren, zoals bij de instandhouding van de F-16 (wapensysteemsjabloon 16a), het toevoegen van prijscompensatie en het verwerken van veranderingen in wisselkoersen. Daarnaast hebben deze herfaseringen van grote projecten invloed op een scala aan kleinere projecten. Ook de loonbijstelling en de compensatie voor de gestegen pensioenpremies zijn verwerkt. Tenslotte zijn verwerkt de toegekende extra budgetten voor de uitbreiding KMar ten behoeve van de intensivering van de grensbewakingstaken, voor de Kustwacht ten behoeve van het project modernisering Maritiem Operatie Centrum en de uitbreidingen vanwege de nieuwe Wet Inlichtingen en Veiligheidsdiensten.
Met de ontwerpbegroting 2017 zijn extra middelen vrij gemaakt voor het op orde brengen van de basisgereedheid van de krijgsmacht. Een restant bedrag van € 6 miljoen oplopend naar € 39 miljoen is toen tijdelijk gereserveerd op het artikel Nominaal en onvoorzien. De reservering is toegedeeld aan de defensieonderdelen ten behoeve van de personele gereedheid. Via de direct gerelateerde formatie werkt dit ook door bij de verschillende wapensystemen.
In het Materieelprojecten Overzicht (MPO) wordt inhoudelijk dieper ingegaan op individuele en met elkaar samenhangende projecten.
Overzicht Wapensystemen en overige kostensoorten
FINANCIEEL OVERZICHT BIJ ONTWERPBEGROTING 2018
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
2031
2032
TOTAAL BEGROTING NAAR BELEIDSARTIKELEN
7.816
8.242
8.956
9.204
9.133
9.096
8.960
8.872
8.909
8.911
8.914
8.916
8.916
8.915
8.908
8.906
8.905
8.899
INZET
subtotaal 1 (Inzet)
273
277
259
336
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
DEFENSIEBREED
Algemeen
84
107
93
98
98
97
98
98
98
98
98
98
98
98
98
98
98
98
Centraal apparaat
1.528
1.595
1.616
1.574
1.533
1.523
1.545
1.494
1.467
1.452
1.431
1.425
1.402
1.390
1.371
1.375
1.367
1.364
Geheime uitgaven
5
6
5
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
Nominaal en onvoorzien
0
0
100
103
76
92
66
79
72
78
86
94
98
93
121
116
125
128
Exploitatie huisvesting en infrastructuur
359
348
318
312
299
307
313
315
319
318
315
313
314
319
319
318
319
319
Exploitatie ICT
200
227
230
234
240
241
240
240
240
240
240
239
239
239
239
239
239
239
Niet toerekenbare apparaatskosten ondersteunende diensten CDC/DMO
606
697
775
730
723
729
712
712
710
710
710
710
710
710
711
710
711
711
Investeringen overig (niet gespecificeerd naar wapensystemen)
362
348
-
-487
390
240
165
432
386
295
478
650
752
1.209
1.428
1.626
1.716
1.733
1.501
subtotaal 2 (Defensiebrede uitgaven)
3.145
3.327
2.650
3.449
3.216
3.161
3.413
3.331
3.208
3.381
3.537
3.638
4.077
4.284
4.491
4.580
4.599
4.367
ORGANIEKE EENHEDEN
Formatie organieke eenheden
1.613
1.571
1.566
1.597
1.610
1.631
1.637
1.638
1.639
1.650
1.650
1.649
1.649
1.648
1.648
1.648
1.643
1.642
Formatie operationeel commando indirect
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Gereedstelling en overige exploitatie operationeel commando indirect
438
410
367
332
308
335
309
292
303
289
289
290
283
288
329
316
312
307
Dienstverlening CDC indirect
90
88
89
90
91
91
91
91
91
91
91
91
91
91
91
91
91
91
subtotaal 3 (Organieke eenheden)
2.141
2.069
2.022
2.018
2.009
2.056
2.037
2.021
2.033
2.030
2.030
2.030
2.022
2.027
2.068
2.054
2.045
2.040
WAPENSYSTEMEN
Wapensysteem 1 - Luchtverdedigings- en commandofregatten
163
102
153
128
121
109
104
107
108
97
89
89
89
89
89
89
89
89
Wapensysteem 2 - Multipurpose fregatten
43
45
63
46
45
44
40
40
48
166
333
299
83
59
40
40
40
40
Wapensysteem 3 - Patrouilleschepen
33
35
50
41
42
43
41
40
42
41
41
41
41
41
41
41
41
41
Wapensysteem 4 - Landing Platform Docks
41
48
39
56
37
37
46
45
37
41
41
41
41
41
41
41
41
41
Wapensysteem 5 - Joint Support Ship
36
27
42
23
27
22
21
20
29
24
24
24
24
24
24
24
24
24
Wapensysteem 6 - Onderzeeboten
78
82
96
86
92
95
96
244
414
440
492
513
446
315
190
76
55
55
Wapensysteem 7 - Mijnenbestrijdingsvaartuigen
32
38
33
31
32
35
32
31
33
32
32
32
32
32
32
32
32
32
Wapensysteem 8 - CV9035NL Infanteriegevechtsvoertuigen
42
48
65
69
52
54
56
54
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
Wapensysteem 9 - Pantserwielvoertuigen
164
257
191
103
100
90
89
89
89
89
89
89
89
89
89
89
93
93
Wapensysteem 10 - Grondgebonden luchtverdediging
71
83
90
104
88
87
93
100
78
70
75
70
70
70
70
70
70
70
Wapensysteem 11 - WisselLaadSystemen en TrekkerOpleggerCombinaties
40
39
43
43
45
45
45
44
44
44
42
42
42
42
42
42
43
43
Wapensysteem 12 - Ondersteunende tanks
25
17
28
33
46
38
18
17
28
29
17
17
17
17
17
17
17
17
Wapensysteem 13 - Artillerie
31
33
60
54
60
44
50
74
104
37
35
35
35
35
35
62
36
36
Wapensysteem 14 - Unmanned Aerial Vehicle's
5
5
24
23
10
9
9
9
9
9
9
9
9
9
9
9
9
9
Wapensysteem 15 - Mercedes Benz Terreinvoertuigen
120
124
137
146
136
132
133
132
132
132
132
132
132
132
132
132
132
132
Wapensysteem 16A - Jachtvliegtuigen F-16
259
241
303
239
196
181
145
92
73
0
7
26
4
0
0
0
0
0
Wapensysteem 16B - Vervanging jachtvliegtuigen F-16 (F-35)
35
97
308
569
863
836
714
660
591
552
343
300
303
349
263
276
312
558
Wapensysteem 17 - Tankvliegtuigen KDC-10
54
166
211
60
55
60
141
83
101
135
60
60
60
60
60
61
61
61
Wapensysteem 18 - Transportvliegtuigen C-130
38
40
35
39
35
34
36
34
34
34
34
34
34
34
34
34
34
35
Wapensysteem 19 - Gevechtshelikopters AH-64 Apache
92
95
105
113
99
85
81
89
142
221
193
150
148
71
69
69
69
69
Wapensysteem 20 - Transporthelikopters CH-47 Chinook
68
76
160
211
366
238
90
148
200
88
88
86
86
84
74
74
74
74
Wapensysteem 21 - Transporthelikopters AS-532 Cougar
32
39
40
23
19
16
13
8
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Wapensysteem 22 - Maritieme helikopters NH-90
80
88
111
110
91
93
85
89
86
79
79
79
79
79
79
79
79
79
Wapensysteem 23 - Klein Kaliber Wapens
48
90
79
72
59
57
57
57
57
57
57
57
57
57
57
57
57
57
Wapensysteem 24 - Kleding en Persoonlijke Uitrusting
60
66
64
150
112
116
74
75
61
62
62
62
63
69
65
61
61
61
Wapensysteem 25 - Militaire Satelliet Communicatie
25
21
23
50
23
16
15
14
14
14
14
14
14
14
14
14
14
14
Wapensysteem 26 - TITAAN commandovoeringssysteem
16
18
31
27
37
38
35
24
24
24
24
24
24
24
24
24
24
24
Wapensysteem 27 - Mobile Combat Training Centre
5
6
6
7
5
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
5
5
5
Wapensysteem 28 - overige (wapen)systemen
520
544
788
1.000
872
1.051
980
778
730
622
573
560
434
406
396
398
395
380
Vrije ruimte / spanning1
0
0
647
-
-254
-
-175
-
-149
-
-148
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
subtotaal 4 (wapensystemen)
2.258
2.570
4.024
3.401
3.592
3.562
3.195
3.204
3.353
3.185
3.031
2.932
2.501
2.288
2.033
1.956
1.945
2.177
TOTAAL BEGROTING NAAR WAPENSYSTEMEN
7.816
8.243
8.956
9.204
9.133
9.096
8.960
8.872
8.909
8.911
8.914
8.916
8.916
8.915
8.907
8.906
8.905
8.899
Bedragen * € miljoen
Noot 1
Een negatief bedrag betekent spanning. Een positief bedrag betekent dat er sprake is van vrije ruimte.
Aansluitingstabel bij ontwerpbegroting 2018 Bedragen * € miljoen
Begrotingsoverzicht / aansluitingstabel
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
2031
2032
TOTAAL BEGROTING
7.816
8.242
8.956
9.204
9.133
9.096
8.960
8.872
8.909
8.911
8.914
8.916
8.916
8.915
8.908
8.906
8.905
8.899
INZET volgens financieel overzicht
273
277
259
336
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
INZET naar begrotingsartikel
273
277
259
336
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
waarvan beleidsartikel 1 - Inzet
273
277
259
336
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
DEFENSIEBREED volgens financieel overzicht
3.145
3.327
2.650
3.449
3.216
3.161
3.413
3.331
3.208
3.381
3.537
3.638
4.077
4.284
4.491
4.580
4.599
4.367
DEFENSIEBREED naar begrotingsartikel
3.145
3.327
2.650
3.449
3.216
3.161
3.413
3.331
3.208
3.381
3.537
3.638
4.077
4.284
4.491
4.580
4.599
4.367
waarvan beleidsartikel 2 - taakuitvoering zeestrijdkrachten
6
7
7
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
waarvan beleidsartikel 6 - Investeringen
362
348
-487
390
240
165
432
386
295
478
650
752
1.209
1.428
1.626
1.716
1.733
1.501
waarvan beleidsartikel 7 - Defensie Materieel Organisatie
198
225
227
231
237
238
238
237
237
237
237
236
236
236
236
236
236
236
waarvan beleidsartikel 8 - Commando DienstenCentra
961
1.040
1.089
1.038
1.018
1.032
1.021
1.023
1.025
1.024
1.021
1.019
1.020
1.025
1.026
1.024
1.026
1.026
waarvan niet-beleidsartikel 9 - Algemeen
84
107
93
98
98
97
98
98
98
98
98
98
98
98
98
98
98
98
warvan niet-beleidsartikel 10 - Centraal Apparaat
1.528
1.595
1.616
1.574
1.533
1.523
1.545
1.494
1.467
1.452
1.431
1.425
1.402
1.390
1.371
1.375
1.367
1.364
waarvan niet-beleidsartikel 11 - Geheime uitgaven
5
6
5
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
waarvan niet-beleidsartikel 12 - Nominaal en Onvoorzien
0
0
100
103
76
92
66
79
72
78
86
94
98
93
121
116
125
128
ORGANIEKE EENHEDEN volgens financieel overzicht
2.141
2.069
2.022
2.018
2.009
2.056
2.037
2.021
2.033
2.030
2.030
2.030
2.022
2.027
2.068
2.054
2.045
2.040
ORGANIEKE EENHEDEN naar begrotingsartikel
2.141
2.068
2.023
2.018
2.009
2.056
2.037
2.021
2.033
2.030
2.030
2.030
2.022
2.027
2.068
2.054
2.045
2.040
waarvan beleidsartikel 2 - taakuitvoering zeestrijdkrachten
437
432
422
409
414
420
423
424
424
426
425
426
426
425
426
426
426
426
waarvan beleidsartikel 3 - taakuitvoering landstrijdkrachten
812
790
769
750
781
791
804
806
803
802
800
801
799
814
804
804
799
799
waarvan beleidsartikel 4 - taakuitvoering luchtstrijdkrachten
256
216
186
184
199
239
214
224
232
254
255
256
254
255
255
254
253
252
waarvan beleidsartikel 5 - taakuitvoering marechaussee
334
348
369
358
353
355
357
357
357
357
357
357
357
357
357
357
357
356
waarvan beleidsartikel 7 - Defensie Materieel Organisatie
212
194
187
228
171
161
148
120
127
101
102
99
95
85
135
123
120
116
waarvan beleidsartikel 8 - Commando DienstenCentra
90
88
89
90
91
91
91
91
91
91
91
91
91
91
91
91
91
91
WAPENSYSTEMEN volgens financieel overzicht
2.258
2.570
4.024
3.401
3.592
3.562
3.195
3.204
3.353
3.185
3.031
2.932
2.501
2.288
2.033
1.956
1.945
2.177
WAPENSYSTEMEN naar begrotingsartikel
2.258
2.570
4.025
3.401
3.592
3.562
3.195
3.204
3.353
3.185
3.031
2.932
2.501
2.288
2.033
1.956
1.945
2.177
waarvan beleidsartikel 2 - taakuitvoering zeestrijdkrachten
301
305
309
316
323
325
326
325
325
323
323
323
323
323
323
323
323
323
waarvan beleidsartikel 3 - taakuitvoering landstrijdkrachten
409
428
525
543
526
535
541
544
545
545
545
545
545
545
545
545
550
550
waarvan beleidsartikel 4 - taakuitvoering luchtstrijdkrachten
456
489
516
526
504
468
499
489
476
452
453
451
452
452
453
453
454
454
waarvan beleidsartikel 5 - taakuitvoering marechaussee
3
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
waarvan beleidsartikel 6 - Investeringen
740
957
1.619
1.874
1.962
1.894
1.465
1.306
1.476
1.308
1.155
1.054
620
396
190
100
81
308
waarvan beleidsartikel 6 - Investeringen (spanning)1
0
0
647
-254
-175
-149
-148
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
waarvan beleidsartikel 7 - Defensie Materieel Organisatie
348
387
404
393
448
486
508
536
528
554
552
556
559
569
519
532
534
538
Noot 1
Een negatief bedrag betekent spanning.
4.7. Overzicht uitgaven veteranen en uitgaven zorg en nazorg
Aan de Kamer is toegezegd dat in de begroting een overzicht wordt opgenomen van de begrote uitgaven in het kader van het veteranenbeleid. De uitgaven zijn in de begroting verwerkt in verschillende begrotingsartikelen. In het onderstaande overzicht is dit samengebracht.
Tabel: Totaaloverzicht van uitgaven voor erkenning en waardering voor veteranen.
Omschrijving
Bedragen x € 1.000
Subsidie Stichting het Veteraneninstituut1
5.665
Subsidie Nederlandse Veteranen dag
2.593
Subsidie Vereniging Veteranen Platform2
330
Ondersteuning organisatie dag voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers
330
Ondersteunen veteranenzaken door operationele commando’s
871
Totaal
9.657
Noot 1
Inclusief uitgaven voor zorg en nazorg, die zijn onderdeel van de kosten van het Veteranenloket.
Noot 2
Inclusief tijdelijke bijdrage nuldelijnsondersteuning.
Tabel: Uitgaven voor ondersteunen veteranenzaken door operationeel commando’s.
Operationele commando’s
Bedragen x € 1.000
Commando Zeestrijdkrachten
294
Commando Landstrijdkrachten
400
Commando Luchtstrijdkrachten
102
Commando Koninklijke Marechaussee
75
Totaal
871
Tabel: Totaaloverzicht van uitgaven voor zorg en nazorg voor veteranen
Omschrijving
Bedragen x € 1.000
Invaliditeitspensioenen
65.000
Nabestaandenpensioenen
22.600
Volledige Schadevergoedingsregeling voor MOD slachtoffers
7.200
Veteranenclaims PTSS
24.000
Ereschulduitkering
1.000
Sociale Zorg (w.o. de Voorzieningenregeling MOD slachtoffers)
10.700
Inkomensvoorziening in verband met zorg & re-integratie
1.500
Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV)
750
Maatschappelijke ondersteuning voor Veteranen (subsidie)
3.775
Veteranenloket1
5.700
Nuldelijnsondersteuning2
135
De Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO)
500
Bijdragen aan onderzoeken (MGGZ)
500
Stichting Vincent van Gogh (VIBU)
800
Totaal
144.160
Noot 1
Inclusief deel dat onderdeel is van de subsidie Veteranen Instituut
Noot 2
Dit is onderdeel van de subsidie Veteranen Platform
Uitgaven erkenning en waardering
De uitgaven voor erkenning en waardering zijn begroot in niet-beleidsartikel 9 Algemeen en 10 Centraal apparaat, met uitzondering van de uitgaven voor reüniefaciliteiten die zijn begroot op de beleidsartikelen van de operationele commando’s.
Stichting het Veteraneninstituut
De Stichting het Veteraneninstituut richt zich primair op de directe dienstverlening aan veteranen en hun relaties en versterkt daarmee de erkenning en waardering voor veteranen. De Stichting het Veteraneninstituut verzorgt via het veteranenloket de loketfunctie voor dienstverlening en zorg voor veteranen en hun relaties. Stichting het Veteraneninstituut fungeert daarnaast als kennis- en onderzoekscentrum op veteranengebied.
Stichting Nederlandse Veteranen dag (NLVD)
De Stichting NLVD heeft tot doel het bevorderen van de maatschappelijke erkenning en waardering voor Nederlandse veteranen onder regie van het Nationaal Comité Veteranendag. De Stichting NLVD bereikt deze doelstelling door onder meer het jaarlijks organiseren van de Nederlandse Veteranen dag, waarbij ook aandacht wordt besteed aan het initiëren, coördineren en stimuleren van educatieve activiteiten. Daarnaast wordt een publiciteitscampagne gevoerd, worden diverse evenementen georganiseerd en lokale veteranendagen gestimuleerd.
Vereniging Veteranen Platform
Het Veteranen Platform (VP) behartigt, als overkoepelend samenwerkingsverband van de Nederlandse veteranenorganisaties, de belangen van veteranen. Het VP vervult voor Defensie een waardevolle klankbord- en adviesfunctie op het gebied van veteranen. Het VP draagt tevens zorg voor de integrale coördinatie van de nuldelijnsondersteuning.
Dagen voor Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (MOD-ers)
Sinds 2006 worden dagen voor Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (MOD-ers) georganiseerd. De doelstellingen van deze dagen zijn het bieden van erkenning en waardering aan MOD-ers en hun partners, het bieden van informatie over de (pensioen)regelingen en voorzieningen en het luisteren naar de behoeften van de doelgroep.
Reüniefaciliteiten
Verenigingen voor veteranen, post-actieven en MOD-ers, die geregistreerd zijn in het reünieregister van het Veteraneninstituut, kunnen eenmaal per jaar aanspraak maken op reüniefaciliteiten. De organisatie hiervan ligt in handen van de verenigingen zelf. Daarnaast organiseert elk operationeel commando een eigen veteranen dag die, waar mogelijk, wordt gecombineerd met de open dag van het operationeel commando.
Uitgaven zorg en nazorg
De uitgaven voor zorg en nazorg zijn begroot op beleidsartikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra en niet-beleidsartikelen 9 Algemeen en 10 Centraal apparaat.
Kaderwet militaire pensioenen
Deze wetgeving bevat het geheel aan wet- en regelgeving voor veteranen, MOD-ers, militairen buiten dienst en ex-militairen die niet meer (volledig) kunnen werken of aanvullende voorzieningen nodig hebben vanwege arbeidsongeschiktheid.
Voor 2018 zijn de uitgaven aan bijzonder militair invaliditeitspensioen begroot op € 65,0 miljoen. Tevens is het bijzonder militair nabestaandenpensioen onderdeel van deze wetgeving. Voor 2018 zijn de uitgaven begroot op € 22,6 miljoen. De volledige schadevergoedingsregeling voor MOD-ers beoogt finale kwijting te bieden voor alle ten gevolge van een dienstongeval of dienstverbandaandoening veroorzaakte schade. Met deze regeling worden juridische procedures over aansprakelijkheid overbodig en kan Defensie proactief voorzien in materiële zorg. De hiermee gemoeide uitgaven zijn voor 2018 begroot op € 24,0 miljoen aan claims door veteranen die gerelateerd zijn aan PTSS en € 7,2 miljoen overige claims.
Sociale zorg (w.o. Voorzieningenregeling MOD-ers)
Vanuit de wettelijke zorgplicht voor veteranen worden voorzieningen aan veteranen verstrekt met het oog op het verbeteren van de levensomstandigheden in specifieke situaties. Met ingang van 1 januari 2015 is, in het kader van de hervorming langdurige zorg, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (Wmo 2015) van kracht. Voorzieningen die met ingang van 1 januari 2015 niet of niet meer volledig worden toegekend op grond van de Wmo 2015, zullen aanvullend worden vergoed via de Voorzieningenregeling MOD-ers. Deze meerkosten voor Defensie zijn moeilijk vooraf in te schatten. Meerkosten die het gevolg zijn van wijzigingen in de Wmo 2015 worden daarom achteraf op basis van realisatiecijfers vergoed door het Ministerie van VWS. De benodigde ondersteuning blijft daarmee voor de groep veteranen en MOD-ers ongewijzigd op het niveau zoals dat is vastgelegd in de Veteranenwet.
Inkomensvoorziening in verband met zorg en re-integratie
De inkomensvoorziening, zoals opgenomen in artikel 7 van de Veteranenwet, is een laagdrempelige regeling voor veteranen die ziek of arbeidsongeschikt zijn en waarbij sprake is van een vermoeden van dienstverband. Met het aanvragen van de inkomensvoorziening in verband met zorg wordt tegelijkertijd ook de aanvraag militair invaliditeitspensioen (MIP) gestart. Daarnaast worden voor deze veteranen de inspanningen op het gebied van de re-integratie geïntensiveerd en worden de reiskosten van hun partners vergoed wanneer ze deelnemen aan ambulante lotgenotengroepen. De uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de re-integratie en het vergoeden van de reiskosten maken onderdeel uit van de raming. In totaal is voor deze voorzieningen een bedrag van € 1,5 miljoen geraamd.
Landelijk Zorgsysteem Veteranen (LZV)
Defensie heeft een belangrijke verantwoordelijkheid voor veteranen met maatschappelijke of psychische problemen. Hiervoor is het Landelijk Zorgsysteem Veteranen (LZV) ingericht dat bestaat uit militaire en civiele instellingen voor maatschappelijk werk en geestelijke gezondheidszorg. Voor 2018 zijn de uitgaven begroot op € 750.000. In de personeelsrapportage wordt ingegaan op de toezegging om de wachttijden die door het LZV zijn gemeld bij de Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO) aan uw Kamer te melden.
Maatschappelijke ondersteuning voor veteranen
Binnen het LZV verzorgt de Stichting de Basis het gespecialiseerd maatschappelijk werk voor post-actieve veteranen die een traumatische ervaring hebben meegemaakt. Hiermee wordt beoogd te bereiken dat de post-actieve veteraan weer deel kan nemen aan het maatschappelijk verkeer. De kosten van het maatschappelijk werk voor veteranen bedragen voor 2018 € 3,8 miljoen.
Het Veteranenloket
Op 11 juni 2014 is het Veteranenloket opgericht met als doel de toegang tot zorg en dienstverlening voor veteranen, MOD-ers en hun relaties te verbeteren en eenvoudig toegankelijk te maken. Daarnaast monitort het Veteranenloket de procesgang van veteranen, MOD-ers en hun relaties met een materiële of immateriële zorgvraag, zodat wordt voorkomen dat zij uit het zicht raken. Het Veteranenloket betreft een samenwerkingsverband tussen het Veteranen instituut, het ABP, Stichting de Basis, het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk (DCBMW), het Uitvoeringsbedrijf Veteranen, Reservisten en Decoraties (UBVRD) en het VP. Het Veteranenloket registreert de zorgvraag en geeft toegang tot revalidatie, re-integratie, materiële zorg, maatschappelijke ondersteuning, en het LZV. De kosten (€ 5,7 miljoen) betreffen de centrale kosten voor het veteranenloket en de totale uitvoeringskosten (inclusief zorgcoördinatoren van het ABP).
Nuldelijnsondersteuning
Het VP is belast met de integrale coördinatie van de nuldelijnsondersteuning aan post-actieve veteranen en de aansluiting daarvan op de professionele hulpverlening van het LZV. Het VP voert de regie over de inrichting van dit landelijk dekkend en financieel zelfdragend systeem van nuldelijnsondersteuning. Tot en met 2018 draagt Defensie jaarlijks bij aan de organisatie-, opleidings- en inzetkosten van de nuldelijnshelpers van het landelijk dekkend en genormeerd nuldelijnsondersteuningssysteem. De uitgaven voor Defensie bedragen € 135.000 per jaar. Ter versterking hiervan heeft het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg (V-fonds) toegezegd om de regionale nuldelijnsactiviteiten voor dezelfde periode financieel te ondersteunen. De bijdrage van het fonds bedraagt € 100.000 per jaar.
Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO)
De onafhankelijke RZO oefent toezicht uit op de ketenzorg aan veteranen die gebruik maken van het LZV en bevordert de gewenste specialisatie van de betrokken (LZV) instanties. De RZO adviseert daarnaast over (de richting van) het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van aandoeningen die verband houden met uitzendingen en draagt zorg voor en bewaakt de noodzakelijke convergentie tussen die onderzoeken. De RZO is door zijn samenstelling in staat om het veteranenzorgsysteem vanuit verschillende perspectieven te beschouwen. Voor 2018 bedragen de begrote uitgaven € 100.000.
Onderzoeken
In de begroting van de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg (MGGZ) is € 1 miljoen toegezegd ten behoeve van het wetenschappelijk onderzoek dat vanuit de MGGZ wordt verricht. Dit bedrag is verdeeld in twee categorieën onderzoek. Er wordt € 500.000 beschikbaar gesteld ten behoeve van onderzoeken naar de neurobiologische gevolgen van stress en trauma dat vanuit de Wetenschappelijke Onderzoeksgroep van de MGGZ wordt uitgevoerd. Ten behoeve van onderzoek naar de verbetering van de kwaliteit van zorg in het LZV is eveneens € 500.000 euro toegezegd.
Overige
Verscheidene organisatiedelen houden zich bezig met de zorg en nazorg aan veteranen in werkelijke dienst, post-actieven en MOD-ers, zoals het Eerstelijns Gezondheidszorgbedrijf (EGB), het Centraal Militair Hospitaal (CMH), de Militaire Geestelijke gezondheidszorg (MGGZ), het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk werk (DCBMW), de Diensten Geestelijke Verzorging (DGV) en het Militair Revalidatie Centrum (MRC). De taken van deze organisatiedelen gaan verder dan alleen de zorg en nazorg aan veteranen. In de bedrijfsvoering van deze organisatiedelen wordt geen onderscheid gemaakt in veteranenzorg en overige zorg. Een dergelijke registratie is ook niet eenvoudig te realiseren. Dit deel van de uitgaven aan veteranenzorg is daarom niet inzichtelijk. Overigens wordt ook bij de zorg aan post-actieve militairen in veel gevallen dat onderscheid niet gemaakt, dus de financiële omvang van dat deel van de veteranenzorg is eveneens niet eenvoudig zichtbaar te maken. Defensie laat TNO onderzoek verrichten naar een kostenmodel voor veteranenzorg, waarin de zorgbehoefte op grond van meetbare parameters kan worden voorspeld. Dat onderzoek bevindt zich nog in de beginfase.
4.8. Overzicht uitgaven IT
Aan de Kamer is toegezegd dat in de begroting een integraal overzicht wordt opgenomen van de begrote uitgaven aan IT. De uitgaven zijn in de begroting verwerkt op de begrotingsartikelen Investeringen krijgsmacht (investeringen IT) en Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie (exploitatie IT).
Tabel: Overzicht uitgaven aan IT
Totaaloverzicht van uitgaven aan IT
Omschrijving
Begroting
2017
2018
2019
2020
2021
2022
totaal
Voorzien in IT, exploitatie
Artikel 2
2.882
2.715
2.715
2.714
2.716
2.716
Voorzien in IT, investering
Artikel 6
159.863
186.880
186.133
119.312
81.706
72.369
-
-waarvan programmabureau IT
8.400
1.800
10.200
-
-waarvan IV-problematiek; versterken IT-regie organisatie
1.400
900
900
800
4.000
-
-waarvan Reservering IT-vernieuwing
5.000
40.000
40.000
40.000
30.000
30.800
185.800
Bijdrage aan DMO/OPS /IT exploitatie
Artikel 7
183.817
182.232
189.443
189.552
188.936
188.936
Voorzien in IT, exploitatie (overig)
Artikel 7
43.137
49.107
47.836
48.676
48.654
47.929
Totaal uitgaven IT
389.699
420.934
426.127
360.254
322.012
311.950
200.000
De reservering van € 201,8 miljoen voor de vernieuwing IT bestaat uit de vanaf de begroting van 2016 gereserveerde € 40,2 miljoen, de in de begroting van 2017 toegevoegde voorziening voor dubbele beheerslasten, transitie en migratie van € 117,0 miljoen en de recent toegevoegde vrijval van € 44,6 miljoen omdat er minder in legacy-systemen hoeft te worden geïnvesteerd.
4.9. Overzicht Cyber
Cyber is, naast land, lucht, zee en ruimte, inmiddels het vijfde domein voor militair optreden. Tijdens de top in Warschau in juli 2016 heeft ook de NAVO het digitale domein erkend als domein voor militair optreden. Ook heeft het kabinet besloten in de aanpak van cyberspionage en -sabotage te investeren. Om de inzetbaarheid van de Nederlandse krijgsmacht te waarborgen en haar effectiviteit te verhogen, versterkt Defensie haar digitale weerbaarheid en het vermogen om cyberoperaties uit te voeren. Defensie heeft de afgelopen jaren stappen in het digitale domein gezet en investeringen gedaan. De Defensie Cyber Strategie legt daarvoor de basis. De nota «In Het Belang Van Nederland» versnelde de tenuitvoerlegging. In 2015 is de Defensie Cyber Strategie geactualiseerd en aan de Kamer gepresenteerd (Kamerstuk 33 321, nr. 5). De actualisering bepaalt de richting waarin Defensie zich op dit vlak de komende jaren verder zal ontwikkelen. In maart 2016 is de voortgang op de uitvoering van de strategie gerapporteerd en aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 33 321, nr. 7). Indien noodzakelijk wordt de Kamer op deze manier op de hoogte worden gehouden van de Defensie-inspanningen op het gebied van Cyber.
4.10. Lijst van afkortingen
ABP
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
ACOTA
African Contingency Operations Training and Assistance
AMBV
Alkmaar-klasse Mijnenbestrijdingsvaartuig
AO
Algemeen Overleg
AWACS
Airborne Early Warning and Control System
BE
Bijstandseenheid
BES
Bonaire, Sint Eustatius en Saba
BPB
Beleids-, Plannings- en Begrotingsprocedure
BS
Bestuursstaf
BSB
Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten
BTW
Belasting op de Toegevoegde Waarde
C2
Command and Control
C4ISR
Command & Control, Communications, Computers & Information and Intelligence, Surveillance & Reconnaissance
CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst
CARIB
Caribisch Gebied
CBMI
Capacity Building Mission in Iraq
CBO
Crisisbeheersingsoperaties
CBRN
Chemisch, Biologisch, Radiologisch, Nucleair
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CC
Central Command
CDC
Commando DienstenCentra
CDS
Commandant der Strijdkrachten
CE
Chemische Energie
CG
Cluster Gezondheidszorg
C-IED
Counter Improvised Explosive Devices
CIMIC
Civil-Military Cooperation
CIS
Communicatie- en informatiesysteem
CKMAR
Commando Koninklijke marechaussee
CLAS
Commando landstrijdkrachten
CLSK
Commando luchtstrijdkrachten
CMF
Combined Maritime Forces
CMH
Centraal Militair Hospitaal
CODEMO
Commissie Defensie Materieelontwikkeling
COID
Centrale Organisatie Integriteit Defensie
COMPATRIOT
Communication Patriot
CPA
Comprehensive Peace Agreement
CPD
Cluster Personele Diensten
CPT
Close Protection Teams
CRC
Crowd and Riot Control
CS
Combat Support
CSS
Combat Service Support
CTF
Combined Task Force
CUP
Capability Upgrade Programme
CV
Commandovoertuig
CZMCARIB
Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied
CZSK
Commando zeestrijdkrachten
DBB
Defensie Bedrijfsstoffenbedrijf
DBBO
Defensie Bewaking en Beveiligingsorganisatie
DBBS
Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem
DBV
Dienst Beveiliging Vastgoed
DC
DienstenCentrum
DCC
Defensie Cybercommando
DCDI
Dienstencentrum Documentaire Informatievoorziening
DCDV
Dienstencentrum Dienstverlening
DCIOD
Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Defensie
DCMO
Datacommunicatie Mobiel Optreden
DDG
Duik- en Demonteer Groep
DDN
Defensie Duurzaamheidnota
DEFCERT
Defensiebreed Computer Emergency Response Team
DGI
Defensie Gerelateerde Industrie
DGLC
Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando
DHC
Defensie Helikopter Commando
DI
Documentaire Informatie
DIC
Defensie Innovatie Competitie
DIS
Defensie Industrie Strategie
DLBE
District Landelijke en Buitenlandse Eenheden
DMO
Defensie Materieel Organisatie
DMP
Defensie Materieel Proces
DMUNB
Defensie Munitiebedrijf
DNB
De Nederlandsche Bank
DOKS
Defensie Operationeek Kledingsysteem
DPD
Defensie Personele Diensten
DR&D
Defence Research and Development
DSI
Dienst Speciale Interventies
DTO
Defensie Telematica Organisatie
DVD
Dienst Vastgoed Defensie
DVO
Dienstverleningsovereenkomst
EATC
European Air Transport Command
EDA
Europees Defensie Agentschap
EFP
Enhanced Forward Presence
EGF
Europese Gendarmerie Force
EKMS
Electronic Key Management System
EOD
Explosieven Opruimingsdienst
EOV
Elektronische Oorlogsvoering
EPA
Energie Prestatie Adviezen
ERP
Enterprise Resource Planning
ERP M&F
Enterprise Resource Planning: materieel en financieel
EU
Europese Unie
EUFOR
European Force
EULEX
European Union Rule of Law Mission (Kosovo)
EUPOL
EU Police (Afghanistan)
EUSEC
EU Communications Security and Evaluation Agency
EVC
Erkenning van eerder verworven competenties
EVDB
Europees Veiligheids- en Defensiebeleid
EZB
Enkel Zijband
EZ
Ministerie van Economische Zaken
FBD
Facilitair Bedrijf Defensie
FBUH
Fysieke Bescherming en Uitrusting Hulpverleners
FDC
Financieel Dienstencentrum
FMW
Faculteit Militaire Wetenschappen
FNIK
Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht
FPS
Flexibel Personeelssysteem
FRISC
Fast Raiding, Interception and Special Forces Craft
FRONT
Future Relevant Operations with Next-generation Technology
FS
Facility Services
GET
Green Energy Technologies
GLA
Geweer Lange Afstand
GPM
Geïntegreerde Politietrainingsmissie
GPW
Groot Pantserwielvoertuig
GZ
Gezondheidszorg
HDP
Hoofd Directie Personeel
HDV
Hogere Defensie Vorming
HF
High Frequency
HGIS
Homogene Groep Internationale Samenwerking
HQ
Headquarter
HR
Human Resource
HRB
Hoogrisico Beveiliging
HRF(L)
High Readiness Forces (Land)
HRM
Human Resource Management
HV
Helderheid Versterkend
I&M
Infrastructuur en Milieu
IBO
Interdepartementaal Beleidsonderzoek
ICMS
Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking
ICT
Informatie- en Communicatietechnologie
ID
Identification
IDL
Instituut Defensie Leergangen
IDP
Internaly Displaced Person
IDS
Indringer Detectie Systeem/Intrusion Detection System
IED
Improvised Explosive Device
IFF
Identification Friend or Foe
IG
Innovation Game
IGK
Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht
IGV
Infanterie Gevechtsvoertuig
IJC
ISAF Joint Command
IOT&E
Initial Operational Test & Evaluation
IPU
Integrated Police Unit
IRF
Immediate Response Force
IRTC
International Recommanded Transit Corridor
ISAF
International Security Assistance Force
ISTAR
Intelligence Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance
IV
Informatie Voorziening
IVENT
Informatievoorziening en -Technologie
JCG
Joint CIS Group
JIP
Joint Investment Programs
JISTARC
Joint ISTAR Commando
JIVC
Joint Informatievoorziening Commando
JSF
Joint Strike Fighter
JSS
Joint Support Ship
KFOR
Kosovo Force
KIM
Koninklijk Instituut voor de Marine
KMA
Koninklijke Militaire Academie
Kmar
Koninklijke Marechaussee
KORV
Kader Overname Rijksvastgoed
KPU
Kleding- en Persoonsgebonden Uitrusting
KWCARIB
Kustwacht voor het Koninkrijk in het Caribisch gebied
KWW
Klein Kaliber Wapens
LC(F)
Luchtverdedigings- en Commando(fregat)
LCW
Logistiek Centrum Woensdrecht
LION
Light Infrared Observation Night Sight
LIVS
Licht Indirect Vurend Systeem
LOKKMAR
Landelijk Opleidings- en Kenniscentrum Kmar
LPD
Landing Platform Dock
LRIP
Low Rate Initial Production
LTC
Landelijk Tactisch Commando (Kmar)
LTD
Leergang Topmanagement Defensie
LZV
Landelijk Zorgsysteem Veteranen
M(-FREGAT)
Multi-purpose(-fregat)
MALE UAV
Medium Altitude Long Endurance Unmanned Air Vehicle
MARIN
Maritiem Research Instituut Nederland
MBMD
Maritime Ballistic Missile Defence
ME
Mobiele eenheid
MECHBRIG
Gemechaniseerde Brigade
MG
Materiele Gereedheid
MGGZ
Militair Geestelijke Gezondheidszorg
MIA(-V)
Maatschappelijke Innovatie Agenda (Veiligheid)
MILSATCOM
Military Satellite Communications
MINUSMA
United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali
MIP
Militair Invaliditeitspensioen
MIVD
Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
MK
Medische Keuringen
MKB
Midden- en Kleinbedrijf
MLU
Midlife Upgrade
MOD
Militair Oorlogs- of Dienstslachtoffer
MOR
Mortier Opsporingsradar
MOU
Memorandum of Understanding
MPO
Materieel Projecten Overzicht
MRTT
Multirole Tanker Transport
MSMT
Multi ship, multi type
MTADS
Modernized Target Acquisition and Designation Sight
MTF
Maritime Task Force/Mentoring Task Force
MTV
Mobiel Toezicht Veiligheid
NAR
Noord-Atlantische Raad
NATO
North Atlantic Treaty Organization
NATRES
Nationale Reserve
NAVFOR
Naval Force
NAVO
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
NBI
Nationale Bijdrage aan ISAF-staven
NCIRC
NATO Computer Incident Response Capability
NCSC
Nationaal Cyber Security Center
NDMC
Nationale Datalink Managementcel
NIC
Nationale Inlichtingen Cel
NIDV
Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid
NIMH
Nederlands Instituut voor de Militaire Historie
NLD
Nederland
NLDA
Nederlandse Defensie Academie
NLMARFOR
Netherlands Maritime Force
NLR
Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum
NLTC
Netherlands Liaison Team CENTCOM
NRF
NATO Response Force
NSE
National Support Element
NTM
Notice To Move
O&T
Oefeningen & Trainingen
OAD
Operationele Aanpassingen Diemaco
OD
Operationele doelstelling
OG
Operationeel Gereed
OG
Operationele Gereedheid
OGRV
Object Grondverdediging
OIV
Operationele Informatievoorziening
OOCL
Operationeel Ondersteuningscommando Land
OZD
Onderzeedienst
PA
Palestijnse Autoriteit
PALS
Project Aanpassingen Legacy Speer
Paresto
Paarse Restaurant Organisatie
PDC
Producten- en Dienstencatalogus
PG
Personele Gereedheid
PGM
Precision Guided Munition
PGU
Persoonsgebonden Uitrusting
PI
Prestatie-Indicator
PPS
Publiek-Private Samenwerking
PRISMO
Prospectie in stressgerelateerd militair onderzoek
PRTL
Pantserrupsvoertuig tegen luchtdoelen
PSFD
Production, Sustainment and Follow-on Development
PTG
Police Trainings Group
PTSS
Post-Traumatisch Stress Syndroom
PZH
Pantserhouwitser
QRA
Quick Reaction Alert
R&D
Research and Development
RBV
Rijksbegrotingsvoorschriften
RBZ
Raad Buitenlandse Zaken
RC
Regional Command
RDTF
Redeployment Taskforce
ROC
Regionaal Opleidingscentrum
RPE
Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek
RSM
Resolute Support Mission
RVB
Rijksvastgoedbedrijf
RWT
Rechtspersoon met een wettelijke taak
RZO
Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek
SAC
Strategic Airlift Command
SAP
Systemen, Applicaties en Producten
SAR
Search and Rescue
SBIR
Small Business Innovation Reseach
SBK
Sociaal Beleidskader
SDD
System Development and Demonstration
SHF
Super High Frequency
SKIA
Strategische Kennis- en Innovatieagenda
SLA
Service Level Agreements
SNMG
Standing NATO Reaction Force Maritime Group
SPEER
Strategic Process and Enterprise Resource Planning Enabled Reengineering
SSM
Single Service Management
SSO
Shared Service Organisatie
SSR
Security Sector Reform
STARS
Sensor Technology Applied in Reconfigurable Systems for Sustainable Security
SZVK
Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht
TACF
Transportable Air Control Facility
TACTIS
Tactische Indoor Simulation
TFU
Task Force Uruzgan
TITAAN
Theatre Independent Tactical Army and Airforce Network
TNO
Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek
TU
Technische Universiteit
UAS
Unmanned Aerial Systems
UIM
Unit Interventie Mariniers
UMS
Unmannend Maritime Systems
UN
United Nations
UNAMID
United Nations African Union Mission in Darfur
UNMIS
United Nations Mission in Sudan
UNODC
United Nations Office on Drugs and Crime
UNTSO
United Nations Truce and Supervision Organization
USCENTCOM
United States Central Command
VAO
Verslag Algemeen Overleg
VHF
Very High Frequency
VJTF
Very High readiness Joint Tastforce
VN
Verenigde Naties
VNVR
Verenigde Naties Veiligheidsraad
VOSS
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem
VPD
Vessel Protection Detachment
VTE
Voltijdsequivalent
WGO
Wetgevingsoverleg
WIA
Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
WIV
Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
WVO
Wet Veiligheidsonderzoeken
YPR
Pantserrupsvoertuig, type Y
ZBO
Zelfstandig Bestuursorgaan
Zr. Ms.
Zijner Majesteits
ZVW
Zorgverzekeringswet
Noot 1
Budgettaire compensatie van deze taak wordt jaarlijks bij de eerste suppletoire begroting toegekend en is nog niet in de begroting opgenomen.