Debat over het besluit vervolgingsmechanisme MH17 - Hoofdinhoud
Op 6 september 2017 debatteerde de Tweede Kamer over de berechting van de verdachten van het neerhalen van vlucht MH17
Spreektekst Han ten Broeke (VVD)
Alleen het gesproken woord geldt
Voorzitter,
Nadat de Onderzoeksraad voor Veiligheid een indrukwekkend rapport afleverde, dat in de wereld is gelezen, beproefd en overeind is gebleven, met als heldere en onweerlegbare conclusie dat vlucht MH17 met een BUK-raket vanuit Oost-Oekraine werd neergeschoten, komen we nu toe aan vervolging en berechting.
De moeilijkste, meest langdurige, maar ook de belangrijkste fase breekt nu aan. We willen weten wie voor deze misdaad verantwoordelijk zijn en of ze kunnen worden bestraft.
Het heeft altijd de voorkeur van mijn fractie gehad om dat via een internationaal tribunaal, onder VN-mandaat, te doen. Dat past ook bij VN-Veiligheidsraadresolutie 2166, die unaniem is aangenomen.
Maar we weten allemaal welk land dat tribunaal heeft tegengehouden. Niet China, niet Venezuela, niet Angola. Nee, alleen Rusland.
Voorzitter,
De landen in het Joint Investigation Team hebben daarna razendsnel doorgeschakeld naar plan B. Dat heeft geresulteerd in de nationale optie: dus vervolging en berechting in Nederland, voor een Nederlandse rechtbank, op grond van Nederlands recht.
En wie de opties afpelt kan dat billijken.
Immers, bij het oprichten van een tribunaal zonder VN-Veiligheidsraadsresolutie is er geen bestaand juridisch kader voor rechtshulp en uitlevering, zijn er geen duidelijke procesregels en is niet duidelijk op grond van welk recht wordt geoordeeld.
Bij de nationale optie is dat dit er allemaal al. Vervolging en berechting zullen nu plaatsvinden volgens het recht en het rechtsstelsel dat, vrijwel ongeëvenaard, in bijna alle landen wordt erkend en gerespecteerd: het Nederlandse.
En hoewel dat ons land opnieuw in de schijnwerpers plaatst, hetgeen ons ook kwetsbaar maakt, hoop ik dat we hier ook als Nederlands parlement voor durven te staan. Wij zijn immers het land van Hugo de Groot en dit is de juridische hoofdstad van de wereld.
Nog meer dan in de vorige fase, zal men proberen het strafrechtelijk onderzoek in diskrediet te brengen.
En het moet mij nu toch ook wel eens van het hart dat ook vanuit Nederland vaak al te gemakkelijk suggesties, insituaties, complottheorieën of zelfs expliciete verwijten worden gemaakt dat de Nederlandse Staat in dit hele proces niet te goeder trouw zou hebben gehandeld. En we weten allemaal over wie ik het heb.
Maar dat is iets anders dan het stellen van kritische vragen. Die heb ik ook.
Ten eerste over de gevolgen van deze keuze voor onze diplomatie. Op dit moment is er consensus tussen de JIT-landen, maar het zal het uiterste vergen van de Nederlandse diplomatie om dit zo te houden. Hoeveel vertrouwen heeft de minister van Buitenlandse Zaken erin dat de internationale solidariteit er over vijf of over tien jaar ook nog is? Hoe zorgen we ervoor dat alle betrokken landen de Nederlandse rechtszaak door geopolitieke weer en wind blijven steunen?
Ten tweede heb ik een vraag over het gesloten verdrag met Oekraïne, en dan specifiek over het horen van verdachten. In het verdrag met Oekraïne is geregeld dat Oekraïense verdachten per videoconferentie kunnen terechtstaan. Maar waarom kunnen verdachten dat weigeren? Wij hebben hier al eerder naar gevraagd, maar geen duidelijk antwoord gekregen.
Tot slot over staatsaansprakelijkheid. Sommigen vinden dat de Staat Oekraïne verantwoordelijk moet worden gehouden omdat het luchtruim boven 9,7 kilometer niet was gesloten.
Eigenlijk hebben we in 2015 al geconcludeerd dat het systeem van luchtruim-verantwoordelijkheid niet functioneerde, en dat zelfs als de autoriteiten de juiste risico-inschattingen maakten, dit uiteindelijk te weinig leidde tot ingrijpen. Ik wil toch het debat over staatsaansprakelijkheid voortzetten. Kan de regering de juridische opties van staatsaansprakelijkheid met de Kamer delen? Wellicht in de vorm van een brief? Voor de duidelijkheid, dit staat natuurlijk los van het lopende JIT-onderzoek, dat zich richt op individuele aansprakelijkheid.